+ All Categories
Home > Documents > Ban Newsletter

Ban Newsletter

Date post: 20-Mar-2016
Category:
Upload: handicap-internatinoal-belgium
View: 215 times
Download: 1 times
Share this document with a friend
Description:
Nieuwsbrief over landmijnen en clustermunitie
Popular Tags:
22
1 NUMMER 26 APRIL 2010 IN DIT NUMMER: P 1 REDACTIONEEL IN DIT NUMMER P 2 LANDMIJNENVERDRAG: STATUS, LANDMINE MONITOR REPORT 2009, TOP CARTAGENA, VS, SLACHTOFFERHULP P 6 CONVENTIE INZAKE CLUSTERMUNITIE: CONFERENTIE BALI, BAN ADVOCATES LAOS, VN, OVSEP 11 FINANCIERING STEUN AAN SLACHTOFFERS P 14 INVESTERINGEN IN MIJNEN EN CLUSTERMUNITIE CRPD P 15 KORT NIEUWS P 17 PUBLICATIES EN WEBSITES AGENDA REDACTIONEEL Het was verfrissend om zien hoe in de afgelopen weken het maatschappelijke middenveld geen energie heeft gespaard om de Verenigde Staten te overtuigen toe te treden tot het Landmijnenverdrag (zie pagina 5). De ontmoetingen en contacten in zestig Amerikaanse ambassades illustreren zowel de diversiteit als de eenheid van de Internationale Campagne tegen Landmijnen (ICBL) en de Clustermunitiecoalitie (CMC). Het zijn twee internationale bewegingen die - onder andere – voortkwamen uit de woede van de mensen op het terrein om het leed van de door mijnen getroffen gemeenschappen. Achttien jaar na de oprichting van de ICBL moeten we heel trots op zijn op wat wij (lidstaten, maatschappelijke middenveld met vertegenwoordigers van getroffen gemeenschappen en internationale organisaties) bereikten: twee willekeurig dodende wapens voor altijd verboden, tientallen miljoenen landmijnen en stuks submunitie vernietigd, uitgestrekte gebieden geruimd en een nieuwe norm voor slachtofferhulp gecreëerd. Maar misschien is het besef dat we de wereld kunnen veranderen nog het belangrijkste. BAN NEWSLETTER Nieuwsbrief over landmijnen en clustermunitie Stichtend Lid van ICBL, Co-Laureaat Nobelprijs voor de Vrede
Transcript
Page 1: Ban Newsletter

1

NUMMER 26 APRIL 2010

IN DIT NUMMER:

P 1 REDACTIONEEL IN DIT NUMMER

P 2

LANDMIJNENVERDRAG: STATUS, LANDMINE

MONITOR REPORT 2009, TOP CARTAGENA, VS, SLACHTOFFERHULP

P 6

CONVENTIE INZAKE

CLUSTERMUNITIE: CONFERENTIE BALI, BAN

ADVOCATES LAOS, VN, OVSE…

P 11

FINANCIERING STEUN

AAN SLACHTOFFERS

P 14 � INVESTERINGEN IN

MIJNEN EN

CLUSTERMUNITIE � CRPD

P 15

KORT NIEUWS P 17 � PUBLICATIES EN

WEBSITES � AGENDA

REDACTIONEEL

Het was verfrissend om zien hoe in de afgelopen weken het maatschappelijke middenveld geen energie heeft gespaard om de Verenigde Staten te overtuigen toe te treden tot het Landmijnenverdrag (zie pagina 5). De ontmoetingen en contacten in zestig Amerikaanse ambassades illustreren zowel de diversiteit als de eenheid van de Internationale Campagne tegen Landmijnen (ICBL) en de Clustermunitiecoalitie (CMC). Het zijn twee internationale bewegingen die - onder andere – voortkwamen uit de woede van de mensen op het terrein om het leed van de door mijnen getroffen gemeenschappen.

Achttien jaar na de oprichting van de ICBL moeten we heel

trots op zijn op wat wij (lidstaten, maatschappelijke middenveld met vertegenwoordigers van getroffen gemeenschappen en internationale organisaties) bereikten: twee willekeurig dodende

wapens voor altijd verboden, tientallen miljoenen landmijnen en stuks submunitie vernietigd, uitgestrekte gebieden geruimd en een nieuwe norm voor slachtofferhulp gecreëerd. Maar misschien is het besef dat we de wereld kunnen veranderen nog het belangrijkste.

BAN NEWSLETTER Nieuwsbrief over landmijnen en clustermunitie

Stichtend Lid van ICBL,

Co-Laureaat Nobelprijs voor de Vrede

Page 2: Ban Newsletter

2

“Honderdduizenden mensen hebben meer en betere hulp

nodig, en zij hebben die

nodig: nu.”

We weten echter dat er een nog veel werk aan de winkel is. We weten dat

de uitvoering van de verplichting om steun te bieden aan slachtoffers (nog) geen succes is. We weten ook dat nog efficiënter kan worden gewerkt en dat lidstaten en getroffen gemeenschappen nog een grotere rol kunnen spelen. Bovendien moeten bepaalde landen nog altijd toetreden tot onze twee verdragen. In de afgelopen jaren ontdekten wij bij Handicap International België (HIB) wat een formidabel potentieel vervat ligt in een systematischer betrokkenheid van getroffen personen in lobbywerk1, onderzoek en monitoren van de verdragen.2 Wij hebben echter ook geconstateerd dat een dergelijke betrokkenheid niet vanzelfsprekend is en dat het rigoureuze en voortdurende ondersteuning vereist, permanente vorming, flexibele vertalers, volledige toegankelijkheid, en - last but not least - politieke wil.

LANDMIJNENVERDRAG

Status van het Verdrag – Op 31 maart 2010 telt men 156 Verdragspartijen bij het Landmijnenverdrag, 39 zijn (nog) geen Verdragspartij. Geen

Verdragspartijen zijn: Armenië, Azerbeidzjan, Bahrein, Birma (Myanmar), China, Cuba, Egypte, Finland, Georgië, India, Iran, Israël, Kazakstan, Kirgizië, Noord-Korea, Korea (Republiek), Laos (PDR), Libanon, Libië, Marshalleilanden, Micronesië, Mongolië, Marokko, Nepal, Oman, Pakistan, Polen, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Somalië, Sri Lanka, Syrië, Tonga, Tuvalu, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigde Staten, Uzbekistan en Vietnam.3

“Landmine Monitor Report 2009”: het minste vooruitgang op het vlak

van slachtofferhulp - Leden van de Internationale Campagne voor een Verbod op Landmijnen (ICBL) uit de hele wereld lanceerden het “Landmine Monitor Report 2009: Toward a Mine-Free World” op 12 november 2009. Sinds de inwerkingtreding van het Landmijnenverdrag elf jaar geleden werd enorme vooruitgang geboekt in het bannen van antipersoonsmijnen: “Globaal gebruik, productie van en handel in antipersoonsmijnen zijn drastisch verminderd. Een dergelijk 3.200 vierkante km werd vrijgemaakt van mijnen en explosieve oorlogsrestanten (ERW). Het aantal nieuwe slachtoffers per jaar daalde aanzienlijk tot 5.197 geregistreerde slachtoffers in 2008. Toch blijven er nog grote uitdagingen bestaan: meer dan 70 staten blijven vandaag nog aangetast door mijnen en de bijstand aan overlevenden

schiet tekort ten aanzien van hun noden.” Hoewel het aantal slachtoffers gestaag daalde in de afgelopen tien jaar, blijft het totale aantal slachtoffers nog altijd hoog: in 1999-2008 registreerde “Landmine Monitor” 73.576 slachtoffers in 119 landen/gebieden.

Het rapport merkt op dat “slachtofferhulp de minste vooruitgang boekte onder de belangrijkste sectoren van mijnbestrijding in de afgelopen tien

1 Zie www.banadvocates.org 2 Zie http://en.handicapinternational.be/Voices-from-the-Ground_a616.html 3 Zie www.icbl.org/index.php/icbl/Universal/MBT/States-Not-Party

Page 3: Ban Newsletter

3

jaar": “zowel de financiering als de hulpverlening schiet te kort in vergelijking met de noden”. De vooruitgang in de meest getroffen staten was wisselend: sommige landen engageerden zich actief; andere nauwelijks. Honderdduizenden mensen hebben meer en betere hulp nodig, en zij hebben die nodig: nu.”4 Top van Cartagena over een mijnenvrije wereld

Vertegenwoordigers uit 130 landen namen deel aan de Top van Cartagena, de Tweede Toetsingsconferentie over het Landmijnenverdrag, die in Colombia werd gehouden van 29 november tot 4 december 2009. Twintig landen die nog niet zijn toegetreden tot het Landmijnenverdrag namen ook deel. Vier nieuwe landen - Albanië, Griekenland, Rwanda en Zambia -

verklaarden zich mijnenvrij - Nepal, een niet-Verdragspartij, zei voor de eerste keer dat “niet te produceren, geen transfer te vergemakkelijken en geen mijnen te leggen sinds het einde van de opstand in 2006." Jemen en Zimbabwe verklaarden, dat zij de deadline voor ruiming niet zouden halen. Eritrea en Mauritanië kondigden aan dat ze binnenkort een verzoek tot uitbreiding zullen moeten indienen. Argentinië, Cambodja, Tadzjikistan en Oeganda vroegen en kregen latere deadlines. Oekraïne kondigde aan dat het niet in staat zou zijn om de deadline te halen voor de vernietiging van alle voorraden. Wit-Rusland, Griekenland en Turkije, die alle deadlines voor vernietiging van stocks in maart 2008 misten, waren niet in staat om te bevestigen wanneer de vernietiging zou voltooid zijn. Maar wat hoogst belangrijk was, de conferentie resulteerde in de goedkeuring van het Actieplan van Cartagena, dat een leidraad zal zijn voor de werkzaamheden van de Verdragspartijen tussen nu en 2014. Dit plan zal bijzonder belangrijk zijn voor de implementatie van de bepalingen betreffende slachtofferhulp.5 Song Kosal en Tun Channareth, ICBL-ambassadeurs en overlevenden uit

