Academic Journal of Suriname 2015, 6, 561 -573 Social Sciences Short Communication
Acad J Sur 2015 (6) 561-573
Machtsverhoudingen in een Surinaamse Leprozerie;
reflecties naar de aanleiding van de Martha Stern fotocollectie 1
Henk Menke Dermatoloog ( niet praktiserend) ; medisch historicus; onafhankelijk onderzoeker
Samenvatting De Martha Stern collectie is een serie van 73 foto’s die zijn gemaakt in de eerste decennia van de 20
ste eeuw in de Protestantse leprozerie Bethesda in Suriname. Analyse van deze
foto’s draagt bij aan onze kennis van het patiënten perspectief in een geschiedschrijving waarin de patiënt tot nu toe een ondergeschikte rol heeft gespeeld als lijdend voorwerp en/of object van onderzoek. De foto’s die zijn geanalyseerd in de context van het kolonialisme, zijn een getuigenis van dit systeem in actie. Zij schetsen sombere Surinaamse lepra patiënten, getekend door de ziekte, zonder uitzicht op genezing, gesubordineerd aan een meervoudig machtssysteem, waarin koloniale macht, medische macht en kerkelijke macht samenwerken. De “Europeanisering” van de patiënten, inclusief de onderschikking van hun eigen cultuur is evident, wat gezien kan worden als onderdeel van de in het kolonialisme passende beschavingsmissie. De foto’s zijn ook een getuigenis van het transnationale karakter van het kolonialisme, in dit geval de Duitse regie in een leprozerie in een Nederlandse kolonie. De foto’s geven gescheiden werelden aan tussen de Duitse leidinggevenden en de patiënten. De foto’s wekken de indruk dat de patiënten zich - ondanks de liefdevolle door geloof geïnspireerde verpleging door de diaconessen - niet bepaald gelukkig voelden. Het perspectief van de lepra patiënt dat uit de foto’s naar voren komt zal nader geauthentiseerd moeten worden. Hiertoe kunnen orale en schriftelijke bronnen aanvullende informatie verschaffen.
Trefwoorden: Martha Stern, leprozerie, lepra patiënt, foto’s, kolonialisme, transnationalisme
Inleiding
De afgelopen twee decennia zijn diverse
artikelen gepubliceerd over de
leprageschiedenis van Suriname. (van der
Kuyp 1999 a en b, Menke 2009, 2011,
Snelders 2013)
De hierin weergegeven
meningen vertegenwoordigen de visie van de
“powerfull”: public health - beleidsmakers,
medici, historici etc. Het leven, de gevoelens
en de ideeën van de lepra patiënten, dus
degenen over wie het in feite gaat, komen niet
of nauwelijks aan de orde. Zij spelen een
ondergeschikte rol als lijdend voorwerp en
object van onderzoek. Op een recent
geschiedenissymposium is er op gewezen dat
het ontbreken van de stem van de “gewone
man” een van de leemtes is in de Surinaamse
geschiedschrijving.2 (Choenni 2013: 178;
Menke 2013: 653) De vraag is vervolgens, hoe
in deze geschiedschrijving een stem kan
worden gegeven aan de “subalterns”, de
mensen die geen of weinig geschreven
bronnen hebben achtergelaten.
Spivak (1988: 310) zegt: “the subaltern can
not speak”. Susan Legêne (2013) evenwel,
noemt het analyseren van historische foto’s als
een van de manieren om de mening van de
mensen die geen stem hebben, te onderzoeken
en kenbaar te maken. De foto’s bieden in ieder
geval de mogelijkheid om ons een voorstelling
te maken van hun persoonlijke geschiedenis.
Het duiden van de beelden is echter geen
eenvoudige zaak. Een probleem is dat ze
worden geïnterpreteerd door een onderzoeker-
auteur, die - hoe goed ook bedoeld - niet persé
de gevoelens en mening van de “subaltern”
hoeft weer te geven. Men kan pogen deze
tekortkoming te compenseren, door het
beeldmateriaal te combineren met orale en
schriftelijke bronnen. In samenhang hiermee is
het belangrijk te bedenken dat de dingen die
we zien (op de foto) niet perse één enkele
betekenis hebben (Hall 1997: 3) en
contextualisering vereisen. (Edwards 2005)
Correspondentie : Henk Menke, ’s-Lands werf, 249, 3063GG, Rotterdam,Nederland,
Email:[email protected], Tel: 00-31-102019405 (Rotterdam), Tel: 00-351-289472498
(Portugal)
Available on-line oktober 22, 2015
Machtsverhoudingen in een Surinaamse Leprozerie 562
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Terug naar de Surinaamse lepra patiënt. Die is
nog niet gehoord in de geschiedschrijving over
lepra. Historische studies die nadrukkelijk
gebruik maken van fotografisch materiaal uit
het verleden (en/of oral history), om zo ons
inzicht in de geschiedenis van lepra in
Suriname te vergroten, zijn voor zover bekend,
nooit gepubliceerd. De beschikbare
fotocollecties met Surinaamse leprapatiënten
die in het bezit van particulieren en instituten,
bij voorbeeld de “picture gallery” van de
website van “the global project on the history
of leprosy”, liggen klaar om gebruikt te
worden.3 Het Surinaams museum heeft op haar
website een paar afbeeldingen over
leprozerieën en beschikt voorts nog over een
album met foto’s van de leprozerie Bethesda.4
Van de hand van Spapens en Stads (2012) is
een fraai journalistiek boek verschenen met
recente foto’s van lepra patiënten en
bijbehorende verhalen. Het is hoog tijd om
deze bronnen van historisch commentaar te
voorzien.
In dit artikel wordt een verzameling foto’s
besproken, gemaakt in de Protestantse
leprozerie Bethesda in de eerste decennia van
de 20ste
eeuw. Deze collectie, afkomstig van
Martha Stern, bestaat uit 73 zwart- wit foto’s
die ons een inkijk geven in de wereld van een
Surinaamse leprozerie.5 De foto’s tonen
patiënten en verplegenden en schetsen de
“couleur locale” van de microkosmos, de
geïsoleerde samenleving, die een leprozerie in
feite is De Martha Stern collectie zal in de
navolgende analyse door mij worden geplaatst
binnen de context van het kolonialisme aan het
eind van de 19e en begin van de twintigste
eeuw. Lepra werd immers door de
Nederlandse en andere Europese kolonisatoren
geduid als een tropische ziekte, typisch voor
de gekleurde mens en de slechte
omstandigheden in de kolonie.
