VISION & ROBOTICS
jaaRgaNg 4 | NummeR 2 | apRIl 2012
Hekwerken en veiligheidsonderdelen
Time of Flight opent de deur
Robot verovert bowlingbaan
Stop!
Inclusief Dossier
Verpakken
02
FAN
UC
– N
O.1
IN
FA
CT
OR
Y A
UT
OM
AT
ION
AN
D R
OB
OT
S.
The colour of automation
CNC | ROBOTICS | ROBOMACHINE
We accelerate your business. FANUC CNC · Robotics · RobomachineThe power of three strong companies – together now as one leading entity: FANUC
WWW.FANUC.EUww
w.z
uk.d
e
6577 FNR Ad_ColOfAutom_230x295_RZ.indd 1 3/21/2012 2:10:51 PM
03
ColofonVision & Robotics is hét vakblad over automatise-
ringsoplossingen voor de maak-, agro-en foodindustrie
door specialisten in robotica en visionsystemen.
jaaRgaNg 4 | NummeR 2 | apRIl 2012
Vision & Robotics verschijnt zes maal per jaar. Toezending
geschiedt op abonnementbasis en controlled circulation.
uITgeVeR
Henk van Beek, Fenceworks BV
Telefoon: 06 - 28 41 70 73
E-mail: [email protected]
RedaCTIe
Liam van Koert, The Text Factory
Joanna Hughes, The Text Factory
Telefoon: 06 - 17 58 82 65
Email: [email protected]
RedaCTIeRaad
Pieter Jonker, TU Eindhoven en TU Delft
Jaap van de Loosdrecht, Computer Vision Lab, NHL
Martin van der Have, RAB en ABB
Fred Bokhorst, RAB en Ferdar
Bas Wondergem, DVC
Hans Lenos, lenosonline.info
Wim Hoeks, NTS groep
VORmgeVINg
Laura Willemsen, Grafisch ontwerp
dRuk
Drukkerij ProFeeling, België
pOSTadReS RedaCTIe
Maredijk 17, 2316 VR Leiden
E-mail: [email protected]
aBONNemeNTeN
adVeRTeNTIe-explOITaTIe
Mike de Jong, Bureau voor Marketing Media BV
Telefoon: 06 - 43 05 30 25
E-mail: [email protected]
aaN d IT NummeR weRkTeN mee
Bram Janssen, Safora S.S. Macdonald, Bert Stap,
Yves De Groote, Hans Lenos
Column 03
lIam VaN kOeRT
Voor één dag hadden we onlangs onze eigen Nederlandse Icarus. Jarno Smeets
was de eerste mens ter wereld die zijn vleugels uitsloeg en met hevig armgewap-
per het luchtruim betrad. De daarop volgende honderd meter legde hij, schijnbaar
onaangetast door de zwaartekracht, niet over het mooie gras van een parkje af,
maar in vrijheid door de staalblauwe lucht. De op YouTube vastgelegde jongens-
droom was groot nieuws. En niet alleen in Nederland. Van CNN tot BBC, wereldwijd
vroegen de mediamagnaten zich af hoe hij het geflikt had. Het NOS rapporteerde
iets over Wii controllers, mobiele telefoons en motoren die het zware wapperende
werk deden. Tegelijkertijd duiken de geruchten van een hoax op. Vliegen als een
vogel? Dat kan niet. De MythBusters bemoeiden zich ermee en zelfs de special-
effectsspecialisten van Starwars onderzochten of er niet met de beelden geknoeid
was. Er was iets met een inconsistent vlekje op de vleugels en ook kwam een
journalist van het Belgische blad Humo erachter dat Jarno Smeets, in tegenstelling
tot zijn beweringen, helemaal niet aan de TU Delft had gestudeerd en al helemaal
niet bij Philips had gewerkt. Eén dag, honderden nieuwsflitsen en miljoenen views
op YouTube later kwam het hoge woord er bij De Wereld Draait Door dan toch uit.
Hoewel acht maanden voorbereid, met zeer veel geloofwaardige documentatie op
zijn blog bleek Icarus dan toch een mythe. Jarno Smeets bleek een Lying Dutch-
man, was geen ingenieur en had nooit bij Philips gewerkt. Sterker nog, hij heette
geen Jarno Smeets maar Floris Kaayk en was een filmmaker. Zijn vliegproject had
weinig met engineering van doen en was meer een experiment om te kijken hoe
de huidige (sociale) mediakanalen werken. Met de snelheid van het licht, zou ik
concluderen.
Zelf heb ik bij het zien van de eerste beelden getwijfeld. De beelden zagen er wat
stuntelig uit, maar ik hoopte dat het waar was. Ook acht ik het niet uitgesloten dat
er ooit een Icarus zal opstaan. Als een Leonardo da Vinci dacht dat het kon, wie ben
ik dan om aan zijn overtuiging te twijfelen? En misschien is een Icarus precies wat
we nodig hebben om dergelijke zaken mogelijk te maken. Natuurlijk ligt in deze
Griekse klassieker een waarschuwing voor hoogmoed verscholen. De vliegende
hoofdpersoon mocht niet te hoog vliegen, omdat de was die zijn vleugels bijeen
hield dan zou smelten. En hoewel dit natuurlijk precies is wat er gebeurde, denk ik:
dat is wel waar, maar dat vliegen had hij toch maar even mooi voor elkaar!
Icarus
ww
w.z
eros
even
.de
ww
w.z
eros
even
.de
KUKA Automatisering & Robots, Centrum Zuid 1031, 3530 Houthalen, België. Email: [email protected]. Tel.: +32 (0)11 51 61 60.
ww
w.z
eros
even
.de
ww
w.z
eros
even
.de
Meer informatie over de nieuwe
KUKA-producten kan U vinden op:
www.automation-becomes-easy.com
Of scan deze QR-code met je
smartphone.
Automation becomes easy.
Ontdek hoe KUKA zich heeft toegelegd op het vereenvoudigen
van de robotica in elke dimensie: Automation becomes easy!
Eenvoudig te plannen. Eenvoudig te integreren. Eenvoudig te
bedienen. Eenvoudig in onderhoud. Eenvoudig in aanpassen naar
specifi eke vragen. Met de QUANTEC robotgeneratie – veelzijdiger en
sterker dan nooit ervoor. Met de KR C4 kontroller – waar overbodige
Hardware geëlimineerd is. Met het nieuwe KUKA smartPAD – de
gemakkelijkste manier om een robot te bedienen.
In dit nummer
De veilige robotcel 08
Time of Flight camera’s
klaar voor de praktijk 12
Overzicht TechniShow 2012 16
Dossier Verpakken 21
Robot verovert bowlingbaan 27
Rubrieken
Redactioneel 03
Colofon 03
Nieuws 06
Branche Bulletin 30
Robotveiligheid 32
(Un)Safe 36
Productnieuws 38
Adverteerdersindex 41
Column Mikrocentrum 42
Inhoud 05
21
8
27
april 2012| VISION & ROBOTICS
Nieuws06
Met het robotonderzoek willen wetenschappers
beter dan ooit inzicht krijgen in de staat van het
zwart-witte tableau, dat in zijn lange bestaan
onder andere twintig jaar de hele wereld heeft
rondgereisd. Het Reina Sofia Museum in Madrid,
waar het doek hangt, werkt samen met een te-
lecommunicatiebedrijf om Guernica ter plaatste
te kunnen onderzoeken. Het schilderij verkeert
volgens conservator Jorge Garcia Gomez-Tejedor
in ‘delicate staat’, omdat het zo vaak is ver-
plaatst. Pablito, die volgens de krant El País zo’n
driehonderdduizend euro heeft gekost, is een
pietje-precies. Hij kan details zien op een schaal
van 25 micrometer, oftewel 25-duizendste mil-
limeter. Analisten kunnen zo luchtbelletjes en
krasjes zien die onmogelijk met het blote oog
waarneembaar zijn. De onderzoekers willen
onder meer ontdekken welk scheppingsproces -
welke verkennende schetsen en terloopse aan-
passingen - ten grondslag ligt aan de creatie van
Guernica. Het schilderij hoeft volgens Gomez-
Tejedor voorlopig niet gerestaureerd te worden.
ééN VaN paBlO pICaSSO’S BekeNdSTe SCHIldeRIjeN, gueRNICa, wORdT ONdeRwORpeN aaN eeN gezONd-
HeIdSONdeRzOek. de ONdeRzOekeR IS eeN ROBOT. HeT dOek IS INmIddelS 75 jaaR Oud. eeN ROBOT dIe
luISTeRT NaaR de Naam paBlITO gaaT TIeNduIzeNd mICROSCOpISCHe FOTOOTjeS makeN VaN pICaSSO’S
paCIFISTISCHe meeSTeRweRk.
Robot pablito fotografeert pablo picasso’s guernica
Het Ridderkerkse bedrijf Vertiblast heeft een robot ontwikkeld waarmee een schoonmaker met
een joystick een scheepshuid kan reinigen. De schoonmaakrobot, die enkele tientallen kilogram-
men weegt, heeft krachtige magneten in zijn wielen waarmee hij zich vastklampt aan de stalen
scheepshuid terwijl hij daarover rondrijdt. De HP Cleaning reinigt de scheepshuid met water on-
der hoge druk. Daarnaast brengt Vertiblast een robot op de markt die de scheepshuid van verf
ontdoet door deze te ‘beschieten’ met kleine kogeltjes – de Vertiblast 250. De robots hoeven,
voordat ze gebruiksklaar zijn, alleen te worden verbonden met een paar kabels en slangen. Tot
nu toe worden in scheepswerven scheepshuiden gereinigd door schoonmakers in speciale vei-
ligheidspakken die op steigers met hogedruklansen water onder 2.500 bar op de huid spuiten.
Niet alleen is dit werk gevaarlijk en zwaar, ook zijn de kosten ervan hoog. Ook voor schoonmaak-
klussen waarbij slechts een gering oppervlak hoeft te worden gereinigd, moeten schoonmakers
immers vaak eerst steigers en stellingen opbouwen. Vertiblast 250 heeft een watergekoelde
elektromotor die slechts zes kilogram weegt en een schoepenrad aandrijft die met grote kracht
kogeltjes op de huid schiet. Al die kogeltjes vangt hij weer af en hergebruikt hij. Het pomphuis
waar de kogeltjes doorvliegen, bestaat uit een speciale, extreem harde staalsoort. Volgens de
uitvinders, Christo Kok en David de Jong, laat Vertiblast 250 alle andere bestaande robots ‘met
meer dan een straatlengte’ achter zich.
Schoonmaak-robot maakt steiger overbodig
Nieuws
De Amerikaanse marine test momen-
teel een nieuw type drone, de X-47B,
die in staat zou moeten zijn om zelf
beslissingen te nemen. In tegenstel-
ling tot het huidige type drone kan
de X-47B zelf opstijgen en landen
vanaf een vliegdekschip, in de lucht
bijgetankt worden en op termijn zelf
beslissen of het de tegenstander
aanvalt of niet. Dat meldt de Ameri-
kaanse krant Los Angeles Times. Dro-
nes vormen al jaren een belangrijk
militair wapen. Op het moment van
de aanslagen van 11 september was
het aantal legerdrones op één hand
te tellen. Een decennium later zijn er
zo’n 7.500 drones in gebruik. Dat is
goed voor een derde van al het vlie-
gend materieel dat de Amerikaanse
strijdkracht tot zijn beschikking heeft.
Het huidige type drone heeft een
ingegeven vluchtplan, vuurt wan-
neer een persoon op de knop drukt
en doet dus enkel wat er gevraagd
wordt. Als de X-47B de basistaken -
opstijgen, landen en bijtanken - goed
onder controle heeft, zou er een heel
arsenaal aan mogelijkheden moe-
ten komen. Zelf beslissen of er aan-
gevallen wordt, hoort daar bij. Carl
Johnson is de projectleider van de
X-47B. Volgens hem zal deze drone
een oorlog veel veiliger maken voor
het Amerikaanse leger. Het toestel
zorgt ervoor dat minder Amerikanen
in de frontlinie belanden, zonder aan
slagkracht te verliezen. Er zijn echter
veel tegenstanders van dit nieuwe
aanvalswapen. Door drones in te zet-
ten, zou niemand verantwoordelijk
kunnen worden gehouden voor een
(mislukte) aanval. Er zou namelijk
niemand specifiek de opdracht heb-
ben gegeven.
Wetenschappers in Singapore hebben een
kleine robotkrab ontwikkeld die in een
vroeg stadium maagkanker kan verwij-
deren zonder dat er littekens ontstaan.
Het krabbetje wordt gemonteerd op een
endoscoop, een instrument waarmee de
arts via een meestal flexibele buis in het
lichaam kan kijken. De robotkrab is uitge-
rust met een tang om het slechte weef-
sel vast te houden en een haak om het te
verwijderen. Met behulp van de camera op
de endoscoop kan de arts de robotarmen
besturen. De onderzoekers hopen dat het
apparaat over drie jaar op de markt is.
Nieuwe amerikaanse drone beslist zelf
07Nieuws
Robotkrab verwijdert maagkanker
Onderzoekers van de Harvard-universiteit hebben een
nieuwe productiemethode voor robots ontwikkeld. De
techniek maakt de massaproductie van uitvouwbare
robots en andere kleine apparaten mogelijk door ‘uit-
drukplaten’ te gebruiken.
De productiemethode die door de onderzoekers is
ontwikkeld, lijkt op origami of ‘pop-up-plaatjes’. Door
verschillende laagjes materiaal te gebruiken, kunnen
flexibele verbindingen gemaakt worden in platte ma-
terialen. Met een laser worden de gewenste vormen
voorgesneden, waarna een robot of ander apparaat
omhoog gedrukt kan worden. Op die manier zouden
niet alleen eenvoudige robots, maar ook andere elek-
tromechanische structuren geschikt zijn voor mas-
saproductie. De onderzoekers maakten met achttien
laagjes een robot, die ze de Harvard Monolithic Bee of
Mobee noemden. De laagjes bestaan uit onder meer
koolstofvezel, plastic, titaan, koper en keramische ma-
terialen. De Mobee is slechts 2,4 millimeter hoog en
kan door het omhoog drukken van het plaatmateriaal
‘geactiveerd’ worden. Daarbij worden ruim twintig
vouwen gebogen. Op deze manier zouden tientallen
kleine robots uit een enkele plaat materiaal gesneden
en uitgedrukt kunnen worden. De techniek is gestoeld
op de productiemethode voor het vervaardigen van
printplaten voor de elektronica-industrie, wat de pro-
ductie van de kleine robots eenvoudig en goedkoop
maakt. De benodigde elektronica kan tussen de mate-
riaallaagjes worden ingeklemd, maar ook later worden
ingebouwd. De Harvard-medewerkers zijn bezig hun
techniek commercieel aantrekkelijk te maken.
mobee-robot geschikt voor massaproductie
080808 Robotveiligheid
ROBOTVeIlIgHeId kaN Op Tal VaN maNIeReN geRealISeeRd wORdeN. de meeST IN HeT OOg SpRINgeNde
maNIeR IS NaTuuRlIjk HeT plaaTSeN VaN eeN ROBOT BINNeN eeN Cel OF HekweRk. OOk kaN eR
geweRkT wORdeN meT lICHTSCHeRmeN, maTTeN OF aNdeRe deTeCTIemeTHOdeN. RelaTIeF NIeuw
zIjN HIeRBIj de VeIlIge BeSTuRINgSONdeRdeleN dIe de ROBOTFaBRIkaNTeN BIedeN eN dIe BIj kleINeRe
paylOadS de FySIeke BaRRIèRe OVeRBOdIg makeN. eeN OVeRzICHT.
de veilige robotcelFySIeke BaRRIèRe BlIjFT BelaNgRIjke BeSCHeRmINg
stopzetting wordt afgegeven wanneer de afscherming verplaatst of niet
meer gesloten is.
VeiligheidsafstandenVoordat we verder gaan met de hekwerken en andere afschermingen is
het belangrijk om de veiligheidsafstanden goed te bepalen (NEN-EN-ISO
13857). Wanneer men een robot geleverd krijgt, hoeft het niet zo te zijn
dat het hekwerk er direct bij geplaatst wordt. De fabrikant weet immers
niet altijd in welke opstelling de robot zal komen te staan.
Een methode voor het vermijden of reduceren van risico’s veroorzaakt
door robots is het gebruikmaken van veiligheidsafstanden, die voorko-
men dat gevaarlijke zones worden bereikt. De veiligheidsafstanden zijn
bedoeld om personen te beschermen die onder de beschreven omstan-
digheden (werking van de robot) gevaarlijke zones proberen te bereiken.
Bij het vastleggen van veiligheidsafstanden moet een aantal aspecten in
overweging worden genomen. Eén daarvan is de reikwijdte van de robot,
een ander is een betrouwbaar overzicht van antropometrische gegevens,
rekening houdend met bevolkingsgroepen die waarschijnlijk in de betrok-
ken landen voorkomen. Daarnaast moet er rekening worden gehouden
met biomechanische factoren, zoals het samendrukken en strekken van li-
chaamsdelen en de begrenzingen van de draaiing van gewrichten, alsook
met de technische en praktische aspecten. Dan zijn er nog de aanvullende
maatregelen voor bepaalde groepen van personen, zoals bijvoorbeeld
personen met bijzondere behoeften, die kunnen zijn vereist ten gevolge
van een afwijking van de vastgelegde lichaamsafmetingen.
Voor het bepalen van de veiligheidsafstand die voorkomt dat mensen ge-
vaarlijke zones bereiken, is het noodzakelijk om te beslissen of waarden
voor hoog of laag risico worden toegepast. Daarom moet een risicobeoor-
deling (NEN-EN-ISO 12100-1 en NEN-EN-ISO 14121-1) worden uitgevoerd.
De risicobeoordeling moet worden gebaseerd op de waarschijnlijkheid
van het optreden van letsel en de voorzienbare ernst van dat letsel. Een
De Machinerichtlijn geeft aan dat men bij het in gebruik nemen van de
machine of robot niet blootgesteld mag worden aan risico’s en gevaren.