Cambodja, evenals de andere overlevenden, Prasanna Kuruppu, Sandra Castro en Channeng Nek presenteerden hun prioriteiten inzake slachtofferhulp. Thailand en België leidden als co-voorzitters van het Permanent Comité voor Slachtofferhulp de sessie over steun aan slachtoffers. Thailand bracht verslag uit van de vorderingen in de afgelopen 10 jaar,

voornamelijk doordat een ruime interpretatie van het begrip slachtofferhulp tot stand kwam. België verklaarde dat ondanks de vooruitgang het verdrag nog niet had voldaan aan de beloften gedaan aan de overlevenden. Prioriteiten voor de komende vijf jaar en verplichtingen op lange termijn moeten zeker bestaan uit: intensere inspanningen voor een grotere toegankelijkheid van diensten, implementatie van rechten, een krachtig beleid, het opbouwen van capaciteit, de inzet van middelen en de inclusie van overlevenden. Een overlevende binnen de nationale delegaties van Bosnië en Herzegovina

sprak over het belang van de inclusie van overlevenden en het opbouwen van capaciteit ter plaatse en met name in het bijzonder wat de ondersteuning

4 Zie http://lm.icbl.org/index.php/publications/display?url=lm/2009 5 Zie www.icbl.org/index.php/icbl/Treaties/MBT/Annual-Meetings/Cartagena-Summit

Page 4: Ban Newsletter

4

"We moeten overwegen de slachtoffers zelf te betrekken bij

de evaluatie van het Actieplan, omdat zij het best geplaatst zijn om te getuigen of hun leven

verbeterd is of niet."

“Verdragspartijen moeten

de slachtoffers nog veel meer steunen ... ook mijn

eigen land, Jordanië.”

van “peer groups” betreft. Een overlevende binnen de Australische delegatie beklemtoonde de nood aan voldoende en duurzame financiering voor slachtofferhulp, ook op het platteland. Op 3 december lazen de overlevenden van mijnen, Ken Rutherford, Margaret Arach Orech en Prasana Kuruppu, de “ICBL Survivors' Call to Action” voor. Sandra Castro Zapata, een Colombiaanse overlevende, las een boodschap van paus Benedictus.6 Zweden verklaarde op 3 december namens de Europese Unie: "Zijn verantwoordelijkheid opnemen jegens de slachtoffers van mijnen is misschien wel de grootste uitdaging voor veel landen. Bijstand aan slachtoffers van mijnen moet worden geïntegreerd in een bredere dialoog over het beleid met staten met een groot aantal dergelijke slachtoffers." Op 3 december verklaarde Prinses Astrid van België dat het moment nu gekomen is “om op te treden en samen te werken om het leven van de bevolking, die getraumatiseerd is door de wapens, te veranderen.” Ze zei dat “we, in dit perspectief, moeten overwegen de slachtoffers zelf te betrekken bij de evaluatie van het Actieplan, omdat zij het best geplaatst zijn om te getuigen of hun leven verbeterd is of niet". Daarom zei ze ook zeer ingenomen te

zijn met de aanwezigheid van “Mine Ban Advocates”. Ze zei ook te hopen dat de maatregelen genoemd in het Actieplan van Cartagena “snel zullen worden vertaald in concrete acties op al die terreinen die zijn aangehaald, te beginnen met de toegankelijkheid van de gezondheidszorg tot de economische en sociale re-integratie van de gezinnen, waarvan een lid slachtoffer is van een mijnexplosie”. Ze herbevestigde dat België zich blijft inzetten om op dit vlak die hulp te bieden waartoe het in staat is in de getroffen landen” en voegde toe: “Daarom moeten we beter rekening houden met de moeilijke levensomstandigheden en de discriminatie van slachtoffers met een handicap als gevolg van deze wapens. Zij moeten worden beschouwd in een bredere context van de rechten van personen met een handicap zoals ze werden gedefinieerd in het Verdrag, aangenomen in 2006 door de Algemene Vergadering van de VN."7

Prins Mired van Jordanië zei dat de Verdragspartijen “nog veel meer moeten doen voor slachtofferhulp ... ook in mijn land Jordanië” en hij

concludeerde dat “we samen moeten werken en onze inspanningen verdubbelen om te verzekeren dat het Verdrag niet wankelt of zijn adem verliest. We kunnen en mogen dat niet laten gebeuren. Door mijnen getroffen landen

moeten het werk afmaken en gevende staten moeten hun steun op lange termijn blijven handhaven, omdat miljoenen ingeplante mijnen nog steeds

6 Zie: “Daily updates by Katherine Harrison, ICBL statements and the Survivors’ Call to Action” op www.icbl.org/index.php//cartagenasummit 7 Veklaringen kunnen worden gevonden op www.cartagenasummit.org/high-level-segment/states-parties/

Page 5: Ban Newsletter

5

“(…) kan iemand zich voorstellen dat de V.S. landmijnen zouden gebruiken

in Afghanistan (…)?”

een bedreiging vormen voor de levens van miljoenen mensen over de hele wereld. Minder doen zou een grote schande zijn en een verraad aan ons engagement ten overstaan van onze overlevenden. Het zou afbreuk doen aan de doelstellingen van het Verdrag." Meer dan 120 regeringen aanvaardden op 4 december het Actieplan van Cartagena, een gedetailleerd vijfjarenplan met engagementen op alle terreinen van mijnactie, waaronder slachtofferhulp, ruiming, risico-educatie, vernietiging van voorraden en internationale samenwerking. “Dit plan somt zeer concreet op wat we zullen doen om tegemoet te komen aan de noden van de slachtoffers van landmijnen”, zei de Voorzitter van de Top van Cartagena. “Het is een sterk plan dat een gemeenschappelijk engagement vereist om te worden uitgevoerd.” De ICBL zei: “Wanneer het erop aankomt om de beloftes aan slachtoffers gedaan na te komen, blijven we nog altijd krassen aan de oppervlakte. Er blijven enorme uitdagingen om volledig en tijdig steun te verlenen aan overlevenden met volledige eerbiediging van hun rechten.”8 De VS. kondigden aan hun landmijnenbeleid te herzien - Op 1 december verklaarde de delegatie van de Verenigde Staten: “De Administratie besloot deze Herzieningsconferentie bij te wonen. Dit maakt deel uit van een omvattende herziening van het landmijnenbeleid door de VS., waarmee op aanwijzing van president Obama een begin is gemaakt. Dit is de eerste uitvoerige herziening sinds 2003. Als zodanig zal deze enige tijd in beslag nemen. We moeten er immers voor zorgen dat alle factoren worden in acht genomen, met inbegrip van mogelijke alternatieven voor de bescherming van de Amerikaanse troepen en de burgers die ze beschermen over de hele wereld.”9 De Amerikaanse senator Patrick Leahy toonde zich op 1 december

ingenomen met de aankondiging van een “alomvattende herziening” en voegde eraan toe: “Een ernstige evaluatie moet beginnen met een analyse van het hele proces van de onderhandelingen, die leidden tot het verdrag en van de technische aspecten, die er in aan bod komen. Ook bondgenoten zoals Groot-Brittannië en Canada moeten worden geraadpleegd. Hun militairen, die in overeenstemming met de verplichtingen voortvloeiend uit het verdrag, een decennium lang actief zijn geweest, evenals onze troepen in Irak en Afghanistan, moeten kunnen aangeven wat hun ervaring was. Er moet natuurlijk overleg zijn met het Pentagon, maar ook met gepensioneerde hooggeplaatste Amerikaanse militaire officieren en diplomaten, van wie velen hun steun uitspraken voor het verdrag. Daarbij moet er overleg komen met leden van het Congres en met humanitaire organisaties, o.a. deze die gespecialiseerd zijn in wapenbeheersing en deze die een ruime expertise hebben opgebouwd op alle terreinen van het verdrag en de implementatie ervan.”