Lepra als koloniale ziekte; missie en
zending in Suriname
Zachary Gussow (1989) legt uit dat het
concept van lepra als koloniale ziekte is
geconstrueerd in de 19de
eeuw, met als
bouwstenen: kolonialisme, contagionisme,
racisme en missionarisme. In deze
Eurocentrische visie wordt lepra geduid als
een besmettelijke ziekte van inferieur geachte
gekleurde volkeren die leven in koloniën in de
tropische klimaatzone; de ziekte wordt verder
door sommigen nadrukkelijk gezien als een
bedreiging voor de Westerse landen. De West
Europese kerken voelden zich geroepen om
vanuit het Christelijke principe van
barmhartigheid, via missie en zending hulp te
verlenen aan de lepra patiënt.
In Suriname hebben de Rooms Katholieken
vanaf het begin van de 19de
eeuw de zorg van
lepra patiënten op zich genomen. De
Redemptorist Peerke Donders heeft zich op de
afgelegen leprozerie Batavia aan de
Coppenamerivier tussen 1856 en 1887 voor
hen ingezet. Hij werd door de Paus in 1982
zalig verklaard. Pas tegen het eind van de 19de
eeuw zijn de protestanten zich nadrukkelijk
gaan bemoeien met het Surinaams
lepraprobleem. De overheid besloot Batavia te
sluiten en in 1892 een nieuwe inrichting te
openen op Groot Chatillon aan de Suriname
rivier. De Katholieken stelden voor om de
gehele leprazorg uit handen van de overheid te
nemen. De Protestantse kerken in Suriname
waren niet gelukkig met de nakende
machtspositie van de Rooms-katholieken.
Gezamenlijk kwamen ze in verzet en kregen
steun uit Nederland. De Katholieken besloten
vervolgens een eigen instelling te vestigen, de
leprozerie Gerardus Majella, gelegen in
Paramaribo, die haar deuren opende in 1895.
De verzorging van de patiënten was in handen
van de zusters van Liefde uit Tilburg.
(Brouwers 2000) De Protestanten besloten op
hun beurt een eigen inrichting voor
leprapatiënten te bouwen. De Hervormden en
Lutheranen zouden het nodige geld voor de
bouw inzamelen en de Herrnhutters zouden de
leiding en de verpleging van de patiënten op
zich nemen. In 1899 werd de eerste patiënt
opgenomen in de leprozerie Bethesda,
gelegen naast de overheids- leprozerie Groot
Chatillon. (Postma 2003: 69) De zorg van de
patiënten, en die omvatte naast lichamelijke
verzorging en verpleging ook onderwijs en
563 Menke H.
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
bekeringswerk, was in handen van
diaconessen uit Duitsland.( Lenders 1996:
371-375) Martha Stern was een van de eersten
van hen.
Wie is Martha Stern?
Martha Stern (1881-1959) werd in de Duitse
stad Kassel geboren. Ze groeide op met de
bijbel in de hand en kreeg de christelijke
deugden als naastenliefde, gemeenschapszin,
broederschap en respect voor de medemens
met de paplepel ingegoten. Ze voelde al vroeg
de roeping om iets voor de noodlijdende
medemens te doen en vond dat de Christelijke
weg de aangewezen route was. Ze wilde niets
liever dan zieken verplegen en tegelijkertijd
het Christelijke geloof verspreiden. Daarom
trad ze toe tot de Diaconessen instelling
Emmaus in de stad Niesky, waar jonge
vrouwen werden opgeleid tot evangelische
hulpverlener. Naast theoretisch en praktisch
onderwijs ging het vooral om
karaktervorming, discipline en morele
offergezindheid. De diaconessen moesten een
eenvoudig leven leiden en ongehuwd blijven.
In 1899 werd Martha bij de Moeder Overste
ontboden, die haar meedeelde dat ze in
aanmerking kwam voor uitzending naar
Bethesda, een lepra kolonie in Suriname. Ze
zei volmondig ja en vertrok in januari 1901 uit
Kassel met de trein via Emmerich naar
Driebergen-Zeist, het centrum van de
Herrnhutters in Nederland. Vervolgens ging ze
per schip naar Suriname. Enkele dagen na
aankomst in Paramaribo reisde ze per
rivierboot verder naar de 50 km
stroomopwaarts aan de Suriname rivier
gelegen leprozerie Bethesda. Ze heeft er 6 jaar
gewerkt. Bij haar terugkeer naar Duitsland in
1907 heeft ze de op Bethesda gemaakte foto’s
meegenomen. Ze hield contact met
collega/vriendinnen die daar achtergebleven
waren en die haar naderhand nieuwe foto’s
stuurden. In 1924 is ze met haar broer
Heinrich Stern en diens gezin naar Brazilië
geëmigreerd, waar ze de rest van haar leven
heeft gewoond. Ze heeft de foto’s van
Bethesda nagelaten aan haar familie.
Haar bovenstaande levensgeschiedenis is
recent in een familiebiografie beschreven door
Iris Stern (2010), haar achternicht die in
Brazilië woont. 6
Iris heeft contact opgenomen
met de auteur (HM) om informatie te
verkrijgen over de Surinaamse
leprageschiedenis en om te helpen met de
analyse van de foto’s. De originelen zijn
dierbaar familiebezit, maar men heeft
welwillend een kopie van de lepra foto’s van
Martha Stern afgestaan aan de auteur.7
Methode van analyseren van de foto’s
Alle 73 foto’s uit de Martha Stern collectie
zijn ten minste twee maal door de auteur
bestudeerd, eenmaal in dialoog met iemand
anders.8 Hierbij is gewerkt volgens het
systeem van het Canadian war museum. 9
Iedere foto uit de collectie is beoordeeld op de
volgende punten:
1. identificeren (wie maakte de foto, waar is
de foto gevonden?),
2. contextualiseren (welk tijdperk, welk
thema?),
3. gedetailleerd analyseren (de foto in secties
onderverdelen en beschrijven van de objecten
in iedere sectie),
4. evalueren (welke algemene conclusie kan
worden getrokken, is de foto nuttig in het
kader van een bepaald onderzoek?).