Dat wil zeggen dat er een wettelijke verplichting bestaat voor het bescher-
men van eenieder die met de machine werkt. De verantwoordelijkheid
hiervoor zit gedeeltelijk aan de kant van de fabrikant en gedeeltelijk aan
de kant van de werkgever. Bovendien valt in Bijlage I van de machine-
richtlijn te lezen dat indien er risico bestaat van gevaar van bewegende
delen, deze dienen te zijn afgeschermd. Wanneer het om een robot gaat,
dient hierbij rekening te worden gehouden met de reikwijdte van de ro-
bot. Wanneer de robot onderdeel uitmaakt van een groter geheel is het
niet altijd mogelijk alles af te schermen door middel van hekwerken of
andere afschermingen, omdat men mogelijk nog bij andere delen van
de machine (het productiesysteem) moet kunnen komen. Daarom wordt
in bepaalde gevallen gekozen voor een vaste afscherming, en in andere
gevallen voor beweegbare afschermingen met blokkeervoorziening door
middel van interlocking movable guards. Een hekwerk, ook wel een be-
schermende constructie genoemd, wordt gezien als een beveiligingsvoor-
ziening (een belemmerende voorziening) of een fysieke barrière die de
toegang tot gevaarlijke delen beperkt om te voorkomen dat men de ge-
vaarlijke zones bereikt.
Vaste afschermingen moeten zodanig zijn bevestigd, dat zij alleen met
behulp van gereedschappen kunnen worden geopend of verwijderd. Waar
mogelijk mogen afschermingen niet zonder hun bevestigingsmiddelen op
hun plaats kunnen blijven. Beweegbare afschermingen met blokkeer-
voorziening moeten, wanneer geopend, zoveel mogelijk met de machine
verbonden blijven. Ze dienen zodanig te zijn ontworpen en gebouwd,
dat ze enkel met een opzettelijke handeling kunnen worden afgesteld.
Over het algemeen is het zo dat beweegbare afschermingen met blok-
keervoorziening gecombineerd moeten zijn met een vergrendelinrichting.
Dit voorkomt dat gevaarlijke robotfuncties in werking treden voordat de
afscherming is gesloten of is teruggeplaatst, en dat er een opdracht tot
Robotveiligheid 09
Safora S.S. Macdonald
Liam van Koert
010
analyse van de technische en menselijke factoren waarvan de risicobeoor-
deling afhankelijk is, is van essentieel belang voor het kunnen maken van
een geschikte keuze voor het bepalen van de afscherming.
Hekwerken
Een productiesysteem kan zijn uitgerust met allerlei soorten veiligheids-
voorzieningen. Zo bestaan er blokkeervoorzieningen, lichtschermen, mat-
ten en een tweehandenbediening. Verder zijn er hekwerken, de ‘distance
guards’, om de robots heen geplaatst die er voor zorgen dat men op een
veilige afstand van de robot blijft. Dit soort hekwerken is over het alge-
meen permanent bevestigd, bijvoorbeeld door middel van lassen of het
gebruik van bevestigingsmiddelen zoals bouten, moeren en schroeven,
waardoor het onmogelijk is de hekwerken zonder gebruik van gereed-
schap te verplaatsen. Het is dus duidelijk de fysieke barrière die voorkomt
dat men onbedoeld in een gevaarlijke zone terechtkomt. Een vast hek-
werk hoeft per definitie niet volledig omsluitend te zijn, waardoor er nog
voldoende mogelijkheden overblijven om toegang tot andere delen van
de machine te verschaffen. Door de afmetingen van het hekwerk wordt
een uitstraling gecreëerd, die aangeeft dat het niet de bedoeling is dat
men er achter komt, noch dat er overheen dient te worden geklommen.
Ook bestaan er zogenoemde ‘tunnel guards’, die worden gebruikt wan-
neer een kleiner gedeelte van de machine afgeschermd dient te worden.
Wanneer het nodig is dat regelmatig toegang verschaft moet worden aan
gevaarlijke bewegende delen, kan er ook gekozen worden voor een be-
weegbare afscherming met een (scharnier)blokkeervoorziening. Dit type
afscherming omsluit alleen een beperkt gedeelte van de machine of robot
wanneer deze in werking is.
Afhankelijk van de sector waarin de robot of het gehele productiesysteem
wordt ingezet, zal uit de risicobeoordeling naar voren komen welk materi-
aal het beste geschikt is voor de hekwerken, alsmede wat voor type ma-
teriaal voor het hekwerk de veiligheid het beste waarborgt. Indien het een
productiesysteem betreft in de voedselindustrie, zal het aspect hygiëne
extra aandacht vergen. De hekwerken zullen op een verantwoorde manier
schoongehouden moeten worden, waarbij onder andere de ruwheid van
het materiaal en de lasnaden een belangrijke rol speelt.
VeiligheidsonderdelenEén van de meest toegepaste veiligheidsonderdelen is misschien wel het
lichtscherm. Lichtschermen werken op basis van infrarood licht afkomstig
van een zender. Als de uitgezonden lichtstralen vanuit de zender de ont-
vanger bereiken, is de situatie veilig. Zodra er gedetecteerd wordt dat de
ontvanger niet alle uitgezonden stralen ontvangt, betekent dit dat het
lichtscherm doorbroken is en wordt het noodstopcircuit ingeschakeld.
Lichtschermen zijn er in vele soorten en maten. Belangrijkste grootheden
zijn de resolutie (wat is de onderlinge afstand van de stralen) en de afme-
ting, welke combinatie ze geschikt maakt voor bijvoorbeeld vingerbeveili-
ging of inloopbeveiliging. Ook kunnen lichtschermen functies als muting,
fixed blanking en floating blanking bezitten. Hiermee kan een beveiliging
dusdanig worden ingericht dat deze wel reageert op een persoon, maar
niet op een productstroom. Zoals eerder genoemd, gelden ook voor licht-
schermen veiligheidsafstanden. Hierbij dient niet alleen rekening gehou-
den te worden met de reikwijdte van de robot, maar ook met schakeltij-
den. Een uitgebreide uitleg over de bepaling van deze schakelafstanden is
te lezen in Vision & Robotics 5 uit 2011.
Naast lichtschermen worden ook zogenoemde ‘tactiele veiligheidson-
derdelen’ toegepast. Uitgerust met druksensoren, schakelen deze on-
derdelen het bijbehorende noodstopcircuit in geval van een mechanisch
drukcontact. Het bekendste tactiele element is de veiligheidsmat. Meestal
wordt deze mat gebruikt om te voorkomen dat een persoon niet in de
gevaarlijke zone stapt, maar hij kan ook omgekeerd – als dodemans-
schakelaar – worden gebruikt. Op een vergelijkbare manier zijn tevens
veiligheids lijsten en veiligheidsbumpers. Eerstgenoemde zijn met name
bestemd voor het afwenden van beklemmingsgevaar van bijvoorbeeld
schuifdeuren, terwijl de bumper juist geschikt is voor mobiele veiligheid
bij bijvoorbeeld een AGV.
Tot slot zijn er diverse optische elementen op de markt die kunnen wor-
den ingezet om een zone af te schermen. Vaak worden zij gebruikt in
combinatie met veilige robotbesturingen, waarover zo direct meer. Een
bijzondere uitvoering hiervan is de Safety Eye van Pilz. Dit is in feite een
3D-visionsysteem dat gebruikt maakt van drie camera’s en boven een
robotcel kan worden gehangen. Door verschillende zones te definiëren,
kan een robot of machine eerst langzamer gaan draaien wanneer een
operator in de buurt komt. Wordt het gevaarlijk en bevindt de operator
zich in de laatste zone, dan worden zij door het veiligheidssysteem vol-
ledig tot stilstand gebracht.
Veilige robotbesturingenEigenlijk ligt de gevolgde werkwijze met veilige robotbesturingen in het
verlengde van de hiervoor geschreven aanpak: middels optische elemen-
ten wordt de robot zich van de diverse veiligheidsniveaus van gedefini-
eerde zones bewust, zodat deze bij nadering van de operator langzamer
gaat werken of in bepaalde gebieden helemaal niet zal komen. Wordt het
te gevaarlijk, dan stopt hij. Het redundant uitgevoerde deel van de robot-
besturing dat een dergelijke werkwijze mogelijk maakt, is te allen tijden
volledig toegewijd aan de veiligheidsfunctie.
Er zijn twee grote robotleveranciers die hun robots optioneel met deze
technologie hebben uitgerust. Zo heeft ABB al enige tijd SafeMove in de
aanbieding, en is ook Dual Check Safety (DCS) van Fanuc sinds kort in de
Benelux leverbaar. Doordat hekwerken kunnen worden weggelaten is het
enerzijds mogelijk om ruimte t e besparen (al moet nog steeds rekening
gehouden worden met veiligheidsafstanden en schakeltijden). Een ander
voordeel kan zijn dat operator en robot zij aan zij kunnen werken, wat
een productiviteitsvoordeel kan opleveren. Hierbij dient wel te worden
opgemerkt dat er maximale waarden gelden voor wat betreft payloads
en snelheid van de robot.
010 Robotveiligheid
Een productiesysteem kan
voorzien zijn van allerlei
soorten veiligheidsvoor-
zieningen.
011National Instruments Netherlands BV ■ Pompmolenlaan 10 ■ Postbus 124 ■ 3440 AC Woerden ■ Tel +31 348 433 466 ■ Fax +31 348 430 673 Chamber of Commerce ■ # 301 168 13 ■ Utrecht
©2012 National Instruments. Alle rechten voorbehouden. National Instruments, NI en ni.com zijn handelsmerken van National Instruments. Andere vermelde producten en firmanamen zijn handelsmerken of handelsnamen van hun respectievelijke bedrijven. 04529
>> Vraag de GRATIS 30-dagen evaluatieversie aan op ni.com/vision/vbai
Maak uw visie een realiteit.
National Instruments Vision Builder for Automated Inspection (AI) biedt een innovatieve state machine-editor. Hiermee komt u sneller van het eerste concept naar de uiteindelijke geautomatiseerde visiontoepassing. De meer dan 100 inbegrepen stappen voor beeldverwerking, compatibiliteit met duizenden camera’s en de eenvoudige integratie met bestaande industriële besturingen maken dat uw implementatie sneller en eenvoudiger verloopt. Er is geen programmering nodig.
VISION BUILDER AI
Configureerbare machine vision
Geen programmering nodig
Acquisitie van duizenden camera’s
0346 433 466
Inspecteer snellermet NI Vision Builder AI
04529_NL_VR_Ad.indd 1 2/10/12 9:28 AM
012012 Vision
Liam van Koert
ToF-camera’s openen de deur
meT RgBd OOk kleuR- eN BuITeNapplICaTIeS mOgelIjk
Via SoftKinetic is de DepthSense 311 te verkrijgen. Deze Time of Flight-camera is speciaal ontwikkeld
voor het herkennen van gebaren ten behoeve van gaming, maar Human Machine Interfacing (HMI) is
even goed mogelijk. Met behulp van de OptriView Software kunnen tal van parameters als frame rate,
betrouwbaarheidsniveau en NIR-lichtintensiteit worden aangepast. Begin dit jaar toonde SoftKinetic
tevens een prototype van de eerste opvolger: de DS320. Deze beschikt onder andere over een dertig
procent grotere ‘field of view’ van 73 graden. (Beeld: SoftKinetic)
de TIme OF FlIgHT-CameRa’S zITTeN duIdelIjk IN de lIFT. waaR zIj IN HeT ReCeNTe VeRledeN NOg de
Naam HaddeN waT ONNauwkeuRIg eN daaRdOOR weINIg pRakTISCH Te zIjN, pReSTeeRT de NIeuwe
geNeRaTIe eeN Heel STuk BeTeR. BOVeNdIeN geRaakTe deze 3d-VISIeTeCHNIek aaNgeVuld meT kleuR
eN wORdeN dIe CameRa’S ROBuuSTeR TegeNOVeR IR-TegeNlICHT eN zONlICHT. dIT OpeNT de deuR VOOR
Tal VaN INNOVaTIeVe applICaTIeS. TIme OF FlIgHT-CameRa’S gaaN daN OOk VlOT de deuR uIT…
leTTeRlIjk!
013013Vision
In het Belgische Hoboken (Antwerpen) is het
Industrieel Visielab van de Karel de Grote-Ho-
geschool gevestigd. Hier experimenteren dr.
ir. Luc Mertens (docent en gastprofessor Uni-
versiteit Antwerpen) en rechterhand ing. Wim
Abbeloos met de relatief recente 3D-vision
technologie: namelijk, 3D op basis van Time
of Flight-metingen (ToF ). Hoewel 3D-vision
steeds meer doordringt naar de praktijk, is zij
als studiedomein natuurlijk niet nieuw. Wie
zich een beetje in de materie verdiept heeft,
zal de termen triangulatie en stereovisie niet
onbekend voorkomen. Voor de Tof-camera’s
ligt dit misschien anders. Die technologie wordt
in de praktijk nog maar sporadisch toegepast,
terwijl recente ontwikkelingen (zoals de fusie
van kleur en diepte: RGB + distance) het speel-
veld van die 3D-vision wel degelijk veranderen.
Er was beide onderzoekers dan ook veel aan
gelegen om de mogelijkheden eens letterlijk in
de kijker te brengen. Eind januari organiseer-
den ze daarom onder de vlag van hun tetrapro-
ject: RGBd, ToF!, een studiedag, waarin de tech-
niek zorgvuldig uit de doeken werd gedaan. In
samenwerking met een twintigtal bedrijven
werden zeer boeiende lezingen gebracht over
de werkingsprincipes, de toepassingsmogelijk-
heden en de valkuilen. Deze lezingen werden
aangevuld door tal van praktische demonstra-
ties. De deelnemers konden ook rekenen op
1 GB aan relevante teksten, papers en data
sheets. Deze informatie zal in een bijgewerkte
versie worden aangeboden op de Vision & Ro-
botics-beurs 2012.
Vanzelfsprekend“Traditioneel wordt 3D-informatie verkre-
gen met behulp van gekalibreerde camera’s
die een scène stereografisch vastleggen”, zo
opent Mertens de studiedag en zijn uitleg over
de RGBd ToF-camera’s. “Het 3D-tafereel moet
vervolgens ontleed worden op basis van om-
slachtige correspondentieberekeningen. De
relatieve betekenis van de objecten binnen de
scène kan men moeizaam trachten af te lei-
den uit de herkende vormen en kleuren.” De
moeilijkheden van zulke identificatie worden
volgens Mertens met regelmaat onderschat.
Hoewel je zou vermoeden dat deze stereobe-
nadering net als bij onze eigen ogen succesvol
zou moeten zijn, ze leidde heel dikwijls tot in-
dustriële ontgoocheling. De reden daarvoor is
dat onze ogen en ons brein een hele reeks ta-
ken simultaan, redundant en synergetisch kun-
nen afhandelen. Dit laat ons (mens en dier) toe
een coherente interpretatie te maken van de
ruimte waarin we ons bevinden en de ‘mecha-
nische handelingen’ die we er dagelijks in uit-
voeren met succes te volbrengen. We openen
een voordeur vlot met behulp van een sleutel,
we spelen pingpong of biljart, we snowboar-
den, we schenken koffie in. Het lijkt allemaal zo
vanzelfsprekend. Totdat we deze taken aan een
robot willen toevertrouwen. Op dat ogenblik
blijkt elke stap in een sequentie van handelin-
gen een uitdaging en beseft men dat duizend
subroutines samen nog niet volstaan om te
evenaren wat een kleuter van vier jaar reeds
aan vaardigheden bezit.”
Time of FlightGelukkig kunnen we voor sommige meetprin-
cipes ook bij de natuur zelf aankloppen. Neem
bijvoorbeeld de vleermuis. Met zijn indrukwek-
kende sonar verschaft hij zich moeiteloos een
toerijkend 3D-beeld van zijn omgeving. Met
zijn typerende behendigheid ontwijkt hij op het
laatste ogenblik elk object. In volle vlucht vindt
hij een insect als prooi voor zijn middagmaal:
De Fotonic C70 is uitgerust met een 120x160 pixels CMOS
sensor en beschikt over een nieuwe infrarode (385 nm)
laserdiode (0,5W) van Osram. De modulatie bedraagt 44
MHz, waardoor in een bereik van 0,1 tot 7 meter met een
nauwkeurigheid van 3 tot 30 millimeter kan worden ge-
meten. (Beeld: Fotonic)
014014
op de millimeter nauwkeurig! In tal van appa-
raten werd deze techniek inmiddels succesvol
toegepast en kan men ‘zien’ hoe objecten met
behulp van een geluidsveld kunnen worden
opgemeten. De tijd werd rijp om deze techniek
nu ook te gebruiken in een andere industriële
context. Al is er natuurlijk wel een belangrijk
verschil: bij camera’s heeft men niet te maken
met geluid, maar met licht. Het meetprincipe
mag dan al vergelijkbaar zijn, het medium
waarin de golven zich uitbreiden is totaal ver-
schillend. Geluid gebruikt de lucht als drager,
terwijl licht zich bedient vanuit het elektro-
magnetisme. Bovendien is er sprake van een
aanzienlijk verschil in golfsnelheid en golflente.
Waar de ‘vleermuis-tsjirp’ zich voortplant met
een snelheid van 340 meter per seconde bij
een frequentie van 25 tot 120 kilohertz, heeft
het zichtbare licht een golflengte tussen de 380
en 750 nanometer en reist het licht met een
snelheid van 300.000 kilometer per seconde.
Dit heeft uiteraard gevolgen voor de waarne-
ming en de toegepaste technologie. Abbeloos:
”Bij Time of Flight-camera’s wordt doorgaans
voor een NIR-lichtbron gekozen. De Near Infra
Red golven die deze bron uitzenden, hebben
een golflengte van ongeveer één micrometer.