8 Zie www.icbl.org/cartagenasummit 9 Zie http://www.cartagenasummit.gov.co/article/read/114/

Page 6: Ban Newsletter

6

Hij verwees naar een van de argumenten om niet toe te treden tot het verdrag: het “openhouden” van de “optie om landmijnen te gebruiken in Afghanistan”. Hij stelde zich de vraag: “Maar kan zich iemand voorstellen dat de Verenigde Staten landmijnen zouden gebruiken in Afghanistan, een land waar meer burgers zijn gedood of vreselijk gewond als gevolg van mijnen dan in enig ander land in de geschiedenis? ... Indien we in dat land mijnen zouden gebruiken en burgers zouden worden gedood of gewond, zou het publieke protest in Afghanistan en over de hele wereld dan niet oorverdovend zijn? Kan iemand zich voorstellen dat de President, die is bekroond met de Nobelprijs voor de Vrede, die amper een paar jaar geleden aan de Internationale Campagne tegen Landmijnen werd gegund, in het openbaar een dergelijk besluit zou moeten verdedigen?” Tot slot zei hij er “vertrouwen” in te hebben, dat “na een goede evaluatie en nadat de President de balans heeft opgemaakt, hij zal besluiten, zoals onze bondgenoten deden, dat de humanitaire voordelen van het verbod op antipersoonsmijnen veel groter zijn dan hun beperkt militair nut. Uiteindelijk is dit een besluit dat president Obama zelf zal moeten nemen."10 ICBL-actievoerders bezoeken Amerikaanse ambassades - Ter gelegenheid van de 11de verjaardag van de inwerkingtreding van het Landmijnenverdrag verzochten actievoerders van ICBL uit meer dan 60 landen om een onderhoud op de Amerikaanse ambassade. Op 31 maart 2010 hadden al 30 ontmoetingen plaatsgevonden op ambassades in Argentinië, Australië, Azerbeidzjan, België, Bosnië, Birma (Myanmar), Cambodja, Canada, Congo (DRC), El Salvador, Frankrijk, Georgië, Griekenland, Guatemala, India, Kosovo, Mozambique, Nepal, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Peru, Rwanda, Servië, Tadzjikistan, Thailand, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika. In een algemene boodschap op 1 maart herhaalde de VS. haar engagement voor een omvattende herziening van haar landmijnenbeleid, maar ook dat het beleid van de Pushadministratie “van kracht blijft”, zolang de herziening loopt. In een brief aan Handicap International België (HIB) verwees de

Amerikaanse ambassade naar de deelname van de VS. aan de Top van Cartagena: “De VS-delegatie op de tweede Herzieningsconferentie van het Verdrag van Ottawa voerde overleg met tal van andere landen en niet-gouvernementele organisaties over humanitaire inspanningen op het vlak van mijnactie. De Amerikaanse aanwezigheid werd door de andere deelnemers goed onthaald.”11 ICBL-actievoerders over de hele wereld drongen er bij de VS. op aan om

het middenveld te betrekken bij de “omvattende herziening” van het landmijnenbeleid en toe te treden tot het Landmijnenverdrag. Op 22 maart overhandigde de Amerikaanse Campagne voor een Verbod op Landmijnen een brief aan president Obama met de handtekeningen van de leiders van de 65 grootste Amerikaanse organisaties. De brief besloot als volgt: "Wij hopen dat de herziening van het Amerikaanse landmijnenbeleid zal leiden tot het besluit om zo spoedig mogelijk toe te treden tot het Landmijnenverdrag en

10 Zie http://leahy.senate.gov/press/press_releases/release/?id=f8a408ba-67df-449d-8aa5-17bb9509b967 11 Brief van Robert Kiene, “First Secretary”, Amerikaanse ambassade in Brussel aan HIB, 2 maart 2010.

Page 7: Ban Newsletter

7

“De Secretaris-Generaal roept alle Staten op om zonder

verwijl Verdragspartij te

worden bij de Conventie.”

dat u voor eind 2010 het verdrag voor advies en goedkeuring zal kunnen voorleggen aan de Senaat. Wij zijn bereid om te participeren in en bij te dragen tot deze herziening.”12 CONVENTIE INZAKE CLUSTERMUNITIE

Status van het Verdrag - Op 31 maart 2010 hadden 104 landen de Conventie inzake Clustermunitie (CCM) ondertekend en 30 hadden ze geratificeerd. Het verdrag treedt in werking op 1 augustus 2010. De lijst van landen die het verdrag hebben ondertekend en geratificeerd, kan worden gevonden op www.clusterconvention.org en op www.stopclustermunitions.org

In een verklaring op 16 februari 2010 toonde de VN-Secretaris-Generaal zich verheugd over de inwerkingtreding van de Conventie inzake Clustermunitie: "De Verenigde Naties kregen vandaag de 30ste akte van bekrachtiging voor de Conventie inzake Clustermunitie. Hiermee zal het verdrag in werking treden op 1 augustus 2010, in overeenstemming met de bepalingen van de Conventie. De Secretaris-Generaal verheugt zich over deze belangrijke stap op het vlak van wereldwijde ontwapening en merkt op dat de inwerkingtreding van het verdrag, slechts twee jaar na de goedkeuring, de collectieve afschuw van de wereld over de gevolgen van dit verschrikkelijke wapen toont. Clustermunitie is onbetrouwbaar en onnauwkeurig. Tijdens en ook lang na een conflict verminken en doden ze vele burgers en daaronder vele kinderen. Ze hinderen de heropbouw na een conflict doordat wegen en land ontoegankelijk zijn voor boeren en hulpverleners. De Verenigde Naties zijn vastbesloten om een einde te maken aan het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van clustermunitie en het lijden dat ze veroorzaken te verzachten. De Secretaris-Generaal roept alle Staten op om onverwijld Verdragspartij te worden bij de conventie." Interessant is dat het VN-bericht van 16 februari ook verwijst naar gegevens uit het rapport van HIB van november 2006 “Fatal Footprint” en vermeldt dat (…) 98 procent van de slachtoffers burgers zijn.13 Tijdens het Algemene Debat van de 64ste Algemene Vergadering van de VN in september 2009 in New York vermeldden België, Ierland, Laos, Nieuw-Zeeland, Niger, Noorwegen, Oostenrijk, San Marino en Spanje in hun verklaringen de Conventie inzake Clustermunitie. Ze beklemtoonden het belang van de conventie, vermeldden hun rol binnen het Oslo-proces of deden een oproep aan alle staten het zo spoedig mogelijk te ondertekenen en te ratificeren.14

12 De brief kan worden gevonden op www.hrw.org/en/news/2010/03/22/letter-president-obama-65-civil-society-leaders-urging-us-join-mine-ban-treaty; zie ook www.icbl.org and www.uscbl.org 13 Zie www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=33790&Cr=disarmament&Cr1= 14 Zie www.un.org/ga/64/generaldebate

Page 8: Ban Newsletter

8

De Eerste VN-Commissie keurde op 28 oktober 2009 bij consensus een resolutie goed, waarin ze zich verheugd toont over het feit dat de Democratische Volksrepubliek van Laos de Eerste Bijeenkomst van Verdragspartijen bij de Conventie zal organiseren na de inwerkingtreding ervan. In de resolutie wordt de Secretaris-generaal verzocht, in overeenstemming met het Verdrag, “de nodige voorbereidingen te treffen” om deze bijeenkomst te laten plaatsvinden. Egypte, India, Israël, de Republiek Korea, Rusland en Singapore voegden eraan toe dat de consensus geen enkele steun voor het verdrag impliceert. Op 12 oktober 2009 riep Zambia alle staten op te stoppen met het gebruik

van clustermunitie en het verdrag te ratificeren. Niger vestigde de aandacht op de “verwoestende gevolgen van mijnen en clustermunitie, die vaak grote delen van het land totaal nutteloos” maakten. Colombia verklaarde dat het met de ondertekening van de CCM er zich opnieuw toe verbond om de mensenrechten en het internationaal humanitair recht te eerbiedigen en dat het hiermee zijn bereidheid toonde om alle wapens die een impact hebben op de mensen van zijn grondgebied te bannen. Lesotho, een van de ondertekenaars, zei dat het de bedoeling is zo spoedig mogelijk de ratificatie tot een goed einde te brengen. Qatar, dat niet tekende, zei dat clustermunitie dringend aandacht verdiende en voegde eraan toe dat “staten die deze wapens ontwikkelden, middelen verspilden, die gebruikt kunnen worden om de ontwikkeling te versterken”.15 De VN-Veiligheidsraad aanvaardde op 11 november 2009 een resolutie over de “Bescherming van Burgers in gewapende Conflicten” (resolutie 1894 -2009). Daarin deed riep de raad op “om bij een gewapend conflict alle mogelijke voorzorgen te nemen om de burgerbevolking, met inbegrip van de kinderen, te beschermen tegen de gevolgen van landmijnen en andere explosieve oorlogsrestanten”. Hij moedigde “de internationale gemeenschap” aan “om de inspanningen van landen op het vlak van ruiming van landmijnen en andere explosieve oorlogsrestanten te ondersteunen en steun te verlenen voor de zorg, revalidatie en economische en sociale reïntegratie van slachtoffers, met inbegrip van personen met een handicap.”16 Regionale Conferentie in Azië: 21 regeringen aanwezig De Regionale Conferentie over de Conventie inzake Clustermunitie,

gehouden op 16 en 17 november 2009 in Bali, werd bijgewoond door 21 regeringen (Afghanistan, Australië, Bangladesh, Cambodja, Fiji, Duitsland, Indonesië, Japan, Laos, Maleisië, Mongolië, Myanmar, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Oost-Timor, Palau, Filipijnen, Sri Lanka, Thailand en Vietnam), internationale organisaties en leden van de Clustermunitiecoalitie (CMC). Hoewel de Zuidoost-Aziatische regio het zwaarst is getroffen door clustermunitie, ondertekenden slechts 12 van de 40 landen in de regio de CCM. Het middenveld werd vertegenwoordigd door 35 leden van de CMC, waaronder 12 Ban Advocates.