De foto’s zijn geanalyseerd in het kader van
de opvatting dat lepra een koloniale ziekte is.
Machtsverhoudingen in een Surinaamse Leprozerie 564
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Bespreking van de Martha Stern collectie
Op sommige foto’s van de collectie is een
datum vermeld. Zo staat op een van de
opnames op het schoolbord geschreven:
”school te Bethesda 1904-1919”. Op een
andere foto staat het jaar 1923 vermeld, het
laatste jaar dat genoemd wordt op een foto uit
de collectie. Sommige foto’s, zo blijkt uit een
tekst op de rand, zijn gemaakt door de bekende
Surinaamse fotografe Augusta Curiel.10
Het is
heel goed mogelijk dat meerdere, misschien
zelfs alle foto’s uit de collectie, het werk zijn
van Curiel, maar daarover bestaat geen
zekerheid. De compositie van de foto’s
suggereert dat ze zijn gemaakt in opdracht van
de leidinggevenden van de leprozerie en dat
voor alle foto’s, na een goede voorbereiding, is
geposeerd. De foto’s hebben een meervoudige
trans-Atlantische reis achter de rug. Ze zijn in
de eerste decennia van de 20ste
eeuw uit
Suriname naar Duitsland getransporteerd en in
1924 met de emigratie van de familie Stern
meegenomen naar Brazilië. Vervolgens zijn ze
gedigitaliseerd en in 2010 naar de auteur in
Nederland gestuurd voor hulp bij de analyse.
Vanuit Nederland keren ze ten slotte in 2013
terug naar Suriname, het land waar ze een
eeuw tevoren zijn gemaakt. Een kopie van
sommige van de foto’s uit de collectie is ook
in bezit van anderen. Zo is foto 5 uit dit artikel
te zien onder image code 7653, in de Digital
Image Library van de KITLV collectie
(Universiteit Leiden, Nederland).11
De foto’s
zijn waarschijnlijk mede gemaakt om de
wereld incl. geldschieters te tonen dat de
Hernhutters goed bezig waren met het
uitvoeren van hun Christelijke taak. Dominee
Henry Weiss is in 1902 naar de Verenigde
Staten gereisd voor fundraising.(Anonymus,
New York Times 1902)
Zijn missie was succesvol, en zo is op een van
de foto’s een gebouw in constructie te zien op
het terrein van Bethesda, met boven op het
bouwwerk de Amerikaanse vlag naast de
Nederlandse driekleur.
Ons wordt een inkijk gegund in de structuur
van en het leven op een leprozerie aan de
Suriname rivier, maar we zien op bijna geen
van de foto’s de rivier of het gaan en komen
van mensen naar en van Bethesda, niet de
verbinding die er toch moet zijn geweest met
de buitenwereld. De afzondering is indirect te
herleiden uit de beelden. De religieuze
leidinggevenden en verzorgenden (de
diaconessen), allen Duits, zijn op de meeste
foto’s te zien. De dominantie door deze
Duitsers, dus mensen met een andere
landsaard dan de Nederlandse kolonisatoren, is
evident. Zij zijn op de foto’s prominent
aanwezig, op de voorgrond of op de
achtergrond, wakend en toezicht houdend. Op
63 van de 73 foto’s zijn patiënten en /of
diaconessen te zien.
Op 26 hiervan enkel diaconessen, op 25
diaconessen met patiënten en op 12 enkel
patiënten. De onderwerpen op de 73 foto’s
vallen uiteen in vier categorieën die elk een
bepaald aspect van het leven op de leprozerie
weergeeft. Sommige foto’s kunnen in
meerdere categorieën worden ondergebracht:
1. huis en tuin
2. religieus leven
3. patiënten en diaconessen
4. school en werk
Hoewel een aparte categorie is gedefinieerd
voor foto’s die het religieuze leven weergeven,
is het religieuze karakter van de leprozerie op
bijna alle foto’s zichtbaar en/of ”voelbaar”.
565 Menke H.
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Figuur 1. Plattegrond van de leprozerie Bethseda. Water (kreken) vormde de scheiding tussen de
woongebieden van lepra patiënten en verzorgenden (bron: Martha Stern fotocollectie).
De plattegrond van de leprozerie (figuur 1)
toont de segregatie door water (kreken) van de
verschillende groepen mensen die er wonen:
directie, diaconessen, hulppersoneel en
patiënten12
.Van de patiënten wonen bovendien
mannen, vrouwen en kinderen gescheiden. De
directie en de diaconessen (verpleegkundigen),
alsmede minderjarige lepra patiënten wonen
aan de rivierkant. Bruggen over de kreken
verbinden de verschillende werelden.
De foto’s uit categorie huis en tuin tonen de
houten woningen op stenen blokken met een
veranda. Ze zijn qua bouwstructuur tropisch -
Surinaams, de inrichting en de sfeer van de
woning van de diaconessen doet echter
Europees aan, intiem en gezellig, maar vooral
ook Christelijk, door de schilderijen en
spreuken (foto 1).
Er zijn helaas geen foto’s die inzage geven in
de woningen van de patiënten. De tropische
tuinen met bomen en heesters zijn fraai
aangelegd en goed onderhouden. De leprozerie
oogt ordelijk. De lepra patiënten zijn vrijwel
allen Creoolse Surinamers. Hun kleding en
schoeisel is Europees, soms bijna op het
potsierlijke af (foto 2). Wel hebben de meisjes
soms een anjisa op (foto 5).13
De poppen die
zij op sommige foto’s bij zich hebben zijn
blank, maar inderdaad, een enkele pop is zwart
met kotomisie kleding inclusief anjisa.14
We
zien de diaconessen bezig met hun
verzorgende, verplegende, toezichthoudende
en stichtelijke taak. Hoewel de patiënten en de
diaconessen gescheiden wonen, tonen
de foto’s dat er direct lichamelijk contact is en
wel in het proces van verzorging, bv bij het
verbinden van wonden (foto 4).