Het basismeetbereik van de camera is echter
verbonden aan de golflengte (λmod) van de
zogenaamde ‘modulatiefrequentie’. Dit is het
sinusoïdale tempo waarin de lichtsterkte van
de NIR-bron wordt gevarieerd. Bij een frequen-
tie van 30 megahertz bijvoorbeeld, kan tot vijf
meter ver worden gekeken.” Abbeloos legt uit
dat voor de uiteindelijke bepaling van de af-
stand tot een wereldpunt de faseverschuiving
van de terugkerende lichtgolf wordt gemeten.
“Omdat een sinusoïdale lichtgolf beschreven
kan worden met behulp van een rondraaiende
vector, slaagt men er in de faseverschuiving λ
te bepalen vanuit vier opvolgende intensiteits-
metingen, telkens om de negentig graden. Met
behulp van de formule 2.d = λmod (λ/2π) kan
dan de afstand d worden berekend.”
Vectorvelden en coördinatenMet één enkele meting ontstaat er nog geen
3D-beeld. Daarvoor heeft men vele gerichte
metingen nodig. Time of Flight-camera’s leve-
ren tegenwoordig haast honderdduizend meet-
richtingen op hetzelfde ogenblik! Mertens legt
uit: “Een eerste reeks metingen (vectoren) ver-
bindt het centrum van de camera met de tast-
bare wereldpunten die zich binnen het blikveld
(field of view) van het toestel bevinden. Deze
vectoren kunnen in elk assenstelsel ontbonden
worden in x, y en z-coördinaten. Bovendien is
het eenvoudig om naast de intensiteit en de af-
stand, ook een betrouwbaarheidswaarde (con-
fidence value) aan de metingen toe te voegen.
Deze betrouwbaarheid volgt uit de verhouding
L/D van de helderheid (Luminance) tot de af-
stand (Distance). Nabije wereldpunten zullen
dan hoog scoren omdat de helderheid hoog is
en de afstand eerder klein; terwijl verderaf ge-
legen punten nauwelijks licht terugstalen in de
richting van de camera en de afstand groot is.
Om te oordelen of punten een faseverschuiving
bezitten die groter is dan 2*π, kan men de L/D-
verhouding in de overwegingen opnemen.
Een tweede reeks vectoren bepaalt de oriën-
tatie van de locale omgeving van die wereld-
punten (de locale gradiënten). Deze ‘normaal-
vectoren’ staan loodrecht op de oppervlakjes
die als pixel zijn waargenomen. Voor een vrij
vloeroppervlak of het werkblad van een tafel,
zullen deze vectoren bijvoorbeeld systematisch
naar boven zijn gericht. Een volgende reeks
data beschrijft de locale kromming in de buurt
van de wereldpunten. In het geval van de
hiervoor genoemde vloeroppervlakken zal die
kromming nagenoeg nul zijn, maar bij holle of
bolle objecten zijn deze uitgesproken positief
of negatief. Verder is het ook eenvoudig een
systeem op te zetten waarin men de vorige co-
ordinaten ‘dynamisch’ beschouwt. Dit is vooral
nuttig indien de camera, zoals bij Automatisch
Vision
Time of Flight is zeer geschikt voor zogenoemde ‘Auto-
matic Guided Vehicles’, zo ondervond ook Egemin. Een
centimeternauwkeurige stapeling van pallets, in rekken
tot twaalf meter hoogte, wordt met succes doorgevoerd.
(Beeld: Egemin International NV)
Ook de O3D200 stamt uit 2008. Hij heeft een meer in-
tense NIR-lichtbron en een betere warmteafvoer dan
voorheen. Hierdoor zijn hogere frame rates (tot 25 Hertz)
mogelijk. De SBI-technologie (Suppression of Back-
ground Illumination) elimineert daarbij de effecten van
het omgevingslicht. Gecontroleerde outdoor-applicaties
kunnen getoond worden. (Beeld: IFM)
Geleide Voertuigen (AGV’s), een eigenbewe-
ging bezit tegenover de omgeving. Het is dan
nodig om het tijdstip te noteren waarop het
beeld gemaakt werd en de plaats uit te me-
ten waar de camera zich op datzelfde ogenblik
bevond. Voor industriële ToF-camera’s spreken
we dan over tijdsverschillen, opgemeten in be-
trouwbare nanoseconden. In het geval van ToF-
kleurencamera’s is er tot slot ook nog kleur-
informatie aanwezig die voor elke pixel kan
worden meegenomen. Het zal niemand verba-
zen dat de volgende generatie camera’s naast
al deze data ook een multispectrale versie zal
aanbieden. Op dat ogenblik kan men dan ook
nog infraroodbeelden (warmtecamera, nacht-
kijker) of ultra-violetbeelden verwachten.
kleurHet is snel gegaan met de Time of Flight-ca-
mera’s. Waar in 2002 de eerste systemen met
zo’n drieduizend pixels maar weinig industriële
indruk maakten, heeft ook hier de micro-elek-
tronica niet stilgestaan. Niet alleen is de sig-
naal/ruisverhouding veel gunstiger geworden,
ook de resolutie van de camera’s is erg toege-
nomen, waardoor er ontzettend veel nieuwe
toepassingen in het vizier komen. Mertens:
“We hebben in de titel van onze studiedag niet
voor niets de term RGBd (d staat voor distance)
gebruikt, want samen met het verbeteren van
de specificaties is ook kleur aan het pallet van
de ToF-camera’s toegevoegd. Omdat kleurca-
mera’s voorlopig op een veel hogere resolutie
kunnen rekenen, lijkt het logisch dat de ToF-ca-
mera’s zorgen voor een globale dieptesegmen-
tatie, terwijl men via het kleurenbeeld zoekt
naar de subpixelnauwkeurige randen van die
objecten. Het is vooral op dit vlak dat de RGBd-
camera’s de overhand halen op de klassieke
stereo, of multiple view vision. Mertens noemt
ook enkele praktische overwegingen die voor
een keuze ‘RGBd’, kunnen pleiten. “Doordat
met RGBd zowel diepte- als kleurinformatie
verkregen wordt, is het mogelijk om beide in-
formatiekanalen aanvullend in te zetten. Denk
bijvoorbeeld aan de kwalitatieve keuring van
groenten of fruit: een robot kan opmeten tot
welke volumeklasse een appel behoort en
gelijktijdig aan welke kleuraantrekkelijkheids-
klasse hij beantwoordt. Zulke toepassingen
waren misschien ook met stereovisie te reali-
seren, maar het optreden van beeldocclusies
(beeldoverlappingen) maakte dit in de praktijk
een stuk onbetrouwbaarder en ingewikkelder.”
praktijkZoals gezegd waren er ook vele praktijkvoor-
beelden in Hoboken te vinden. De toepassingen
waarbij Time of Flight een centrale rol vervulde,
waren hierbij van zeer uiteenlopende aard en
kunnen met innovatieve arbeid nog zeer sterk
worden uitbreid. Zo liet het Belgische Egemin
de bezoekers kennismaken met hun AGV’s, of-
wel Automatisch Geleide Voertuigen. Uitgerust
met de Time of Flight technology maken deze
onbemande transportsystemen vergaande ma-
gazijnautomatisering mogelijk. Onder andere
voor het automatisch stapelen en ontstapelen
van pallets bleek de extra 3D-informatie een
grote aanwinst. De uitdagingen komen vooral
voor in omstandigheden waarbij elastische
materialen gestapeld worden (zoals toiletpa-
pier of keukenrollen). Het gewicht van de pal-
lets zorgt onvermijdelijk voor onzekerheid ten
aanzien van de hoogte en de oriëntatie van
de pallets. Indien de tanden van een vorklift
lichtjes verstelbaar zijn, dan kan men met zulke
scheefstand gemakkelijk omgaan. Een tweede
voorbeeld dat we opmerkten, kwam van het
bedrijf Hero Technologies. Als robotspecialist
in de brouwerijwereld ontwikkelden zij met
behulp van Time of Flight een systeem dat de
terugname van lege vaten automatiseert. Niet
zelden komt het voor dat de binnenkomende
pallets met biervaten op zijn zachts gezegd een
rommeltje zijn. Vaten van verschillende forma-
ten staan rechtop of ondersteboven, al dan
niet voorzien van plastic doppen, loshangende
tape of stukken hout. De robot moet dan kun-
nen vaststellen op welke coördinaat en vanuit
welke richting hij de vaten moet grijpen. Gelijk-
tijdig moet geoordeeld worden in welke toe-
stand zulk vat in het algemeen verkeert. Is er
sprake van schade en met welke klasse hebben
we dan te maken? Bovendien men kan aan de
hand van een kleurcode de herkomst van het
vat bepalen. Kortom, RGBd-camera’s op volle
kracht vooruit!
Enkele spraakmakende toepassingsvoorbeel-
den tot slot, waarin de industriële context ver-
vangen werd door toepassingen uit het dage-
lijkse leven, werden getoond in samenwerking
met de onderzoeksgroep EAVISE. Deze onder-
zoekers van de Lessius Hogeschool te Mechelen
werden overtuigd van de mogelijkheden die
Time of Flight biedt, ten dienste van het mo-
nitoren van mensen thuis. Hierbij kan gedacht
worden aan het detecteren van epilepsieaan-
vallen of het ongelukkig vallen van ouderen.
Het gebruik van een 3D Time of Flight-systeem
blijkt hier belangrijke voordelen te bieden,
aangezien een snelle dieptesegmentatie toe-
laat de voor- en achtergrond snel en accuraat
van elkaar te onderscheiden. Een aanverwante
applicatie is de ADL-meting, waarbij de graad
van beperking in het dagelijkse functioneren
bij ouderen in de gaten wordt gehouden. Tot
slot vertelt EAVISE over een rolstoel die aanvan-
kelijk was uitgerust met een 2D-camera, maar
waar Time of Flight vele voordelen brengt. Zo
kan op basis van SLAM-technology (Simultane-
ous Localisation and Mapping) de omgeving in
realtime en in 3D in kaart gebracht worden: ob-
stakels kunnen dan vermeden worden, terwijl
de gebruiker met een druk op de knop naar een
gewenste plek wordt gevoerd.
Door gebruik te maken van het Time of Flight-principe, is
Hero Technologies in staat robotsturingen te ontwikken
waarin biervaten gemanipuleerd en op kwaliteit worden
geoordeeld. (Beeld: Hero Technologies)
Met de SR4000 introduceerde MESA Imaging in 2008 één
van de eerste Time of Flight-camera’s die ook geschikt
was voor industriële toepassingen. Dit cameratype
wordt opgevolgd door de SR4500, die ruim beter scoort
bij de ‘outdoor-toepassingen’. (Beeld: Mesa Imaging)
015Vision
016
wIe Veel ROBOTS wIl zIeN Op de NedeRlaNdSe BeuRSVlOeR HeeFT eIgeNlIjk maaR ééN plek waaR HIj
TeReCHT kaN: de TeCHNISHOw. meT welISwaaR eeN gROTe FOCuS Op de meTaalSeCTOR, waReN eR
OOk dIT jaaR weeR Tal VaN INTeReSSaNTe NIeuwIgHedeN Te BeSpeuReN. aaNgezIeN de Nu VOlgeNde
VIeR pagINa’S Te weINIg zIjN Om IedeReeN IN Beeld Te BReNgeN, BepeRkeN we ONS TOT de TROuwe
aCHTeRBaN VaN VISION & ROBOTICS. zIj HeeFT eCHTeR geNOeg Te meldeN.
TechniShow 2012: een robotfeestje
Valk welding wint Innovatie awardHoewel er meerdere robotleveranciers mee-
dongen naar de prijzen, was het Valk Welding
dat dit jaar een TechniShow Innovatie Award
in de wacht sleepte. Het was de stem van het
grote publiek dat voor een bijzondere oplossing
van de robotlasspecialist uit Alblasserdam had
gekozen en hen de felbegeerde prijs bezorgde.
De oplossing in kwestie luistert naar de naam
3D Free Shape Welding Solution. Het is een
systeem bestaande uit een Panasonic lasro-
bot met geïntegreerde stroombron, 3D offline
software van Panasonic, een zelf ontwikkelde
3D-laservisioncamera en eigen software om al-
les volledig automatisch te programmeren, si-
muleren en natuurlijk te lassen. Met de 3D Free
Shape Welding Solution kan nu ook het lassen
van gekromde onderdelen, die vaak maar één
keer voorkomen, eenvoudig worden geauto-
matiseerd. Groot fan van het systeem is Thys-
sen Krupp Encasa uit Krimpen aan den IJssel. Zij
produceren gebogen raildelen voor trapliften.
Technisch directeur van Valk Welding Adriaan
Broere is erg blij met de award. “We zijn uiter-
aard zeer trots op het mogen ontvangen van de
Innovatie Award. Het is een duidelijk erkenning
van het innovatieve gehalte van dit project en
blijkbaar wordt het door de markt ook zo ge-
zien.” Het unieke zit hem er volgens Broere in
dat het een echte totaaloplossing is. “Natuurlijk
zijn sommige afzonderlijke componenten al
wel langer op de markt verkrijgbaar, maar het
is de nauwe integratie van robot, stroombron,
3D-laservision en software die het technisch en
economisch haalbaar maakt ook het lassen van
lastige gekromde enkelstuks onderdelen te au-
tomatiseren.”
Cellro toont slimme celCellro beloofde de TechniShow-bezoeker een
wereldprimeur, en deze kregen zij ook. Op hun
stand toonde de automatiseerder uit Veenen-
daal namelijk de Smartcell. Dit is een intel-
ligente robotcel voor verspaning, die ervoor
moet zorgen dat een bedrijf gemiddeld per
spiluur van een machine de personele bezet-
ting met zestig tot tachtig procent kan redu-
ceren. De volledige automatisering van kleine
series en enkelstuks repeatproductie wordt
mogelijk omdat in deze Smartcel alle hande-
lingen van een operator volledig automatisch
gaan. Bram de Koning, directeur van Cellro licht
toe: “De Smartcell is het resultaat van een in-
tensieve samenwerking met Fanuc Robotics,
Schunk, Siemens, Sandvik, Renishaw en Grob.
Dat is best uniek. Ieder heeft zijn specialistische
kennis ingebracht om te komen tot deze geza-
menlijke innovatie. Het kostte ons ongeveer
drie jaar om de automatische productiecel te
maken.” De verwachting is dat de cel eind dit
jaar of begin volgend jaar verkoopklaar is. “En
het is niet zo dat we dan meteen in groten ge-
tale kunnen leveren, maar dat is ook nooit de
intentie geweest”, aldus De Koning. “De bedoe-
ling is om een innovatieve en hoogwaardige
oplossing te vinden voor een probleem dat in
de toekomst alleen maar erger wordt, namelijk
het tekort aan geschoold technisch personeel.
Veel van de benodigde intelligentie, kennis en
knowhow zit al in de productiecel. De vakman
TechniShow 2012
Valk Welding wint Innovatie Award.
Liam van Koert
TechniShow 2012: een robotfeestje
hoeft alleen te leren hoe hij ermee om moet
gaan. Dat leren wij hem tijdens een intensieve
training. Eigenlijk kun je het vergelijken met
een drukkerij. De werknemer stelt het in en
drukt op de knop en de machine drukt, knipt
en bundelt alles.”
Terugkerende orders worden in seriegroottes
van 1 tot 250 stuks efficiënt geautomatiseerd.
De Smartcell richt zichzelf geheel automatisch
in voor ieder product. Hij spant zelf de produc-
ten op en bewerkt deze van alle zijden. Ook de
controle, reiniging en afvoer van de producten
is volledig geautomatiseerd. Nadat een op-
dracht gereed is, pakt de robot automatisch de
volgende opdracht op. De Smartcell is eigenlijk
een compleet zelfstandig opererende minifa-
briek die onder toezicht van één enkele pro-
grammeur in de dagdienst 24 uur, zeven dagen
per week draait.
Rolan geeft voorproefje OTC-robotbesturingSpeciaal voor de TechniShow had Rolan Ro-
botics de hand weten te leggen op een pro-
totype van de nieuwe generatie OTC-robots.
Hiermee had ook Rolan een primeur te pak-
ken: hun stand was de eerste plek waar deze
te zien was. Belangrijkste ontwikkelingen van
de nieuwe besturing zijn een verhoogde reken-
kracht, waarbij communicatietijd met randap-
paratuur met een factor twintig is gereduceerd.
Het programmeerpaneel is zowel ergonomisch
als functioneel verbeterd. Zo is het gewicht ge-
reduceerd van 1,3 kilogram naar 970 gram en
is het paneel nu standaard uitgevoerd met een
touchscreen. Bovendien kunnen klantspecifie-
ke windows worden aangemaakt. Hierdoor kan
de bediening op een eenvoudige manier nog
beter worden afgestemd op de toepassing. De
introductie van de nieuwe generatie OTC-robots
wordt in de tweede helft van dit jaar verwacht.
Overigens was de nieuwe besturing niet het
enige wat op de Rolan Robotics stand te zien
was. De beschikbare 190 vierkante meter werd
niet verspild. In totaal waren er zeven syste-
men, waaronder ook een demo met de Stäu-
bli Unimation robot die was uitgerust met een
flexibele vierpuntsgrijper. Te midden van al het
metaalgeweld pakte het systeem zonder er
schade aan toe te brengen achtereenvolgens
een sinaasappel, kropje ijsbergsla en een rode
kool.
Stäubli zet grote stap in robotfrezenNiet alleen de integratoren, maar ook Stäubli
zelf is op de TechniShow van de partij. En om
hun pronkstuk loop je niet zomaar even heen.
De nieuwe RX170HSM is namelijk zonder over-
drijven fors te noemen. En dat terwijl hij een
as minder heeft dan de traditionele ‘articula-
ted’ robotarmen. In plaats daarvan is in de pols
een hogesnelheidsspindle opgenomen waar
Cellro toont slimme cel.
Rolan geeft voorproef-
je OTC-robotbesturing.
Stäubli zet
grote stap in
robotfrezen.