15 Zie www.reliefweb.int/rw/RWFiles2009.nsf/FilesByRWDocUnidFilename/MUMA-7WP3GA-full_report.pdf/$File/full_report.pdf 16 Zie www.un.org/Docs/sc/unsc_resolutions09.htm

Page 9: Ban Newsletter

9

Indonesië zei tijdens de openingszitting dat het de conferentie had georganiseerd met de volgende doelstellingen: “Ten eerste om te dienen als ontmoetingsplaats tussen staten die wel en die niet hadden ondertekend in de regio, Azië en de Stille Oceaan, om informatie uit te wisselen over de inhoud van het verdrag en de verplichtingen eraan verbonden; ten tweede om een forum te bieden voor een productieve en nuttige uitwisseling van standpunten over de aanpak van het clustermunitieprobleem en de universalisering van het verdrag en tenslotte om landen in de regio aan te moedigen het verdrag te ondertekenen en ratificeren”. Pham Thi Quy, een Ban Advocate uit Vietnam, die sprak namens de CMC,

herinnerde eraan dat “Cambodja en Vietnam nog niet tot het Verdrag zijn toegetreden. Wereldwijd hebben tenminste 77 landen voorraden clustermunitie, waarvan 12 in Azië, met name Australië, China, India, Indonesië, Japan, Mongolië, Pakistan, Noord-Korea, Zuid-Korea, Singapore, Sri Lanka en Thailand.” Hij riep Vietnam op om de CCM “binnenkort” te ondertekenen en “om de broodnodige internationale bijstand voor slachtoffers van clustermunitie te verzekeren”. Hij deed ook een oproep, opdat “meer landen, gezamenlijk, zouden deelnemen aan deze wereldwijde inspanning” en “het verdrag zeer binnenkort zouden implementeren”. Landen die niet tekenden, zoals Bangladesh, Cambodja, Myanmar, Oost-

Timor, Thailand en Vietnam, namen actief deel aan de conferentie. Bangladesh, een land, dat toetrad tot het Landmijnenverdrag en conferenties bijwoonde over het Oslo-proces, zei te werken aan de ondertekening van de CCM en te hopen dat de Conventie zou verhinderen dat nog zo’n afschuwelijke verhalen van slachtoffers van clustermunitie zouden te horen zijn, zoals op deze conferentie. Myanmar verklaarde dat het “niet betrokken is bij de activiteiten verboden door de Conventie” en zei “momenteel het Verdrag en de artikelen te bestuderen”, “rekening houdend met de nationale belangen”. Met de noodzakelijke input die toelaat beslissingen te nemen is het pad geëffend voor het besluitvormingsproces, waarbij consultaties tussen de relevante overheidsinstellingen kunnen plaatsvinden, voordat het besluit voor ondertekening of ratificatie wordt genomen. Myanmar bevestigde dat het “met de Verdragspartijen, ondertekenaars en alle belanghebbenden de bezorgdheid deelt om de slachtoffers en potentiële slachtoffers van clustermunitie, om veiligheid en vrede, alsook om de ontwikkeling van de gemeenschappen en het levensonderhoud van de mensen in de regio”. Thailand verklaarde klaar te staan om “samen te werken met getroffen

landen op het vlak van slachtofferhulp”. Vietnam meldde dat “het 100 jaar zou kunnen duren om het land van explosieve oorlogsrestanten te zuiveren” en dat het nood heeft aan “meer concrete toezeggingen van donorstaten”. Tijdens de sessie over slachtofferhulp nam de Vietnamese Ban Advocate,

Nguyen Thi Huong, die haar dochter verloor en van wie de man tijdens een ongeval met clustermunitie verminkt raakte, de gelegenheid te baat om een oproep te doen “voor meer internationale inspanningen om te komen tot de snelle inwerkingtreding van de Conventie inzake Clustermunitie”. Ze zei dat nog meer landen het verdrag moeten ondertekenen en pleitte voor meer internationale samenwerking en bijstand voor slachtoffers. Bounmy Vijak, Ban Advocate en overlevende van een ongeval met clustermunitie uit de Democratische Volksrepubliek Laos, zei: “Ik hoop dat andere getroffen

Page 10: Ban Newsletter

10

Oostenrijk stond erop dat “deze hoge normen van de CCM internationaal zouden worden

erkend als normen voor

slachtofferhulp.”

landen, zoals Vietnam en Cambodja, zullen tekenen en dat we meer mensen bewust kunnen maken van het gevaar van clustermunitie, zodat slachtoffers overal beter worden ondersteund”. Oostenrijk zei: “We hebben gesproken met overlevenden en NGO's, die de

families van slachtoffers vertegenwoordigen, om hun problemen te begrijpen en meer te weten te komen over hun behoeften. Het was een ervaring die ons nederig maakte en anderzijds ook vastbesloten om te streven naar een verdrag dat ervoor zou zorgen dat degenen, die zo vreselijk hebben geleden door dit wapen, de best mogelijke hulp zouden krijgen. Het is onze visie dat met de definitie van een slachtoffer van clustermunitie en artikel 5 van de CCM een nieuwe, internationale norm ingang vond, die verder reikt de clustermunitieproblematiek. Het is bovendien een sterke norm en een krachtig en overtuigend instrument om de aandacht te vestigen op de behoeften van de overlevenden.” Toch waarschuwde Oostenrijk er ook voor dat het versterken van slachtofferrechten tegelijkertijd waarborgen vereisen, « opdat de betrokken staten niet overbelast zouden worden. Het beginsel dat de primaire verantwoordelijkheid voor de slachtoffers ligt bij de Staat op het grondgebied waarvan de slachtoffers zich bevinden, heeft zin: het getroffen land zelf is altijd het best geplaatst om de nodige hulp te bieden aan slachtoffers. Het is echter duidelijk dat deze landen niet alleen kunnen worden gelaten met deze verantwoordelijkheid. Het is dan ook een even algemeen aanvaard beginsel dat de getroffen landen het recht hebben steun te zoeken en te ontvangen. Dit recht is vastgelegd in artikel 6 ...” Oostenrijk stond erop dat “deze hoge normen van de CCM internationaal zouden worden erkend als normen voor slachtofferhulp.” Oostenrijk en andere donorlanden zoals Australië, Japan en Noorwegen

beklemtoonden dat ze zich voortdurend inzetten om steun te verlenen in de regio en voor de “Lao Support Group”. Noorwegen verklaarde dat het voor 2009 “bijna 50 miljoen USD spendeert aan humanitaire ontwapening” en dat het van plan is om “op een hoog niveau steun te blijven verlenen in de komende jaren.” Noorwegen merkte op dat de kosten voor de vernietiging van voorraden, voor opruiming of slachtofferhulp niet het gevolg zijn van de ratificatie van de CCM. Ze zijn er “wanneer een land ervoor kiest om voorraden clustermunitie op te slaan” of omdat het een “getroffen land” is. “Het verdrag voorziet een gestructureerde manier om deze kosten – menselijke of financiële – te dekken zodat ze niet blijven opduiken als terugkerende kosten in de nationale begrotingen.” Noorwegen legde de klemtoon “op de morele verplichting voor hen die gebruik hebben gemaakt van clustermunitie om te zorgen voor bijvoorbeeld financiële en andere vormen van steun en samenwerking en voor de uitwisseling van informatie om de verontreiniging in getroffen landen en gebieden te kunnen aanpakken.” Japan presenteerde de lessen, die het trok uit zijn ervaring inzake

samenwerking en bijstand: “Een alomvattende aanpak van de wederopbouw en de ontwikkeling van een gemeenschap als geheel leidt tot zinvolle resultaten. Die aanpak omvat ontwikkeling op gemeenschapniveau door

Page 11: Ban Newsletter

11

Japan benaderde 29 landen in

Azië en Oceanië, die op het moment van de conferentie niet hadden ondertekend of

geratificeerd.

consolidatie van de infrastructuur, ruiming van niet-ontplofte oorlogstuigen, opleiding en werkgelegenheid, “empowerment” van de gemeenschap en “community ownerschip” zoals de deelname van een brede waaier van actoren aan steunverlenende activiteiten, wat de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, de media en de privé-bedrijven impliceert.”17 Laos (PDR) zei dat “er een moment zal komen dat het tijd is voor een land om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Het opbouwen van capaciteit, het opzetten van nationale strategieën en het opmaken van een timing worden op dat moment zeer belangrijk. Laos, op dit moment bezig met de herziening van de nationale strategie, verklaarde dat het “nu nog niet in staat is om de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen maar dat het dit wel zal zijn in de toekomst” en riep donoren op eraan te denken hoe ze de “nationale capaciteit” kunnen versterken. Al ratificeerde het de CCM nog niet, Afghanistan stelde dat "het op nationaal

niveau een groot aantal belangrijke maatregelen nam, die gaan in de richting van ontwapening. Het riep de internationale gemeenschap zijn steun “op te voeren”. De Filipijnen verklaarden dat “de krijgsmacht ... een passende opleiding en vorming zal krijgen voor het opruimen en vernietigen van clustermunitie, zodat naarmate ze expertise opdoet, zij in staat zal zijn deel te nemen aan het opruimen en neutraliseren van clustermunitie in de getroffen gebieden wereldwijd.” Japan presenteerde zijn ervaring op het vlak van de universalisering van

het verdrag en zei dat Japan “via diplomatieke kanalen” 29 landen in Azië en Oceanië had benaderd, die op het moment van de conferentie niet hadden ondertekend of geratificeerd. “Veiligheidsoverwegingen” waren “voor sommige landen een onoverkomelijke factor in hun aarzeling om toe te treden tot de Conventie.” Andere factoren werden ook genoemd: “clustermunitie is niet een dergelijk prioriteit in de nationale politiek vergeleken bij andere kwesties”, “onvoldoende capaciteit”, evenals “een gebrek aan financiële middelen en vertrouwen om de verantwoordelijkheid te dragen voor de extra financiële verantwoordelijkheid als Verdragspartij.” Japan zei dat bij “het opbouwen van capaciteit” in de landen, die niet hebben geratificeerd “de internationale samenwerking een sleutelrol kan spelen”. De ervaring van Japan betreffende het Landmijnenverdrag leert dat “dialogen met niet-Verdragspartijen en het geven van advies op maat van elk land effectieve methoden zijn voor de bevordering van de universalisering. Het uitwisselen van informatie en inzicht tussen de Verdrags- en niet-Verdragspartijen binnen een specifieke regio dragen bij tot de versterking van wederzijds begrip en vertrouwen.”18