De foto’s waarbij de diaconessen hun
medische verzorgende taak vervullen tonen
door hun gelaatsuitdrukking de zachtheid en
liefde van hun kant.
De patiënten die zijn afgebeeld op de foto’s
verkeren ondanks hun ernstige ziekte in het
algemeen in "goede" conditie, maar sommigen
zijn getekend door de ziekte. Dit is geen
verrassing, want in die dagen bestond er geen
effectieve therapie. Op de foto’s zijn er zelden
vrolijke, lachende patiënten te zien, ja, soms is
er een vage glimlach zichtbaar, maar soms
lijkt het een grimas. Ernst, misschien zelfs een
Machtsverhoudingen in een Surinaamse Leprozerie 566
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
bedrukte stemming lijken te overheersen bij de
patiënten. Maar naast scholing en werken was
er op Bethesda ook tijd voor een feestmaal, zo
laten sommige foto’s zien. Van de 37 foto’s
waarop patiënten zijn te zien kijken ze op 21
ernstig of somber, op 2 angstig, op 7 lachend,
terwijl in 7 gevallen geen uitspraak gedaan kan
worden. Op de 51 foto’s waarop diaconessen
zijn afgebeeld kijken ze op 16 ernstig, op 27
lachend en op 8 foto’s kan dit niet goed
worden vastgesteld. Wat wij niet zien is een
hospitaaltje en een begraafplaats. Wat ook
ontbreekt is een blik in het "kantoor" van
directie/administratie. Maar voor sommige
voorzieningen kon wellicht worden
teruggevallen op Groot Chatillon, de
aangrenzende grotere overheidsleprozerie.
“Inzoomen” op 5 foto’s uit de Martha Stern collectie
Foto 1. Diaconessen aan de koffietafel; helemaal rechts staat diaconesse Martha Stern ( foto gemaakt
tussen 1901 en 1907; bron: de Martha Stern fotocollectie).
Foto 1, diaconessen aan de “koffietafel”,
(categorie huis en tuin) is gemaakt tussen 1901
en 1907, want Martha Stern is er op afgebeeld.
Als Augusta Curiel de fotografe is geweest,
dan ligt de productiedatum ergens tussen 1904
en 1907.15
Deze foto is ook te zien in de
biografie van de familie Stern.16
De foto toont
vier handwerkende diaconessen aan een
feestelijke, rijk gedekte “koffietafel”.
Helemaal rechts staat Martha Stern. De
diaconessen zijn vrolijk, allen lachen. De
creoolse huisbediende in kotomisie kleding
kijkt ernstig. Op de tafels staan bloemen in
vazen en op de tafels en aan de muren prijken
talrijke christelijke afbeeldingen en spreuken.
De klok wijst wellicht 4 uur ’s middags aan.
De foto kan ten slotte - net als overigens de
hele collectie - worden ingekaderd in het
transnationale karakter van de kolonisatie van
Suriname.
567 Menke H.
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Foto 2. Dominee (H Weiss) en twee lepra patiënten ( foto vermoedelijk gemaakt in eerste decennium
20ste
eeuw; bron: de Martha Stern fotocollectie).
Foto 2, dominee en twee lepra patiënten
(categorie religieus leven) is wellicht gemaakt
tussen 1901 en 1907, aangezien de afgebeelde
dominee ook op een andere foto is te zien
samen met Martha Stern. De foto is door de
auteur eerder gepubliceerd in een artikel op de
weblog van de website van colorfoundation.17
Op de foto is de dominee te zien, gezeten
achter een tafel waarop een opengeslagen
boek ligt, ongetwijfeld de bijbel. Zijn gezicht
is zeer ernstig, streng, bijna zwaarmoedig. Hij
wordt geflankeerd door twee jonge Creoolse
mannen, ze lijken zeer gedisciplineerd,
plechtstatig, hun gezichtsuitdrukking is
eveneens zeer ernstig, zeker niet ontspannen.
Ze staan “kaarsrecht”, als in militaire
houding, wat nog versterkt wordt door de pet
van een van hen. Ze zijn in strak wit Europees
pak gestoken. De dominee is in het zwart
gekleed, zijn kraag die nog net zichtbaar is, is
even smetteloos wit als de pakken van de
jonge mannen. Die zijn getekend door hun
ziekte, met gelaatstrekken die neigen naar
facies Leontina. Zij hebben ongetwijfeld de
lepromateuze vorm van de ziekte.18
Ze zien er
deftig uit, maar ook wat kolderiek in hun
Europese outfit in een tropisch decor, met op
de achtergrond het oerwoud. Er zijn drie
houten gebouwen afgebeeld, een is volledig
zichtbaar. Naast het huis op de achtergrond is
een regenpijp en waterbak te zien met
daarnaast een ton. Aan de andere kant is een
vlag te zien die slap naar beneden hangt, het is
kennelijk windstil. De vlag, met horizontale
banen, is niet goed te duiden door
plooivorming. Wellicht is het de Nederlandse
driekleur, die overigens ook op een aantal
andere foto’s uit de collectie is te zien. Over
de situatie buiten beeld kan alleen maar
worden gespeculeerd. Wellicht stonden daar
op moment van fotograferen meerdere
diaconessen en andere personeelsleden en ook
patiënten nieuwsgierig toe te kijken. Hoewel
de foto veel verteld zijn er ook vragen. De
dominee is Henry Weiss die in die periode
daar werkzaam was, maar wie zijn de twee
jonge mannen? Zijn het broers? Hoe oud zijn
ze? Een antwoord vraagt om nader onderzoek,
wat buiten het bestek valt van het door de
auteur gestelde doel. Deze foto spreekt
boekdelen, het beeld past perfect in het in
paragraaf 2 geschetste lepra concept van
Gussow, het is een uitgelezen verbeelding van
het kolonialisme en het missionarisme. Men
kan er ook de z.g. beschavingsmissie van de
zendelingen in zien.
Machtsverhoudingen in een Surinaamse Leprozerie 568
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Foto 3. Dominee (H Weiss) en diaconessen op weg naar de kerk (foto vermoedelijk gemaakt in eerste
decenium 20ste
eeuw; bron: de Martha Stern fotocollectie).
