+ All Categories
Home > Documents > Programmeringsstudie E-mental Health

Programmeringsstudie E-mental Health

Date post: 11-Jan-2017
Category:
Upload: hatram
View: 213 times
Download: 0 times
Share this document with a friend
172
High Tech, High Touch, High Trust E-Mental Health Programmeringsstudie E-Mental Health in opdracht van het ministerie van VWS Trimbos-institute Heleen Riper Filip Smit Rianne van der Zanden Barbara Conijn Jeannet Kramer Karen Mutsaers
Transcript
Page 1: Programmeringsstudie E-mental Health

High Tech, High Touch, High Trust

E-Mental HealthProgrammeringsstudie E-Mental Health in opdracht van het ministerie van VWS

Trim

bos

-in

stit

ute

Heleen Riper

Filip Smit

Rianne van der Zanden

Barbara Conijn

Jeannet Kramer

Karen Mutsaers

Page 2: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 3: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 4: Programmeringsstudie E-mental Health

Colofon

OpdrachtgeverMinisterie van VWS

ProjectleidingHeleen Riper

ProjectuitvoeringHeleen RiperFilip SmitRianne van der ZandenBarbara ConijnJeannet KramerKaren MutsaersAnke Wammes

ProductieFrédéric Zolnet

Vormgeving en drukLadenius Communicatie BV

Deze uitgave is te bestellen bij het Trimbos-instituut, via www.trimbos.nl/producten, www.icom.trimbos.nl of via de Afdeling bestellingen, Postbus 7�5, 3500 AS Utrecht, 030-�97 11 80; fax: 030-�97 11 11; e-mail: [email protected]. Onder vermelding van artikelnummer AF0761. U krijgt een factuur voor de betaling.

ISBN 978-90-5�53-590-6

©�007 Trimbos-instituut, Utrecht, The Netherlands

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgesla-gen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige an-dere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b en 17 Auteurswet 191�, dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, Postbus 88�, 1180 AW Amstelveen. Voor het overnemen van één of enkele gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers of andere compilatie-werken dient men zich tot de uitgever te wenden. All rights reserved. No part of this publica-tion may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any me-ans, electronic, mechanical, photocopying or otherwise, without the prior written permission of the publisher.

Page 5: Programmeringsstudie E-mental Health

3

Voorwoord

Depressie, angststoornissen, alcoholverslaving. De ziektelast van deze drie psychische stoornissen is vergelijkbaar met die van ernstige lichamelijke aandoeningen. Deze stoornis-sen staan zelfs in de top tien van aandoeningen die de kwaliteit van leven het meeste aan-tasten. Uit het eerste grootschalige bevolkingsonderzoek naar de omvang van psychische stoornissen onder de Nederlandse bevolking - het NEMESIS-onderzoek dat het Trimbos-on-derzoek eind jaren negentig uitvoerde - bleek tot verbazing van velen dat deze stoornissen veelvuldig voorkomen. Elk jaar heeft één op de vier volwassenen last van een psychische stoornis. Geen ‘dipjes’, maar vaak ernstige aandoeningen met ingrijpende gevolgen voor de mensen die het overkomt. Psychische stoornissen leiden in veel gevallen tot ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, en in het verlengde hiervan tot hoge maatschappelijke kosten. Alleen al een aandoening als depressie leidt tot een jaarlijkse maatschappelijke kostenpost van 1,3 miljard euro: 15% van deze kosten worden gemaakt door het beroep op de zorg, de overige 85% ontstaan door productieverliezen ten gevolge van ziekteverzuim.

De laatste decennia heeft de ontwikkeling van bewezen effectieve behandelvormen voor depressie, angsten en alcoholverslaving een hoge vlucht genomen. Daarnaast is er binnen de geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg de afgelopen jaren tevens een scala aan online interventies ontwikkeld voor deze aandoeningen. Behalve voorlichtende en pre-ventieve informatie over veel voorkomende psychische stoornissen en verslavende mid-delen zijn er op internet tal van kennis- en zelftesten te vinden. Al surfend kunnen internet-gebruikers chatten met hulpverleners. En mensen die echt hulp willen bij hun psychische problematiek kunnen bij steeds meer aanbieders terecht voor een online behandeling. In veel gevallen kan dat anoniem en gratis. Zo worden via internet nieuwe doelgroepen bereikt door de GGZ.