Nieuwe Ban Advocates uit Laos opgeleid in Vientiane - Tijdens de opening van de “Ban Advocates workshop” in Vientiane op 11 januari 2010 herinnerde de directeur van de nationale regelgevende instantie voor de sector actie rond mijnen en andere niet-ontplofte oorlogstuigen in de

17 Email van Chisa Sato, Conventional Arms Division, Ministerie van Buitenlandse Zaken van Japan, 19 november 2009 aan HIB. 18 Verklaringen en informatie over de conferentie kan worden gevonden op www.bali-ccm-conference.org, www.banadvocates.org en www.stopclustermunitions.org/calendar/?id=1794

Page 12: Ban Newsletter

12

“We moeten erkennen dat het succes

van het Osloproces voor een groot deel te danken is aan de actieve

deelname van de CMC, de NGO's en het middenveld, met inbegrip van de

Ban Advocates over de hele wereld.”

Democratische Volksrepubliek Laos eraan, dat Laos het zwaarst gebombardeerde land is, per hoofd van de bevolking, in de hele wereld. Tijdens de Indochina-oorlog, van 1964 tot 1973, waren er meer dan 580.000 bombardementen of 1 missie om de 8 minuten gedurende bijna 10 jaar. Meer dan 2 miljoen ton bommen werden gedropt, waaronder vele clusterbommen, die 270 miljoen submunities bevatten (plaatselijk bekend als “Bombies”) …. Naar schatting ontplofte 30% van deze bommen niet bij inslag. “Bombies” zijn goed voor ongeveer 80 miljoen niet-ontploft oorlogstuig... Zelfs nu, meer dan 35 jaar na het einde van de oorlog, maken zij nog altijd ongeveer 300 slachtoffers per jaar.” Hij verwees naar een recente landelijke enquête over ongevallen met niet-

ontplofte explosieven. Daarin wordt gewag gemaakt van “50.136 slachtoffers van 1964 tot 2008”. “Ongeveer 60% van alle slachtoffers (30.000) werden gedood bij het ongeval en 40% (20.000) raakten gewond, waaronder ongeveer 26% kinderen.” Zich richtend tot de Ban Advocates besloot hij: “Als slachtoffers en overlevenden van clustermunitie, leed u onaanvaardbare schade. U toonde de internationale gemeenschap wat die verschrikkelijke wapens u aandeden of u ontnamen, gedurende de hele tijd van het Osloproces. We moeten erkennen dat het succes van het Osloproces voor een groot deel te danken is aan de actieve deelname van de Clustermunitiecoalitie, de NGO's en het middenveld, met inbegrip van de Ban Advocates over de hele wereld.” Pham Thi Quy, een overlevende van clustermunitie en Ban Advocate uit

Vietnam en Tun Channareth, ICBL-ambassadeur en mijnoverlevende uit Cambodja, deelden hun ervaringen in de de campagne met de nieuwe Ban Advocates van Laos. Ze vertelden o.a. over hun rechten en hoe ze kunnen pleiten voor de implementatie van slachtofferhulp in overeenstemming met de CCM. Beiden spraken ze de hoop uit dat Vietnam en Cambodja spoedig het voorbeeld van Laos (PDR) zouden volgen. Tun Channareth sprak over de noodzaak voor iedereen om van elke gelegenheid gebruik te maken om zijn eigen capaciteit te verhogen. “Voordat enige steun wordt gegeven door de Regering, moeten we in staat onszelf te helpen," zei hij. Een hoge vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zei: “De Ban Advocates Workshop betekent veel voor de Democratische Volksrepubliek Laos, omdat de deelnemers tijdens de workshop veel zullen leren over de Conventie inzake Clustermunitie, over diverse aspecten ervan zullen discussiëren, ervaringen zullen uitwisselen met betrekking tot de Ban Advocates wereldwijd en de voorbereiding voor de Eerste Conferentie van Verdragspartijen tot de CCM.” Hij besloot: “Wij zijn ervan overtuigd dat deze workshop niet alleen voordelen zal opleveren voor de Democratische Volksrepubliek Laos en zijn bevolking, maar ook zal bijdragen tot de vrede, de samenwerking en de ontwikkeling in de wereld.”19

19 Zie www.banadvocates.org

Page 13: Ban Newsletter

13

Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa:

"Parlementsleden kunnen een sleutelrol spelen" - Vooruitlopend op de inwerkingtreding op 1 augustus van de Conventie inzake Clustermunitie, verklaarde de rapporteur van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE) op 19 februari 2010: “We kunnen allemaal trots zijn op het welslagen van dit lange proces, geleid door de internationale gemeenschap, met inbegrip van de Parlementaire Vergadering, die in mei resolutie 1668 aannam. Krachtens dit verdrag, bevestigen de participerende landen dat clustermunitie, die tot zoveel verliezen in de afgelopen decennia heeft geleid, niet alleen moreel verwerpelijk is, maar nu ook als illegaal wordt beschouwd. Ik herhaal de oproep van onze Vergadering aan de lidstaten van de Raad van Europa en aan de landen met een status van waarnemer, die nog niet toetraden tot de Conventie om dit onverwijld te doen. Als parlementsleden hebben we nu een sleutelrol te spelen door de nodige wetgevende stappen te ondernemen om het verdrag te implementeren, met inbegrip van de invoering van strafrechtelijke sancties voor alle activiteiten verboden door het verdrag.”20 De OVSE, een forum om de CCM te promoten? – Onder de titel “Clustermunitie vanuit het perspectief van het slachtoffer” gaf Handicap International Belgium op 28 oktober 2009 een briefing aan de 56 landen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), waarvan 22 de conventie nog niet hebben ondertekend. Na de briefing was er een tussenkomst van verschillende staten. Oostenrijk, België, Duitsland en Noorwegen riepen de OVSE op een grotere rol te spelen bij het bevorderen van de CCM. De Verenigde Staten beschreven de presentatie van HIB als een “grondig en ontnuchterend rapport” en zeiden « de ambities en de doelstellingen van alle ondertekenaars [te] delen » en “verder blijft werken aan het verminderen van de schade als gevolg van deze vreselijke wapens”, ook al had de VS de conventie niet ondertekend. De Amerikaanse vertegenwoordiger besloot: “Wij kijken uit naar het moment dat er geen clustermunitie meer zal zijn.” Op 20 januari 2010 moedigde België de OVSE-staten aan de CCM te

ondertekenen en te ratificeren (…) en riep op tot “een grote deelname aan de Eerste Conferentie van de Verdragspartijen in Laos …”21 Russische Federatie: “Clustermunitie essentieel voor onze

verdediging” - De vice-minister van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie verklaarde op 18 september 2009: “Wij respecteren de afspraken tussen staten gericht op versterking van het Internationaal Humanitair Recht, door het verlies aan mensenlevens en het lijden tijdens enkele gewapende conflicten en er na terug te dringen. Toch gaan we uit van het inzicht dat clustermunitie legale wapens zijn en niet verboden door het Internationaal Humanitair Recht en die van essentieel belang zijn om onze verdediging van ons land op peil te houden ... Wat betreft het gebruik van clustermunitie

20 Zie http://assembly.coe.int/ASP/NewsManager/EMB_NewsManagerView.asp?ID=5291&L=2 Resolutie 1668 zie http://assembly.coe.int/Mainf.asp?link=/Documents/AdoptedText/ta09/eRES1668.htm 21 Briefing van Handicap International Belgium voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in het kader van het Forum voor Veiligheid & Cooperatie, zie www.osce.org/documents/fsc/2009/01/42450_en.pdf

Page 14: Ban Newsletter

14

Het integreren van ‘ruiming’ in programma’s voor ontwikkeling

genereert niet per se meer geld. Hierdoor zijn fondsen vaak minder toegankelijk en beschikbaar.