018
diverse gereedschappen in kunnen worden ge-
plaatst. De reden van de stevige bouw wordt
duidelijk als ons wat andere getallen worden
meegedeeld: de robot heeft een reikwijdte van
1835 millimeter en een herhaalnauwkeurig-
heid van maar liefst 0,04 millimeter. Tezamen
met het extra stijve ontwerp maakt dat de ro-
bot natuurlijk zeer geschikt voor freestoepas-
singen. En laat dat nou net zijn waar hij voor
bedoeld is. De RX170HSM freest niet alleen
hout, aluminium en steen, maar ook glas, com-
posieten, koper en zelfs roestvast staal. Boven-
dien zijn er drie spindels voorhanden die elk
hun eigen specificaties hebben. Kabels zijn in
de robot weggewerkt en de robot beschikt over
een ingebouwd micro-smeringssysteem.
Robomotive kiest voor menselijke maatEén van de bedrijven die wel genomineerd was
voor een award, maar uiteindelijk net buiten de
prijzen viel, is Robomotive. Samen met gere-
nommeerde partners als Yaskawa en Beltech
ontwikkelde het bedrijf een robotsysteem dat
als uitgangspunt heeft de dingen precies zo
aan te pakken als de mens. Dat betekent dat
er twee armen en handen nodig zijn en dat de
robot tevens in 3D moet kunnen zien. Alleen
dan kan de robot flexibel en snel op een plek
worden ingezet waar normaliter een mens het
werk doet. Directeur Michael Vermeer legt in
het kort de demo-opstelling en de achterlig-
gende visie uit. “In dit geval hebben we er-
voor gekozen de robot, een SDA van Yaskawa,
bokwieltjes in elkaar te laten zetten, maar dat
hadden natuurlijk ook tal van andere taken
kunnen zijn. Belangrijkste is dat de robot met
zijn twee grijpers net als de mens gereedschap
kan oppakken om bepaalde handelingen uit te
voeren. Waarom zou een robot namelijk niet
gewoon een steeksleutel gebruiken om een
moer aan te draaien? Soms zullen natuurlijk
wel speciale stukjes gereedschap nodig zijn. In
het geval van de bokwielassemblage moeten
er bijvoorbeeld M8-moertjes uit een bakje ge-
pakt worden. En hoewel het door Beltech ont-
wikkelde 3D-binpicking deel de afzonderlijke
moertjes snel herkent, zijn de vingers van de
robot te groot om ze goed op te pakken. Het
principe blijft echter hetzelfde: benader roboti-
sering van een meer menselijke kant. Op deze
manier kunnen robots veel gemakkelijker in
bestaande productieprocessen worden geïnte-
greerd.”
zVS toont gevarieerd grijperaanbodNatuurlijk mocht ook grijperspecialist ZVS
Techniek niet op de TechniShow ontbreken. En
hoewel niet het grootste bedrijf op de beurs,
was dat aan de stand niet af te zien. Een mooie
doorsnede van het zeer ruime grijperassorti-
ment van Sommer Automatic lag uitgestald
en ook de aanverwante producten (loopwa-
Robomotive kiest voor menselijke maat.
ZVS toont gevarieerd grijperaanbod.
Destaco introduceert elektrische vacuümgrijper.
019
genklemmen en stootdempers van Zimmer,
sensoren van Vester Elektronic, Fibro indexeer-
tafels en robothoezen van RPS) werden on-
der de aandacht gebracht. Gevraagd naar het
pronkstuk van de show, wil directeur Jeroen
van de Heuvel niet één specifiek product naar
voren schuiven. “Het belangrijkste bij de hand-
ling van producten is dat de juiste grijper voor
de juiste toepassing wordt gebruikt. Er is dus
niet een ‘one size fits all’ oplossing. Waar onze
kracht ligt, is om vanuit het zeer ruime portfolio
van standaard componenten dat Sommer Auto-
matic biedt, de juiste samenstelling voor onze
klanten te realiseren. Op deze manier hebben
zij het beste van twee werelden: een hoge
kwaliteit tegen een betaalbare prijs door stan-
daardisatie en tegelijkertijd een oplossing op
maat. Dit maatwerk kunnen we leveren door-
dat we al heel wat jaartjes in de productieauto-
matisering rondlopen en op grijpergebied alles
van de hoed en de rand weten. Door de korte
lijnen weten we precies wat onze klanten no-
dig hebben en kunnen we snel schakelen. Ook
de lijnen richting de fabrikant zijn kort, zodat
eventuele speciale wensen die niet vanuit de
standaard kunnen worden opgelost, toch kun-
nen worden gerealiseerd.”
destaco introduceert elektrische vacuümgrijperDestaco is bij de meeste mensen bekend als
een specialist in spantechniek. Wie de klem-
metjes met de rode handvaten ziet, moet al
snel aan dit bedrijf denken. Een bezoekje aan
de stand op de TechniShow leert echter dat dit
beeld toch wat moet worden bijgesteld. Om dit
kracht bij te zetten, heeft Destaco een robot
ingehuurd die zo uit de film Starwars gestapt
had kunnen zijn en een praatje met de voor-
bijgangers aanknoopt. Toch is dit niet de echte
highlight van de show. Want hoewel een min-
dere blikvanger, is tussen de mechanische grij-
pers een bijzondere vacuümgrijper te vinden:
de EcoCup. Deze in eind 2011 geïntroduceerde
grijper is naar eigen zeggen de eerste ter we-
reld die voor vacuüm elektriciteit in plaats van
pneumatiek gebruikt. Hierdoor is de vacuüm-
grijper niet alleen stiller en schoner, maar ook
sneller te installeren. In een omgeving waar
geen perslucht voorhanden is, hoeven immers
geen extra voorzieningen getroffen te worden.
Destaco ziet dan ook een mooie toekomst weg-
gelegd voor de EcoCup in zowel sectoren als de
solar-, plastic-, glas- en elektronica-industrie.
gibas doet goede zaken met universal robotHet is niet de eerste keer dat de Universal Ro-
bot, waarvan Gibas Automation de importeur
is, veel bekijks trekt op een beurs. Maar het is
wel de eerste keer dat dit met de grotere tien
kilogram (draagvermogen) variant gebeurt: de
UR10 is namelijk splinternieuw. Directeur Ste-
faan Poppe snapt wel waarom de robot zoveel
belangstelling wekt: hij is zeer snel ergens neer
te zetten en te programmeren, zonder dat er
extra veiligheidsmaatregelen of echte pro-
grammeerkennis vereist is. “We hebben sinds
de introductie van de vijf kilogram versie vorig
jaar al veertig Universal Robots verkocht. En dat
voor zeer uiteenlopende bedrijven en toepas-
singen. Reden hiervoor is het feit dat de Uni-
versal de traditionele struikelblokken van auto-
matisering wegneemt. Via het touchpanel met
zeer intuïtieve grafische interface kan eigenlijk
elke technische medewerker van een bedrijf de
robot bedienen. Bovendien zijn er geen hekken
of lichtschermen nodig. En omdat de robots zelf
ook niet al te zwaar zijn, respectievelijk 18 en
25 kilogram, kunnen deze snel verplaatst wor-
den om op een andere plek een klusje te toen.”
De Universal Robots kunnen worden ingezet
voor rechttoe rechtaan machinebelading, pick
& place-toepassingen. In veel gevallen heeft de
robot zich dan binnen het jaar terugverdiend.
Ook de complexere taken zijn geen probleem.
De interface van de robot werkt namelijk prima
samen met de meest gangbare sensoren en
controllers.
Fanucs m1ia-robots stelen de showHoewel klein, is het haast onmogelijk om de
M1ia-robots op de Fanuc-stand over het hoofd
te zien. Want ze zijn met velen en grote drom-
men mensen vergapen zich aan de applicaties
die met de grote democel worden uitgebeeld.
Soms razendsnel pick & place, soms samenwer-
kend en soms horizontaal of ondersteboven
gemonteerd, is het duidelijk dat deze kleine
nieuwste aanwinst van Fanuc zeer flexibel is.
Het kan allemaal doordat de robot een laag ei-
gen gewicht heeft en er daardoor voldoende
stijfheid overblijft voor een positionering die je
aanvankelijk niet van een deltarobot zou ver-
wachten. De flexibiliteit wordt nog groter wan-
neer het gepatenteerde Genkotsu-systeem,
wat ‘vuist’ in het Japans betekent, is toegepast.
De robot heeft dan twee extra assen in de pols,
waardoor er in feite de bewegingsvrijheid van
een menselijke hand ter beschikking staat. Dit
is helemaal het geval wanneer geïntegreerde
vision aan de pols wordt toegevoegd. De robot
ziet dan precies waar hij mee bezig is en heeft
geen blinde vlekken.
Hoewel de M1ia al vaker zijn werk op de beurs-
vloeren van de Benelux heeft gedaan, geldt dat
niet voor het DCS-systeem dat bij partner Ro-
bojob te vinden was. DCS staat in dit geval niet
voor Distrubuted Control System, maar voor
Dual Check Safety. Het is de relatief nieuwe
vorm van robotveiligheid waarover u één en
Fanucs M1ia-robots
stelen de show.
Gibas doet goede zaken met Universal robot.
TechniShow 2012
020
Bel voor:
- advies- training- ondersteuning- projectoplossingen
krachtige hardware icoon gestuurde vision tools
---------------------------------------- +ultra snelle FPGA image processing
VISION & ROBOTICS
dossier Verpakken
Trends
Techniek
Standaarden
022022 dossier Verpakken
Yves De Groote & Hans Lenos
IN dIT dOSSIeR OVeR VeRpakkeN HaNTeReN we eeN IeTS aNdeRe aaNpak. IN lIjN meT HeT THema
HeBBeN we de ONdeRdeleN dIT keeR waT meeR IN paNklaRe BROkjeS VeRpakT. Op deze maNIeR kuNT
u eR zelF uITpIkkeN waT u wIlT. Veel uITpakplezIeR!
Verpakken: een collage van trends, techniek en standaarden
Trend: mengverpakkingen
023dossier Verpakken
Mengverpakkingen bieden een brede variëteit
en kleine volumes per product. Bij mengver-
pakkingen ligt een uitdaging voor de verpak-
kingsketen, inclusief producenten en retailers,
evenals voor fabrikanten van verpakkingsma-
chines. Mengverpakkingen zijn bijvoorbeeld
drie verschillende paprika’s op een schaal of fo-
lie, of een maaltijdpakket met de componenten
in verschillende zakjes in een doosje. Verder
zijn er de verschillende smaken van een dis-
play in een winkel- of consumentenverpakking,
bijvoorbeeld verschillende soorten cornflakes,
chips of ijsjes. Zo zijn er ook assortimentsver-
pakkingen met twee lagen verschillende sma-
ken pralines of koekjes. Iedereen heeft wel de
nodige voorbeelden in de voorraadkast, of kent
ze uit de winkel of horecagelegenheid. Ook kan
een mengverpakking worden toegepast op de
transportverpakking.
Er is een aantal drijfveren voor de groei van
mengverpakkingen. Als eerste zijn er de lo-
gistieke redenen voor de retailsector. Meng-
verpakkingen bieden de mogelijkheid om in
een beperkte schapruimte toch verschillende
producten aan te bieden. Ook kunnen de be-
drijven zo de logistieke kosten drukken, omdat
ze in één verpakking toch meerdere varianten
van een product kunnen inkopen, en deze ‘just
in time’ geleverd kunnen krijgen. Op een sterk
concurrerende markt, waar iedere cent telt, is
dit van steeds groter belang. Bij verse produc-
ten is het bovendien belangrijk dat de produc-
ten snel verkocht zijn en het versschap aan het
einde van de dag leeg is. Wat ook voorkomt, is
dat retailers in onderhandelingen met produ-
centen nogal eens één smaak extra willen als
bonus, waardoor de verpakking een uitzonde-
ring kan vormen op het normale aantal. Voor
producten bieden producenten allereerst on-
derscheid in het winkelschap, en levert de con-
sument variatie in wat hij uiteindelijk op tafel
zet. Zo heeft iedereen zijn eigen smaak in corn-
flakes of chips. Tegelijkertijd speelt de fabrikant
zo in op de fascinatie voor miniaturisatie. Ook
kan hij met minder populaire smaken of zelfs
nieuwe –al dan niet uit te testen- smaken in
de winkel komen. Mengverpakkingen zijn ook
uitstekend geschikt voor promotie- of reclame-
acties: twee plus één gratis.
Verpakkingen
Verpakken
Het verpakken van voedingsmiddelen om-
vat gewoonlijk drie stappen. De eerste is het
primair verpakken, meestal direct na het pro-
ductieproces. Hier kunnen bij stuksproducten
(bijvoorbeeld koekjes of chocolaatjes) deltaro-
bots worden gebruikt om met behulp van ca-
merabegeleiding de producten van een band
te pakken, en in de machine te leggen die de
eerste verpakking aanbrengt. Dit kan de ver-
koopverpakking zijn, maar nogal eens gaat om
de eerste verpakking (de binnenverpakking)
nog een tweede verpakking, de verkoopver-
pakking in het winkelschap. Ook hierbij is het
mogelijk om deltarobots in te zetten. Een vol-
gende stap is bekend als ‘case packing’. De re-
tailverpakking wordt in de transportverpakking
geplaatst. Omdat het hier om grotere gewich-
ten en afmetingen gaat en de snelheid lager
ligt, wordt vaak een tweeassige pick & place-
installatie of een delta XL-robot toegepast. De
laatste verpakkingsstap in een bedrijf betreft
het plaatsen van de transportverpakkingen op
pallets. Hiervoor is een zware robot nodig met
vier vrijheidsgraden.
Verpakkingen beschermen producten tegen
bijvoorbeeld stof, vocht en bacteriën. Boven-
dien zijn verpakkingen handig om producten
te vervoeren en te verhandelen, alsmede om
productinformatie en reclame-uitingen op te
vermelden. Er zijn drie soorten verpakkingen.
Ten eerste is er de verkoopverpakking, zoals de
verpakkingen die in winkels staan. Verzamel-
verpakkingen zijn verpakkingen die een aantal
verpakte producten bevatten. En dan zijn er
nog de verzendverpakkingen. Dit zijn verpak-
kingen om een aantal producten of verzamel-
verpakkingen te vervoeren. Het overheidsbe-
leid is erop gericht om verpakkingsmateriaal
zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Dat bete-
kent dat zo min mogelijk verpakkingsmateriaal
wordt gebruikt, dat verpakkingen meermalen
worden gebruikt en dat materialen worden
hergebruikt.
024
VisionVerpakkingsrobots
Integratie
Typische visiongestuurde verpakkingstoepas-
singen maken gebruik van een robot om een
chaotische stroom van materiaal te sorteren en
in de verpakking te plaatsen. Om deze taak uit
te kunnen voeren, kijkt een visionrobotsysteem
naar de chaos en herkent de positie en oriën-
tatie van de onderdelen die gehanteerd moe-
ten worden. Eén of meerdere camera’s in het
systeem herkennen de onderdelen op een be-
wegende lopende band. Nadat het onderdeel
is herkend, wordt de positie van het onderdeel
gevolgd door middel van een encoder die aan
de lopende band is bevestigd. Doordat de robot
precies weet waar de lopende band zich in de
ruimte bevindt, kan deze relatief ten opzichte
van de bewegende lopende band bewegen.
Hierdoor kan het een onderdeel oppakken met
dezelfde instructies die gebruikt worden om
een willekeurig ander onderdeel op te pakken.
Doordat de bewegingen van de robot volledig
softwarematig zijn vastgelegd, is het eenvou-
dig om te schakelen naar een programma voor
een ander onderdeel en een andere verpak-
king. Eén van de belangrijkste aspecten om
robots efficiënt te laten zien, is een nauwkeu-
rige objectherkenning. In het verleden werd
eenvoudige blobherkenning gebruikt om de
positie en oriëntatie van een onderdeel te be-
palen. Het nadeel van deze methode is dat het
hoge deterministische eisen aan de verlichting
stelt. Daarnaast is het lastig om elkaar rakende
onderdelen goed te herkennen. Deze techniek
vereist meer aandacht voor het verenkelen van
de onderdelen, voordat de robot deze oppakt.
In het verleden zijn Scararobots veelvuldig ge-
bruikt in verpakkingstoepassingen. De laatste
jaren verschuift dit meer en meer naar het
gebruik van robotsystemen, die speciaal voor
dergelijke toepassingen met hoge snelheid en
lage draaglast worden benut. De maximale ca-
paciteit voor Scararobots in dergelijke toepas-
singen ligt rond de zestig tot tachtig ‘parts per
minute’. Parallelle robotconstructies zijn veel
geschikter voor dergelijke toepassingen. Zo
heeft een deltarobot als de ABB flexpicker met
drie parallelle armen en een telescopische as
voor de rotatie een capaciteit tot circa 120 parts
per minute. Inmiddels zijn ook varianten van
de deltarobot verkrijgbaar die de snelheid nog
verder opvoeren. Een voorbeeld hiervan is een
vierarmige variant van Adept die geen telesco-
pische as heeft. De vier armen kunnen een slim
scharnierend platform in de ruimte manipule-
ren, waardoor ook deze robot vier vrijheids-
graden heeft, zich in X-, Y- en Z-richting kan
bewegen en tevens een grijper kan roteren.
Door de opbouw worden 140 parts per minute
haalbaar. Een ander voorbeeld van ontwikke-
lingen in de deltarobot zijn de M3iA en M1iA
van Fanuc. Deze robots hebben weliswaar drie
parallelle assen, maar beschikken tevens over
twee extra assen in de pols, waardoor sterk aan
snelheid en flexibiliteit gewonnen kan worden.
Overigens heeft ook de ontwikkeling van de
Scararobot niet stilgestaan. Zo introduceerde
Stäubli op de Anuga Foodtec onlangs de TP80
fast Picker. Volgens de fabrikant haalt deze ra-
zendsnelle vierasser tot maar liefst tweehon-
derd picks per minuut.
