+ All Categories
Home > Documents > Intro,31

Intro,31

Date post: 20-Feb-2016
Category:
Upload: sint-franciskus
View: 216 times
Download: 0 times
Share this document with a friend
Description:
tijdschrift
Popular Tags:
36
intro Medisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder nr. 31 - juli - augustus - september 2011 Driemaandelijks tijdschrift Hasselt mail P509331 Afzendadres: Sint-Franciskusziekenhuis, t.a.v. Dhr. Geboers, Pastoor Paquaylaan 129, 3550 Heusden-Zolder. JAARVERSLAG
Transcript
Page 1: Intro,31

1introjuli 2011

introMedisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 31 - juli - augustus - september 2011Driemaandelijks tijdschriftHasselt mailP509331

Afze

ndad

res:

Sin

t-Fr

anci

skus

ziek

enhu

is, t

.a.v

. Dhr

. Geb

oers

, Pas

toor

Paq

uayl

aan

129,

355

0 He

usde

n-Zo

lder

.

JAARVERSLAG

Page 2: Intro,31

2 introjuli 2011

ColofonAlgemeenSint-FranciskusziekenhuisPastoor Paquaylaan 1293550 Heusden-Zolder

Medisch Centrum BeringenHospitaalstraat 273582 BeringenTelefoon:011 71 50 00 (algemeen)011 71 55 55(polikliniek)011 71 56 00 (MCBeringen)fax: 011 71 50 01website: www.sfz.be

Algemeen directeur: Dr. M. GeboersMedisch directeur : Dr. L. Geutjens

RedactieraadHoofdredactie: Dr. S. LoonbeekRedactie:Dr. L. GeutjensDr. A. WinterDr. N. GuionDr. M. GeboersMevr. D. Mombers

V.U.: Dr. L. Geutjens

Hebben meegewerkt:Dhr. Peter BrouwersDhr. Jeroen RuysenMevr. Kristien ElsenMevr. Marijke ClaesMevr. Krista BogaertsDr. Heidi VanderstappenDr. Guy Van GoethemDr. Ruud van PuijenbroekMevr. Maria QuintensMevr. An DavidtsMevr. Ann VanheelDhr. Dirk Trappeniers Dr. Andreas Winter

Foto’s:Dhr. K. DextersMevr. D. Mombers

Medisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 31 - juli - augustus - september 2011Driemaandelijks

“Het is klassiek om in het voorjaar in detail terug te kijken op het voorbije jaar. De financiële balansen zijn opgemaakt. De cijfers zijn allemaal netjes in het gelid gezet. De conclusies worden getrokken. De lessen voor de toekomst geleerd. En we brengen onze resultaten ook graag naar buiten. Ziekenhuizen werken immers met overheidsmiddelen en zijn het dan ook verschuldigd aan de gemeenschap om verantwoording af te leggen wat ze met die middelen doen.

Ondertussen heeft het Sint-Franciskusziekenhuis een traditie opgebouwd om het lentenummer van Intro te gebruiken om dit jaarverslag te presenteren.

“We kiezen voor een combinatie van presentatie van de cijfers en een greep uit het overzicht van onze inhoudelijke projecten.”

Dat geeft naar ons gevoel het beste beeld over waar zo’n ziekenhuis nu wel mee bezig is. Bovendien proberen we ons verslag te brengen in de resultaatsgebieden zoals gedefinieerd in het INK-kwaliteitsmodel. Dat is niet zo vreemd als het lijkt, gezien de voorbereiding voor de NIAZ-audit in 2012 volop aan de gang is.

Maar een jaarverslag is ook een arbitrair punt. We zijn ondertussen alweer een half jaar gevorderd in 2011 en dat maakt in een snel evoluerende omgeving als de gezondheidszorg en de ziekenhuiswereld een belangrijk verschil. Zo zijn we nog steeds bijzonder trots op de beëindiging van de werken van het F-blok in oktober vorig jaar. Maar ondertussen hebben we een nieuwe afdeling kinder- en jeugdgeneeskunde in gebruik genomen, zijn we in de laatste rechte lijn om de PAAZ-afdeling welkom te heten in zijn nieuwe omgeving en wordt er hard gewerkt om dit najaar de verhuis van het dagziekenhuis naar zijn nieuwe stek voor te bereiden.Als we toch nog even terugkijken naar 2010 kunnen we stellen:

intro

Page 3: Intro,31

3introjuli 2011

“Het Sint-Franciskusziekenhuis maakte in 2010 een fantastisch jaar mee.”

Alle denkbare parameters die opgevolgd worden, staan op groen. We deden het goed en we willen het verder ook goed blijven doen in 2011 én de daaropvolgende jaren.

Wat we zeker niet mogen vergeten in dit feest van getallen, is de rol die de medewerkers in dit geheel spelen. Een ziekenhuis heeft nood aan voldoende man- en vrouwkracht om zijn taak te kunnen vervullen. Ook op personeelsvlak zien we jaar na jaar een stijgende curve – er zijn steeds meer en meer mensen actief binnen het ziekenhuis. Maar toch horen we regelmatig de opmerking dat dit niet voelbaar is op de werkvloer. Want samen met die geweldige groeicijfers van het Sint-Franciskusziekenhuis, is er ook een menselijke dimensie verborgen in deze groei. Meer opnames, meer ligdagen, meer chirurgische interventies, meer spoedgevallen betekent evenzeer meer druk op de ketel. Waar vroeger nog episodes van “laagconjunctuur” voorkwamen waar de medewerkers even op adem konden komen, is dat in deze vlucht van de cijfers minder evident.Het is continu druk. Met een globale gemiddelde bezetting van het ziekenhuis die de 80% benadert, betekent dit dat er nooit rustige periodes zijn: niet in de weekends, niet in de vakantieperiodes.

We moeten er ons dan ook van bewust zijn welke inspanning dit vraagt van de medewerkers. En om die reden is het dan ook passend om niet alleen onze geweldige prestaties naar de buitenwereld te communiceren, maar ook onze medewerkers in het zonnetje te zetten. Ik wil dan ook via deze weg zeer nadrukkelijk alle

medewerkers van het Sint-Franciskusziekenhuis hartelijk danken voor hun onverdroten inzet om mee te werken aan dit succesverhaal. Als organisatie zijn we blij dat we een beroep kunnen doen op een grote groep supergemotiveerde mensen. Want zonder hen: geen schitterende cijferdans.

intro

Dank voor alle inspanningen!

Dr. Marc Geboersalgemeen directeur

Page 4: Intro,31

4 introjuli 2011

Page 5: Intro,31

5introjuli 2011

Ons beleidOnze mensenOnze inzetOnze trajectenOnze resultatenKerncijfers 2010

inhoud

Page 6: Intro,31

6 introjuli 2011

Page 7: Intro,31

7introjuli 2011

Page 8: Intro,31

8 introjuli 2011

In 2010 werden wij geconfronteerd met het vertrek van twee

directieleden. Erwin Bormans keerde na 7 jaar als algemeen

directeur in het Sint-Franciskusziekenhuis terug naar het

ZOL waar hij tussen 2000 en 2003 reeds actief was als

financieel directeur en nu de functie van algemeen directeur

aangeboden kreeg.

Ook onze verpleegkundigparamedisch directeur Patrick

Siborgs vond een nieuwe uitdaging als algemeen directeur

van een consortium van rusthuizen. Beide directieleden

hebben ongetwijfeld een belangrijke bijdrage geleverd tot de

positieve evolutie welke het Sint-Franciskusziekenhuis het

voorbije decennium heeft doorgemaakt. Toch liepen wij het

risico dat het vertrek van twee directieleden op korte tijd niet

alleen een leemte zou achterlaten maar tevens aanleiding

zou geven tot destabilisatie van het beleid. Anderzijds geeft

dat aan dat onze ex-directieleden elders de kans krijgen

hun kwaliteiten ten dienst te stellen in belangrijke functies.

En dat het Sint-Franciskusziekenhuis geldt als een goede

referentie. Geef toe, iets om fier op te zijn.

Nieuwe verpleegkundig-paramedisch directeur

Wij zijn tevreden dat beide functies op vrij korte termijn ingevuld konden worden. Jeroen Ruysen, zorgmanager kritische diensten, werd aangesteld als verpleegkundig paramedisch directeur. Jeroen heeft de voorbije jaren onweerlegbaar aangetoond over de juiste kwaliteiten te beschikken om deze voor een algemeen ziekenhuis zeer belangrijke functie te vervullen. Bovendien liet de keuze voor een kandidaat uit eigen huis toe om de continuïteit te bewaren en een beleidsvacuüm te vermijden.

Nieuwe algemeen directeur

Ook de zoektocht naar een nieuwe algemeen directeur mag gezien worden als optimaal afgerond met de aanstelling per 1 januari van Dr. Marc Geboers. Hij is cardioloog van opleiding en heeft reeds een ruime leidinggevende ervaring als hoofdgeneesheer van het AZ Nikolaas te Sint-Niklaas. Daar leverde hij een belangrijke bijdrage aan de realisatie van een ziekenhuisfusie tussen vijf campussen.