Foto 3, dominee en diaconessen op weg naar
de kerk (categorie religieus leven) is eveneens
zeer waarschijnlijk gemaakt in het eerste
decennium van de 20ste
eeuw. Op de brug over
de kreek die de scheiding vormt tussen de
wereld van de verzorgenden en die van de
patiënten staat de dominee met naast hem
wellicht zijn vrouw, met haar rechterhand op
zijn linkerschouder; naast hen staan twee
diaconessen. Een vergelijking van
gelaatstrekken leert dat dit dezelfde dominee
moet zijn die op foto 2 staat afgebeeld.
Iedereen is in smetteloos wit gekleed en heeft
een hoed op. Bovendien heeft de echtgenote
van de dominee een parasol tegen de felle
tropenzon. Ze zien er zeer goed verzorgd en
erg Europees uit. Het kerkje is een eenvoudig
maar fraai geconstrueerd houten gebouw op
stenen blokken (z.g. neuten). De betimmering
is zogenaamd Zweeds rabbat.19
De
dakbedekking bestaat uit dakpannen. Boven de
kerkdeur staat “Bethesda” geschreven. Links
van de kerkingang is er een vlag te zien,
horizontaal gebaand, wellicht de Nederlandse
driekleur.
Foto 4. Diaconesse Martha Stern verzorgt lepra patiënte (foto gemaakt tussen 1901 en 1907; bron: de Martha Stern fotocollectie).
569 Menke H.
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Foto 4, diaconesse verzorgt lepra patiënte
(categorie patiënten en diaconessen) is
wellicht gemaakt tussen 1904 en 1907 en toont
opnieuw diaconesse Martha Stern die een
wond op de rechtervoet van een patiënte
verbindt en wel met onbeschermde (blote)
handen. De behandeling vindt plaats in de
buitenlucht. Onder het linker oog en op de
linker neusvleugel van de patiënte is een
zwelling te zien. De patiënte, met afhangende
mondhoeken, kijkt zeer verdrietig, treurig
zelfs. Een close up van deze foto is te zien in
de biografie van de familie Stern.20
Deze foto
is ook gepubliceerd in het boek van Maria
Lenders (1996: 372), waarbij in het
onderschrift staat dat de afgebeelde diaconesse
zuster Philippine Stuhlfauth is, maar dit is
onjuist. De diaconesse op de foto in het boek
van Lenders is Martha Stern.21
Foto 5. Handwerkklasje van lepra patiënten; diaconesse Martha Stern staat op de achtergrond ( foto
gemaakt tussen 1901 en 1907; bron: de Martha Stern fotocollectie).
Foto 5, handwerkklasje van lepra patiënten
(categorie school en werk), is ook tussen 1901
en 1907 gemaakt, want Martha Stern staat er
op afgebeeld. De foto toont zes meisjes zittend
aan tafel, sommigen met een handwerkje,
anderen met een lei met griffel in de hand. Op
de tafel staan twee handwerkkistjes en
daartussen is een niet definitief te duiden
voorwerp te zien. De kleding is Europees, ze
hebben allen een schortje voor, een teken van
netheid en arbeidzaamheid. De rokken zijn
lang en de kragen hoog, dus behalve het
bovenste deel van de hals en het gelaat is het
hele lichaam bedek. Twee meisjes hebben een
Surinaamse hoofddoek (anjisa) op. Een van de
meisjes is blank.
De door lepra veroorzaakte afwijkingen zijn
goed zichtbaar aan gelaat en handen van
sommige meisjes. De lerares, ook lepra
patiënte (zie afwijkingen in haar gelaat), is
ook een Surinaamse. Alle patiënten kijken
ernstig. Het meisje links op de foto heeft een
angstige uitdrukking op het gelaat. Houten
klaslokaal , houten vloer, tafel en stoelen, klok
rechts op een tafel tegen de muur maken een
sobere maar propere indruk. De toezicht
houdende persoon op de achtergrond achter
een lessenaar, is Martha Stern. Zij toont een
minzame glimlach.
Discussie
De foto’s laten veel zien, maar laten
ongetwijfeld veel meer niet zien. Als we
inzoomen op de patiënten dan valt op dat - wat
hun gevoelsleven betreft - ernst, somberheid,
soms zelfs angst lijken te overheersen. Ze zijn
“uitgedost” als (pseudo) Europeanen. Op de
voor - of achtergrond is altijd een Europeaan
aanwezig , streng, maar soms met een
(minzame)glimlach.
Machtsverhoudingen in een Surinaamse Leprozerie 570
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Men kan hierin volgzaamheid, misschien
onderworpenheid (van de Surinaamse patiënt)
en dominantie (door de Europese verzorgende)
zien. Rosemarijn Hoefte (2014) wijst op
dominantie door de koloniserende machten en
contestatie, dus verzet en protest hiertegen,
door de gekoloniseerde bevolking in Suriname
in de 20ste
eeuw en eerder. Van enige vorm van
protest of verweer lijkt op deze foto’s geen
sprake, hoewel men de barse
gelaatsuitdrukking van de patiënten als een stil
protest zou kunnen duiden. Maar het
ontbreken van tekenen van verzet op de foto’s
hoeft natuurlijk niet de realiteit van het leven
in de leprozerie op dat moment weer te geven.
De foto’s zeggen veel, maar zijn toch een
constructie in opdracht van de Duitse
diaconessen. We kunnen trouwens ook anders
tegen de foto’s aankijken. Misschien keken de
lepra patiënten in opdracht ernstig en wel om
de gebruikers in Europa te doordringen van de
ernst van de zaak en de hulpbehoevendheid,
wat tot meer inkomsten voor Bethesda moest
leiden. Verder was fotografie een relatief
nieuw fenomeen. Het waren gewichtige en
belangrijke momenten die werden vereeuwigd.
Maar toch, het verschil in gelaatsuitdrukking
tussen patiënten en diaconessen is opvallend.