Toepassingen in de verpakkingsindustrie kun-
nen erg dynamisch zijn. De stroom van onver-
pakte onderdelen en de gevulde verpakkingen
lopen door de verpakkingslijn. Hiervoor zijn
hoge bandsnelheden nodig. Vaak is de band-
snelheid ongeveer twintig tot dertig meter per
minuut. Snelheden van zestig meter per mi-
nuut zijn ook al gerealiseerd. De beeldverwer-
king en bewegingen van de robot(s) moeten
elkaar goed aanvullen. Het moment waarop
het visionsysteem de afbeelding maakt, moet
nauwkeurig worden gesynchroniseerd met de
robotcontroller. De robot moet precies de po-
sitie van het onderdeel op de band weten. Een
variatie van bijvoorbeeld één milliseconde bij
een bandsnelheid van één meter per seconde
resulteert al in een onnauwkeurigheid van
één millimeter. De totale nauwkeurigheid van
een systeem is meestal ongeveer één of twee
millimeter, wat resulteert in een nauwkeurig-
heid van een aantal microseconden voor de
synchronisatie tussen het visionsysteem en de
robotcontroller. Net als andere visionrobotsy-
stemen moet de camera ten opzichte van de
robot gekalibreerd worden. Voor verpakkings-
toepassingen zoals hier beschreven, moet ook
de lopende band ten opzichte van de camera
en de robot worden gekalibreerd. Een geïnte-
greerd visionrobotsysteem voorziet standaard
in dergelijke kalibraties.
024024 dossier Verpakken
eeN kIjkje IN de VeRpakkINgSkeukeN VaN NeSTlé
Systeemoverschrijdende communicatie door packml
Nestlé is allesbehalve een kleine
speler in de voedingsmiddelenin-
dustrie. Met 281.000 werknemers
en 475 fabrieken wereldwijd, is het
dan ook een behoorlijke opgave
om alle productiefaciliteiten op één
lijn te krijgen. Dit is helemaal het
geval aan het einde van het pro-
ductieproces, waar de diversiteit
van machines en hun toeleveran-
ciers toeneemt en er gebruik wordt
gemaakt van lokale systeeminte-
gratoren. Tijdens een voordracht op
Machines NOW, een gebruikerseve-
nement van Schneider Electric dat
eind 2011 in München plaatsvond,
heeft de automatiseringsbaas van
Nestlé Bryan Griffen echter goed
nieuws. De pilots met de laatste
versie van de PackML standaard
zien er zeer veelbelovend uit.
Niet alleen stelt de norm Nestlé in
staat om wereldwijd een eendui-
dige werkwijze te hanteren, ook de
OEM’s kunnen hun eigen standaard
handhaven. Hierdoor kunnen zij
zich van hun concurrenten onder-
scheiden en hun time-to-market
verkorten.
Veel verpakken“We hebben echt heel veel ma-
chines bij Nestlé”, start Griffen zijn
betoog. “Dat moet ook wel, wan-
neer je je bedenkt dat we sinds de
oprichting in 1866 inmiddels tien-
duizend producten in het portfolio
hebben waarvan er dagelijks één
miljard over de toonbank gaan.”
Volgens hem is er vooral op ver-
pakkingsniveau een zeer grote
behoefte en hoewel de machines
van Nestlé goed zijn ontworpen en
prima hun werk doen, zijn ze vaak
stand-alone. “Integratie en eendui-
digheid is een veel voorkomend
probleem. Zo is het geen vanzelf-
sprekende exercitie om een vuller
of depalletiseerstation in de lijn te
integreren. En als dat dan is gelukt,
dan wil dat niet zeggen dat het voor
de operator even duidelijk is hoe hij
de verschillende onderdelen moet
bedienen. Vijftien verschillende in-
terfaces en werkwijzen is geen uit-
zondering en deze allemaal onder
de knie krijgen kost veel energie.
Bovendien vergroot dit de kans op
fouten en bezorgt het onderhoud
onze technische dienst geregeld de
nodige kopzorgen.”
Strijdige belangenVan oudsher is Nestlé een echt pro-
cesbedrijf. Dit houdt in dat de focus
vooral ligt op de weg van recept
naar product. Dit is volgens Griffin
bij andere voedselproducenten niet
anders en heeft grote consequen-
ties voor de manier waarop er met
standaarden wordt omgegaan. “Je
moet je voorstellen dat veel voed-
selproducenten het procesgedeelte
van de productie redelijk hebben
dichtgetimmerd met hun eigen
voorschriften. Dat betekent dat
automatiseringssystemen nauw-
keurig worden gespecificeerd en
dat, wanneer een fabriek gebouwd
wordt, de installaties probleem-
loos met elkaar praten. Het is niet
vreemd dat dit deel zeer strak in de
hand wordt gehouden: het is hier
waar het geheim van de smid huist
en slechts weinigen is een kijkje
in dit concurrentiegevoelige deel
van de keuken gegund. Wanneer
je echter meer stroomafwaarts
terechtkomt, groeit het aantal fa-
bricaten met hun dedicated au-
tomatiseringssystemen explosief.
Dit komt doordat het aantal ver-
schillende machines en hun varia-
ties, waarvan je in dit deel van de
productie verstand moet hebben,
voor Nestlé en andere producenten
te groot wordt om zelf te kunnen
behappen. Voor installaties als vul-
lers en verpakkingsmachines wordt
daarom een beroep op de OEM’s
gedaan. En deze leveren uitste-
kend werk: vele van hun machines
draaien jaren aan één stuk zonder
problemen. Althans, in technisch
opzicht dan. Zoals gezegd, is dit
vanuit het perspectief van de ope-
rator die met vijftien verschillende
HMI’s te maken heeft of de onder-
houdsman die wijs moet kunnen
uit een willekeur aan storings-
meldingen, vaak een behoorlijke
chaos.“ Griffin legt uit dat het voor-
schrijven van een standaard aan de
OEM hier niet de oplossing is. Want
net als Nestlé zelf, hebben ook zij
hun standaard. Wil de eindgebrui-
ker toch dat ene merk PLC of HMI,
NeSTlé keNT Tal VaN BedRIjFSeIgeN STaNdaaRdeN dIe de kwalITeIT VaN HuN pROduCTeN gaRaNdeeRT.
daT dIT SOmS eeN duIVelS dIlemma VOOR HuN Oem’S OpleVeRT, BegRIjpT HeT BedRIjF maaR al Te
gOed. eR wORdT daaROm HaRd geweRkT aaN eeN VOlgeNde FaSe VaN de paCk maCHINe laNguage
STaNdaaRd dIe pROBleemlOze COmmuNICaTIe TuSSeN eeN wOud aaN VeRSCHIlleNde SySTemeN
mOgelIjk maakT.
dossier Verpakken 025
Liam van Koert
026
dan kan dat natuurlijk wel, maar
dan gaat de levertijd omhoog,
komt de garantie te vervallen en
gaat de prijs met een factor twee
omhoog. “Vanuit het perspectief
van de OEM is het begrijpelijk dat
ze niet voor elke eindgebruiker
hun eigen standaard op de helling
kunnen zetten. Om dezelfde rede-
nen dat wij in het procesdeel hard
vasthouden aan onze standaarden,
moeten ook zij dat doen om te
kunnen concurreren op kwaliteit,
functionaliteit, prijs en levertijden.
Met de laatste versie van PackML
lijkt aan de paradox die dit oplevert
eindelijk een einde te komen. Of de
OEM nu kiest voor een Schneider-,
Rockwell- of Siemens-platform, de
machines verstaan elkaar zonder
problemen.”
Veel vliegen, één klapVoor Nestlé waren er meerdere
redenen om in het PackML-project
te stappen. Griffin legt uit dat
hoewel financiële prestaties van
hun installaties het voornaam-
ste bovenliggende argument was
om aan de standaard te werken,
er op verschillende deelgebieden
verbeteringen optraden voor zo-
wel de eindgebruiker als de OEM.
“Wil je vandaag de dag de kosten
omlaag brengen, dan is automati-
sering onvermijdelijk. Tegelijkertijd
moet dit niet ten koste gaan van
de stabiliteit en dus de OEE van het
machinepark. Om dit te kunnen
realiseren was het voor ons van
belang dat de ontwikkelde stan-
daard een internationale standaard
zou zijn. We zijn nu eenmaal een
internationaal bedrijf en kunnen
het ons niet veroorloven bij elke
implementatie met een heront-
werp geconfronteerd te worden.
Een tweede belangrijk punt was
operationele verbetering. Zoals
gezegd, is het ondoenlijk voor ope-
rators en onderhoudspersoneel om
telkens weer de handleiding erbij
te moeten pakken. Dit betekent dat
er een standaard template voor de
HMI’s moest komen, waarbij niet
alleen kleurgebruik eenduidig is,
maar ook onder ogenschijnlijk voor
de hand liggende commando’s als
start en stop hetzelfde wordt ver-
staan. Derde argument was het
kunnen focussen op ‘best in class’
oplossingen. Dit leidt namelijk tot
innovatie en brengt bovendien de
Total Cost of Ownership omlaag.”
Griffin bespeurt vergelijkbare voor-
delen voor de OEM op het gebied
van ontwikkeling, klanttevreden-
heid en intellectueel eigendom.
“Doordat PackML platformonaf-
hankelijk is, is meer hergebruik van
softwarecode mogelijk, waardoor
minder energie gestoken hoeft
te worden in een klantspecifieke
code. Gevolg is natuurlijk dat door-
looptijden korter worden en meer
handen vrij blijven voor innovatie.
De klant profiteert van een snel-
lere en betrouwbaardere levering
en is bovendien minder afhanke-
lijk van die ene engineer die het
totale plaatje in zijn hoofd heeft.
Belangrijkste voor de OEM is echter
misschien wel de bescherming van
het intellectueel eigendom. Alle
slimmigheidjes in de eigen onder-
scheidende software hoeven niet
meer aan de integrator te worden
vrijgegeven. Deze kan op een ho-
ger niveau zijn werk doen.”
politiek en techniekHet komen tot een internationale
standaard is zelden een vanzelf-
sprekend proces. En ook bij de tot-
standkoming van PackML was er
sprake van een kleurrijke mix van
technische voorkeuren en uiteenlo-
pende belangen. Griffin herinnert
zich één van de te nemen hordes
nog goed: de keuze van het com-
municatieprotocol. Want hoewel
diverse betrokken leveranciers hun
voorkeursstandaard als open type-
ren, bleek dit een rekbaar begrip.
ProfiNet werkt nu eenmaal niet
hetzelfde als Ethernet IP of Power-
link. Griffin: “Uiteindelijk hebben
we ervoor gekozen om echt open
Ethernet IP te gebruiken voor ma-
chine to machine-communicatie
middels een specifiek protocol. De
standaard zelf schrijft vervolgens
niet elk bitje voor en zegt ook niet
of je een PLC bijvoorbeeld in ladder
moet programmeren. Wel legt hij
de manier van werken vast. Hierbij
wordt gebruik gemaakt van zoge-
noemde ‘PackTags’. Deze geven
aan hoe bijvoorbeeld snelheden en
veranderingen gecommuniceerd
worden. Ook zijn hier de ‘opera-
tional modes’ opgenomen, zodat
machines van elkaar weten of er
bijvoorbeeld sprake van een ‘clean
out’ mode is, of dat er juist een
‘fault’ is. In het ene geval kan de
buurman namelijk ‘on hold’ gaan
waarbij de verwarming wordt aan-
gelaten, terwijl in het andere geval
een volledige stop noodzakelijk is.”
praktijkPackML is niet nieuw. Sterker nog,
al in 2000 startte het OMAC (Orga-
nization for Machine Automation
and Control) met de ontwikkeling
van een eerste versie. Deze is ech-
ter nooit voor de industrie vrijge-
geven. Twee versies verder heeft
Nestlé onlangs echter een succes-
volle pilot afgerond waarbij meer-
dere installaties, inclusief een pick
& place unit, draaiend op vier ver-
schillende automatiseringsplatfor-
men succesvol met elkaar commu-
niceerden. “Na een paar maanden
hard werken hadden we het voor
elkaar. Zonder bovenliggende PLC
waarin alle systemen geïntegreerd
waren, kwam met één druk op de
‘HMI-knop’ de hele lijn tot leven en
deed hij probleemloos zijn werk. En
ook wanneer we de lijn op andere
snelheden lieten draaien, werd
alles netjes aan de afzonderlijke
units doorgegeven. Ik denk dat het
de eerste keer in de geschiedenis
was dat Siemens en Rockwell echt
rechtstreeks met elkaar praatten”,
grapt Griffin. Wel benadrukt hij
dat dit wat Nestlé betreft pas het
begin is. Er is nog genoeg te doen.
“Een belangrijk punt wat hoog op
ons verlanglijstje staat, is verticale
integratie. Door vergelijkbare kop-
pelingen met de MES-laag is het de
bedoeling dat ook zaken als real-
time OEE mogelijk worden. En last
maar zeker niet least is er natuurlijk
de machineveiligheid waar we on-
langs mee gestart zijn. Hier lopen
we tegen vergelijkbare problemen
aan voor wat betreft de openheid
van communicatie. Of dit dus op
korte termijn gaat werken is de
vraag, maar ik heb goede hoop.”
dossier Verpakken
BOwleN IS IN de Hele weReld eeN pOpulaIRe SpORT. eN VOORal IN de VeReNIgde STaTeN wORdT eR Heel
waT aFgeBOwld. HOewel OOk HIeR Vele meNSeN aF eN TOe paRTIjTje SpeleN, zIjN HIeR TallOze SeRI-
euze BOwleRS Te VINdeN dIe RegelmaTIg eeN BalleTje weRpeN eN lId zIjN VaN eeN BOwlINgCluB. de
‘uNITed STaTeS BOwlINg CONgReSS’ (uSBC) dRaagT HIeRBIj zORg VOOR de TeCHNISCH peRFeCTe wORp
dOOR uITgeBReIde maTeRIaal- eN kwalITeITSTeSTeN. IN 2010 INTROduCeeRde de VeReNIgINg e.a.R.l.
(eNHaNCed auTOmaTed ROBOT lauNCHeR) eeN BOwlINgROBOT dIe de SpORT NaaR eeN HOgeR NIVeau TIlT.
Robot verovert de bowlingbaan
meT eTHeRCaT weRkeN aaN HeT peRFeCTe maTeRIaal
Het in het Texaanse Austin gesitueerde ARM
Automation is een veelzijdige automatiseer-
der. Het bedrijf ontwikkelt tal van op maat
gemaakte automatiseringsoplossingen voor
lastige industriële toepassingen. Zo bouwt het
robots voor testsystemen voor orthopedische
implantaten, robots voor het omgaan met nu-
cleaire materialen, onderwaterrobots voor fon-
teinshows, robots voor verpakken en assem-
blage, mobiele robots voor de automatisering
van magazijnen, maar ook gereedschappen
voor laserbewerkingen in de halfgeleiderin-
dustrie. De kracht van ARM Automation ligt in
de ontwikkeling van op maat gemaakte oplos-
singen die precies op de toepassing zijn toe-
gespitst. “ARM Automation bleek één van de
weinige bedrijven die bereid was om de zeer
ongebruikelijke E.A.R.L. robot te bouwen”, licht
Neil Stremmel, Managing Director van de USBC
National Governing Body de keuze voor de
automatiseering toe. “En dat terwijl de robot
echt zeer goed konden gebruiken.”
Simuleren spelersgedragDe reden dat de USBC zo gebrand was op een
bowlingrobot had alles met onderzoek te ma-
ken. De vereniging kan met E.A.R.L namelijk
veel beter de bij het bowlen gebruikte pro-
ducten en materialen testen. Stremmel: “Door
een robot in te zetten voor onze testen kun-
nen we veel betere correlaties leggen tussen
de balbeweging en de behaalde score, om hier
vervolgens onze conclusies uit trekken. E.A.R.L.
is namelijk in staat om elke bowlstijl virtueel
Bram Janssen
027Sport
028
te repliceren. Enerzijds zal dit de opleiding
van personeel ten goede komen, doordat we
nu goed inzichtelijk krijgen hoe omstandighe-
den veranderen op het moment dat individu-
ele bowlers het tegen elkaar opnemen. En ook
voor het bepalen van de juiste aanpassingen
aan een telkens veranderende bowlomge-
ving is de robot van belang.” E.A.R.L is overi-
gens niet de eerste robot die USBC gebruikte.
Stephen Grupinski, president van ARM Automa-
tion licht toe: “Om de variaties te elimineren
die optreden wanneer getest wordt met een
menselijke bowler, gebruikte de USBC in het
verleden de bowlende robot Harry. De her-
haalnauwkeurigheid van Harry was echter niet
hoog genoeg om goed te kunnen testen en
was redelijk arbeidsintensief wanneer de test
moest worden aangepast aan bijvoorbeeld een
nieuwe positie.”
Synchronisatie en bewegingssequentiesHet motionsysteem van robot E.A.R.L. bestaat
uit een lineaire as voor het positioneren van de
bal over de baanbreedte, een vijfassige positio-
neringsrobot, een ballendraaier en een op een
grijper geïnstalleerd loslaatmechanisme. Hoe-
wel het op het eerste gezicht misschien lijkt op
een eenvoudige draai van de arm, zijn er vanaf
het moment dat robot de bowlingbal vastgrijpt
tot aan het moment dat de bal over de baan
rolt veel parameters voor één enkele gooitest.
Een doorsnee E.A.R.L. testsetting bestaat uit de
oriëntatie van de robotgrijper in relatie tot het
zwaartepunt van de bowlingbal, het loslaat-
punt van de bal in relatie tot de bowlingbaan
(hoogte, positie ten opzichte van de foutlijn,
positie ten opzichte van de baanbreedte, werp-
hoek, baltraject), alsook de uittreedsnelheid als
de rotatie van de bal bij het loslaten.