In de periode tussen het vertrek van Erwin Bormans en de komst van Marc Geboers hebben wij getracht de continuïteit van alle lopende projecten te verzekeren door de taken van algemeen directeur te verdelen over de achterblijvende directieleden. Ikzelf heb daarbij mijn functie van hoofdgeneesheer voltijds ingevuld in plaats van deeltijds, zodat ook de belangrijkste externe contacten konden behouden worden.

Page 9: Intro,31

9introjuli 2011

Strategiedag - aanstelling diensthoofden

Op de strategiedag van januari 2010 werd het belang van een duidelijke structuur van het medisch departement noodzakelijk gezien voor een goede ziekenhuiswerking. Daarom kozen we, na enkele jaren van overleg tussen directie, Raad van Bestuur en Medische Raad, uiteindelijk voor een klassieke structuur:

Alle eerder voor onbepaalde duur aangestelde medische diensthoofden kregen hun opzeg per 31/12/2010 waarna de nieuwe benoemingen ingingen per 01/01/2011 voor een periode van zes jaar. Dit gebeurt met een jaarlijkse evaluatie van het functioneren door de hoofdgeneesheer, de algemeen directeur en de voorzitter van de Medische Raad. Alle beschikbare beleidsinformatie wordt spontaan of op eenvoudig verzoek aan de medische diensthoofden aangeleverd om hen te helpen bij het opstellen van jaarverslagen en beleidsplannen. Eventuele aanvragen tot tussenkomsten vanuit het investeringsfonds dienen gekaderd te worden in de beleidsplannen zodat het eventueel ontbreken van voldoende engagement niet vrijblijvend is.

Voorbereiding zelfevaluatierapport: NIAZ

In de hoop de inspanningen voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg te kaderen in een samenhangend geheel, werd door de directie een eerste zelfevaluatierapport opgesteld op basis van de NIAZ-kwaliteitsnorm zorginstellingen 2.0.

We begonnen met interne audits, waarvoor een tweede opleiding tot interne auditor plaatsvond begin september 2010. Hieraan namen ook een aantal artsen deel, wat een multidisciplinaire samenstelling van de interne audit-teams toelaat.

Wij zijn ervan overtuigd dat we in het ‘overgangsjaar’ 2010 de basis legden voor een verdere uitbouw van kwaliteitsvolle zorg in het Sint-Franciskusziekenhuis, ten dienste van de bevolking van West-Limburg. Ook in de toekomst vragen wij van ieder die werkzaam is in het ziekenhuis verder zijn of haar actieve bijdrage te blijven leveren. Zodat na de voorziene externe toetsing door het NIAZ (in mei 2012) externe ‘peers’ kunnen aangeven dat zij een gerechtvaardigd vertrouwen hebben in onze zorg.

Vermits de erkenning loopt tot einde 2012 en er omstreeks die tijd dan ook een nieuwe ‘visitatie’ door de Vlaamse Overheid zal plaatsvinden, werden nu reeds contacten gelegd met de verantwoordelijken van het ministerie om ons accrediteringstraject volledig transparant naar de Vlaamse Overheid te laten plaatsvinden. Aanleiding was hier de beleidsnota van minister Jo Vandeurzen waarin het belang van accreditering van de ziekenhuizen expliciet genoemd wordt.

Dr. Luc Geutjens - hoofdgeneesheer

Voor elke medische discipline, zorgprogramma en dienst werd een arts aangesteld als

medisch diensthoofd. Die arts heeft een duidelijke

functieomschrijving.

Ons management zit in de lift

Page 10: Intro,31

10 introjuli 2011

Retrospectief analyseren? Welkom in Infoland!

In oktober 2009 werd hierin een eerste belangrijke stap gezet met het ziekenhuisbreed uitrollen van een incidentmeldingssysteem Infoland. Het daaropvolgende jaar werd dit systeem verder geoptimaliseerd en werd hard gewerkt aan de achterzijde van dit systeem, het analyseren van de meldingen, het ‘leren’ van de incidenten en bijna-ongevallen.Eerste aanzet hiertoe was een opleiding in het retrospectief analyseren van incidenten. Wij kozen voor de prisma-analyse. De opleiding werd gevolgd door bijna alle leden van het comité en de werkgroep Patiëntveiligheid.

Prisma- methode

Bij de prisma-methodiek wordt in een klein maar betrokken team een

concreet incident herbekeken. Hierbij wordt nagegaan wat de concrete

oorzaken waren die geleid hebben tot het betreffende (bijna-)incident.

Belangrijk is dat enkel gekeken wordt naar de feiten: mogelijke

andere oorzaken die in de case (toevallig) niet speelden, mogen niet

meegenomen worden. Ook oorzaken waarvan men enkel ‘vermoedt’

dat ze speelden, mogen niet meegenomen worden. Dat maakt meteen

duidelijk waarom een prisma-analyse alleen uitgevoerd wordt door

medewerkers die direct of indirect bij het incident betrokken waren.

We leren uit de praktijkAn Davidts, kwaliteitscoördinator

Een prisma-analyse neemt ongeveer 1 uur tijd in beslag. Na dit uur beschikt men van het betreffende incident over een oorzakenboom, waarvan de basisoorzaken geclassificeerd worden. Op basis van deze classificering kunnen dan gericht verbeteracties worden ondernomen.

In het kader van de week van de patiëntveiligheid in november 2010 werden in ons ziekenhuis 6 prisma-oefeningen uitgevoerd. Alle leidinggevenden

kregen zo de kans om vertrouwd te geraken met de methodiek en om te voelen wat de resultaten zijn van dergelijke oefeningen. Op vraag van

medewerkers, diensthoofden of leden van het comité Patiëntveiligheid kunnen sindsdien prisma-analyses uitgevoerd worden op basis van gemelde

(bijna-)incidenten.

Onder impuls van een patiëntveiligheidsproject van de federale overheid, werd binnen ons ziekenhuis sinds 2009 gezocht naar adequate methoden om risico’s in kaart te brengen, gerichte verbeteracties door te voeren en zodoende te leren uit de praktijk.

Page 11: Intro,31

11introjuli 2011

ERNSTcatastrofaal

ca

groot

gr

matig

ma

klein

kl

wekelijks

we

zeer

hoog

zeer

hoog

zeer

hoog laag

maandelijks

ma

zeer

hoog

zeer

hoog laag

zeer

laag

jaarlijks

ja

zeer

hoog laag laag

zeer

laag

minder dan

1x per jaar

< 1j

laag

zeer

laag

zeer

laag

zeer

laag

We leren uit de praktijk“De grote meerderheid van het ‘leren’ binnen

organisaties vindt in de praktijk plaats. Slechts een minderheid van het leren zou zijn oorsprong vinden

in trainingen en opleidingen.”

Prospectieve analyse is SAFER!

Zoals de naam doet vermoeden, zijn de retrospectieve analysemethoden het tegenovergestelde van de prospectieve analysemethoden. Bij prospectieve risico-analyses worden de risicovolle elementen in een bestaand traject (zonder concreet incident) uitgetekend. Beide analyse-methoden zorgen complementair voor het leren uit (mogelijke) fouten en het patiëntveiliger maken van de organisatie.Binnen ons ziekenhuis maken we voor prospectieve risico-analyse gebruik van de HFMEA- of SAFER methode.

.

In 2010 nam ons ziekenhuis deel aan een pilootproject van Pfizer en werd, samen met 5 andere ziekenhuizen de SAFER-oefening uitgevoerd voor de medicatiebedeling op ‘heelkunde 1’. In 2011 wordt het in kaart brengen van de medicatie bij opname prospectief geanalyseerd. De retrospectieve en prospectieve risico-analyses zijn belangrijke methoden om binnen een organisatie te leren van (mogelijke) fouten en incidenten. Sinds 2010 is de kennis van beide methoden in huis aanwezig en beschikbaar voor medewerkers, leidinggevenden en artsen.

FREQUENTIE

SAFER- methode

SAFER staat voor Scenario Analyse van Faalwijzen, Effecten en

Risico’s en is afgeleid uit het Engelse HFMEA (Healthcare Failure

Mode and Effect Analysis).

De SAFER-methodiek start met het in kaart brengen van een bestaand

proces. Bedoeling is om zeer gedetailleerd elke stap van het proces

te noteren en bij elke genoteerde stap na te denken over wat er

hypothetisch gezien allemaal kan mislopen, het benoemen van de

mogelijke faalwijzen en hun oorzaken.

Uiteindelijk worden zo voor een relatief eenvoudig traject al gauw

een 100-tal mogelijke faalwijzen en oorzaken geïnventariseerd.