De foto’s tonen het kolonialisme in actie. De
beelden illustreren de ongelijke
gezagsverhoudingen. Het is opmerkelijk dat
op de foto’s, gemaakt in een Nederlandse
kolonie, niet de dominantie wordt gezien van
Nederlanders over de door hun gekoloniseerde
individuen, maar dominantie door
vertegenwoordigers van een andere Europese
macht. Duitsers maken de dienst uit. Dit is
letterlijk een ander gezicht van het
kolonialisme in Suriname. Toch is de
aanwezigheid van de Nederlandse vlag op
meerdere foto’s het bewijs dat het ultieme
gezag bij de Nederlandse kolonisator lag. De
geschiedenis van het kolonialisme in Suriname
is een transnationale geschiedenis. (Legêne
2013:234) In Suriname hebben behalve de
Nederlanders ook andere Westerse
mogendheden een rol gespeeld in de
kolonisatie. Zo zwaaiden de Engelsen de
scepter tijdens het z.g. Engels tussenbestuur in
het begin van de 19de
eeuw (Einaar 1934) en
zo speelden de Amerikanen via de
bauxietwinning een dominante rol in de
economie in de 20ste
eeuw.( Vaseur-
Madhoeban 2006:2) Deze machten hebben
allen via dominantie een stempel op de kolonie
en de gekoloniseerde mens gedrukt. De foto’s
uit de Martha Stern collectie illustreren dus,
dat de kolonisatie niet louter een Nederlandse
zaak was. Meerdere Westerse landen hebben
al dan niet georkestreerd door de
Nederlanders, al dan niet doelbewust, een rol
gespeeld in het vormen en kneden van de
Surinaamse mens in de koloniale periode.
Nederland was de formele kolonisator, de
andere machten speelden een niet
onbelangrijke bijrol.
De dominantie over de lepra patiënten is in het
voorgaande gekoppeld aan het kolonialisme.
Maar er is meer aan de hand. De lepra patiënt
bevindt zich - los van het kolonialisme - in een
afhankelijke positie enkel reeds door het
patiënt zijn. Een patiënt bevindt zich immers -
ongeacht de aard van de ziekte - in een
afhankelijke positie ten opzicht van de
behandelaar of ruimer gezien van het medisch
systeem. (Sasz en Hollender 1956). Dit is een
bijkomend machtselement in het nadeel van de
lepra patiënt. Verder is er een derde
afhankelijkheidsfactor aan het werk, die in het
voorgaande tussen de regels door al aan de
orde is geweest, maar nu expliciet wordt
neergezet: de machtsrelatie tussen de kerk en
de lepra patiënt. Martha Stern, de diaconesse,
doet in de naam van God, uitgezonden door
haar kerk, haar werk voor de zieke mens. Zij
doet dit ongetwijfeld vanuit een goede inborst
en met hart en ziel. Maar dat neemt niet weg
dat de relatie kerk- lepra patiënt een ongelijke
is. En zo kan worden geconcludeerd dat er in
Bethesda sprake is van een gecombineerde
machtsongelijkheid, die uit meerdere lagen
571 Menke H.
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
bestaat: koloniale macht, medische macht,
religieuze macht.
Martha Stern (en de Herrnhutterse kerk in het
algemeen) doet haar vanuit Christelijke
principes geboren liefdevol werk om zo de
lepra patiënt te helpen en diens leed te
verzachten, maar zij bevindt zich tegelijkertijd
- wellicht onbewust - in de geschetste
meervoudige machtspositie t.o.v. deze patiënt.
De hier door mij geponeerde machtsrelaties
die de positie incl. het gevoelsleven van de in
een leprozerie afgezonderde Surinaamse lepra
patiënt mede hebben bepaald, zullen door
nader onderzoek gepreciseerd en genuanceerd
moeten worden.
Men kan ook nog op een andere manier tegen
het medische werk van de Herrnhutters, of van
de kerk in het algemeen aankijken. De
bestrijding van tropische ziekten in de
koloniale tijd kan als heilzaam en voordelig
worden gezien voor de gekoloniseerde
volkeren. Maar het hoofddoel van het
kolonialisme was dat het winstgevend diende
te zijn voor de koloniserende macht. Evenzo
diende de bestrijding van tropische ziekten
primair de gezondheid van de kolonisten en
hun economische belangen. Dit is de visie van
Arnold (1988), een visie die kernachtig kan
worden samengevat als “tropical medicine is a
tool of empire”. Welnu, deze dubbele manier
van aankijken tegen de gezondheidszorg in de
koloniën kan ook worden toegepast op de
leprabestrijding in Suriname. Het leprabeleid
kan als gunstig voor de Surinaamse lepra
patiënten worden gezien en als preventie van
besmetting van de gezonde mensen. Maar
tegelijkertijd kan het worden geduid als
onderdeel van het koloniaal medisch systeem
dat al in de 18de
eeuw in Suriname is
ontwikkeld, met als primair doel de
bescherming van de blanke kolonisten en het
in stand houden van het koloniale
landbouwsysteem. (Snelders 2013) Maar deze
visie houdt ook in dat de Herrnhutters door
hun zorg voor de lepra patiënten impliciet
participeerden in het handhaven van het
koloniaal systeem en dus kan evenzo gezegd
worden : “religion is a tool of empire”. 22
Conclusie
In de inleiding is gesteld dat we weinig weten
over het leven, de gevoelens en de ideeën van
lepra patiënten in de 19e en 20
e eeuw en dat
foto’s uit het verleden een bijdrage kunnen
leveren aan het opvullen van leemtes. De
foto’s uit de Martha Stern collectie verbeelden
een door de Herrnhutters, de dominante groep,
geconstrueerd deel van de werkelijkheid. We
moeten voorzichtig zijn met conclusies; de
foto’s zeggen ons wel iets, maar hun gewicht
is beperkt. Het verhaal dat ze lijken te
vertellen, is dat van een sombere Surinaamse
lepra patiënt, die getekend door de ziekte,
zonder uitzicht op genezing, geïsoleerd in een
leprozerie verbleef; een patiënt die
gesubordineerd aan een (meervoudig)
machtssysteem (koloniaal, medisch, kerkelijk),
mede werd “gekneed” door ditzelfde systeem.