Sinds het world wide web in 1997 toegankelijk werd voor het grote publiek, hebben de meeste Nederlanders zich in korte tijd een digitale leefstijl eigen gemaakt. Het gebruik van internet en mobiele telefoon zijn voor velen niet meer zijn weg te denken. Niets wijst erop dat het einde van de toepassingsmogelijkheden van internet inmiddels in zicht is. Integendeel. De komende jaren zal de digitale technologie nog veel dieper ingrijpen in tal van processen, ook binnen de gezondheidszorg. Het leidt geen twijfel dat er tal van nieuwe multi- en crossmedi-ale toepassingen zullen worden ontwikkeld met nieuwe diensten. Derhalve staan de GGZ en alle belanghebbende partijen bij deze sector na tien jaar pionieren nu voor een nieuwe fase met nieuwe vragen en uitdagingen. Beleidsmakers, verzekeraars en cliënten willen bijvoor-beeld duidelijkheid over de kwaliteit en de (kosten)effectiviteit van het aanbod op internet. Daarnaast moet er ook een antwoord komen op de vraag of dit aanbod door verzekeraars wordt vergoed of niet. En er zal gezocht moeten worden naar manieren waarop voortvarend kan worden geïnvesteerd in verdere innovatie, zonder dat aanbieders daarbij elk het spreek-woordelijke wiel zelf opnieuw moeten uitvinden.

Tegen deze achtergrond heeft het Trimbos-instituut deze programmeringsstudie gemaakt in opdracht van het ministerie van VWS. De studie biedt een totaaloverzicht van het Ne-derlandstalige e-mental health aanbod plus een overzicht van de wetenschappelijke on-derbouwing hiervan in termen van (kosten)effectiviteit. Daarnaast is ook een berekening

Page 6: Programmeringsstudie E-mental Health

gemaakt van de kosten van effectieve e-mental health interventies in relatie tot het aantal gewonnen gezonde levensjaren. Uit deze berekeningen blijkt dat de kosten van deze in-terventies relatief laag zijn, zeker in vergelijking met de hoge maatschappelijke kosten die psychische stoornissen jaarlijks genereren.

E-mental health biedt veelbelovende perspectieven. Dat is goed nieuws, vooral voor het groeiende aantal patiënten en cliënten die kiezen voor deze vorm van online ondersteu-ning en behandeling. Naar het zich laat aanzien kan met e-mental health ook op populatie-niveau aanzienlijke gezondheidswinst geboekt worden tegen relatief lage kosten. In die zin biedt het dus zowel klinisch als economisch interessante kansen. Bovendien kan hiermee het bereik van de GGZ en verslavingszorg aanzienlijk worden vergroot. Om deze moge-lijkheden daadwerkelijk te kunnen realiseren, is het noodzakelijk dat alle partijen die bij e-mental health betrokken zijn zich de komende jaren vanuit hun eigen perspectief en des-kundigheid inzetten bij het gezamenlijk oplossen van een aantal uitdagingen die in deze studie naar voren komen. Het Trimbos-instituut heeft hiervoor in �007 mede een nieuw multidisciplinair platform opgezet, het Innovation Centre of Mental Health & Technology (I.COM). Op dit platform kunnen onderzoekers, ontwikkelaars, aanbieders, beleidsmakers, cliënten en financiers kennis en ervaringen uitwisselen en gezamenlijk werken aan de ver-nieuwing en verdere wetenschappelijke onderbouwing van het e-mental health aanbod.