“De grootste uitdaging voor de ontwikkeling
van de mechanische en elektrische besturing
was het verkrijgen van de exacte timing van
het moment waarop de bowlingbal wordt los-
gelaten,” licht Greg Wiese, Project Engineer
van ARM Automation de automatiseringsuit-
dagingen toe. “USBC wilde een loslaatsnelheid
van zo’n 38 kilometer per uur, ofwel zo’n 10,7
meter per seconde. Mocht het systeem één
milliseconde haperen, dan zou dit namelijk
ongeveer één graad verschil met de gewenste
werphoek en 12,7 millimeter verschil ten op-
zichte van de foutlijn (de lijn die bepaalt of een
worp ongeldig of uit is) tot gevolg hebben. Dus
ook de kleinste vertraging kan de bal richting
het plafond sturen, wardoor deze met een (te)
grote klap op de bowlingbaan belandt. “Ge-
lukkig hebben we dankzij de gedistribueerde
klokfunctie van EtherCAT een optimale synchro-
nisatie en precisie weten te bereiken. Zowel de
externe I/O met de besturing als de posities
van de drives worden gecoördineerd in het
submillisecondegebied door de positie van de
actuatoren van de E.A.R.L. robots naar de Ether-
CAT drives te communiceren, om zo de exacte
tijd waarop de bal moet worden vrijgegeven te
bepalen. Deze positiemeting is uiterst nauw-
keurig en zorgt ervoor dat de werphoek van de
bal elke keer ‘spot on’ is: E.A.R.L. is in staat om
een bowlingbal los te laten binnen 250 micro-
seconden nadat de positie is gescand.”
Snel parameters aanpassenOm de strenge precisie-eisen van deze robot-
applicatie aan te pakken, selecteerde ARM
Automation het op EtherCAT en PC gebaseerde
besturingssysteem van Beckhoff. De USBC-
medewerkers kunnen gemakkelijk hun testset-
tings via een Control Panel invoeren. Er zijn elf
variabelen voor het configureren van verschil-
lende worpen om de snelheid en oppakoriënta-
tie aan te passen. De robot kan hierbij in minder
dan tien seconden opnieuw worden geconfigu-
reerd voor totaal verschillende parameters. Het
besturingssysteem bestaat uit een Beckhoff
C6920 Industrial PC met TwinCAT NC PTP soft-
ware en Windows CE besturingssysteem. Ether-
CAT dient als communicatiesysteem voor I/O’s
en drives. Het Beckhoff CP6901 Control Panel
met 12- inch touchscreen wordt gebruikt als
operator interface.
Vision
Het United States Bowling Congress staat al jarenlang
aan de voorgrond van het bowlingonderzoek en het tes-
ten van nieuwe technologie en materialen.
028
geïntegreerde motion control en I/O’sARM Automation is al jarenlang actief lid van
de EtherCAT Technology Group (ETG) en heeft
diverse EtherCAT slave apparaten ontwik-
keld. “We stapten enkele jaren geleden over
op EtherCAT, omdat dit voor ons in vergelij-
king met traditionele veldbussystemen vele
voordelen opleverde,” legt Grupinski uit. “De
bekende fysieke kenmerken van Ethernet, de
hoge specificaties ten aanzien van prestatie,
de stijgende interesse vanuit onze klanten in
op Ethernet gebaseerde netwerken, evenals de
mogelijkheid om motion control en I/O in het-
zelfde netwerk te combineren, waren belang-
rijke redenen voor de verandering. EtherCAT
stelt ons bovendien in staat om een diagnose
op de bus uit te voeren voor het opsporen van
kapotte verbindingen in de fysieke laag. Op
deze manier kunnen we eenvoudig vaststellen
waar een mogelijk probleem zich precies op
de lijn bevindt. En dankzij de open architectuur
van de TwinCAT besturingssoftware biedt het
systeem ons tevens de flexibiliteit om op be-
staande SERCOS-apparaten aan te sluiten mid-
dels een mini SERCOS-veldbuskaart die op de
C6920 Industrial PC is geïnstalleerd.”
Ontwikkeling in TwinCaTE.A.R.L. heeft de mogelijkheid om de inputs
van een groot aantal verschillende apparaten
te verzamelen en eenvoudig met verschillende
drives in een flexibele omgeving te communi-
ceren. Geisinger vervolgt: “TwinCAT System Ma-
nager en EtherCAT zorgen hiervoor – we kunnen
op eenvoudige wijze verschillende platformen
samenbrengen. De TwinCAT automatiserings-
software coördineert de acquisitie van I/O- en
positiegegevens vanuit de drives, voert in-
verse kinematica uit, genereert de volgende
gewrichtspositiecommando’s en verstuurt de
nieuwe positiecommando’s en gegevens naar
de drives.” ARM verzorgde tevens een omzet-
ting van het kinematische model voor E.A.R.L.,
welke in TwinCAT werd geïntegreerd en aan
de NC wordt doorgegeven via de extern inge-
stelde waardegeneratie. Geisinger: “We heb-
ben hiervoor de motion control-functies van
TwinCAT gebruikt. Met NC PTP besturen we de
bewegingsassen en monitoren we de status
van de EtherCAT drives continu.” Het veilig-
heidsmechanisme van de bowlingrobot werd
eveneens aangepast, zodat TwinCAT nu alle
veiligheidsonderdelen onder zijn hoede heeft.
Als er iets mis zou gaan tijdens het functione-
ren, dan worden de drives direct uitgeschakeld
en schiet de robot in een veilige modus, totdat
het systeem op de juiste wijze wordt gereset.
E.A.R.L. is omheind met een beschermingskooi
met veiligheidssensoren, lichtgordijnen en vei-
ligheidsrelais voor optimale veiligheid.
Conclusie“We beschikken nu over veel meer opties en
een betere resolutie voor de loslaathoogte,
voor de te volgen baan, balsnelheid, rota-
tiesnelheid en werphoek”, besluit Stremmel.
“E.A.R.L. heeft bovendien een veel groter be-
reik voor wat betreft baldiameters en de spin
die we aan een bal kunnen geven. Tot slot is
het verplaatsen van E.A.R.L. en het wijzigen
van zijn instellingen er een stuk eenvoudiger
op geworden en zijn onze testen veel nauw-
keuriger dan voorheen.”
029Vision
Terwijl het op het eerste gezicht misschien lijkt op een
eenvoudige draai van de arm, zijn er in feite op het mo-
ment dat de robot de bowlingbal vastgrijpt en de bal
over de baan rolt juist veel parameters nodig voor één
gooitest.
Het personeel van USBC kan op eenvoudige wijze via een
Beckhoff CP6901 Control Panel met een 12-inch touch-
screen display de testinstellingen invoeren. De E.A.R.L.
robot kan in minder dan tien seconden opnieuw worden
geconfigureerd voor een volledig nieuwe test.
030 Branche Bulletin
auTOmaTICa IS de gROOTSTe eN BelaNgRIjkSTe
INTeRNaTIONale VakBeuRS dIe INSpeelT Op alle
VORmeN eN FaCeTTeN VaN ROBOTICa eN auTOma-
TISeRINg. de BeuRS VINdT elke Twee jaaR
plaaTS. dIT jaaR zal HeT eVeNemeNT wORdeN
geORgaNISeeRd VaN 22 TOT 25 meI IN HeT New
muNICH TRade FaIR CeNTRe.
In de Duitse machine vision indus-
trie gaat jaarlijks zo’n anderhalf bil-
joen euro om. Technologische voor-
uitgang is daarbij een belangrijke
stimulator gebleken voor econo-
misch succes. Industriële machine
vision vervult steeds complexere
taken, maar het wordt tegelijker-
tijd steeds eenvoudiger om deze
technologieën te gebruiken. Alle
deskundigen zeggen het: 3D ma-
chine vision technologieën zorgen
voor een extra boost. Verschillende
systemen zijn al beschikbaar voor
dit doel. In het voetspoor van het
jarenlange succes van 2D, heeft de
industriële machine vision de blik
met een extra dimensie verwijd.
De vraag naar 3D-machinevision
groeit. Vooral vanuit de hoek van de
belangrijke automation drivers van
de automobielindustrie, de semi-
geleidende productie-industrie en
robotica. Een robot die driedimen-
sionaal waarneemt, kan in inter-
actie treden met zijn omgeving.
Flexibeler dan een 2D-robot dat
kan. Bovendien kunnen zowel het
volume van zogenaamde ball-grid
arrays als andere voedingstoffen
bepaald worden aan de hand van
3D-data. En ook het detecteren van
personen werkt het beste als het
driedimensionaal gebeurt. Veel ad-
ditionele, nieuwe applicatiemoge-
lijkheden zijn nauw verbonden met
het gebruik van 3D-ystemen. Het is
dan ook niet verwonderlijk dat le-
veranciers van industriële machine-
vision constructies verdere groei
verwachten. Kortom, het belooft
een mooie editie te worden van
Automatica 2012.
Ook RoboCup junior in 2012In 2012 worden er twee evenementen georganiseerd waar RoboCup Ju-
nior teams aan kunnen deelnemen: tijdens de Dutch Open op 28 en 29
april in Eindhoven en de Nationale Kampioenschappen in Science Center
NEMO op 2 juni. De Dutch Open wedstrijden worden georganiseerd door
de Technische Universiteit Eindhoven in samenwerking met de gemeente
Eindhoven. Bij deze internationale wedstrijden komen teams vanuit ver-
schillende landen bijeen om deel te nemen aan de RoboCupwedstrijden,
voetbal Midsize League en de RoboCup@Home-wedstrijden. Dit zijn teams
van universiteiten uit onder andere Duitsland, China, Italië en Nederland.
RoboCupJunior neemt deel met teams uit Duitsland, Italië, België en Ne-
derland. De wedstrijden die daar gespeeld worden zijn voetbal 2:2 en
Rescue Arena. Voor het eerst wordt er ook een nieuwe wedstrijd gespeeld:
RoboCupJunior at Home. De juniorwedstrijden vinden plaats op zaterdag
28 en zondag 29 april. Op 27 april worden er demonstraties gehouden.
Deze internationale wedstrijden zijn uitsluitend bedoeld voor deelne-
mende teams met leerlingen van vijftien tot en met negentien jaar. De
beste Nederlandse teams kwalificeren zich tijdens deze wedstrijden voor
de wereldkampioenschappen in 2013. Voor scholen die wel aan Robo-
Cup Junior, maar niet met de Dutch Open wedstrijden meedoen is het
zeker interessant om in Eindhoven een kijkje te gaan nemen. Daar tre-
den ook de RoboCup-teams van universiteiten aan met voetballende en
huishoudelijke robots. Het Nederlandse voetbalteam van de Technische
Universiteit Eindhoven is al enkele jaren achter elkaar tweede geworden
bij de wereldkampioenschappen. Op 2 juni worden in NEMO de nationale
kampioenschappen gehouden. Hier worden dan uitsluitend wedstrijden
gespeeld, die niet op de wereldkampioenschappen voorkomen, zoals
Voetbal 1:1, Rescue met het groene veld en Dansen. Deze wedstrijden
zijn uitsluitend bedoeld voor deelnemende scholenteams met leerlingen
van negen tot en met vijftien jaar oud. De inschrijving voor de Dutch Open
en de Nationale kampioenschappen zijn geopend. Aanmelden kan via de
websites. Er zijn twee inschrijfprocedures, één voor de Dutch Open in Eind-
hoven (www.robocupdutchopen.nl, www.robocupjunior.nl).
ASSEMBLY AND HANDLING TECH- NOLOGY MACHINE VISION ROBOTICS POSITIONING SYSTEMS DRIVE TECHNOLOGY SENSOR TECHNOLOGY CONTROL SYS TEMS TECHNOLOGY SAFETY TECH- NOLOGY SUPPLY TECHNOLOGY Van Ekeris Expo Service B.V.
Haarlem | Tel. +31 (0) 23 525 8500 | [email protected]
Aut12_Anz_230x295_VisionRobotics_E-NL.indd 1 21.12.11 13:04
030
Naast robots ook veel vision op automatica 2012
031
Branche Bulletin
031Branche Bulletin
Robotics association Benelux opgeheven
RoboNed-conferentie tijdens Vision & Robotics
De Vereniging Robotics Association Benelux (RAB) heeft zichzelf opgehe-
ven. In een summier persbericht meldt branchemanager Barend Nesse
dat dit tijdens een bijzondere algemene ledenvergadering op 30 janu-
ari met meerderheid van stemmen door de leden is besloten. Hieraan
ligt een verschil van mening over de toekomstige koers van de RAB ten
grondslag. Volgens Nesse zijn de leden in goede harmonie uit elkaar ge-
gaan. De RAB had tot doel het delen en uitdragen van kennis die inzicht
geeft in de toegevoegde waarde van industriële robotsystemen voor al-
lerlei toepassingen in verschillende sectoren (zoals metaal en voeding)
Ook behartigde de RAB de economische en technische belangen van haar
leden. Eén van de belangrijkste pijlers van de vereniging was het tonen
aan de markt dat industriële robots perfect samengaan met veiligheid.
Hiervoor is het veiligheidskeurmerk RAB Robotics Safety Mark ontwikkeld.
De Stichting RAB Robotics Safety Mark is een aparte entiteit en derhalve
heeft de opheffing van de RAB formeel geen impact op deze stichting.
Deze stichting is verantwoordelijk voor de uitgifte van het gelijknamige
veiligheidskeurmerk voor de industriële robotbranche. Recentelijk hebben
diverse leden van de RAB dit keurmerk geprolongeerd.
Op 5 en 6 juni organiseert RoboNED haar tweede conferentie. Dit jaar
zal deze samengaan met Vision & Robotics, wat een mooie kans is om
de resultaten met een groot publiek te delen. Tijdens de conferentie
presenteert de organisatie haar Strategic Agenda, het resultaat van
onder andere twee jaar RoboNED. Chris Buijink, secretaris generaal van
het ministerie van EL&I, zal de Strategische Agenda in ontvangst nemen
en een reactie geven. Op de beursvloer van Vision & Robotics richt de
organisatie twee themapleinen in. Hierop zullen kennisinstellingen en
industrie laten zien wat ze te bieden hebben met live demonstraties.
Ook verzorgt de organisatie op beide dagen één van de drie parallelle
tracks binnen het lezingenprogramma. Deze zullen focussen op de ro-
boticatechnologiegebieden en hun toepassingsmogelijkheden. Eén van
de lezingen wordt verzorgd door Henrik Christensen, hoogleraar Robo-
tica aan het Amerikaanse Georgia Institute of Technology. Hij zal onder
andere ingaan op zijn ervaring als voorzitter van het European Robotics
Research Network (EURON) en als voorzitter van de Amerikaanse Robo-
tica Roadmap Commissie. Registreren kan via www.vision-robotics.nl.
Meer informatie vindt u op www.roboned.nl.
Safety event 2012: van re-engineering tot cybercriminaliteitOp 8 mei aanstaande organiseert Mybusinessmedia voor de derde maal
het Engineering Event: Safety. Tijdens deze dag, die wederom wordt ge-
houden in het Evoluon te Eindhoven, staan onder andere centraal de ef-
fecten van re-engineering op CE-markering, de security-aspecten van vei-
ligheidssystemen, CE-markering van constructies, alsmede de import en
export van veilige machines. Dagvoorzitter tijdens het event is ook deze
keer Paul Hoogerkamp. Het ochtendprogramma omvat drie lezingen over
uiteenlopende actuele onderwerpen. Allereerst de consequenties van
het re-engineeren van machines voor CE-markering. In veel productiebe-
drijven worden oudere machines voorzien van een nieuwe besturing en
daarbij gekoppeld met andere nieuwe en bestaande productiemiddelen.
Wanneer moet het productiebedrijf de veranderde machine CE-markeren
en wat zijn de technische consequenties van het re-engineeren van be-
staande machines? Dat zijn enkele van de vragen die Nick de With in zijn
lezing zal beantwoorden. Eén aspect dat in de industrie steeds actueler
wordt, is dat van de veiligheid van onze veiligheidssystemen. Hoe be-
stand zijn deze systemen tegen softwareonheil in de vorm van virussen,
wormen, Trojaanse paarde, kortweg cybercriminaliteit? Rob Hulsebos, in-
dustrieel netwerk expert, gaat in op de gevaren van cybersabotage voor
de industrie en op de mogelijkheden om veiligheidssystemen cyberveilig
te maken. Op de achtergronden van de norm NEN-EN 1090-1, waarin de
eisen voor het vaststellen van de conformiteit van constructieve stalen
en aluminium constructieonderdelen, ofwel de CE-markering, zijn gere-
geld, wordt verder ingegaan door Bert van Beek. Het middagprogramma
omvat drie learnshops van anderhalf uur waarin aan de hand van prak-
tijkvoorbeelden de diepte wordt ingegaan. Dit keer is gekozen voor Risi-
cobeoordeling in de praktijk aan de hand van een verpakkingslijn (Paul
Hoogerkamp), Bewust afwijken van normen, kan dat zo maar? (Martijn
Drost, NC 341018/Pilz Nederland en Michael Gerrits, Van Diepen Van der
Kroef Advocaten) en Veilige machines importeren/exporteren (Jan Ger-
rits, TCPM). Net als de vorige edities van het Safety Event is ook dit keer in
het programma ruimte gecreëerd voor de speciale Safety-doctor-sessies.
Hierbij worden van tevoren door event-bezoekers ingediende vragen uit-
gebreid beantwoord en toegelicht door de Safety-doctors. Safety-doctor
dit jaar zijn Paul Hoogerkamp, Mecid; Nick de With, Fusacon; Martijn Drost,
NC 341018/Pilz Nederland; Michael Gerrits, Van Diepen Van der Kroef Ad-
vocaten; Jan Gerrits, TCPM; Bert van Beek, Telford Consult; Rob Hulsebos,
Enode; Bert Stap, ESV-Groep en Harry Krosse, D & F. Voor informatie over
het programma en voor het aanmelden ga naar www.engineersonline.nl.