Een risico-inventaris matrix en de SAFER-beslissingsboom helpen

vervolgens te bepalen voor welke faalwijzen en oorzaken er concrete

acties ondernomen moeten worden. De keuze voor de verbeteracties

wordt opnieuw gestuurd .door de classificaties van de oorzaken

Page 12: Intro,31

12 introjuli 2011

ToekomstplannenPeter Brouwers - directeur facilitaire diensten

Stilletjes aan naderen we het einde van ons bouwverhaal VIPA 1. Momenteel wordt onze vroegere afdeling Geriatrie 1 omgevormd tot dagziekenhuis en als laatste onderdeel zullen volgend jaar de drie oude operatiezalen gerenoveerd worden, alsook een gedeelte van de recovery. De continue groei van ons ziekenhuis doet ons echter al uitkijken naar een nieuw bouwdossier: VIPA 2.Hierbij een blik in de toekomst van de inhoud van het VIPA 2 dossier.

Een eerste gedeelte zal onderkomen bieden aan de patiënten die nu ondergebracht worden in de prefab voor het ziekenhuis: de PAAZ-afdeling.

In het verlengde van blok A* zal het gebouw uitgebreid worden op de niveaus kelder, gelijkvloers en eerste verdieping: • dekelderbiedtdanplaatsaanontspannings-entherapieruimtes;• ophetgelijkvloersbouwenwepatiëntenkamersalsdefinitief onderkomen voor de bedden die zich nu in het prefab- gebouwbevinden;• opdeeersteverdiepingkomenconsultatie-entherapieruimtes.

Het gebouw wordt op een zodanige manier geconcipieerd dat we er in de toekomst nog twee bouwlagen bovenop kunnen plaatsen.

Aan de achterzijde van het ziekenhuis zullen het B- en C-blok met elkaar verbonden worden. In dit gebouw zal volgende ondergebracht worden: • dekelderwordtbergruimteenmogelijkeuitbreidingvoorde apotheek;• ophetgelijkvloersbreidtdeafdelingRadiologieverderuit;• opdeeersteverdiepingkomentweenieuweoperatiezalen, alsook de nodige berging voor het operatiekwartier. • opdetweedeverdiepingbreidtdeafdelingIntensieve Zorgen uit en komen er nutsruimtes voor de afdeling Geriatrie 2. • opdederdeverdiepingkomteennieuwverloskwartier.Het gebouw zal ook een eigen lift bevatten en een gang op het gelijkvloers om het gebouw te bereiken zonder dat men door een andere afdeling moet gaan.

Het dossier VIPA 2 werd ingediend op 31 maart 2011 en ligt nu

bij de Vlaamse Overheid te wachten op goedkeuring. Zodra

het dossier ontvankelijk is verklaard, is het wachten op de

goedkeuring voor subsidie. Een timing hier opplakken is met

de huidige politieke situatie echter zeer moeilijk.

Page 13: Intro,31

13introjuli 2011

Page 14: Intro,31

14 introjuli 2011

Nieuwe artsen

Spoedgevallenarts: dr. M. Geelen – 08/09/2010

Gynaecologie / verloskunde: dr. D. Mess – 01/12/2010

Abdominale heelkunde: dr. G. Vangertruyden – 08/02/2010

Kinder- en jeugdgeneeskunde: dr. B. Horlebein - 01/04/10

Labo: apr. B. Mahieu – 01/05/2010

Abdominale heelkunde: dr. W. Bouckaert - 08/02/2010

Abdominale heelkunde:dr. J. Knol – 08/02/2010

Anesthesie: dr. H. Hoskens - 01/01/2010

Psychiatrie: dr. E. Vansummeren – 01/06/2010

Kinder- en jeugdgeneeskunde: dr. A. Winter – 01/04/2010

Internist-intensivist: dr. N. Guion – 01/02/2010

Page 15: Intro,31

15introjuli 2011

Dr. Marc Geboers - algemeen directeur

We zijn met 581

Als we dit even concreet maken aan de hand van de cijfers dan zien we dat er in 2010 gemiddeld 424,25 voltijds equivalenten (VTE) werkzaam waren in het Sint-Franciskusziekenhuis. Als we dit uitdrukken in ‘koppen’ dan komen we aan 581 personen actief in ons ziekenhuis. Als we dit dan nog eens scherp stellen in de evolutie van de afgelopen jaren, dan zien we tussen 2006 en 2010 een groei van 340.35 VTE’s naar 424.25 (+ 24.65%). En qua ‘koppen’ in dezelfde periode van 468 naar 581 (+ 24.15%).

Per 5 verpleegkundigen kwam er een collega bij

Ons personeelsbestand bestaat voor 65% uit verpleegkundigen. Tussen

2006 en 2010 nam hun aantal toe van 229.35 VTE’s naar 276.92.

Dit is een groei met meer dan 20%! Maar ook andere diensten zien

een evenredige groei: paramedisch + 28%, administratief + 32.8%,

loontrekkend + 16.3 %.

En dit gaat toch wel in tegen de algemene trend in de maatschappij waar

ten gevolge van de economische crisis en de bankencrisis, afbouw en

rationalisatie de modewoorden van de dag zijn.

Veel werk, weinig volk

Zorg is een zeer arbeidsintensieve bedrijfstak. Enerzijds wordt dit bepaald door de normering die opgelegd is door de overheid. Voor elke dienst is vastgelegd wat de inzet van personeel dient te zijn per aantal bedden. Anderzijds is er de reële werklast zoals die ervaren wordt op de diensten. En we merken dat er meer en meer een spanningsveld ontstaat tussen deze normering zoals de overheid ze gebruikt voor de financiering en die reële werklast. Deze spanning wordt nog extra geaccentueerd door een tekort aan beschikbare werkkrachten, vooral verpleegkundigen.

Net geen 40 jaar gemiddeld

Iedereen weet ondertussen dat verpleegkundige een knelpuntberoep is. Alle acties die de jeugd moeten sensibiliseren voor dit mooie vak, hebben wel als effect dat er weer een iets grotere instroom is. De netto effecten zullen we echter pas binnen enkele jaren ervaren. En zoals u ongetwijfeld ook weet uit de persberichten, zal de uitstroom uit het beroep de volgende jaren beduidend groter zijn dan de instroom. De gemiddelde leeftijd van het personeel in het Sint-Franciskusziekenhuis is net geen veertig jaar. Tot op heden ervaren we in het Sint-Franciskusziekenhuis nog geen al te grote problemen om het kader ingevuld te krijgen.

Een derde van onze werknemers (34%) heeft minder dan 4 jaar anciënniteit. Dit wijst op een zeer actieve rekrutering over de laatste jaren. Maar we moeten waakzaam blijven. We maken dan ook werk van het creëren van een ondersteunend kader voor de verpleegkundigen. We proberen administratieve taken en niet puur verpleegkundige activiteiten weg te halen bij de verpleegkundigen, zodat zij zich meer kunnen toeleggen op de zorg. En daarbij proberen we onze basisopdracht, namelijk het leveren van kwaliteitsvolle zorg, zo goed mogelijk in de gaten te houden.

Extra dimensie

Een ziekenhuis heeft een verplichting naar de overheid onder de vorm van zorgverlening voor de ganse gemeenschap. Maar een ziekenhuis heeft ook een maatschappelijke functie als werkgever in de streek. En ik denk dat het Sint-Franciskusziekenhuis zich op een bijzonder verdienstelijke manier van deze opdracht kwijt. Door werk in de onmiddellijke omgeving aan te bieden, door de groei in dit aanbod én door werkzekerheid te bieden in een economisch onstabiele periode, voldoen we zeker aan de behoeften van de maatschappij. En naast het verlenen van kwalitatieve zorg voegen we een extra dimensie toe als kwalitatieve werkgever.

Als zelfs onze burgemeester, mevrouw Sonja Claes, deze stelling poneert, dan moet het wel waar zijn. Er is geen bedrijf binnen de gemeentegrenzen van Heusden-Zolder dat meer mensen te werk stelt dan het Sint-Franciskusziekenhuis.

We zijn de grootste werkgever in Heusden-Zolder

Page 16: Intro,31

16 introjuli 2011

Omgaan met vernieuwingJeroen Ruysen - verpleegkundig en paramedisch directeur

Verpleegkundigen

Onze medewerkers moeten de kans krijgen om hun praktijkweten-schappelijke kennis en inzicht, verpleegkundige vaardigheden en attitudevorming voortdurend bij te schaven. Als verpleegkundige moet je kunnen omgaan met cliënten met heel diverse zorgvragen, in heel verschillende verpleegkundige contexten. Het Sint-Franciskusziekenhuis heeft dan ook, samen met zijn leidinggevenden, een uitgebreid intern vormingspakket samengesteld om onze patiënten in een breed perspectief te kunnen blijven verzorgen. Er is niet enkel het fysieke aspect, vaak zijn er ook psychische, sociale en zelfs ethische onderwerpen die aan bod komen. Ook sociale en communicatieve vaardigheden worden getraind. Zo zal er in het najaar in samenspraak met de dienst spoedgevallen, PAAZ en onthaal een vorming plaatsvinden rond omgaan met agressie.