tijdens het gewapende conflict in Georgië in augustus 2008” ... spijt het [ons] te moeten meedelen dat een aantal niet-gouvernementele organisaties er de voorkeur aan gaven om zonder reden en in het openbaar Rusland te beschuldigen van het "niet-selectieve" gebruik van clustermunitie en van "schending van het Internationaal Humanitair Recht" in plaats van zich te engageren in een objectief gemeenschappelijk onderzoek van getuigenverslagen (waartoe wij ons wilden engageren zoals we herhaaldelijk bevestigden). Ondertussen is geen overtuigend bewijs geleverd. Een dergelijke aanpak is zeer te betreuren. Tot slot wil ik vermelden dat het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken bereid is om betreffende internationale ontwapening samen te werken met alle niet-gouvernementele organisaties, die geïnteresseerd zijn in het onderhouden en ontwikkelen van constructieve relaties die getuigen van wederzijds respect en die bereid zijn tot een open en eerlijke dialoog."22 FINANCIERING VAN SLACHTOFFERHULP: EEN STRAALTJE OPTIMISME? ICBL: steun op meerjarige basis - Op een persconferentie in Brussel op 12 februari 2010, georganiseerd door Handicap International Belgium, drong de ICBL er bij de Europese Unie (EU) op aan ervoor te zorgen dat de “Mine Action Guideline 2008-2013” zal leiden tot meer en betere ondersteuning en stelde voor dat "donorstaten, waaronder de EU-lidstaten, in hun bilaterale financiering een aanpak van jaar tot jaar zouden overstijgen en zich ertoe zou verbinden getroffen Verdragspartijen te steunen op een meerjarige basis." De ICBL beklemtoonde ook dat "het integreren van ‘ruiming’ in de

ontwikkelingsprogramma's genereren niet per se meer geld; het maakt fondsen vaak minder toegankelijk en beschikbaar.” “Daarom moet de EG ervoor zorgen dat er op nationaal niveau informatie beschikbaar is. Ze moet met haar tegenhangers in de getroffen landen samenwerken, opdat mijnbestrijding zou worden aanzien als een prioriteit voor de ontwikkeling.” De ICBL “moedigde EU-lidstaten ook aan tot een nieuwe “Joint Action” om de capaciteit in de getroffen landen te versterken, te verzekeren dat nieuwe staten tot het verdrag zouden toetreden en inspanningen te steunen, die gezamenlijke projecten en andere samenwerkingsinitiatieven tussen alle geïnteresseerde partijen bevorderen.”23 De Europese Commissie "zal haar inspanningen voortzetten" - In een brief aan Handicap International Belgium schreef de Voorzitter van de Europese Commissie op 12 januari 2009 dat de Commissie “haar inspanningen om de wereldwijde toepassing van het Verdrag van Ottawa te bevorderen zal voortzetten” en steun zal verlenen voor mijnactie (…) volgens de beginselen van “ownership” and “partnership”. Hij citeerde rapporten

22 Brief van Sergey Ryabkov, vice-minister van Buitenlandse Zaken van de Russiche Federatie aan de Clustermunitiecoalitie, 18 september 2009 (niet-officiële vertaling). 23 Emails van Sylvie Brigot, ICBL Executive Director, 12 februari en 8 maart 2010 aan HIB.

Page 15: Ban Newsletter

15

waaruit blijkt dat “9% van de fondsen voor mijnactie van 2002 tot 2007 naar slachtofferhulp ging”. Hij voegde eraan toe dat het “onmogelijk is een precieze indicatie te geven” van de financiële middelen voor dit specifieke probleem voor de komende vijf jaar, vermits de projecten voor steun aan slachtoffers van mijnen worden ingebed in de bredere context van de buitenlandse hulp. Hij besloot: "Hoe dan ook wil de Commissie u verzekeren dat ze mijnbestrijdingsprogramma's zal blijven steunen (…) ook op het cruciale vlak van slachtofferhulp."24 Australië zal de participatie van slachtoffers in de programmatie

verzekeren - Australië schreef aan Handicap International Belgium op 22 december 2009, dat het “100 miljoen dollar aan hulp had toegezegd aan ontwikkelingslanden getroffen door landmijnen, clustermunitie en andere explosieve oorlogsresten voor de komende vijf jaar. Een belangrijk deel van deze financiering zal worden gebruikt voor bijstand aan slachtoffers”. Australië blijft er sterk voor pleiten, dat “de rechten van de slachtoffers en hun getroffen gezinnen en gemeenschappen zouden worden erkend en hun noden goed aangepakt.” Volgens de brief zal de nieuwe “Mine Action

Strategy for the Australian aid program 2010-14” een extra ondersteuning bieden voor een “inclusieve ontwikkelingsstrategie rond handicaps voor 2009-14” vastgelegd in “Development for all” door te zorgen voor de participatie van mensen met een handicap en slachtoffers van landmijnen en andere explosieve oorlogsrestanten in het ontwikkelen, implementeren en evalueren van de mijnbestrijdingsprogramma’s van Australië.”25 Conferentie over slachtofferhulp in Berlijn - Op 4 november 2009 organiseerden Landmine.de en Handicap International Duitsland een conferentie over "Explosieve oorlogsrestanten - Uitdagingen voor de slachtofferhulp”. Volgens het verslag van de conferentie verklaarde het ministerie van Buitenlandse Zaken van Duitsland dat "sinds 1992 in 42 landen 185 miljoen euro werd uitgegeven voor mijnbestrijding". “In 2009 werd 18 miljoen euro uitgegeven in 22 landen”. “Men concentreerde zich op ruiming van mijnen en op risico-educatie. Er zijn maar weinig projecten voor slachtofferhulp gefinancierd, bijvoorbeeld in Colombia ... Binnenkort zal een project in Albanië van start gaan.” Volgens Landmine.de werd in 2009 7,81% van de (…) fondsen besteed aan

slachtofferhulp voor een bedrag van 34 miljoen dollar. Ter vergelijking: 23 miljoen dollar werden uitgegeven in 2008, wat 6,38% van de totale middelen uitmaakt. Dit betekent dat de financiering van slachtofferhulp is toegenomen, maar nog altijd veel minder financiële middelen opslorpt dan het ruimen van explosief oorlogstuig. In de afgelopen 5 jaar heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken ongeveer 4,5 miljoen euro aan slachtofferhulp gespendeerd. Gemiddeld is deze 5,75% van het budget voor humanitaire ontmijning. In absolute cijfers schommelen de jaarlijkse uitgaven tussen 900.000 en 1 miljoen euro.” Landmine.de legde uit dat “slachtofferhulp ook

24 Brief van José Manuel Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, 12 januari 2010 aan HIB. 25 Brief van Frances Adamson, Chief of Staff, Office of the Minister of Foreign Affairs, 22 december 2009; zie ook www.foreignminister.gov.au/releases/2009/fa-s091118d.html

Page 16: Ban Newsletter

16

wordt gefinancierd door het Federaal Ministerie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling” in landen als “Angola, Vietnam of Soedan”.26

Zwitserland zal zijn inspanningen voor slachtofferhulp versterken - De Minister van Buitenlandse Zaken van Zwitserland verklaarde op 3 december: "Zwitserland heeft een strategie voor mijnbestrijding 2008-2011, met (…) specifieke projecten om slachtoffers te helpen: de verbetering van medische zorg, revalidatie en sociaaleconomische re-integratie, vooral in landen waar het Zwitserse Agentschap voor Ontwikkeling en Samenwerking actief is. Het spreekt vanzelf dat deze inspanningen moeten worden versterkt en uitgebreid in samenwerking met andere staten, internationale organisaties en NGO's. Ik ben ervan overtuigd dat Zwitserland alles in het werk zal blijven stellen om te verzekeren dat de rechten van slachtoffers worden gerespecteerd en dat hun stem wordt gehoord."27

Ierland zal steun blijven geven - In een brief van 23 december 2009 schreef de Privésecretaris van de Minister van Buitenlandse Zaken van Ierland aan Handicap International Belgium dat “Ierland sinds 2005 ongeveer 2,2 miljoen euro voor projecten op het gebied van slachtofferhulp toewees." Hij voegde eraan toe: "We hebben op dit moment geen specifieke plannen voor de financiering van slachtofferhulp voor de komende vijf jaar. Deze blijft echter een belangrijk en we zullen ze blijven ondersteunen."28

Finland: financiering van slachtofferhulp tot ongeveer 25-30% van humanitaire mijnbestrijding - Finland, dat het Landmijnenverdrag niet ondertekende, meldde aan Handicap International Belgium, dat de financiering voor humanitaire mijnbestrijding in 2009 5 miljoen euro bedroeg en dat “het de bedoeling is om in de komende jaren de financiering op hetzelfde niveau te houden”... “Een lichte verhoging van de middelen kan mogelijk zijn, afhankelijk van de beschikbaarheid van de totale (…) ontwikkelingshulp.” Finland “streeft naar een integrale aanpak van de financiering van humanitaire mijnbestrijding. Fondsen worden gebruikt voor het opruimen van mijnen, re-integratie van slachtoffers in de maatschappij, preventieve educatie en de vernietiging van voorraden van mijnen, zoals gedefinieerd in de “Humanitarian Assistance Guidelines” van Finland. Bij de toewijzing van middelen aan de uitvoerende partners zijn de projecten niet beperkt tot een deelgebied. Ze kunnen dus ook verschillende van de hierboven genoemde elementen bevatten. Dit geldt voor de financiering voor een specifiek land zowel als voor de basisfinanciering. Het is daarom niet mogelijk het exacte bedrag (…) voor slachtofferhulp (…) te bepalen. Hoe dan ook kan de financiering van slachtofferhulp worden geschat op ongeveer 25-30% van het totaal aan fondsen voor humanitaire mijnactie van Finland, met percentages die lichtjes variëren van jaar tot jaar, maar niet wezenlijk.”29 INVESTERINGEN IN LANDMIJNEN EN CLUSTERMUNITIE

26 Zie www.landmine.de/download/Doku_Opferhilfekonferenz_2009_E.pdf 27 Brief van Micheline Calmy-Rey, Conseillère fédérale (Minister van Buitenlandse Zaken), 3 december 2009. 28 Brief van Aidan Cronin, Privé-Secretaris, Bureau van de Minister van Buitenlandse Zaken, 23 december 2009; zie ook www.cartagenasummit.org/high-level-segment/states-parties/ 29 Email van Johannes Tarvainen, Unit for Humanitarian Assistance, MFA Finland, 27 juli 2009.