032032
aan de bedieningshandleiding, die een toelichting geeft op de gebruikte
symbolen. Er staat waar de sticker zit en waarom die er zit. Je kan de pic-
togrammen dan ook niet los zien en de handleiding is volgens eis 1.7.4.
van Bijlage I van de Machinerichtlijn 2006/42 EG een onlosmakelijk deel
van de machine. Toch komt het in drie kwart van de gevallen voor dat hij
ergens bij de TD in een la ligt en niet bij de operator. Een andere veelvoor-
komende fout is de taal van de handleiding. Want hoewel symbolen niet
taalgebonden zijn, hoort de toelichting wel degelijk in het Nederlands
te worden gegeven en niet in het Duits of Engels. Natuurlijk ligt hier een
taak voor de machinebouwer, maar uiteindelijk is de werkgever verant-
woordelijk voor het bieden van een veilige werkplek. En meestal hebben
in deze beide partijen boter op het hoofd.”
middelen, kleuren en symbolenStap geeft aan dat het voor wat betreft het gebruik van de juiste symbo-
len wel goed zit. De norm NEN 3011 die hier over gaat is redelijk bekend
en helemaal de symbolen die hier in voor komen zijn, doordat ze al jaren
meegaan, goed ingeburgerd. Een uitzondering hierop is de draagbare
defibrillator die door steeds meer bedrijven wordt aangeschaft en waar
Het verschilt van bedrijf tot bedrijf hoe er met signalering wordt om-
gegaan. CE-consultant Bert Stap, die als gerenommeerd schrijver voor
Vision & Robotics en als lid van de normcommissie 302 145 ‘Grafische
Symbolen’ ook jaren als voorzitter van de NVVS (Nederlandse Vereniging
voor Veiligheidssignalisatie) heeft opgetreden, kent de uitersten als geen
ander. “Eens werd ik gebeld door een bedrijf dat grondverzet machines
bouwde. De vraag was of ook maskeerstickers waren die na het spuiten
vervangen konden worden door waarschuwingsstickers. Belangrijkste
rede was niet de veiligheid, maar het feit dat de coatings duur waren en
het volplakken met waarschuwingen een stuk goedkoper. Maar goed,
dat zijn de extremen. Veel vaker komt het voor dat brandbussers op goed
verstopte plekken hangen of door pallets en haspels onbereikbaar zijn of
dat de signalering met betrekking tot vluchtwegen te wensen over laat.
Het heeft geen prioriteit. Totdat het mis gaat natuurlijk.”
RisicoanalyseEigenlijk is een juiste toepassing van signalering helemaal niet zo in-
gewikkeld. Voor de installaties en machines volgt hij namelijk groten-
deels uit de risico-inventarisatie die volgens de Machinerichtlijn gedaan
moet worden. Stap:”Signalering komt in Nederland hoofdzakelijk voort
uit arbowetgeving. Dat betekent dat er een gedegen risicoanalyse voor
de werkvloer moet worden gedaan waaruit de gevaarlijke plekken naar
voren komen. Vervolgens is het een kwestie van maatregelen treffen.
Dit kunnen ook procedures zijn, die middels signalering worden onder-
steund. Enerzijds is er hierbij de gebouwensignalering, bijvoorbeeld met
betrekking tot brandpreventie en vluchtwegen en anderzijds de werkplek
gerelateerde gevaren zoals explosiegevaar.” Gevraagd naar de rol van de
machinebouwer in deze onderschrijft Stap dat ook hier de signalering in
orde moet zijn en in feite uit de risicoanalyse volgt. “De machinebouwer
moet een veilige machine of installatie leveren. Natuurlijk in technisch
opzicht, maar ook voor wat betreft signalering. Vaak is deze gekoppeld
Signalering: een ondergeschoven kindje
Liam van Koert
Op de pROduCTIeVlOeR waaR ROBOTS al daN NIeT IN eeN Cel ONVeR-
STOORd HuN weRk dOeN, zIjN alS HeT gOed IS OOk de NOdIge aaNduI-
dINgeN Te VINdeN dIe de medeweRkeRS Op HeT juISTe pad HOudeN.
ONdeR de VeRzamelNaam SIgNaleRINg VINdeN we eR gekleuRde
lampeN, BORdeN eN STICkeRS meT VeelzeggeNde SymBOleN.
eNIg ONdeRzOek leeRT ONS al SNel daT deze laNg NIeT
alTIjd de aaNdaCHT kRIjgeN dIe ze VeRdIeNeN.
Robotveiligheid032
elk land zijn eigen symbool lijkt te maken. Europees is er momenteel een
hart met een bliksemschicht en een plusje in de bovenhoek in gebruik, al
is ook hierover discussie. De bliksemschicht zou te veel op het elektrisch
gevarenteken lijken. Met het gebruik van kleuren is het een heel ander
verhaal. Stap: “In feite is er wel een analogie met de verkeersveiligheid te
trekken. Rood voor verbodsborden, blauw voor gebodsborden. Daarnaast
heeft rood bij de mensen wel de juiste associatie met brandveiligheid.
En dat vluchtwegen in het groen worden aangegeven weten de mees-
ten ook nog wel. Maar dat dit ook geldt
voor alle calamiteitenborden is minder
bekent. Groen is namelijk ook de kleur
voor het aangeven van de oogdouche,
brancard en defibrillator. Geel zwart is
voor waarschuwingen en ook hier gaat
het vaak mis. Zo zullen de bliksemschich-
ten op Amerikaanse machines vaak rood
zijn en worden nog vaak verboden in het
geel zwart aangegeven. Op gebodsge-
bied, denk aan helm of bril dragen, gaat
het dan wel weer goed.” Op de vraag of
er ook regels met betrekking tot de markering van de looppaden is ant-
woord Stap negatief. “In de arboregels staat dat je wel iets moet doen,
maar je mag een looppad elke kleur van de regenboog geven. Als je maar
aantoont dat je er over hebt nagedacht. Ten aanzien van de breedte – je
moet kunnen passeren – zijn er overigens wel regels. Hetzelfde geldt voor
tijdelijke markeringen. Dit kunnen pionnen, paaltjes met kettingen of af-
zetlint zijn. Officieel dienen deze te worden gebruikt wanneer men zich
zelf moet veiligstellen, bijvoorbeeld tijdens werk aan een machine. Bij
de grote bedrijven in de voedselverwerkende industrie wordt dit netjes
gedaan, maar bij andere bedrijven wordt het vaak als lastig ervaren en
overgeslagen als er even snel iets moet gebeuren.”
033Robotveiligheid
InternationaalSignalering op de vloer wordt extra lastig in een wereld waarin de han-
delsgrenzen vervagen. Een beroemd voorbeeld is natuurlijk de Ameri-
kaanse aanpak, waarbij in de handleiding van de magnetron ook wordt
gezet dat je je hond er niet in mag drogen. Stap: “In Amerika gaat het
om jezelf indekken, wat is ingegeven door de claimcultuur als er iets
fout gaat. Gevolg is dat machines met hele lappen tekst kunnen worden
volgeplakt, zodat je vaak door de bomen het bos niet meer ziet. Een
gewaarschuwd mens telt blijkbaar voor
tien. Wij adviseren voor geïmporteerde
machines goede afspraken te maken
met de leverancier en de teksten op
zijn minst te vertalen, maar nog liever
te vervangen door symbolen. In Europa
gaan we namelijk meer voor algemeen
herkenbare symbolen zonder tekst. Ook
hier zie je overigens het gevolg van de
globalisering. Net als met andere nor-
men, wint ook hier de ISO aan terrein.
En omdat hierin opgenomen symbolen
wereldwijd herkenbaar moeten zijn, staat het europees uitziende manne-
tje op de tocht. Er wordt gewerkt aan een meer universele kop die meer
vanaf de zijkant te zien is. Op zich is er natuurlijk niks mis mee om met de
tijd mee te gaan, maar ik voorspel toch wel wat problemen. Op termijn
zullen we namelijk eerst tal van symbolen door elkaar heen hebben –
niemand gaat zijn stickers en handleidingen aanpassen aan de nieuwe
situatie – voordat de nieuwe symbolen zijn ingeburgerd.”
Veel gemaakte foutenNaast eerder genoemde problemen, steekt er nog steeds een aantal
klassieke fouten met kop en schouders bovenuit. En zoals gezegd hebben
034
de meeste betrekking op de brandpreventie en vluchtweg signalering.
“In een groot bedrijf met meerdere uitgangen (hoofd en nood) moet je
vaak door middel van bordjes naar de hoofdingang geleid worden. Vaak
worden hier de vluchtwegborden in de vorm van het NS-symbool voor
gebruikt, terwijl deze volgens de norm maar één keer mag voorkomen
(bij de hoofduitgang). Of de vluchtroutesignalering wordt helemaal ach-
terwege gelaten. Men redeneert: het personeel weet het toch wel en
bezoek hebben we zelden. Men vergeet echter de factor paniek. Wat als
in het geval van een calamiteit het licht uitvalt, er geen noodverlichting
is en je op een werkvloer werkt waar de opstelling nog wel eens kan wij-
zigen? Grote kans dat je ergens tegenaan knalt. En is dit wel in orde, dan
is de nooduitgang vaak geblokkeerd. Men moest de spullen immers toch
even ergens kwijt. Hetzelfde geldt voor de brandblussers. Als die al zijn
opgehangen – belangrijk, want een brandblusser die ongelukkig omvalt
kan als een raket door het gebouw vliegen – zijn ze vaak slecht te zien.
Ook bij haspels is dit het geval. Even een bordje op voldoende hoogte er-
boven hangen en het probleem is opgelost. Je zit dan al van grote afstand
waar het blusmateriaal zich bevindt.”
mentaliteitVolgens Stap is het met name een mentaliteitskwestie. Het is het aloude
kalf en de put verhaal en iets typisch Nederlands. “In Duitsland geeft de
Berufsgenossenschaft zogenoemde BGV-regelingen uit, waarin gesteld
wordt aan welke regels signalering moet voldoen. De meeste bedrijven,
misschien ook omdat de instantie ook de verzekering verzorgd, houden
zich hier keurig aan. Maar in Nederland wil de overheid minder regeldruk
en zelfregulering. Op signalering wordt niet gecontroleerd en blijkbaar
hebben we het wel nodig. Zo heeft jaren na de brand in het Hemeltje
dertig procent van de horecabedrijven het nog steeds niet voor elkaar en
pas als de politie zegt dat ze ook bij de matrixborden op snelheid gaan
controleren – zoals laatst het geval was met de ingevoerde snelheids-
deken in verband met gladheid – houden we ons aan de regels. Het zit
blijkbaar in ons DNA en voorlopig zal signalering dus wel een onderge-
schoven kindje blijven.”
enkele belangrijke richtlijnen en normen EU Richtlijn 92/58/EG - Minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/
of gezondheidssignalering op het werk
NEN 3011: 2004 - Veiligheidskleuren en -tekens in de werkomgeving en
in de openbare ruimte
ISO 3864-1: 2002 - Graphical symbols -- Safety colours and safety signs
- Part 1: Design principles for safety signs in workplaces and public areas
ISO 7010 - Graphical symbols -- Safety colours and safety signs -- Safety
signs used in workplaces and public areas
Voor meer informatie: Nederlandse Vereniging voor Veiligheidssignalisa-
tie. www.nvvsignalisatie.nl
034 Robotveiligheid
Mag het een waar-schuwinkje meer zijn?
Nooduitgang via het toilet: alleen bij hoge nood.
Ga terug naar start.
optimize through AutomAtion
Discover all the potential now: At AUTOMATICA 2012.
ASSemBLY AnD hAnDLing teCh- noLogY mAChine ViSion roBotiCS poSitioning SYStemS DriVe teChnoLogY SenSor teChnoLogY ControL SYStemS teChnoLogY SAFetY teCh- noLogY SuppLY teChnoLogY Van Ekeris Expo Service B.V.
Haarlem | Tel. +31 (0) 23 525 8500 | [email protected]
Aut12_Anz_230x295_VisionRobotics_E-NL.indd 1 21.12.11 13:04
036036
In eerdere columns heb ik verschillende keren
richting Den Haag geroepen dat meer over-
heidsbemoeienis volgens mij een gunstig ef-
fect zou hebben op de naleving van de Euro-
pese veiligheidsregelgeving binnen Nederland.
Ik wil mij beperken tot Nederland, omdat ik
daar de meeste ervaring heb. Maar ook omdat
ik soms het gevoel heb dat onze Europese part-
ners en buurlanden beter toezicht houden dan
onze liberale Nederlandse overheid. Bij buiten-
landse projecten van onze klanten komen we
meestal een ander (strenger) optreden van de
controlerende instanties en overheid tegen. Nu
vinden wij, Nederlanders, dat natuurlijk weer
heel vervelend en betuttelend. Nee, wij zijn
mans genoeg om zelf onze zaakjes op orde te
hebben en te houden. Toch moet ik op grond
van ervaring bij deze houding wel enige vraag-
tekens plaatsen. Ik constateer regelmatig dat
er nog steeds onveilige machines worden gele-
verd. Machines die niet gecontroleerd worden
door de Arbeidsinspectie.
Bij de voorbereiding voor deze column, waar-
in ik weer eens een hoop ongezouten kritiek
richting Den Haag wilde spuien, lees ik op in-
ternet opeens een persbericht van 15 februari
2012 met de kop: “Klein bedrijf doet na onge-
val te weinig aan veiligheid”. Het persbericht
betreft een inspectierapport ongevallen van
de Arbeidsinspectie met de titel: “Voorkomen
van ongevallen in kleine bedrijven”. Wat een
tref. Wil je over de terughoudende rol van de
arbeidsinspectie schrijven, komen ze juist met
een rapport dat ze afgelopen jaar 438 kleine
bedrijven, waar in voorgaande jaren een onge-
val geweest was, gecontroleerd hebben. Op-
eens dan toch een reactie uit Den Haag. Hierbij
denk ik natuurlijk dat ze mijn eerdere columns
gelezen hebben (?/!). Maar helaas voor de
Arbeidsinspectie, ik wilde het in deze column
niet hebben over de controle die men bij kleine
bedrijven doet op de naleving van de ARBO
wetgeving. Op zich natuurlijk ook een goede
zaak en kan ik het eens zijn met de conclusie
dat over het algemeen, zelfs na een ongeval,
er te weinig gedaan wordt om een veilige
werkplek te realiseren. Het gedrag van kleine
bedrijven zal op dit gebied dan ook moeten
veranderen. Al ben ik van mening dat men een
dergelijk rapport ook
zou kunnen opstellen
voor grotere bedrijven.
Maar goed, ik wilde het
nu niet over dit aspect
van het werk van de
Arbeidsinspectie heb-
ben, maar over het ontbreken van de con-
trole op de levering van onveilige machines
door machinefabrikanten. Misschien kan ik
dat in het vervolg van deze column duidelijk
maken.
In mijn vorige column heb ik gewezen op de
relatie van het menselijk gedrag (human be-
havior) en machineveiligheid. Nu zit het schijn-
baar ook in de Nederlandse genen dat wij al-
tijd op zoek zijn naar eventuele mazen in de
wetgeving om hiermee een bepaald voordeel
te kunnen behalen. Ondernemers onder ons
huren dure fiscalisten in, met als doel minder
belasting te moeten betalen. Alles wel legaal
natuurlijk.
Dit gedrag zien we ook op het gebied van ma-
chineveiligheid. Machinefabrikanten die zeg-
gen dat ze de veiligheidsrichtlijnen naleven,
maar diep in hun hart vinden dat het absoluut
onzin is en dat het zeker niet te veel mag kos-
ten. Een vaak gehoorde argumentatie luidt:
“want dan prijzen we ons uit de markt”. Waar-
mee dan eigenlijk bedoeld wordt: “het gaat
ten koste van onze winstmarge, omdat we bij
de calculatie geen of onvoldoende rekening
hebben gehouden met de kosten van de vei-
ligheidsoplossingen”. In een eerdere column
heb ik al gewezen op de pech voor de kopende
partij, die door het aankopen van een onveilige
machine of installatie zich zelf schuldig maakt
aan een overtreding van de ARBO-wetgeving.
Misschien moet ik dat even toelichten. In onze
ARBO-wetgeving (ook weer gebaseerd op Eu-
ropese regelgeving) staat dat de werkgever
machines / installaties voorzien van een ‘CE-
markering’ moet kopen. Daarnaast staat er ook
dat hij verplicht is om veilige arbeidsmiddelen
(waaronder ook machines en installaties val-
len) te verstrekken aan de werknemers. Als hij
de terughoudende rol van overheid en arbeidsinspectie
036 (un)Safe
dIepeRe gedaCHTeN VaN eeN Ce-CONSulTaNT
“ Veiligheid mag niet te veel kosten want dan prijzen we ons uit de markt”
nu te goeder trouw aanneemt dat de machine
met een ‘CE-markering’ veilig is (wat door de
machinefabrikant namelijk beweerd wordt) en
de machine blijkt uiteindelijk niet veilig te zijn
en één van zijn medewerkers loopt door deze
machine een verwonding op, dan is het een
gulden regel dat de Arbeidsinspectie de werk-
gever een boete oplegt. Wie ontspringt bij dit
regressieve beleid van de Arbeidsinspectie de
dans: de echte schuldige, namelijk de machi-
nefabrikant!
Op het moment dat ik dit schrijf bedenk ik op-
eens wat ik ooit geleerd heb bij het bestuderen
van de Europese Regelgeving. Waarom moeten
fabrikanten een EG-Verklaring van Overeen-
stemming en een Technische Dossier opstellen?
Omdat zij in het geval van een veiligheid tech-
nisch gebrek door een controlerende instantie
(in Nederland de Arbeidsinspectie) gevraagd
kunnen worden om als bewijslast het opgestel-
de Technisch Dossier (voorheen Technisch Con-
structie Dossier) te overleggen. Aan de hand
van het Technisch Dossier kan de controlerende
instantie dan bepalen of de fabrikant wel of
niet rechtmatig gehandeld heeft.
Nu gaat het volgens mij op dit punt fout. De
fabrikant van de machine die, volgens de re-
gelgeving, moet kunnen bewijzen dat zijn
machine veilig was wordt niet aangesproken
maar de kopende partij, die misschien door on-
wetendheid te goeder trouw geweest is wordt
wel aangesproken en moet een boete betalen.