Hoe verder? Aan het eind van deze studie zijn vijf aanbevelingen geformuleerd die richting bieden aan alle activiteiten die nodig zijn om e-mental health op een hoger plan te til-len. Met deze aanbevelingen kunnen alle belanghebbenden gericht toewerken naar een geïntegreerd stepped care online aanbod (licht waar mogelijk, zwaar waar nodig). Hierbij worden alle online interventies die tot nu toe afzonderlijk van elkaar zijn ontwikkeld, per stoornis in een logische, programmatische lijn gezet. Deze stroomlijning van het e-mental health aanbod volgens de principes van het diseasemanagementmodel is van groot belang om in de komende jaren een samenhangend online aanbod te creëren van interventies die elkaar aanvullen en aansluiten op het face to face aanbod van zorgaanbieders.

Als onafhankelijk landelijk kenniscentrum voor beleid, onderzoek en praktijk heeft het Trim-bos-instituut met deze programmeringsstudie een eerste aanzet willen bieden aan de ver-dere ontwikkeling van e-mental health. Op deze plaats past een woord van dank aan alle partijen die hieraan op een of andere wijze een bijdrage leverden door mee te werken aan interviews, focusgroepen en survey-onderzoeken: GGZ- en verslavingszorginstellingen, an-dere zorgaanbieders, het ministerie van VWS, GGZ Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en Cliënten- en Patiëntenverenigingen. Al deze partijen hebben de intentie om ook in de komende periode gezamenlijk voort te bouwen aan de verdere versterking van e-mental health. Dat biedt een uitstekend perspectief om technologische vernieuwingen nog meer dan nu te gaan inzetten bij de behandeling van psychische stoornissen en verslavingspro-blemen.

Jan Walburg

Page 7: Programmeringsstudie E-mental Health

5

HIGH TECH, HIGH TOUCH, HIGH TRUST

Samenvatting

Deze programmeringsstudie High Tech, High Touch & High Trust biedt een overzicht van de stand van zaken en toekomstige mogelijkheden van e-mental health voor mensen met psychische problemen, waaronder depressie, angststoornissen en probleemdrinken. Deze studie is gemaakt vanuit het perspectief van stakeholders in de zorg: overheid, aanbieders, cliënten en financiers.

De studie geeft antwoord op de volgende vragen:

1. Hoe is het gesteld met de wetenschappelijke onderbouwing van e-mental health in-terventies voor depressie, angststoornissen en problematisch alcoholgebruik in termen van (kosten) effectiviteit?

�. Wat gebeurt er op dit moment in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) op het gebied van e-mental health? Welke interventies worden voor welke doelgroepen en met welke doelstelling aangeboden?

3. Wat zijn de huidige aandachtspunten en toekomstige mogelijkheden voor e-mental health vanuit het perspectief van betrokken stakeholders in de zorg?

�. Welke aanbevelingen kunnen er op basis van de resultaten worden gedaan aan de over-heid, zorgaanbieders en zorgverzekeraars?

Voor de beantwoording van deze vragen raadpleegde een onderzoeksgroep van het Trim-bos-instituut in opdracht van het Ministerie van VWS een groot aantal bronnen. Naast een meta-analyse werd een inventarisatie gemaakt van het e-mental health aanbod in de praktijk. Verder werden tal van stakeholders in de zorg geraadpleegd. Dit gebeurde met surveyes, interviews, focusgroepen en een expertmeeting. Ter aanvulling hierop is ook een studie gemaakt van relevante literatuur en beleidsdocumenten. Op basis hiervan is een to-taaloverzicht gemaakt van de huidige stand van zaken op het terrein van e-mental health.

Prevalentie van psychische klachtenPsychische klachten komen veel voor. In Nederland hebben jaarlijks ongeveer 737 duizend mensen een depressie, �31 duizend personen een paniekstoornis en �93 duizend personen een sociale fobie. Daarnaast voldoen ongeveer 810 duizend volwassenen aan de DSM-cri-teria voor alcoholmisbruik en alcoholafhankelijkheid.