Anderzijds bieden we onze medewerkers ook de mogelijkheid om, in samenspraak met de leidinggevende, gerichte externe opleidingen te laten volgen.Zo hebben we op dit moment verschillende logistieke medewerkers die de stap zetten naar een verzorgende functie, zorgkundigen worden verpleegkundigen en diverse verpleegkundigen diversifiëren zich via een brugopleiding, opleiding Bijzondere Beroepstitel in de Intensieve Zorg en Spoedgevallenzorg, Medische Beeldvorming, Operatieverpleegkundige, Oncologie, Geriatrie, … .

Page 17: Intro,31

17introjuli 2011

Omgaan met vernieuwing

“Dit schooljaar schreven 13101 leerlingen zich in voor een opleiding tot verpleeg- of vroedkundige. Dat is 12.7 procent meer dan vorig academiejaar.*”

Wat maakt dat jonge mensen de keuze voor verpleegkundige of vroedvrouw maken? De vooroordelen zijn alom bekend: een verpleegkundige zou niet veel verdienen, onregelmatige uren hebben en een vlakke carrière, geen universitair diploma kunnen hebben, het hulpje zijn van de artsen,… Ook binnen het Sint-Franciskusziekenhuis moeten onze medewerkers opboksen tegen een erg hoge werkdruk. De zorg is veel acuter geworden, mede door een daling van de opnameduur. Er is een snellere turnover van patiënten en de transmurale oriëntering op zorg is gegroeid.

Stress heb je in elk beroep, niemand die daaraan twijfelt. Maar bij verpleegkundigen ligt die gevoelig hoger dan bij veel andere beroepen, zo toont onderzoek uit 2008 bij 1094 verpleegkundigen van Rik Verhaeghe, professor aan de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Gent.

Toch zijn veel verpleegkundigen bijzonder trots op hun beroep. Het contact met patiënten, het werken in een team met leuke collega’s, het technisch/medisch handelen, het altijd in beweging zijn van het vak en de mogelijkheden tot ontwikkeling en het concreet kunnen helpen van mensen, worden als verrijkend aangegeven. Je werkt in een hoogtechnologische omgeving waar de professionele relatie en een goed, deskundig gesprek het verschil maken.

“Kortom, verpleegkunde is het mooiste rotberoep dat er is!”

In de nabije toekomst zal de zorgnood alleen maar toenemen. Mensen leven alsmaar langer en het aantal chronische aandoeningen neemt toe. Zorg in het ziekenhuis wordt complexer en meer specialistisch. Informatica-oplossingen vinden hun weg naar de verpleegafdeling. Daarom is het belangrijk dat wij als organisatie inspelen op deze tendensen.

Nieuwkomers

Nieuwkomers in het Sint-Franciskusziekenhuis krijgen een opleidings-schema aangereikt dat hen de kans moet geven om in te groeien in de organisatie. Ook onze introductiedag, met de voorstelling van de verschillende departementen, draagt hiertoe bij.Het moet een doelstelling zijn om alle nieuwkomers een evolutie te laten doormaken in hun competentiematrix, tot op een niveau waar ze zich zelf goed bij voelen:• Elementair niveau: De competentie op elementair niveau betekent dat je er notie van hebt, de competentie beheerst vanuit exploratie. Je hebt de noodzakelijke basiskennis om de competentie verder te leren beheersen of je hebt erover gelezen/ gehoord. Je weet waar het over gaat, hoe het moet,… Je handelt volgens door anderen voorgeschreven protocollen/ modellen. Je hebt nog geen ervaring in het toepassen van de competentie in reële situaties. Je staat er wel voor open.• Doorgroeiniveau: De competentie op doorgroeiniveau beheersen betekent dat je de basisbeginselen beheerst. Je verdiept en verbreedt je competentiebeheersing. Je bezit belangrijke referentiekaders. Je hebt inzicht in het waarom en waartoe. Hierdoor handel je doelgericht, planmatig en onderbouwd. Je vergelijkt alternatieven en gebruikt gegevens in nieuwe contexten. Je bent je bewust van je sterktes en zwaktes.• Integratieniveau: De competentie beheersen op integratieniveau betekent dat je als gevorderde toepast wat je geleerd hebt, ook in minder vertrouwde situaties. Je bezit gedetailleerde kennis. Je bent je bewust van de bredere maatschappelijke context waarin je werkt. Je hebt inzicht in het waarom, wat, wanneer en hoe van bepaalde acties. Door dit alles kan je genuanceerd, adequaat en planmatig handelen. Je reflecteert op je eigen handelen.• Expertniveau: De beheersing van de competentie op expertniveau gaat gepaard met een spontane inzet en initiatiefname en flexibel handelen. Je bezit een doorgedreven kennis terzake. Je handelt als een ervaren expert. Je vertoont inventiviteit en originaliteit in probleemoplossend gedrag. Je leert onafhankelijk en zelfkritisch. Je oefent intervisie uit.

Leidinggevenden

Verder dienen we als organisatie erg veel belang te schenken aan het goed opleiden van onze leidinggevenden. Het zijn zij die instaan voor de bezieling van de afdeling, mee het initiatief nemen voor vernieuwing, medewerkers moeten motiveren tot samenwerken en respect, up-to-date houden van klinische paden, praktijkrichtlijnen en protocols, evidence-based practice op een verpleegafdeling realiseren, bijstaan in complexe zorgsituaties en communicatie. Naast het aanbod aan vormingen trachten we binnen het Sint-Franciskusziekenhuis deze leidinggevenden te waarderen in hun rol en het beleid van onze organisatie mee te laten sturen.De strategiedag, met thema’s als agressie binnen het ziekenhuis, balans tussen werk en vrije tijd, samenwerking met het medisch diensthoofd, werkdruk en werkstress, sociale media, rookbeleid, en ontslagspreiding, is hier een goed voorbeeld van.

Het groeien van onze organisatie en medewerkers steunt vooral op de intrinsieke motivatie van onze mensen, waarvoor dank!Momenteel wordt in de verpleegkundige honorering slechts aandacht gegeven aan anciënniteit en ongunstige werkuren (avond, nacht, weekend), eventueel in combinatie met de vergoeding voor een bijzondere beroepsbekwaamheid of beroepstitel. Het zou een heel ander verhaal worden, moest men de verloning meer gaan baseren op competenties en prestaties (lees: kwaliteit). Zo zouden verpleegkundigen ook binnen de klinische zorg een carrière kunnen uitbouwen en worden verpleegkundigen die zich specialiseren of bijkomend bekwamen (terecht) beloond!

Dit is echter geen verhaal van het Sint-Franciskusziekenhuis alleen maar dient nationaal uitgewerkt en gehonoreerd te worden. Objectieve criteria voor een loonsverhoging en het ter beschikking stellen van middelen om dit te honoreren zijn taken waar onze overheid dringend werk van moet maken.

*De cijfers werden bekendgemaakt door Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gezinsbeleid Jo Vandeurzen (CD&V).

Page 18: Intro,31

18 introjuli 2011

Tevredenheidsmeting

Elk van deze pijlers heeft een invloed op 3 belangrijke indicatoren van welbevinden van personeel : • algemenetevredenheid• loyaliteit• engagement

De verschillende metingen over de jaren heen laten ons toe om evoluties te zien in de indicatoren en na te gaan welke acties al dan niet resultaten opleveren. Daarnaast biedt de samenwerking met Bing-Research de mogelijkheid om onze resultaten te vergelijken met de resultaten van een groep van andere ziekenhuizen.

Wij zijn tevreden

Uit het onderzoek komt een sterk positieve score op de algemene tevredenheid. Zowel ten opzichte van de vorige meting als ten opzichte van de benchmark ziekenhuizen geven onze medewerkers beduidend hogere scores.

Regelmatig doen we bij onze personeelsleden een bevraging rond hun tevredenheid. In samenwerking met Bing-Research vond dit onderzoek in het voorjaar voor de 4de keer plaats. In de bevraging wordt uitgegaan van 17 verschillende pijlers (jobinhoud, samenwerking, directie, leidinggevende, werkdruk, …) die een invloed hebben op het welbevinden van het personeel.