De foto’s geven gescheiden werelden aan
tussen deze twee groepen, hoewel er talrijke
ontmoetingspunten zijn. Een andere bevinding
– samenhangend met het voorgaande - is de
“Europeanisering” van de patiënten in de
leprozerie, wat gezien kan worden als
onderdeel van de beschavingsmissie, inclusief
de onderschikking van het eigene van de
gekoloniseerde mens. Samenvattend wekken
de foto’s de indruk dat de patiënten zich -
ondanks de liefdevolle door geloof
geïnspireerde verpleging door Martha Stern en
andere diaconessen - niet bepaald gelukkig
voelden.
Wat betreft de analyse in de context van het
kolonialisme, vormen de foto’s een getuigenis
van de werking van het koloniale systeem, van
de meervoudige machtsstructuur waar de lepra
patiënt aan is onderworpen, van de rol van de
kerk in het uitvoeren en handhaven van het
systeem en van het transnationale karakter van
het kolonialisme. Maar de auteur zou
voorbijgaan aan het stichtelijke werk van de
Herrnhutters, als tegelijkertijd niet wordt
gewezen op de liefdevolle opvang, scholing en
medische verzorging van de patiënten door de
diaconessen.
Machtsverhoudingen in een Surinaamse Leprozerie 572
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Met foto’s als inspiratiebron is getracht de
lepra patiënt in de schijnwerpers te plaatsen en
zijn/haar stem hoorbaar te maken. Maar
toegegeven, zijn/haar stem is nog erg zwak en
door de auteur ingekleurd. Het perspectief van
de lepra patiënt dat af te lezen valt aan de
foto’s zal nader geauthentiseerd moeten
worden. Hiertoe zullen oral history en
schriftelijke bronnen aanvullende informatie
moeten verschaffen. Aanvullend onderzoek is
dus zeker nodig om de conclusies verder te
kunnen onderbouwen. In ieder geval is met de
hier gepresenteerde studie een start gemaakt
met het gebruik van de methode van
fotoanalyse als complementaire methode voor
het bestuderen van het patiënten perspectief in
de Surinaamse leprageschiedenis.
Literatuurlijst
Anonymus, 1902. Leper colonies in Dutch
Guiana. The care of patients by the
Rev. Henry T Weiss and his wife. The
New York Times (9 november 1902),
New York.
Arnold, D., 1988. Introduction: Disease,
Medicine and Empire, in: Arnold, D.
(ed.) Imperial Medicine and
Indigenous Society. Manchester
university press, Manchester.
Brouwers J. J., 2000. Na de drie begijnen ging
het verder. Geschiedenis van de
Congregatie van de Zusters van Liefde
van Onze-Lieve-Vrouw, Moeder van
Barmhartigheid: de stichtingen buiten
Nederland. Congregatie Zusters van
Liefde van Onze-Lieve-Vrouw,
Moeder van Barmhartigheid, ’s-
Hertogenbosch.
Choenni C. E. S., 2013. Surinaamse
geschiedschrijving en de urgentie van
oral history, in: Hassankhan M.S.,
Egger J.L., JagdewE.R., (eds).
Verkenningen in de historiografie van
Suriname, van koloniale geschiedenis
tot geschiedenis van het volk. Deel 1.
Anton de Kom Universiteit van
Suriname, Paramaribo: 177-206.
Dijk J. van, Petten van - van Charante H.,
Putten L. van (eds), 2009. Augusta
Curiel, fotografe in Suriname 1904-
1937. KIT Publishers, Amsterdam.
Edwards E., 2005. Photographs and the sound
of history. Visual anthropology review
21(1-2): 27-46.
Einaar J.F.E., 1934. Bijdrage tot de kennis van
het Engelsch tusschenbestuur van
Suriname, 1804-1816. M.
Dubbeldeman, Leiden.
Gussow Z., 1989. Leprosy, Racism and Public
Health: social policy in chronic
disease control, Westview Press,
Boulder Colorado.
Hall S., 1997. Introduction, in: Hall S., (ed.).
Representation: cultural
representations and signifying
practices. Sage Publications Ltd.,
London.
Hoefte R., 2014. Suriname in the Long
Twentieth Century: Domination,
Contestation, Globalization, Palgrave
Macmillan, New York.
Kuyp E. van der, 1999 (a). De geschiedenis
van lepra in Suriname tot 1971. Deel
1. Surinaams Medisch Bulletin 14 (1):
43-64.
Kuyp E. van der, 1999 (b). De geschiedenis
van lepra in Suriname tot 1971. Deel
2. Surinaams Medisch Bulletin 14 (2):
36-55.
Legêne S., 2013. De verbeelding van de
Surinaamse geschiedenis: een
postkoloniale benadering van
materiële en visuele bronnen, in:
Hassankhan M.S., Egger J.L.,
JagdewE.R., (eds). Verkenningen in
de historiografie van Suriname, van
koloniale geschiedenis tot
geschiedenis van het volk. Deel 1.
Anton de Kom Universiteit van
Suriname, Paramaribo: 229-246.
Lenders M., 1996. Strijders voor het lam.
Leven en werk van Herrnhutter
broeders - en zusters in Suriname,
1735-1900.KITLV Uitgeverij, Leiden.
Menke H., Snelders S., Pieters T., 2009.
Coping with leprosy in the Dutch
West Indies in the 19th century;
opposing but meaningful views from
Suriname. Studium (Rotterdam,
Netherlands) 2(2): 65-77.
Menke H., Snelders S., Pieters T., 2011.
Leprosy control and contagionism in
Suriname. Academic journal of
Suriname 2, 168-175.
573 Menke H.
Acad J Sur 2015 (6), 561-573
Menke J., Menke H., 2013. Decolonizing
medical historiography in Suriname;
case study leprosy, in: Hassankhan
M.S., Egger J. L., Jagdew E. R., (eds).
Verkenningen in de historiografie van
Suriname, van koloniale geschiedenis
tot geschiedenis van het volk. Deel 2.
Anton de Kom Universiteit van
Suriname, Paramaribo: 643-656.
Postma J., 2003. De leprozerie Bethesda
tussen 1897 en 1928, OSO 22: 69-81.