Bereik en efficiëntie van GGZ-hulpverlening is beperktDe zorg van de GGZ in Nederland is over het algemeen hoogwaardig en effectief. De ziek-telast van psychische stoornissen is echter hoog. Hetzelfde geldt voor de zorgkosten. In �003 werd in de Nederlandse gezondheidszorg circa 1�,7 miljard euro uitgegeven aan het voorkomen en behandelen van psychische stoornissen. Ondanks deze hoge kosten, wor-den veel mensen met een psychische stoornis niet als zodanig herkend. Als dat wel het geval is, krijgen zij echter niet altijd een bewezen effectieve interventie. En zelfs dan kan een gebrek aan therapietrouw de effectiviteit van de interventie uiteindelijk nog teniet doen.

Page 8: Programmeringsstudie E-mental Health

6

Als gevolg hiervan wordt op populatieniveau slechts tussen de 10 en �0% van de ziektelast van psychische stoornissen weggenomen. Preventie en vroegtijdige behandeling kunnen dit percentage aanzienlijk verhogen, mits het bereik en de effectiviteit van GGZ worden vergroot. En juist hieraan kan E-mental health een belangrijke bijdrage leveren.

Mogelijkheden van e-mental healthE-mental health wordt in deze studie gedefinieerd als het gebruik van informatie- en com-municatietechnologieën om de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren. Met dit aanbod kan een aantal grote uitdagingen worden aangegaan:- Het bereiken van doelgroepen die niet of nog onvoldoende bereikt worden, op grote

schaal middels een laagdrempelig aanbod.- Het ondersteunen van burgers en patiënten bij het zelf managen van hun gezondheid. - Het bieden van extra keuzemogelijkheden voor burgers/cliënten. - Het vergroten van de efficiëntie van het GGZ-aanbod. - Het besparen van kosten op termijn door een verruiming van de mogelijkheden om step-

ped care interventies te kunnen inzetten (minimaal waar mogelijk, zwaar waar nodig).

ResultatenEffectiviteit van e-mental health veelbelovendOp basis van de uitgevoerde meta-analyse kan met enige zekerheid worden gesteld dat e-mental health interventies voor depressie in klinisch en economisch opzicht effectief zijn. Voor het winnen van een gezond levensjaar (disability adjusted life year, DALY) zijn relatief lage uitgaven nodig van circa € 5�96. Uit de meta-analyse blijkt verder dat e-mental health interventies voor een aantal angststoornissen - waaronder paniekstoornissen, sociale fobie en posttraumatische stress stoornis - in klinisch opzicht effectief zijn. Potentieel kunnen deze interventies leiden tot gezondheidswinst op populatieniveau. Hiertoe is echter aan-vullend onderzoek nodig. Dit geldt ook voor het vaststellen van de effectiviteit van e-men-tal health interventies voor problematisch alcoholgebruik. Wereldwijd zijn hierover slechts een beperkt aantal studies beschikbaar. Hierdoor was het uitvoeren van een meta-analyse vooralsnog niet mogelijk. Twee van deze studies betreffen echter interventies van Neder-landse bodem. Deze interventies maken een goede kans om niet alleen gezondheidswinst te genereren, maar ook kosten te besparen.

E-mental health aanbod in de Nederlandse praktijkHet praktijkoverzicht van 65 interventies laat zien dat er een e-mental health aanbod voor zowel jongeren (vanaf 1� jaar), jongvolwassenen als ouderen beschikbaar is. Deze interven-ties worden voor het merendeel aangeboden door reguliere GGZ-instellingen en landelijke kennisinstellingen (tezamen 66%), gevolgd door vrijgevestigde hulpverleners en nieuwko-mers op de markt waaronder landelijk opererende GGZ-instellingen (tezamen �5%). Cliën-ten kunnen op dit moment aan ongeveer tweederde van het aanbod kosteloos en anoniem deelnemen. Hierbij gaat het met name om het selectieve en geïndiceerde preventieve aan-bod. Van dit aanbod is ongeveer 1 op de 7 interventies middels wetenschappelijk onder-zoek bewezen effectief bevonden. Effectiviteitsonderzoek naar het aanbod voor jongeren is zeer beperkt uitgevoerd.