Kristien Elsen - HR-directeur

algemene tevredenheid

Page 19: Intro,31

19introjuli 2011

Wij zijn loyaal

De tweede pijler in het medewerkerstevredenheidsonderzoek is de loyaliteit van onze medewerkers. Deze loyaliteit wordt bepaald door na te gaan in welke mate medewerkers overwegen om de overstap naar een andere werkgever te maken enerzijds en de bereidheid om anderen aan te raden om te solliciteren bij het Sint-Franciskusziekenhuis anderzijds.Ook antwoorden op de loyaliteitsvragen laten zeer positieve scores zien. Zowel ten opzichte van de voorgaande meting als ten opzichte van de benchmark ziekenhuizen zijn de Sint-Franciskusmedewerkers meer

bereid tot aanbevelen. Als ze een vergelijkbare job zouden aangeboden krijgen bij een andere werkgever, is men vergeleken met de benchmark minder bereid om hier op in te gaan. Dit weerspiegelt zich inderdaad ook in de lage vertrekratio (aantal medewerkers die de organisatie verlaten tov het aantal medewerkers op 31/12). In tijden van schaarste aan personeel is het fijn te weten dat medewerkers niet onmiddellijk de intentie hebben om de organisatie te verlaten. Daarenboven zijn ze ook nog bereid om te helpen in de zoektocht naar geschikt personeel door geschikte kandidaten aan te raden om te solliciteren.

We gaan verder

De scores op de 3 indices tonen een geëngageerde, loyale en tevreden personeelsequipe. Maar belangrijker is het om te weten welke factoren bijdragen of net niet bijdragen aan deze tevredenheid. Als we verder inzoomen op de pijlers die de 3 tevredenheidsindicatoren beïnvloeden, merken we een aantal uitdagingen die we in de toekomst zullen moeten aangaan. De enorme groei aan activiteiten en de grote turnover van patiënten zorgt voor een grotere druk op medewerkers. We moeten onze organisatie naar de toekomst op een zodanige manier inrichten en uitrusten dat taken zo efficiënt mogelijk kunnen worden uitgevoerd zodat de patiënt centraal blijft staan en de medewerkers optimale zorg kunnen bieden. Ook op het vlak van het beleid, de werkomgeving en de basisverloning zijn nog acties te ondernemen volgens onze

medewerkers.

Toch zijn we ook op deze vlakken de betere leerling binnen de benchmark. Op het vlak van de zorg voor de patiënt, de extralegale voordelen, de bedrijfscultuur, de opleidingsmogelijkheden, … zijn onze medewerkers dan weer erg positief.De resultaten voor de afdelingen liggen over het algemeen in lijn met het algemene resultaat van het ziekenhuis. Toch zijn er enkele accentverschillen te merken van afdeling tot afdeling. De resultaten zullen in de loop van de volgende periode besproken worden op elke afdeling zodat ook hier actieplannen kunnen gemaakt worden. Gezien de bereidheid die onze medewerkers tonen in deze bevraging tonen, zullen we op hen kunnen rekenen om samen deze uitdagingen aan te gaan en van ons ziekenhuis een nog aangenamere plaats maken om te werken.

We engageren ons

Op basis van deze eerste 2 pijlers (algemene tevredenheid en loyaliteit) blijkt dat we 85% van onze personeelsleden kunnen typeren als “loyalisten”. Dit zijn medewerkers die worden gekenmerkt door zowel een hoge tevredenheid als door een hoge bereidheid tot aanbevelen.Weten dat je personeel tevreden en loyaal is, is fijn om weten maar samen met onze medewerkers willen we ook verder bouwen aan onze

organisatie. Wat is de bereidheid van onze medewerkers om mee te werken aan ons toekomstproject ? De resultaten op de meting laten zien dat we gedreven medewerkers hebben die zich engageren. In vergelijking met andere ziekenhuizen zijn onze medewerkers opvallend vaak geëngageerd om mee de doelstellingen van het ziekenhuis te behalen.

overwegen van werkgever te veranderen

aanraden te solliciteren

graag meewerken aan veranderingen/ verbeterprocessengeëngageerd om mee doelstellingen te behalen?

Page 20: Intro,31

20 introjuli 2011

Page 21: Intro,31

21introjuli 2011

Page 22: Intro,31

22 introjuli 2011

Welness en anima, een extra dimensie in de ouderenzorg

Krista Bogaerts - verpleegkundig diensthoofd Geriatrie 1

Animatie kennen we vanuit de woon- en zorgcentra. Het doet denken aan festiviteiten organiseren, knutselen, wafelenbak, animeren, plezier maken, … Het is een ondankbaar woord binnen een acute setting geriatrie waar de werkdruk weegt, maar het geeft voor ons een extra bijdrage aan de kwaliteit van onze dienstverlening.

Het latijnse woord anima betekent ziel of levensgeest.

Animeren is voor ons: leven opwekken, iemand bezielen of doen leven.Het gaat ons om het welkom voelen, het respect hebben, het inleven, het zoeken naar kleine zaken waar een patiënt zich beter door voelt.

Animatie opnemen, betekent voor ons: zoeken naar nieuwe perspectieven.Het heeft te maken met het klimaat van de afdeling:

• demanierwaarophetteamomgaatmetmekaarenomgaatmet depatiënten;• hetcreatiefzijnnaarzoekenvanoplossingenwanneerfixatie zichopdringt;• hetzoekennaaralternatievenbijvoedselweigering;• hetaandachthebbenvoorvoorkomen,vooromgevingenhet verleden;• hetsamenzoekennaardelevenslustbijsommigeouderen, kijken of we toch nog een bijdrage kunnen doen aan de kwaliteit van de resterende tijd.

Naast het werk van de animatrice die hiervoor tijd mag investeren, is het een opdracht van een groep mensen die in de eerste plaats zelf overtuigd zijn van het doel en ‘trachten het verschil te maken’.

Naast het uitvoeren van lichamelijke zorg, de aandacht voor het psychische en het sociale, trachten wij het laatste jaar het verschil te maken op onze afdeling door in te zetten op welzijn.

Page 23: Intro,31

23introjuli 2011

Meer comfort voor de patiënt

Dr. Luc Geutjenshoofdgeneesheer

Aanzienlijke uitbreiding

De finalisatie van het VIPA 1-project in 2010 vormt ongetwijfeld de belangrijkste realisatie wat betreft de inzet van middelen. De ingebruikname van een nieuwbouw betekent achtereenvolgens:• eenvolledignieuwegeriatrieafdeling;• 5eenvolledignieuwklinischlaboratorium;• deraadplegingen;• endoscopieruimtenenfunctiemetingen;• tweenieuwegedigitaliseerdeoperatiezalen;• eennieuwecentralesterilisatieafdeling.

In het kader van de renovatie en uitbreiding kreeg de afdeling Medische Beeldvorming nieuwe ruimten voor digitale mammografie, echografie en protocolleringsruimten en werd de afdeling Kinder- en Jeugdgeneeskunde vernieuwd.

Meer comfort en privacy

Op de eerste plaats komt deze nieuwe infrastructuur ten goede van onze patiënten, die wij nu kunnen ontvangen, onderzoeken en behandelen in ruime en kleurrijke lokalen. Deze zijn ingericht met degelijke materialen en de modernste technische apparatuur. Veel aandacht is gegaan naar de privacy van de patiënten die nu in afzonderlijke wachtzalen kunnen plaatsnemen. De meeste disciplines beschikken over een eigen unit van onderzoeks-, behandel- en secretariaatsruimten die zij naar eigen smaak en goeddunken hebben ingericht. Dit laat toe dat ook de artsen hun ruimten aanvoelen als een private raadpleging, weliswaar geïntegreerd in het ziekenhuis. Zo blijven zij beschikbaar voor dringende interventies in de spoedgevallendienst of voor vragen vanuit de opnameafdelingen en het dagziekenhuis.

Door de activiteiten onder te brengen in meer en ruimere vertrekken ontstaat er ook een sfeer van rust hetgeen ongetwijfeld ten goede komt aan de kwaliteit van de geboden zorg. Dit geldt niet enkel voor de raadplegingen, functiemetingen en endoscopieruimten maar zeker ook voor het klinisch laboratorium en de geriatrieafdeling. Deze laatste is voorzien van afzonderlijke ergo- en kinesitherapieruimten, een zitruimte met buitenterras, een welness-ruimte en afzonderlijke infrastructuur voor het geriatrisch dagziekenhuis. Hier worden ook de begeleidende personen opgevangen. In het laboratorium en de centrale sterilisatieafdeling laten de ruimtelijke indeling en de nieuwe apparatuur toe de verschillende processen te optimaliseren.

Medische investeringen

Wat betreft de medische investeringen werd voor de afdeling nucleaire geneeskunde een SPECT-CT-toestel aangekocht. Hierdoor verlenen we sinds november 2010 dezelfde service als op beide sites van het Jessaziekenhuis in Hasselt. Na de installatie van digitale mammografietoestellen in de dienst medische beeldvorming in Heusden en in het Medisch Centrum Beringen is de beeldvorming op beide locaties nu 100 % gedigitaliseerd. Hierdoor namen we niet alleen afscheid van ontwikkelapparatuur en de klassieke röntgenfilms, maar is ook de stralenbelasting voor de patiënten in belangrijke mate verminderd. De elektronische communicatie naar de aanvragers van beeldvorming is nu mogelijk bij elk onderzoek.