Ja, roept dan een jurist. Hij kan in dat geval de
fabrikant voor de rechter slepen en de fabrikant
voor de schade en gemaakte kosten aanspra-
kelijk stellen. Maar waarom via zo’n omweg
als de controlerende instantie op grond van
de Europese Regelgeving ook het recht heeft
om direct naar de fabrikant te stappen en deze
te controleren en eventueel te beboeten? Fa-
brikanten zijn volgens de Europese Richtlijnen
verplicht een hele kerstboom aan documenten
op te tuigen (waaronder een risicoanalyse,
verklaringen en een gebruiksaanwijzing) en
uiteindelijk wordt dat dossier dan niet gecon-
troleerd door de controlerende instantie.
Ik heb lang moeten nadenken of ik nog zo’n
voorbeeld van optreden van de overheid zou
kunnen bedenken. En ja hoor, er is er nog één
voorhanden. Stel u wilt een nieuw gebouw
bouwen. U laat een architect de tekeningen
maken en vertrouwt erop dat hij bekend is met
de laatste bouwvoorschriften ten aanzien van
de materialen en het creëren van rookcompar-
timenten en vluchtwegen. De tekeningen wor-
den ingediend bij de bouwaanvraag en u ont-
vangt een bouwvergunning. Een tijd later laat
u door een deskundige een calamiteitenplan
opstellen. Een onderdeel van een calamitei-
tenplan is een vluchtplan. Tijdens het opstellen
van het vluchtplan komt een deskundige tot de
ontdekking dat er op een verdieping sprake is
van tegen de vluchtroute in draaiende deuren
en dat er maar één vluchtroute beschikbaar is.
Wie wordt in het geval van een calamiteit aan-
gesproken? De architect? De afdeling bouwtoe-
zicht van de gemeente? Of u als gebruiker? U
mag het zelf invullen. U kent als gebruiker toch
alle regelgeving, want u wordt geacht de wet
te kennen.
Misschien moet de overheid zich eens bezin-
nen op wat hun rol is en terugkeren naar hun
taak zoals vastgelegd in de Machinerichtlijn
2006/42/EG artikel 4 lid 3. Fijn dat ze zelf dui-
delijk hebben vastgelegd waarop we mogen
rekenen!
de terughoudende rol van overheid en arbeidsinspectie
(un)Safe 037
Bert Stap
038
Schmalz BV, Lansinkesweg 4, NL- 7553 AE Hengelo, Nederland
Wij pakken het aan!Of het nu plaatdelen, blikken, dozen of andere verpakkingen zijn, Schmalz zorgt ervoor dat alles snel, efficiënt en veilig omgepakt wordt! Vraag gelijk onze brochure aan!
www.schmalz.com | Tel. +31 74 255 5757
Innovatief automatiseren met vacuüm
Wij pakken het aan!
Bezoek ons op Empack Den Bosch
Standnr. C1012
061AdvVisionRoboticsApril2012.indd 1 21-3-2012 21:46:53
038038038
Your partner for industrial robot programmingMeer dan 20 jaar ervaring in het ontwikkelen van machine-besturingen en meer dan 15 jaar ervaring in het programmeren en integreren van robotsystemen maken van Alpha Robotica een ervaren partner voor zowel gebruikers als systeemintegrators.
T +31 (0)172 41 95 53F +31 (0)172 41 60 32 Informatie [email protected]
Ideale beveiliging wanneer actief in het productieproces moet worden ingegrepen
www.pilz.nl
Zorg dat uw lichtschermen juist zijn geëngineerd
De kans op verwondingen is groot, wanneer verkeerd geëngineerd wordt met lichtschermen. Iemand kan onwetend de installatie betreden, verwacht dat deze afschakelt en wordt bloot-gesteld aan een onveilige situatie.
Cognex komt met nieuwe In-Sight 7000-serieDe In-Sight 7000-serie slaat volgens Cognex een
belangrijke brug tussen prestatie en gebruiksge-
mak. Door de kleine afmetingen, robuuste bouw
en hoge specificaties, is de serie geschikt voor
zeer uiteenlopende industrieën en toepassingen.
En de beschikbare configuratietools moeten ver-
volgens een snelle inbedrijfname garanderen.
In-Sight 7000 biedt de mogelijkheid om betrouw-
bare inspecties te voeren, ongeacht de grootte
van de beschikbare ruimte en ongeacht de draai-
snelheid van de productielijn. De compacte indu-
striële IP67-behuizing maakt hem bovendien ge-
schikt voor zwaar industriële omgevingen. De
camera’s zijn uitgerust met Ethernet, RS-232 seri-
eel en meerdere discrete IO’s. Het systeem kan
rechtstreeks communiceren met een PLC of een
robotcontroller en kan meerdere slimme came-
ra’s op afstand aansturen vanaf een pc of HMI
met netwerkaansluiting. Ook heeft de In-Sight
7000 de mogelijkheid om verlichting rechtstreeks
te voeden en te regelen, zodat er geen externe
voedingsbronnen nodig zijn. Door de opname-
snelheid van maximaal honderd beeldopnames
per seconde zijn inspectieresultaten ook op de
snelste productielijnen betrouwbaar. Alle inspec-
tie-, defectdetectie-, geleidings-, uitlijnings- en
meettoepassingen worden opgezet middels de
gebruikersvriendelijke EasyBuilder-interface.
productnieuws
Om goed te functioneren hadden sensoren
voor labelingmachines tot nu toe altijd
een drukmerk nodig. Bij gebruik hiervan
worden labels – om cosmetische redenen
– ook nog eens overlappend geplakt. Los
van het feit dat dit niet mooi is, is het ook
verspilling. De ML20 markless van Sick re-
kent hier mee af: drukmerken heeft hij
niet meer nodig. Qua principe en opbouw
doet de markless in alles aan drukmerk-
sensoren denken. Hij maakt echter een
beeldpatroon van het etiket en schakelt op
dat patroon. Voor toepassing van de ML20
markless moet de verpakkingsmachine
wel worden aangepast. Zo is bijvoorbeeld
een encodersignaal vereist. Maar na om-
bouw wordt zoveel op de verpakkingsma-
terialen bespaard, dat de investering zich
snel terugverdient.
markless sensor voor labeling-machines
Global solutions
+31 (0)297 285332 www.destaco.nl
Binnen 10 minuten zien wat er fout gaatReal-time: vertraagd meekijken terwijl je filmt
[email protected] www.laser2000.nl 0297-266 191
ontworpen voor machine inspectie
Intelligente high speed camera
ontworpen voor machine inspectieC
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
cyclocam ad 115x150mm_def.pdf 18-10-2011 14:57:56
honderd millimeter. Bijkomende kenmerken zijn: heel hoge rigiditeit, re-
petitiviteit van ongeveer 0,05 millimeter en een IP65 beschermingsgraad
indien uitgerust met beschermingsbalgen. Gebruikersleidingen zoals
pneumatische (vier en zes millimeter en elektrische leidingen (vier twis-
ted shielded pairs) zitten afgeschermd in de arm en bereikbaar aan de
robotflens. Optionele kenmerken zijn twee pneumatische ventielen, ge-
bruikersinstallatie en beschermingsbalgen. De TP80 wordt gestuurd door
de CS8 controller series, een enkelvoudig controleplatform voor de aanstu-
ring van alle Stäubli-robots. VAL-softwarepakketten zijn eveneens be-
schikbaar en geschikt voor alle eindgebruikers, integrators, OEM’s en ma-
chinebouwers. De robot is aangepast aan de behoeftes van alle
industrietakken zoals PV/solar, pharma, verbruiksgoederen, voeding,
elektronica en automobiel. Typische toepassingen omvatten high-speed
pick & place, verpakking, assemblage, materiaalverwerking en machine
tending.
Stäubli Tp80 fast picker Stäubli Robotics introduceert de TP80 fast Picker, een ultrasnelle vierassi-
ge configuratie high-speed robots voor standaard pick & place-toepassin-
gen. Deze innovatieve serie pickers bereikt snelheden van meer dan
tweehonderd picks per minuut en biedt meer flexibiliteit tegen een lagere
kost in alle sectoren. Sinds lang bepaalt Stäubli de standaard voor high-
speed en precisie in gerobotiseerde systemen opdat het best mogelijke
resultaat en de kortste cyclustijden verzekerd worden. Deze nieuwe robot
vertegenwoordigt de laatste innovatie – beweeglijker en lichter terwijl
zeer snelle cyclustijden afgeleverd kunnen worden, zonder in te boeten
aan precisie. Een eenvoudige basis of wandconstructie elimineert de be-
hoefte aan een grote kostelijke structuur, wat de kostenefficiëntie en het
integratiegemak ten goede komen. Andere kenmerken zijn zowel een
compacte voorarm om in smalle machineopeningen te bewegen als een
interne kabelboom en userleidingen door de Z-as. De robot is rigide en
heeft een competitieve prijszetting waardoor hij een economisch alterna-
tief vormt voor heel wat standaard applicaties zonder te moeten inleveren
aan kwaliteit, duurzaamheid of prestatie. De robot is beschikbaar in een
vierassige versie waardoor een grote flexibiliteit kan geboden worden af-
hankelijk van de behoeften van de gebruiker. Standaard kenmerken om-
vatten een maximum payload van een kilogram, tweehonderd picks per
minuut (onafgebroken), achthonderd millimeter bereik en Z-as spindel van
EU
CH
NE
R (
Ben
elux)
BV
- P
ostb
us
11
9 -
NL-
33
50
AC
Pap
endr
ech
t -
Tel
+3
1 (
0)7
8 6
15
47
66
- F
ax +
31
(0
)78
61
5 4
3 1
1 -
info
@eu
chner
.nl
- w
ww
.euch
ner
.nl
ww
w.e
uc
hn
er.
nl
M U L T I F U N C T I O N A L G A T E B O X
Veelzijdigehekschakelaar
Alle denkbare functies in één behuizing. Dankzij transpondertechnologie voldoet het systeem aan de hoogste veiligheids-niveau’s. De set is geschikt voor scharnierende deuren en schuifdeuren. Drie halfgeleideruitgangen melden de status: deur dicht (1), grendelpen gedetecteerd (2), veilig vergren-deld (3). Nadat een veilige toestand is bereikt worden bovendien twee veilige getakte halfgeleider-uitgangen geactiveerd.
• Detectie met transpondertechniek• Stabiele metalen montagedelen• Hoge vergrendelingskracht• Verlichte knoppen• Vluchtontgrendeling achterop
Nieuwsgierig? Check de fi lmpjes op de nieuwspagina van de website!
Avans Hogeschool is een brede hogeschool met ruim 25.000 studenten en 2.200 medewerkers in Breda, ’s-Hertogenbosch en Tilburg.
Studenten, docenten, lectoren en professionals in het werkveld vormen in ons onderwijs een levendig netwerk. Onze moderne leeromgeving maakt het mogelijk dat iedere student zijn of haar talent en ambitie maximaal kan ontwikkelen. Inspirerende docenten met inhoudelijke expertise en verstand van leerprocessen dagen studenten uit hun grenzen te verleggen en te excelleren. Avans Hogeschool werkt in onderwijs en onderzoek samen met bedrijven en organisaties.
Voor de Academie voor Technologie en Management (ATM) in Breda zijn wij op zoek naar een:
Docent hbo informatica/besturingstechniek m/v0,8 - 1,0 fte, vacaturenummer 12/024
De volledige tekst van deze vacature is te vinden op onze website.Kijk op www.werkenbijavans.nl voor uitgebreide informatie en sollicitatie.
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Avans Hogeschool, beste grote hogeschool van Nederland! Bron: Keuzegids Hoger Onderwijs
Adverteerdersindex
ABB 43 Exner 38 National Instruments 11
Alph Robotica 38 Fanuc 2 Pilz 39
Automatica 35 Iris Vision 20 Schmalz 38
Avans 41 Kuka 4 Van Rooij 38
Destaco 40 Laser 2000 40
Euchner 41 Mikrocentrum 44
De LC15Dx digitale laserscanner van Nikon Metrology brengt een vernieuwing
in de evolutie van laserscanners. De LC15Dx heeft een hoogwaardige Nikon
lens en is mede daardoor een accurate laserscanner voor 3D inspectie op coör-
dinaatmeetmachines, met een nauwkeurigheid vergelijkbaar met die van tac-
tiele metingen. Door de nieuwe optica en de digitale beeldverwerking kunnen
ook de meeste reflecterende voorwerpen beter en sneller (meer dan 70.000
punten/seconde) worden gemeten. Het drie-dimensionele scanresultaat is
een puntenwolk die wordt vergeleken met het oorspronkelijke CAD model. De
resulterende kleurenmap visualiseert op een eenvoudige manier de dimensi-
onale afwijkingen en aandachtspunten. De LC15Dx komt hiermee tegemoet
aan de marktvraag voor het sneller inspecteren van kleinere voorwerpen die
hoge nauwkeurigheid vereisen, zoals precisie-(spuit)gietonderdelen, turbine-
schoepen, medische compo-nenten en andere complexe onderdelen.
laserscanner voor 3d inspectie
042042 Column Vision & Robotics
Ik realiseer me dat dit een beetje een raar begin van een column is. Eigen-
lijk zou er na een dergelijke aankondiging een blanco pagina over moeten
blijven. Toch ga ik u niet persoonlijk vertellen waarom u op 5 en 6 juni
naar Veldhoven moet komen. Het leek me beter dit nu eens over te laten
aan de bezoeker zelf. Waarom zijn ze vorig jaar op de jubileumeditie ge-
weest en hebben ze er gevonden wat ze zochten? Ik heb het hen gevraagd
en hoewel ze niet allemaal herkenbaar in beeld willen, willen ze hun er-
varingen graag met u delen.
“Ik was zeer geïnteresseerd in de diversiteit van robotleveranciers. Het
was een geslaagde bijeenkomst op een mooie, goed bereikbare locatie”,
vindt een bezoeker van Heerema uit Zwijndrecht. Kijk. Dat is klare taal.
Ook een bezoeker van Holland Detlaflex Rubbertechniek kwam met een
brede blik en nam een hoop mee naar huis. “Ik ben niet met een speci-
fieke vraag naar de beurs gekomen”, liet hij weten. “Ik was er meer ter
oriëntatie en dat is ruimschoots geslaagd.” Een werknemer van HUMN
Fabricage- & Productontwikkeling vindt het vooral belangrijk een vinger
aan de pols te houden. “Doel van mijn bezoek was het me op de hoogte
te stellen van de ontwikkelingen. Dat is waar de beurs voor bedoeld is en
het is gelukt.” Ook Sirrus was om deze rede van de partij, al was er een
duidelijke voorkeur voor high-end vision. “Ik heb Vision & Robotics vorig
jaar bezocht om mezelf een beeld te vormen over de state-of-the-art van
machinevisie in industriële toepassingen. Vision & Robotics is hiervoor wat
mij betreft zeker de geschikte beurs gebleken.” Specifieker werd het voor
de KLPD. “Ik heb vooral gekeken naar het lerend vermogen en ad hoc
programmeerbaarheid voor bediening van externe apparaten in mens-
vijandige of gevaarlijke omstandigheden”, liet een senior specialist me
weten. Gevraagd of het wat opleverde antwoordde hij: “Een passende
oplossing was nog niet voor handen maar de ontwikkelingen hierin zijn
hoopvol dus blijf ik ze nauwgezet volgen.” Meer geluk hadden wat dat
betreft de mensen van BAM Wegen. “Dankzij het bezoek aan Vision &
Robotics 2011 zijn de vragen die we hadden uiteindelijk beantwoord. Het
was wel een via via traject , maar het heeft wel geresulteerd in de aan-
koop van een product bij een relatie van een deelnemer”, lieten ze me
weten. En ook voor Frog bleek de beurs een belangrijke opstap naar de
oplossing. “Wij waren op zoek naar een partij die ons kan helpen met het
ontwikkelen van een systeem voor de detectie van de positie van pallets
middels een3D-camera. En dat is precies wat we daar hebben gevonden.
Succes dus!”
Graag had ik nog veel meer bezoeker de revue willen laten passeren. Zo
was het leuk geweest Packland te laten vertellen dat zij met specifieke
vragen voor een inspectiesysteem voor een inpakmachine kwamen en
hier antwoord op kregen. Ook had ik de baas van Lasercraft graag laten
vertellen over zijn ambitie om geen personeel aan te hoeven nemen,
maar vision en robotica in te zetten om hem met de productie te helpen.
Stuk voor stuk concrete voorbeelden van wat er allemaal op Vision en
Robotics te halen valt. Maarja, een column kent nu eenmaal zijn grenzen.
Zelfs al zeg ik niks.
Els van de Ven
Manager Vakbeurzen
& Congressen
Ik zeg niks
Ik ga u niet vertellen waarom u op 5 en 6 juni naar Veldhoven moet komen
042
Column Vision & Robotics
ABB levert standaard robotoplossingen voor de industrie. Deze zijn eenvoudig, snel, kostenbesparend en eenvoudig in bestaande of nieuwe productielijnen te integreren. ABB Robots zijn zeer gebruiksvriendelijk, betrouwbaar, efficiënt, onderhoudsarm, accuraat en werken 24/24/7 op topsnelheid. Kiest u een ABB Robot dan weet u wat u kiest! Bezoek ons op www.abb.com/robotics
Eenvoudiger produceren?Houd het standaard!
ABB adv IRB660 184x255.indd 1 22-04-10 13:33
Vakbeurs & CongresDinsdag 5 en woensdag 6 juni 2012
NH Conference Centre Koningshof te Veldhoven
Vakbeurs & CongresDinsdag 5 en woensdag 6 juni 2012
NH Conference Centre Koningshof te Veldhoven
www.vision-robotics.nl
11e editie • Gratis toegang
Mediapartners:
O� iciële beurscatalogus
Organisatie:
Conferentie
VR12_230x295.indd 1 22-3-2012 12:28:44