Page 9: Programmeringsstudie E-mental Health

7

De potentie van e-mental health voor depressie, angststoornissen en problematisch alco-holgebruik lijkt op dit moment vooral te bestaan uit de vergroting van het bereik en de toe-gankelijkheid van het aanbod van preventieve- en vroege interventies vanuit een stepped care benadering voor psychische problemen. De verwachting is dat beginnende klachten met behulp van vroegsignalering en vroegtijdig interveniëren kunnen worden verholpen. Bovendien kan zo de incidentie van ernstige problematiek worden gereduceerd. Op termijn kan dit leiden tot een vermindering van het aantal intensieve behandelingen in de gespeci-aliseerde tweedelijnszorg en tot een efficiënter gebruik van middelen binnen deze lijn voor cliënten die deze zorg echt nodig hebben. Het curatieve e-mental health behandelaanbod is in opmars. Gezien de nog beperkte implementatiegraad van dit aanbod lijkt het hier vooralsnog te gaan om een alternatief dat wordt aangeboden naast het reguliere aanbod. Dit neemt niet weg dat de effectuering van een efficiënt e-mental aanbod zich zal voltrekken in alle segmenten van de zorgketen, dus ook op het terrein van behandeling en (na)zorg van psychische stoornissen.

Aandachtspunten en kansenStakeholders geven aan dat zij beperkt inzicht hebben in de kwaliteit van het e-mental he-alth aanbod. Zij hebben behoeften aan instrumenten om deze kwaliteit te kunnen toetsen. Deze kwaliteitstoetsing is onder meer van belang voor de verheldering van de financie-ringsstructuur bij invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet in �008. Over de bekos-tiging van het e-mental health aanbod bestaat namelijk nog veel onduidelijkheid. Deze onduidelijkheid wordt enerzijds veroorzaakt door generieke stelselwijzigingen in de zorg, anderzijds door onduidelijkheid over de aard van het huidige e-mental health aanbod. Bij deze financiering is de potentiële bekostiging van het anonieme aanbod een extra aan-dachtspunt. Naast financiële aspecten spelen ook zorginhoudelijke overwegingen een rol bij de anonieme hulpverlening in relatie tot de WGBO-eisen. Een ander aandachtspunt betreft de transparantie van het e-mental health aanbod. De fac-toren die deze transparantie op dit moment belemmeren zijn volgens de betrokken stake-holders: a) de samenwerking versus concurrentie tussen aanbieders; b) de nog beperkte sy-stematische implementatie van het aanbod; en c) de beperkingen in het monitoren van het bereik van het e-mental health aanbod in termen van aantallen en doelgroepkenmerken. Een laatste aandachtspunt betreft de geconstateerde hiaten in het e-mental health aanbod en het onderzoek hiernaar. Daardoor is het inzicht in de effectiviteit, de kwaliteit en het bereik van dit aanbod beperkt.

Conclusie en aanbevelingen

De omvang, ziektelast en maatschappelijke kosten van depressie, angststoornissen en pro-bleemdrinken zijn aanzienlijk. De resultaten van deze studie laten zien dat de mogelijk-heden van e-mental health qua effectiviteit en kosteneffectiviteit veelbelovend zijn, naar verwachting ook op populatieniveau. Aanbieders hebben een groeiend aanbod met een toenemend bereik, terwijl vanuit cliëntenperspectief de vraag naar dit aanbod stijgt. Dit alles rechtvaardigt een aantal aanvullende acties om het potentieel van e-mental health te versterken en daarmee de zorg voor mensen met psychische problemen te verbeteren. Hiertoe worden in deze programmeringsstudie vijf aanbevelingen gedaan.