Het is niet mogelijk een overzicht te geven van alle investeringen die in 2010 in het Sint-Franciskusziekenhuis gedaan zijn. Enkele belangrijke vernieuwingen verdienen toch een vermelding in dit jaarverslag.

Page 24: Intro,31

24 introjuli 2011

Nieuwe afdeling kinder- en jeugdgeneeskundeMarijke Claes - verpleegkundig diensthoofd

“De open desk wil de openheid voor de ouders en kinderen benadrukken De laagte die in de desk uitgewerkt is, is voor de kleinere kinderen zodat zij ook zelf gemakkelijk met ons kunnen contact zoeken.”

“De onderzoekskamer is eigentijds ingericht met moderne kleuren. Vooral de onderzoekstafel spreekt in zijn felle paarse tinten de kinderen aan.”

“Voor ouders is er een aparte keuken-zithoek met microgolf. Hier kunnen zij terecht om even op adem te komen, gratis koffie te halen en eventueel ook een maaltijd van thuis op te warmen.”

“Voor een goede nachtrust van de ouders is gedacht aan comfortabele slaapzetels en plooibedden.“

Page 25: Intro,31

25introjuli 2011

Bij de inrichting van onze nieuwe afdeling kinder- en jeugdgeneeskunde is klantvriendelijkheid maar vooral

ook kindvriendelijkheid een must. We hebben geprobeerd om de afdeling zo gezellig en huiselijk mogelijk

in te richten waar de ouders maar vooral ook de kinderen, zowel de kleintjes als de tieners, zich kunnen

thuis voelen.

“Op de gang hebben we de twee uiteinden gezellig gemaakt met educatieve speelwanden, speelkussen en kinderstoeltjes. Het is voor kinderen moeilijk om heel de dag op de kamer te blijven. Er zijn nieuwe fietsjes voorzien waar ze mee mogen rondtoeren op de afdeling.”

“De open desk, de gezellige en eigentijdse inrichting met educatieve spelen wil gunstig inspelen op het herstel van onze patiëntjes.”

“In de ontspannings – en speelruimte staan er kinder-designmeubeltjes en amuseren de kinderen zich aan de magneet- en krijtmuur. De sterrenhemel zorgt voor gezelligheid. Een Wii wil de grotere kinderen stimuleren tot gezonde bewegingsspelletjes.”

Page 26: Intro,31

26 introjuli 2011

Dr. André Bellens geeft als psychiater-emeritus een kritische kijk op de heden daagse maatschappij met haar actuele thematiek.

Column

Jaarverslagen

Jaarverslagen zijn interessante documenten. Zij leren ons iets over de prestaties en de evolutie van een bedrijf. Ze tonen ons hoe een bedrijf heeft gepresteerd tijdens het laatste jaar en hoe een bedrijf verwacht om zich verder te ontwikkelen. In dit nummer van Intro vindt u het jaarverslag van het Sint-Franciskusziekenhuis, dat de laatste jaren al heel wat mooie prestaties op zijn naam heeft. Een even interessant verslag leek me het verslag gepubliceerd door het Programma voor het Milieu van de Verenigde Naties (UNEP), verschenen in mei 2011.Het waarschuwt voor de overexploitatie en het risico voor een tekort aan grondstoffen. In het rapport wordt vastgesteld dat in de 20e eeuw, het verbruik in de wereld van mineralen, fossiele brandstoffen, bouwmaterialen en organische grondstoffen achtmaal is toegenomen en de productie van goederen en diensten drieëntwintig maal is vermeerderd. De productiviteit van de hulpbronnen is dus wel vermeerderd, maar niet genoeg om te voldoen aan de behoeften van een rechtvaardige en duurzame maatschappij. In het vooruitzicht van het jaar 2050, met een wereldpopulatie van 9 miljard inwoners, werken de schrijvers van het rapport met drie scenario’s. In een eerste scenario blijven de rijke landen evenveel grondstoffen verbruiken als in het jaar 2000, dit wil zeggen 16 ton per inwoner en per jaar, en de andere landen halen ons in. Dit zou een jaarlijks verbruik van de grondstoffen betekenen van 140 miljard ton (tegen 49 miljard ton in 2000). Een vooruitzicht dat onhoudbaar is voor wat betreft het opgebruiken van de grondstoffen en voor de hoeveelheid uitstoot van emissiegassen met serre-effect. Een tweede scenario voorziet een convergentie van het verbruik van de grondstoffen naar 8 ton per inwoner/per jaar, voor alle landen. Dit heeft als gevolg dat de geïndustrialiseerde landen hun grondstoffenverbruik zouden moeten verminderen met de helft. Niettemin zou dit nog een verhoging van 40 % betekenen voor het gebruik van de grondstoffen en een verdubbeling van de CO-uitstoot. Dit laatste ligt nog ver boven de doelstellingen om de klimaatswijzigingen onder controle te houden. Een derde scenario is gebaseerd op de hypothese dat hetzelfde verbruik van de grondstoffen zou gehandhaafd worden als in 2000, wat zou veronderstellen dat de geïndustrialiseerde landen hun verbruik moeten verminderen met tweederden en dat de andere landen voor een status quo kiezen. Maar dit zou moeilijk te realiseren zijn, vermits dit belangrijke voluntaristische politieke beslissingen zou vergen. Wat is dan de oplossing , vragen de schrijvers van het rapport zich af. De sleutel is ‘innovatie’.

Maar ook – en dit is een verrassing – de ‘verstedelijking’, die toelaat om meer diensten en economieën te groeperen. “Dit is de paradox dat de verstedelijking die verantwoordelijk is voor heel wat verbruik van grondstoffen, ook het grootste potentieel in zich draagt voor duurzame innovaties”. Wat de psycho-sociale gevolgen zouden zijn van een algemene ‘verstedelijking’, heb ik niet kunnen vinden. U ziet: het lezen van jaarverslagen blijft interessant.

(bron: Le Monde )

“Men moet rekenen op de vindingrijkheid van de mens om nieuwe technologieën te ontwikkelen die minder gulzig zijn naar grondstoffen.”

Page 27: Intro,31

27introjuli 2011

Page 28: Intro,31

28 introjuli 2011

Zorgtraject diabetes

Met de verhuizing naar de nieuwe polikliniek is een lang gekoesterde droom om ook ruimtelijk multidisciplinair te werken in vervulling gegaan. Endocrinologen, diabeteseducatoren en diëtiste doen nu simultaan én in elkaars onmiddellijke nabijheid consultatie waardoor ze elkaar makkelijker consulteren en patiënten sneller en efficiënter doorverwezen worden. Ook onze psychologe en sociale dienst maken gebruik van deze lokalen.

“Ook ons diabetes-team is de afgelopen jaren sterk uitgebreid. Waar dit team aanvankelijk 3 personen telde (1 endocrinoloog, 1 diabeteseducator en 1 diëtiste), werken momenteel 2 endocrinologen (Katrien Laga en ikzelf, Heidi Vanderstappen), 5 diabeteseducatoren (Sonja Prinsen, Selda Pomar, Lutgart Christiaensen en Martine Fraiponts) waaronder ook onze diëtiste Nadine Van de Kerkhof, een psychologe (Lieve De Clerck momenteel tijdelijk vervangen door Kaatje Jardin wegens zwangerschapsverlof), sociaal verpleegkundige (Cindy Lemmens) en (last but not least) onze secretaresse Marijke Goossens die orde schept in al ons papierwerk, samen. Wij mogen terecht trots zijn op ons ganse team! De goede sfeer die onderling heerst, is zeker voelbaar tot bij onze patiënten en verwijzers en draagt ongetwijfeld bij tot motivatie van onze patiënten.”

Tijdens onze consultaties worden onze patiënten steeds zowel door een educator als door een endocrinoloog gezien waarbij ieder haar welomschreven taak heeft. Van hieruit worden de nodige afspraken voor tussentijdse of iets intensievere (zoals voor bijkomende educatie of snelle aanpassing van de insulinetherapie) opvolging door het diabetesteam gemaakt.Minstens driemaandelijks vindt er een multidisciplinair teamoverleg plaats waarop meer probleempatiënten besproken worden.

Tot heden ging het vooral om de opvolging van diabetespatiënten in het kader van de diabetesconventie (behandeld met insuline minstens 2 maal daags) doch sinds september verleden jaar kunnen ook diabetici in het kader van het zorgtraject diabetes (behandeld met maximale dosis orale antidiabetica of met insuline 1 à 2 maal daags) bij ons terecht op speciaal daarvoor voorziene tijdstippen.

Zorgtraject diabetes

Met de komst van het zorgtraject diabetes sinds verleden jaar september krijgt de eerste lijn nu effectief de kans om volledig zelfstandig diabetici op te volgen. Het spreekt vanzelf dat wij hen daarin zoveel mogelijk proberen te stimuleren en te ondersteunen. Speciale raadplegingen zijn voorzien voor deze patiënten zodat de huisarts snel hiermee van start kan gaan. Samen met onze collega’s endocrinologen van het Jessaziekenhuis nemen wij deel aan het pilootproject LMN West Limburg en Omstreken en zijn op die manier ook actief betrokken bij de implementatie hiervan in onze regio.