Page 17: Ban Newsletter

17

Belgische zwarte lijst van producenten van clustermunitie: "Minister van Financiën is verantwoordelijk" - In maart 2007 werd België het eerste land ter wereld dat bij wet investeringen in de productie, het gebruik en de opslag van antipersoonsmijnen en clustermunitie verbood. De wet bepaalt tevens dat de Belgische overheid voor mei 2008 “een publieke Lijst” moet opstellen “van de ondernemingen waarvan is aangetoond dat zij een activiteit (…) uitoefenen” die bij deze wet verboden is, “van de ondernemingen die voor meer dan de helft aandeelhouder zijn van een onderneming”, zoals eerder aangegeven en “van de instellingen voor collectieve belegging die houder zijn van financiële instrumenten van een onderneming” bedoeld in voorgaande punten.30 Volgens onze interpretatie heeft de minister van Financiën, wiens partij de belangen van de Belgische wapenindustrie in het debat over het verbod op clustermunitie in 2005-2006 verdedigde31, de laatste drie jaar nagelaten een dergelijke lijst te publiceren. Daarom organiseerden Handicap International Belgium, Human Rights Watch, Netwerk Vlaanderen en de ICBL op 12 februari 2010 een persconferentie in Brussel onder de titel "Landmijnen en clusterbommen: Naar internationale zwarte lijsten?" De briefing genereerde aanzienlijke media-aandacht in België en leidde tot een aantal parlementaire vragen gesteld aan de minister van Financiën.32 Nederland, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland

sloten zich aan bij andere landen, die al een wetgeving hebben om investeringen in mijnen en clustermunitie te verbieden, zoals in België, Ierland en Luxemburg. Op 8 december 2009 nam het parlement van Nederland een motie aan

voor een verbod op investeringen in clustermunitie. Op 10 december 2009 aanvaardde het parlement van Nieuw-Zeeland

alomvattende wetgeving om de CCM te implementeren, waaronder een verbod op investeringen in clustermunitieproducenten.33 In Zwitserland aanvaardde de Nationale Raad twee moties op 10 maart

2010 met het doel financiële steun voor de productie van clusterbommen en landmijnen te verbieden.34 De “Cluster Munition (Prohibition) Bill” in het Verenigd Koninkrijk bevat

artikels over rechtstreekse financiering. In de Verenigde Staten riepen groepen van studenten universiteiten op

om geen schenkingen te aanvaarden van bedrijven, die investeren in clustermunitieproducenten.35 Op 1 februari 2010 gaf de Clustermunitiecoalitie (CMC) een actualisering

van haar campagne ‘Stop Explosive Investments’. De ‘update’ bevat informatie over: de lancering van de campagne, ontmoetingen met banken

30 Zie www.dekamer.be/doc/flwb/pdf/51/2833/51k2833001.pdf 31 Zie www.lachambre.be/doc/flwb/pdf/51/1935/51k1935007.pdf 32 Zie www4.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/52/ic816x.pdf 33 Zie www.stopexplosiveinvestments.org/news/5/59/3-more-states-take-action-to-ban-investments 34 Zie www.handicap-international.ch/fr/Documentation/Archive-News/Le-Conseil-national-soutient-l-interdiction-des-investissements-abjects-dans-la-production-des-armes-interdites-par-la-Suisse.html 35 Zie www.armscontrol.org/act/2009_12/ClusterDivestment

Page 18: Ban Newsletter

18

en reacties, wetgeving, parlementaire initiatieven, mediahoogtepunten en andere verwante informatie.36 CONVENTIE INZAKE DE RECHTEN VAN PERSONEN MET EEN HANDICAP

Status van het Verdrag – Op 26 maart 2010 hadden 144 staten de Conventie inzake de Rechten van Personen met een Handicap (CRPD) ondertekend en 88 het facultatief Protocol; 84 hadden het verdrag geratificeerd en 52 het facultatief Protocol.37

Nationale wetgeving in Afghanistan voor personen met een handicap - Hoewel Afghanistan de CRPD niet heeft ondertekend, stemde het parlement op 19 december 2009 in met wetten aangaande personen met een handicap. "Het is de eerste keer in de geschiedenis van Afghanistan dat de rechten van personen met een handicap door de wet worden gewaarborgd," zeiden de Afghaanse ‘Landmine Survivor Organisation’ (ALSO) en het referentiepunt voor slachtofferhulp (VA Focal Point) van ICBL en ze voegden eraan toe bereid te zijn om te helpen bij de implementatie en de verbetering van de wet waar nodig.38 De Europese Unie treedt toe tot de CRPD - "Op 26 november 2009 maakte de Raad de weg vrij voor de toetreding van de Europese Gemeenschap (EG) tot het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (UNCRPD) van 2006", zo kondigde de Raad aan in een persbericht en zei dat het besluit was genomen "in overeenstemming met een uitdrukkelijk verzoek van het Europese Parlement" en "op basis van een voorstel van de Commissie van 29 augustus 2008” en vervolgde: “De Europese Commissie roept daarom de overige lidstaten op om hun ratificatieproces te versnellen. Tegelijkertijd werkt de Commissie aan een reeks uitvoeringsmaatregelen, waaronder de voorbereiding van een nieuwe Europese strategie betreffende handicap voor 2010-2020 ... Sinds 2000 heeft de Europese Commissie 280 projecten gefinancierd, die gericht zijn op personen met een handicap in 69 landen."39 EDF: een "nooit geziene stap voorwaarts" - Het ‘European Disability Forum’ (EDF) noemde de toetreding "een belangrijke politieke stap voor de versterking (…) van de mensenrechten. Daarmee wordt handicap aan de top van de agenda voor mensenrechten geplaatst: dit is de eerste keer in de geschiedenis van de Europese Unie dat de Gemeenschap gaat toetreden tot een internationaal mensenrechtenverdrag.” EDF merkte verder op: “Alle instellingen van de Europese Unie zullen nu de waarden van de Conventie in heel hun beleid (…) moeten onderschrijven."40 KORT NIEUWS

36 Zie www.stopexplosiveinvestments.org 37 Zie www.un.org/disabilities 38 Email van “Afghan Landmine Survivor Organization” aan de ICBL, 22 december 2009. 39 Zie http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/09/1850&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=en 40 Zie www.edf-feph.org/Page_Generale.asp?DocID=13855&thebloc=23109

Page 19: Ban Newsletter

19

Nepal richt commissie op voor de bestudering van het Landmijnenverdrag - De regering van Nepal richtte een commissie op onder de titel: "De verantwoordelijkheden van/en kansen voor de regering als Verdragspartij bij het Verdrag van Ottawa", zo zei de Minister van Vrede en Wederopbouw van Nepal op 23 februari 2010.41 ‘Japan Times’: "alle landen in de hele wereld overtuigen de CCM te

ondertekenen en te ratificeren" - In het redactionele hoofdartikel, verschenen op 8 maart 2010, schreef de ‘Japan Times’: "Japan zou nauw moeten samenwerken met Duitsland, Frankrijk en andere landen die het verdrag hebben geratificeerd om alle staten van de wereld te overtuigen - en de militaire krachten in het bijzonder – om de CCM te ondertekenen en te ratificeren. Pas nadat alle naties het gebruik ervan hebben afgezworen, zal de willekeurige dreiging, die uitgaat van clusterbommen, echt weggewerkt zijn."42 Oost-Afrikaanse Gemeenschap opgeroepen om de CCM te ratificeren - Tijdens een conferentie over personen met een handicap in Oeganda op 19-20 februari 2010 riep de directeur van de ‘Uganda Landmine Survivor Association’ de ondertekenaars van de CCM binnen de Oost-Afrikaanse Gemeenschap op die te ratificeren en een snelle uitvoering ervan te verzekeren. Cambodja aangespoord om de CCM te ondertekenen - In een brief aan de uitgever van de ‘Phnom Penh Post’ van 24 februari 2010 spoorde een groep van Cambodjaanse overlevenden en directies van NGO's werkzaam in Cambodja de regering van Cambodja aan om de CCM te ondertekenen: "Cambodja had een leidende rol gedurende de twee jaar durende onderhandelingen voor de Conventie, maar heeft meer tijd gevraagd om de gevolgen van de ondertekening (…) te bestuderen, omdat het voorraden clustermunitie bezit. Nu de inwerkingtreding van de conventie ophanden is, is het tijd toe te treden tot deze wereldwijde beweging die clustermunitie wil bannen en verdere schade en vernietiging voorkomen (…) Wij dringen er bij Cambodja op aan de CCM zo snel mogelijk te ondertekenen en te ratificeren om zo zijn gehechtheid aan een vreedzame en veilige wereld te tonen."43