Page 10: Programmeringsstudie E-mental Health

8

Aanbeveling 1VWS installeert een expertgroep ‘e-mental health kwaliteitsinstrumenten’

Het e-mental health aanbod kenmerkt zich door overeenkomsten én verschillen met het reguliere GGZ-aanbod. Gezien de snelle ontwikkelingen op het gebied van e-mental health en de voortgaande implementatie van het e-mental health aanbod in de praktijk is de tijd rijp voor een gestructureerde kwaliteitstoetsing van dit aanbod. Uit deze studie blijkt dat een aantal stakeholders - waaronder verzekeraars, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, een aantal aanbieders en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie - een keur-merk voor het e-mental health aanbod een goede oplossing vinden om de kwaliteit hiervan te toetsen. Niet alle aanbieders zijn echter van mening dat hiervoor een apart keurmerk nodig is. Het aanpassen van bestaande richtlijnen en het ontwikkelen van aanvullende richtlijnen die specifiek zijn toegesneden op het professioneel handelen binnen het kader van e-mental health bieden een tweede mogelijkheid om de kwaliteit van het e-mental health te borgen. Hierbij zouden alle kwaliteitsinstrumenten moeten aansluiten bij bestaande keurmerken, gedragscodes en (multi)disciplinaire richtlijnen. In dit kader verdient het aanbeveling dat het ministerie van VWS een expertgroep Kwaliteit & E-Mental Health installeert. Deze expertgroep heeft onder de regie van VWS de taak om de wenselijkheid en haalbaarheid van een e-mental health keurmerk nader te onderzoe-ken, alsmede eventuele aanvullingen op de (multi)disciplinaire richtlijnen of additionele professionele richtlijnen vast te stellen. Deze expertgroep bestaat idealiter uit betrokken stakeholders in de GGZ, inclusief cliëntenvertegenwoordigers, verzekeraars en ICT- en Zorg- expertise-organen. Deze expertgroep zoekt aansluiting bij keurmerkinitiatieven die recent vanuit de somatische zorg zijn geopperd. De GGZ loopt hiermee ofwel gezamenlijk op of initieert als voorloper een pilot. GGZ Nederland, het Trimbos-instituut en Zorgverzekeraars Nederland zijn inmiddels gestart met een eerste verkenning van de mogelijkheden voor de installatie van een dergelijke expertgroep.

Aanbeveling 2Bepaal welk e-mental health aanbod in het basispakket wordt opgenomen en verduidelijk de financiering

Een eerste stap om de onduidelijkheden in de financiering van het e-mental health aanbod op te lossen, is de vraag van VWS aan het College van Zorgverzekeringen als pakketbeheer-der om advies uit te brengen over de vraag welk deel van het e-mental health aanbod in het basispakket dient te worden opgenomen.

Page 11: Programmeringsstudie E-mental Health

9

Aanbeveling 3 Stimuleer goed toezicht op de kwaliteit van e-mental health

Zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg dienen eisen te stellen aan de wijze waarop het e-mental health aanbod wordt verantwoord. Hierbij dienen deze partijen eveneens te bepalen of zij over voldoende instrumenten beschikken om te toetsen of aan-bieders inderdaad aan deze eisen voldoen. Verder verdient het aanbeveling om in afstem-ming met het veld een minimale dataset e-mental health te ontwikkelen, waarmee niet alleen verantwoording kan worden afgelegd, maar waarmee ook het bereik van e-mental health kan worden gemonitord. Deze data zijn zowel relevant voor de interne bedrijfvoering van aanbieders als voor wetenschappelijk onderzoek. Voor GGZ-aanbieders geldt tevens de aanbeveling om het e-mental health aanbod overeenkomstig een aantal gestandaardi-seerde criteria inzichtelijk te maken voor hun cliëntèle. Tenslotte verdient het aanbeveling het totale e-mental health aanbod (preventie, behandeling en zorg) via een voor derden toegankelijke database te publiceren. Het Trimbos-instituut heeft hiertoe een eerste aan-zet gegeven met de ontsluiting van de e-mental health interventies uit deze studie in een online database (www.icom.trimbos.nl).