Dr. Heidi Vanderstappen: “Sinds mijn start in Heusden in 1996 én met de komst van mijn collega Katrien Laga in 2002 is het aantal patiënten in onze diabetesconventie fors toegenomen met een stabilisatie de afgelopen jaren. We hebben steeds een actieve betrokkenheid van de huisarts bij de diabeteszorg van zijn of haar patiënt nagestreefd en we mogen spreken van een fijne samenwerking met onze verwijzende huisartsen.”

Page 29: Intro,31

29introjuli 2011

Zorgtraject diabetes

Dagelijks bieden wij een volwaardige diabetesconsultatie

aan onze patiënten en verwijzende huisartsen aan in ons

ziekenhuis te Heusden. Twee dagen per week kan dit in

het Medisch Centrum Beringen.

“Buiten de consultaties kunnen patiënten maar ook huisartsen steeds voor advies terecht bij onze diabeteseducatoren die zelfstandig werken doch steeds zo nodig, een beroep op de endocrinoloog kunnen doen.Daarnaast verstrekken zij, bij voorkeur op afspraak, educatie en materiaal aan de diabetespatiënten in de diabetesconventie (niet in het zorgtraject!), evenals educatie aan de educatoren uit de eerste lijn in het kader van het zorgtraject. Educatie aan de patiënten in het kader van het zorgtraject behoort niet tot hun takenpakket.”ader van het zorgtraject behoort niet tot hun takenpakket.

Binnen het ziekenhuis is ons diabetesteam nauw betrokken bij de opvolging van de (gekende en niet gekende!) diabetespatiënten die verspreid over de verschillende diensten liggen. Zij geven ook geregeld bijscholingen aan de overige verpleegkundigen.Er is een goede samenwerking met de dienst Gynaecologie voor de opvolging van de patiënten met zwangerschapsdiabetes en zwangere diabetici. Met de komst van onze twee kinderendocrinologen Andreas Winter en Bettina Horlebein krijgen diabetische kinderen de kans om terug wat dichter bij huis opgevolgd te worden.

Met de voorspelde explosieve toename van het aantal diabetici in de toekomst staan we nog voor een grote uitdaging die we enkel gezamenlijk tot een goed einde zullen kunnen brengen.

Dr. Heidi Vanderstappen - Endocrinologie

Page 30: Intro,31

30 introjuli 2011

Pediatrische endocrinologie en diabetologie

Dr. Bettina Horbelein & Dr. Andreas Winter

De vele vragen waarmee wij kinderendocrinologen en kinderdiabetologenworden geconfronteerd maakt duidelijk dat er hier in de regio een grote behoefte is. Wij hopen nu zowel de kleine patiënten en hun ouders als de collega´s huisartsen van dienst te kunnen zijn.

Endocrinologie

Endocrinologen houden zich bezig met het behandelen van alle afwijkingen in de hormoonhuishouding en de problemen die daarmee samenhangen. Omdat niet in ieder geval een symptoom rechtstreeks naar de juiste diagnose leidt, is een systematisch onderzoek noodzakelijk zoals een lichamelijk onderzoek, een preciese lengtemeting ofwel een bloedonderzoek. Vaak is er bijkomend een echografie en een röntgenfoto van de linkerhand en -pols (botleeftijd) nodig.

Meestal worden de patiënten doorverwezen vanwege:• kleineofgrotegestalte;• vertraagdeofvervroegdelichamelijkeontwikkeling;• nietingedaaldeteelballen;• schildklierfunctiestoring;• botaandoeningen.

Om hierop een antwoord te kunnen formuleren, beschikken wij over:• eendigitalemeetlatenmeetbord;• eeneigenechografietoestel;De röntgenfoto linkerhand wordt op onze radiologische afdeling genomen.

Op de kinderafdeling kunnen tijdens een dagopname verschillende bloedtests worden uitgevoerd, bijvoorbeeld:• groeihormoonstimulatietests(groeihormoongebrek);• LHRH-test(puberteitsstoornissen);• ACTH-test(aandoeningenvandebijnieren);• TRH-test(functiestoornisvandeschildklier).

In nauwe samenwerking met de huisarts worden de patiënten dan verder opgevolgd.

Diabetes

Diabetische kinderen en adolescenten worden best door een diabetesteam behandeld dat - zoals hier in het Sint-Franciskusziekenhuis - uit een pediater, speciaal opgeleide verpleegkundigen, diëtisten, sociaal assistenten en psychologen bestaat. Bovendien is voor de patiënten een lokale beschikbaarheid gewenst om in geval van urgentie geen tijd te verliezen: niet in ieder geval is een telefonische raadpleging voldoende. Dit heeft allemaal te maken met de eigenheden van diabetes bij het kind en de adolescent.

Wat wij willen bereiken:

• vrijcomfortabelkunnenleven

• zelfmonitoringen-management

• glycemiezonormaalalsmogelijk

• goedeenregelmatigeopleidingenomhypoglycemien

of ketoacidosen te voorkomen

• vrijvariabelinsuline-eneetpatroon

• normale,gezondevoeding

• motiverenomaansporttedoen

• normalegroeienmentaleontwikkeling

Wat wij willen vermijden:

• “diabetesdieet”

• “permissievehyperglycemie”

(om hypoglycemien eenvoudig te voorkomen)

• acutecomplicaties(hypoglycemie,ketoacidose)

• chronischecomplicaties(bv.nierinsufficiëntie)

• hetdiabetischkindalseenzonderling

Met de twee nieuwe kinderartsen in het diabetesteam is nu aan alle voorwaarden voldaan om in de opvolging van diabetische kinderen en jeugd te voorzien.Naast een moderne pen- of pompbehandeling, maakt vooral een regelmatige opleiding integraal deel uit van een doeltreffende behandeling om een goede algemene gezondheidstoestand te behouden in het dagelijks leven, op school, bij spel en sport …

Met de twee nieuwe collega’s dr. Bettina Horlebein en dr. Andreas Winter heeft de kinder- en jeugdafdeling haar aanbod uitgebreid. Sinds de tweede helft van 2010 kunnen kinderen met diabetes en endocrinologische aandoeningen volledig gediagnosticeerd en behandeld worden.

Page 31: Intro,31

31introjuli 2011

Onze resultaten

Page 32: Intro,31

32 introjuli 2011

Opendeurdagen

We kennen als regionaal ziekenhuis een expansieve groei. Kwaliteitsvolle zorgen dicht bij huis, in een veilige en vriendelijke omgeving, is onze dagelijkse opdracht. Als regionaal ziekenhuis leggen we het accent op een persoonlijke benadering. Patiëntveiligheid neemt hier een belangrijke plaats in. Met deze recente en toekomstige uitbreiding van onze infrastructuur, willen we patiënten met de beste medische zorgen omringen.

Opening F-blok en D-blok

Vrijdagavond, 22 oktober, waren er heel wat genodigden present op de officiële opening van de nieuwe polikliniek in het Sint-Franciskusziekenhuis. Prominenten uit de Vlaamse ziekenhuissector en de Limburgse politieke wereld waren aanwezig voor deze officiële lancering. Het lint werd doorgeknipt door mevrouw Erica Thijs, CD&V-senator en burgemeester Sonja Claes.Twee dagen later, zondag 24 oktober, kwamen meer dan 6000 mensen naar de opendeur voor een blik achter de schermen. Bewoners uit Heusden-Zolder en de randgemeenten toonden hun interesse voor de nieuwe infrastructuur in de polikliniek, dienst Sterilisatie, nieuwe OK-zaal, ... Op diverse plaatsen kon je nader kennismaken met de geneesheer-specialisten die aan de info- en demostands bezoekers informeerden over de laatste medische technieken.De overweldigende opkomst van geïnteresseerden uit de regio maakten van deze opendeurdag een gigantisch succes. Bezoekers bezochten via een wandelroute volgende afdelingen:

Polikliniek

Een artsenkorps van meer dan 80 geneesheren staat garant voor de beste medisch-technische zorgen en diensten.Veel aandacht gaat uit naar een optimale inrichting zodat comfort en privacy voor de patiënt gegarandeerd worden tijdens raadplegingen, endoscopische en functieonderzoeken.

Laboratorium

Om het toenemend aantal aanvragen voor laboratoriumdiagnostiek te garanderen, is een volledig nieuw modern laboratorium in gebruik genomen. Hedendaagse technologie en automatisering zorgen voor een efficiënte verwerking van de onderzoeken.Een onthaalruimte, met een aparte zone voor het administratief gedeelte, biedt meer comfort en geeft de mogelijkheid tot een persoonlijke opvang van de patiënt.