Vietnamese Ban Advocates in Peking – Tijdens een persconferentie op 16 december 2009 in Peking, georganiseerd door Handicap International Belgium, werd het rapport ‘Voices from the Ground’ gelanceerd samen met de fototentoonstelling 'Fatal Footprint’. Twee Ban Advocates uit Vietnam deden een oproep aan alle landen om de CCM "snel te ondertekenen en te ratificeren. Kien Le werd gewond en verloor zijn dochter bij een ongeval met clustermunitie. Samen met zijn vrouw Nguyen Thi Huong vroegen ze ook om

41 Email van Purna Shova Chitrakar, Coordinator, Ban Landmines Campaign Nepal, 24 februari 2010. 42 Zie http://search.japantimes.co.jp/cgi-bin/ed20100309a1.html 43 Zie www.phnompenhpost.com/index.php/2010022432557/National-news/kingdom-should-sign-international-convention-on-cluster-munitions.html

Page 20: Ban Newsletter

20

de conventie snel om te zetten in de praktijk. Zo’n 50 journalisten woonden de persconferentie bij, wat heel wat media-aandacht genereerde.44

India: "Systemen van clusterbommen handhaven” – Het ‘Press Information Bureau’ van de Indiase regering meldde in een persbericht op 19 januari 2010: "Wapensystemen zoals ‘Harpy missile’, gekocht van Israël, ‘anti sea-eagle missile’, ‘anti-radiation missiles’ en sommige soorten van clusterbommen zijn in een hoge staat van bruikbaarheid en alle inspanningen worden gedaan om deze systemen te handhaven.”45

Russische ‘RIA Novosti’ over de ratificatie van de CCM - Op 22 december 2009 meldde het Russische agentschap ‘RIA Novosti’ vanuit Brussel, dat Nieuw-Zeeland en België "het VN-verdrag inzake het verbod op de productie en het gebruik van clusterbommen hadden geratificeerd, waardoor het moment waarop het verdrag Internationaal Humanitair Recht zou worden dichterbij kwam.” Het voegde hieraan toe: "De Verenigde Staten, China en Rusland, die clusterbommen produceren, en India, Pakistan en Israël, die ze gebruiken, weigerden tot het verdrag toe te treden.”46 Zuid-Korea “moet toetreden tot een internationale overeenkomst om

de clustermunitie te bannen” - In het redactionele hoofdartikel schreef het Zuid-Koreaanse dagblad ‘The Hankyoreh’ op 22 februari 2010, na de 30ste ratificatie van de Conventie inzake Clustermunitie: "Zuid-Korea produceert en bewaart niet alleen veel van deze clustermunitie; het staat ook gerangschikt als een belangrijke exporteur. De opdeling van het Koreaanse schiereiland en de stationering van de Amerikaanse strijdkrachten in Zuid-Korea zouden de lauwe houding van de Zuid-Koreaanse overheid ten opzichte van het verbod op de clusterbom kunnen verklaren. Het is nu echter tijd voor Zuid-Korea om zich te scharen achter de internationale inspanningen om clusterbommen wereldwijd te bannen. Argumenten met betrekking tot de nationale veiligheid zijn alleen maar excuses. De logica van de nationale veiligheid is niet overtuigend, gezien het feit dat de voornaamste slachtoffers van clusterbommen burgers zijn. Indien het land verdergaat met clusterbommen, bestaat het gevaar dat Zuid-Korea meer en meer bekend gaat staan als een onmenselijke natie, die zelfs burgers ziet als potentiële doelwitten voor dood en verwonding. Een oprechte discussie over de clusterbom moet ook in Zuid-Korea plaatsvinden. Hoewel het niet echt haalbaar is om alle clustermunitie meteen te elimineren, kunnen we tenminste proberen om stapsgewijs de productie stil te leggen en de voorraden te vernietigen. Als de overheid van geen vastberadenheid blijk geeft (…) dan moeten de burgers, die voorstander zijn van vrede, hun stem verheffen. Het is ook van vitaal belang dat zij deelnemen aan de internationale inspanningen om druk uit te oefenen op militaire machten als de VS.”47

44 Zie http://blog.banadvocates.org/index.php?post/2009/12/18/Press-conference-in-Beijing-16-December-2009 45 Deze informatie werd gegeven door de Indische Minister van Defensie in een geschreven antwoord tot een parlementslid op 19 januari 2010, zie http://pib.nic.in/release/release.asp?relid=56002 46 Zie http://en.rian.ru/world/20091223/157336719.html 47 Zie http://english.hani.co.kr/arti/english_edition/e_editorial/405986.html

Page 21: Ban Newsletter

21

NIEUWE PUBLICATIES EN WEBSITES “Breaking New Ground: The Convention on Cluster Munitions and the Evolution of International Humanitarian Law,” Human Rights Quarterly, Deel 31, nummer 4, november 2009, pp. 934-963. Link:

http://muse.jhu.edu/journals/human_rights_quarterly/summary/v031/31.4.docherty.html

“Convention on Cluster Munitions sets new international humanitarian law standard,” Jurist, 25 februari 2010. Link: http://jurist.law.pitt.edu/hotline/2010/02/convention-on-cluster-munitions-sets.php

“Countries Ban Investment in Cluster Munitions,” Arms Control Today, december 2009. Link: www.armscontrol.org/print/3992 “Explosive Remnants of War – Challenges for Victim Assistance,” Action Group Landmine.de & Handicap International Germany, Conference Documentation, Berlijn, 4 november 2009. Link: www.landmine.de/download/Doku_Opferhilfekonferenz_2009_E.pdf “ICBL Network’s Channel,” You Tube: levert beelden van de Top van Cartagena. Link: http://www.youtube.com/icblnetwork or www.icbl.org/imagelibrary “Implementing the Convention on Cluster Munitions,” Disarmament Forum, 2010, nummer 1. Deze nieuwe uitgave bevat zes artikelen, waaronder een over de rol van de Ban Advocates. Link: http://unidir.ch/bdd/fiche-periodique.php?ref_periodique=1020-7287-2010-1-en “Movement Strategy on Landmines, Cluster Munitions and other Explosive Remnants of War: Reducing the effects of Weapons on Civilians,” Resolutie 12.1 aangenomen door het ‘International Red Cross and Red Crescent Movement’ in Nairobi, Kenia, op 23-25 november 2009. Link: www.rcstandcom.info/cod2009/council_pre_docs_2009.shtml (in het Engels, Frans, Arabisch en Spaans) “La convention sur les armes à sous-munitions: un état des lieux”, GRIP, maart 2010. Link: http://www.grip.org/fr/siteweb/images/RAPPORTS/2009/2009-9.pdf

Page 22: Ban Newsletter

22

Handicap International is een internationale organisatie met expertise inzake personen met een handicap. Deze non-profit organisatie is niet verbonden aan regering, religie of politiek en werkt samen met personen met een handicap in elke context, biedt hen assistentie en steunt hen in hun inspanningen om zelfstandig te leven. Vanaf haar stichting organiseerde de organisatie programma’s in ongeveer 60 landen. Ze greep in bij vele noodsituaties. Ze heeft acht nationale verenigingen (België, Canada, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten), die humanitaire en financiële hulpmiddelen bieden, projecten leiden en ruchtbaarheid geven aan de acties en campagnes van Handicap International. Voor meer informatie en contact: www.handicap-international.org

Bijgedragen tot dit nummer: Stan Brabant, Stéphanie Castanié, Paul Franck en Joohi Haleem Coördinatie en redactie: Hildegarde Vansintjan

Onderzoek en redactie Handicap International vzw-asbl

67, Rue de Spastraat 1000 Brussels

BELGIUM Phone: +32 2 280 16 01 policy.unitAThandicap.be

www.handicap-international.be

VOORLOPIGE AGENDA

Juni

7-9: Global Preparatory Meeting on the CCM, Chili 21-25: MBT Standing Committees, Genève Augustus

1: Conventie inzake Clustermunitie treedt in werking Oktober

UN First Committee on Disarmament and International Security November

8-12: First Meeting of States Parties to the Convention on Cluster Munitions, Laos (PDR) 29-3 December: 10th Meeting of States Parties to the Mine Ban Treaty, Genève December

3: Internationale Dag van Personen met een Handicap 3: Verjaardag van de Ondertekening van het Landmijnenverdrag en de Conventie inzake Clustermunitie Meer informatie: www.stopclustermunitions.org/calendar www.icbl.org/campaign/calendar

“Moving towards a world without cluster bombs,” The Lancet, Volume 375, nummer 9716, p. 698, 27 februari 2010. Link: www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(10)60286-3/fulltext “The Convention on Cluster Munitions: Rapidly Entering into Force,” First Committee Monitor, Preview Edition, 5 oktober 2009. Link: www.reachingcriticalwill.org/political/1com/FCM09/FCM-2009-1.pdf Worldwide investments in cluster munitions: a shared responsibility, IKV/Pax Christi Netherlands & Netwerk Vlaanderen, oktober 2009. Links: www.netwerkvlaanderen.be/nl/index.php?option=com_content&task=view&id=774&Itemid=314; www.ikvpaxchristi.nl/catalogus/default.aspx?lid=1&id=163 “A Peaceful Legacy Now: Briefing & Discussion on Cluster Bomb Removal and Assistance in Laos,” Legacies of War, november 2009. Link: http://act.legaciesofwar.org/wp-content/uploads/2010/02/A_Peaceful_Legacy_Now_Report.pdf


Recommended