Snelders S., 2013. Leprosy and Slavery in
Suriname: Godfried Schilling and the
Framing of a Racial Pathology in the
Eighteenth Century. Social History of
Medicine 26 (3): 432–450.
Spapens P., Stads J., 2012. Gwasi sikie.
Levensverhalen van mensen die lepra
hebben gehad. Pix4Profs, Tilburg.
Spivak G.C., 1988. “Can the subaltern speak?”
in: Nelson C. and Grossberg L. (eds).
Marxism and the interpretation of
culture. University of Illinois Press,
Urbana and Chicago: 271-313.
Stern I., 2010. Sternen - Saat. Sementes de
estrelas. Curitiba.
Szasz T. S., Hollender M.H., 1956. A
contribution to the philosophy of
medicine; the basic models of the
doctor-patient relationship. AMA
Arch Intern Med; 97(5): 585-92.
Vaseur-Madhoeban R., 2006. Het
bauxietbeleid in Suriname vanuit
historisch perspectief en een blik in de
toekomst.
http://www.bauxietinstituut.com/files/
Bauxietbeleid%20en%20een%20blik
%20in%20de%20toekomst-
februari%202006.pdf.
Voetnoten
1 Dit artikel is deels gebaseerd op een voordracht gepresenteerd door de auteur op 15 april 2013 in Paramaribo, op de “3rd Surinam/Dutch
conference on Tropical Dermatology” (14 tot 18 april 2013). De conferentie was georganiseerd door de werkgroep Tropische Dermatologie van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) in samenwerking met Surinaamse dermatologen van het Academisch Ziekenhuis en de Dermatologische Dienst in Paramaribo. Titel van de voordracht: “Leprozerieën in Suriname, twee fotocollecties en een film”. - De auteur bedankt Humprey Lamur, antropoloog (emeritus hoogleraar Universiteit van Amsterdam), Toine Pieters, medisch historicus (hoogleraar Rijks Universiteit Utrecht) en Henry de Vries, dermatoloog/leproloog (hoogleraar Universiteit van Amsterdam) voor het becommentariëren van de prefinale versie van dit artikel. - Deze studie is uitgevoerd zonder enige subsidie van wie dan ook. 2 Symposium “Geschiedschrijving van Suriname”, 15- 17 oktober 2012, gehouden in Paramaribo, onder auspiciën van het IMWO en het IGSR.
3 Zie http://www.leprosyhistory.org/english/englishhome.htm. Site bezocht op 210515.
4 Informatie per e mail ontvangen op 23 juni 2015 van Laddy van Putten, directeur van het Surinaams museum, Paramaribo
5 Martha Stern heeft van 1901 tot 1907 als diaconesse in de leprozerie Bethesda gewerkt.
6 Dit boek is door Iris Stern in eigen beheer uitgegeven. Er is geen handelseditie. De titel van de Braziliaanse versie luidt: “Sementes de
Estrelas”. Deze versie is door Julieta G. Stern en Christa Folsch vertaald in het Duits, met als titel “Sternen – Saat”. 7 Een kopie van de fotocollectie is in 2010 geschonken aan de auteur (HM), door Iris Stern en Hartmut H C Werner (beide zijn Braziliaan),
achter-nicht en achter-neef van Martha Stern. 8 Iedere foto is een keer bekeken door de auteur samen met iemand anders, die als gesprekspartner fungeerde bij het bestuderen van de foto.
Dit was niet een en dezelfde persoon voor alle foto’s, maar telkens weer iemand anders. Geen van hen was een “professional” op het gebied van de geschiedenis of andere “humanities”, maar zij waren wel bekend met land en volk van Suriname 9 Zie http://www.warmuseum.ca/firstworldwar/wp-content/mcme-uploads/2014/07/4-a-3-all_e.pdf. Site bezocht in juni 2015.
10 Augusta Curiel heeft als fotografe gewerkt van 1904-1937. Over haar werk is in 2009 een boek uitgegeven.(Dijk J. van, et al, 2009). Zij heeft
talrijke lepra foto’s gemaakt, waarvan er slechts één is opgenomen in het boek, niet vanwege het thema lepra, maar vanwege het feit dat kaarten met haar werk door de firma Kersten (Paramaribo) werden uitgegeven. (informatie ontvangen op 23 juni 2015 van Laddy van Putten, directeur van het Surinaams museum, Paramaribo). 11
Zie http://www.library.leiden.edu/special-collections/heritage-collection-kitlv/heritage-collection-kitlv.html#digital. Visited june 26, 2015. 12
Deze plattegrond maakt deel uit van de Martha Stern collectie, maar is ook te vinden in de collectie van de global project on the history of leprosy, zie voetnoot 3. 13
Anjisa is een Surinaamse katoenen hoofddoek van Afrikaanse origine. 14
Kotomisie kleding is de typische Surinaams creoolse klederdracht, waarbij het lichaam door wijde geplooide rok en kort hesje met lange mouwen bijna geheel is bedekt. 15
Augusta Curiël begon haar werk als fotografe in 1904. Zie noot 10. 16
Zie Iris Stern, Sternen – Saat, pag 43. 17
Het betreft het weblog artikel: Eurocentrism, diffusionism and the roots of tropical medicine, door HE Menke (2012). De website van colorfoundation is niet meer operationeel, maar het weblogartikel met de foto circuleert op het internet. (laatst gezien op 17-06-2015). 18
Facies leontina of leeuwengezicht, ook wel genoemd leeuwenmasker, is het door verdikkingen en groeven getekende gelaat van een patiënt met lepromateuze lepra. 19
Overnaadse betimmering van horizontale planken, gebruikelijk in de Surinaamse bouw. 20
Zie Iris Stern, Sternen – Saat, pag 65. 21
Iris Stern (Curitiba, Brazilië) schrijft in haar mail van 20 juni 2015 aan HE Menke over de foto in het boek van Maria Lenders: “Sim, sem sombra de dúvida, ela é Martha Stern”.(vertaling HE Menke: “Ja, zonder de minste twijfel, zij is Martha Stern”). 22
Deze redenering is ook van toepassing op de Rooms-katholieken die evenzo een aandeel hadden in de lepra bestrijding in Suriname.