Operatiekwartier

Twee nieuwe operatiezalen zijn voorzien van hightech apparatuur met pendelsystemen waardoor alle operatiematerialen van de grond worden getild. Hierdoor verhoogt de polyvalentie van de zalen en verbetert de mobiliteit rond de operatietafels. Een computergestuurd planningssysteem zorgt voor een optimale organisatie.De volledige digitalisatie laat toe het medisch dossier en alle beelden te raadplegen vanuit het operatieveld.

Geriatrische afdeling en geriatrisch dagziekenhuis

Zorg voor de ouderen neemt in ziekenhuizen een belangrijke plaats in. Binnen onze nieuwe vleugel is een ruime en sfeervolle verblijfsafdeling geriatrie en een Geriatrisch dagziekenhuis ondergebracht. Bij het ontwerp van de ruimten is rekening gehouden met de noden van de ouder wordende patiënt. In een rustige omgeving kunnen medische, verpleegkundige en paramedische zorgen geboden worden.

Page 33: Intro,31

33introjuli 2011

Sterilisatie

In de nieuwbouw naast het operatiekwartier is een ruimte voorzien voor de dienst Sterilisatie. In een driestappenproces steriliseert men medische materialen met hoogtechnologische apparatuur. Het ergonomische ontwerp van de ruimte zorgt voor optimale werkomstandigheden.

Opendeur kinder- en jeugdgeneeskunde

XXL-gezelschapsspelen en technopolis waren activiteiten voor de kinderen op zondag 22 mei. Zij maakten van de opendeur van de kinder- en jeugdafdeling een geslaagd evenement. De kinderartsen, verpleegkundigen en de mediclown leidden de bezoekers rond op de vernieuwde afdeling.

OpendeurdagenDiane Mombers - verantwoordelijke dienst communicatie

Werkgroep ‘Heusden-Zolder fietst naar Congo’ zorgde op beide

opendeurdagen voor de drankvoorziening en een stukje taart ten

voordele van het goede doel. De gratis ijsjes voor de kinderen

gingen vlot de deur uit.

Page 34: Intro,31

34 introjuli 2011

Sinds het opstarten van de surveillance in 1994, deed zich een evolutie voor:

Van 1994 tot 1998 merken we een significante daling van zowel het resistentiecijfer als van de incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Van 1999 tot 2003 is er een snelle, belangrijke en statistisch significante stijging van beide indicatoren met een verdubbeling van de cijfers.

Sinds 2003 observeren we een duidelijk keerpunt in de trend met een stabilisatie, gevolgd door een trage daling van het resistentiecijfers en een snelle en meer uitgesproken daling van de nosocomiale incidentie.

De spectaculaire daling van de incidentie van nosocomiaal verworven MRSA, ingetreden in 2004 zet zich verder. Zij is gehalveerd in een tijdspanne van 5 jaar.

Tijdens de tweede semester van 2009 bereikten we opnieuw het niveau van het jaar 2000. De trend is coherent en gelijklopend in de drie regio’s. De hoogste incidenties werden opgemeten in 2003-04. In Vlaanderen daalt de nosocomiale incidentie van 2.5 nieuwe gevallen (2003-2004) naar 1.1 geval per 1000 opnames (2009/2).Ook het resistentiecijfer daalt, weliswaar veel trager dan de incidentie van nosocomiaal verworven MRSA: van 31% in 2005 naar 22% eind 2009.

Surveillance van MRSAMaria Quitens, ziekenhuishygiëniste en Dr. Guy Van Goethem, klinisch bioloog

Gunstige evolutie

Globaal genomen tonen de surveillanceresultaten een

gunstige evolutie van de MRSA problematiek in Belgische

acute ziekenhuizen.

De meer strikte toepassing van controlemaatregelen en

screening voor MRSA, de nationale handhygiënecampagnes

en het rationaliseren van het antibioticagebruik door middel

van antibioticabeleidsgroepen, dragen beslist bij tot deze

gunstige evolutie.

Ook het frequenter uitvoeren van een gerichte screening bij

opname speelt hierin mee.

Een gelijkaardige MRSA-incidentiedaling wordt sinds een

vijftal jaren ook in andere Europese landen vastgesteld en is

toe te schrijven aan de intensieve aanpak van MRSA en een

beter ziekenhuishygiënebeleid.

De laatst bekende nationale cijfers voor MRSA op ziekenhuisniveau gaan tot het 2de semester 2010. Zowel voor de resistentie als voor de incidentie scoort het Sint Franciskusziekenhuis nationaal goed.

Page 35: Intro,31

35introjuli 2011

“Ondertussen werden wij ook spontaan geholpen door het ruimtegebrek in het ziekenhuis waardoor de rookzaal boven plots werd omgetoverd in een melkkeuken. Sindsdien heeft het grondwettelijk hof bovendien besloten dat het geplande rookverbod in de horeca moet gelden voor alle horecagelegenheden. Gelukkig bleken er in verschillende afdelingen van het ziekenhuis mensen aanwezig om dit initiatief mee van de grond te krijgen.”

Bovendien zou rookstop een van deze eerste aandachtspunten moeten zijn in een groot gamma pathologiëen en is het dus een doelstelling die ziekenhuisbreed gedragen dient te zijn. Verder heeft het ziekenhuis ook een taak als werkgever naar zijn werknemers om hen niet bloot te stellen aan passief roken. Maar eigenlijk is er al geruime tijd een evolutie gaande om roken te verbieden (op school, in de schoolomgeving, op restaurant, op openbare plaatsen, met kinderen in de auto). Een projectgroep binnen het ziekenhuis maakte onmiddellijk werk van een planning met concrete actiepunten. Voor de eerste sensibilisering is de anti-tabaksdag een geslaagd initatief, zowel voor de medewerkers als voor de bezoekers.”

“De evolutie naar een rookvrij ziekenhuis vraagt een bijzondere benadering.”

“Een eerste stap voor ons ziekenhuis zou alleszins een plan van aanpak en een concrete timing moeten zijn. Dit plan moet onder andere het volgende omvatten: een rooklokatie buiten het ziekenhuis, rookverbod voor personeel in ziekenhuisuniform, rookstopbegeleiding voor ziekenhuispersoneel, totaal rookverbod binnen de muren van het ziekenhuis en nog veel meer. Wij zijn ervan overtuigd dat mits goede communicatie en begeleiding dit op een constructieve manier kan geïmplementeerd worden.“

“Via verschillende kanalen vinden we hierbij gemakkelijk steun van onder andere de provincie Limburg, het VRGT (Vlaams vereniging voor bestrijding van tuberculose en tabak), het RIZIV en de Vlaamse Overheid. De beste resultaten van volgehouden rookstop zullen bestaan uit een combinatie van medicatie, groepsessies en psychologische begeleiding. Daarbij is het essentieel dat we vertrekken vanuit een ondersteunende houding in plaats van een bestraffende. Hiermee kunnen we ook op lange termijn goede resultaten behalen. De projectgroep zorgde voor de infofolder waarin rokers informatie over rookstopbegeleiding kunnen terugvinden.”

Rookstop: een evidentie!?

Sinds 1 januari 2011 is er een nieuwe directie actief in ons ziekenhuis. Dit leek dus een uitgelezen moment om naast alle andere beleidsplannen ook het streven naar een rookvrij ziekenhuis weer op de voorgrond te brengen.

Dr. Ruud van Puijenbroek , pneumoloog

“Het lijkt evident dat roken niet thuis hoort in een ziekenhuisomgeving waar gewerkt wordt om

mensen weer gezond te krijgen.“

Page 36: Intro,31

36 introjuli 2011

Ook in 2010 slagen we er voor de 6de keer in om onze jaargelijkse bijdrage van 12.500 euro te leveren voor het project ‘ziekenhuis voor ziekenhuis’. Het Sint-Franciskusziekenhuis verlengt voor vijf jaar zijn engagement voor dit project van de NGO MEMISA.Dit bedrag wordt ingezameld door tal van activiteiten en wordt door de officiële Belgische ontwikkelingshulp verhoogd tot ongeveer 70.000 euro. Middelen die aangewend worden voor de gezondheidszone en het Hôpital Général de Référence van Panzi in de provincie Bandundu, Democratische Republiek Congo.

Tijdens een tweede inleefreis in mei 2010 kon onze vierkoppige delegatie met eigen ogen vaststellen dat de structurele steun zijn doel niet mist.Deze steun zorgt mee voor de basisgezondheidszorg aan een bevolking van ongeveer 150.000 inwoners in een afgelegen gebied in het zuidwesten van Congo.Dit project kan dankzij de inzet van het ter plaatse verantwoordelijke gezondheidspersoneel en de bevolking. Het juiste gebruik van de middelen wordt gecontroleerd door de geselecteerde en bekwame Congolese MEMISA-medewerkers. De indrukwekkende ontvangst door duizenden inwoners van Panzi heeft ons diep getroffen en toont hoe onze hulp voor hen van levensbelang is.

“Ziekenhuis voor ziekenhuis”voor 5 jaar verlengd


Recommended