Aanbeveling 4 Investeer in een ‘roadmap’ voor de ontwikkeling van een stepped care e-mental health aanbod en in onderzoek naar dit aanbod

De vierde aanbeveling betreft het ontwikkelen van een geïntegreerde ‘road map’. Hierin zijn de ontwikkel- en ondezoeksactiviteiten rondom e-mental health beschreven en ge-prioriteerd. Deze activiteiten worden aangestuurd vanuit een specifieke e-mental health beleidscomponent, als onderdeel van de generieke beleidsontwikkeling voor de GGZ. De rol van VWS kan hierbij richtinggevend zijn, terwijl ZonMw een meer initiërende rol vervult. Afstemming op e-mental health projecten die worden gefinancierd vanuit verschillende ZonMw programma’s - zoals ZonMw Preventie, Jeugd, Verslaving en Geestkracht - kan een belangrijke bijdrage leveren aan het versnellen van de innovatie en de kwaliteit van e-men-tal health. GGZ-aanbieders, kennisinstituten en universiteiten kunnen elk vanuit hun eigen perspectief een actieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de in deze road map geprioriteerde activiteiten. Tenslotte dienen toekennende instanties van ICT- en inno-vatiegelden hun vizier meer te richten op GGZ- en ICT-gerelateerde projecten. Concreet worden hierbij de volgende acties aanbevolen:

A Stimuleer doelmatigheidsonderzoek en onderzoek op populatieniveau;B Onderzoek de effectiviteit van e-mental health voor problematisch alcoholgebruik;C Bevorder effectiviteitsonderzoek naar het e-mental health aanbod voor jongeren;D Ontwikkel een e-mental health aanbod voor angststoornissen;E Ontwikkel aanbod voor en onderzoek naar e-mental health voor specifieke doelgroepen;F Onderzoek de rationale voor en de haalbaarheid van anonimiteit;G Alloceer innovatiegelden voor e-mental health.

Page 12: Programmeringsstudie E-mental Health

10

Aanbeveling 5 Ondersteun een nationaal multidisciplinair platform voor kennis- en ervaringsuitwisseling op het gebied van e-mental health

De huidige kennis over e-mental health is sterk in ontwikkeling, is verspreid over uiteenlo-pende stakeholders en is bovendien onderhevig aan snelle veranderingen. Zoals blijkt uit de resultaten van deze studie wordt het stimuleren van kennis- en ervaringsuitwisseling op het gebied van onderzoek, beleid en praktijk door de betrokken stakeholders als een belangrijke randvoorwaarde gezien om te komen tot een effectieve en efficiënte imple-mentatie van een gestructureerd e-mental health aanbod. VWS en GGZ Nederland kunnen een dergelijke uitwisseling actief ondersteunen, bijvoorbeeld via het Innovation Centre for Mental Health & Technology (I.COM) van het Trimbos-instituut. I.COM wil fungeren als multidisciplinair platform voor uitwisseling van evidence based kennis op het gebied van e-mental health voor onderzoekers, ontwikkelaars, aanbieders uit het veld, beleidsmakers, cliënten en financiers.

Page 13: Programmeringsstudie E-mental Health

11

HIGH TECH, HIGH TOUCH, HIGH TRUST

Executive summary

This High Tech, High Touch & High Trust programming study gives an overview of the state of affairs and the future possibilities of e-mental health for people with psychological prob-lems, including depression, anxiety disorders and drinking problems. This study was carried out from the viewpoint of stakeholders in health care: the government, suppliers, clients and financiers.

The study answers the following questions:

1. What is the state of play with scientific support for e-mental health interventions for de-pression, anxiety disorders and problematic alcohol use, in terms of (cost) effectiveness?

�. What is happening at the moment in mental health care in the area of e-mental health? What interventions are being offered to which target groups, and with what objective?

3. What are the current focal points and future possibilities for e-mental health from the viewpoint of concerned stakeholders in health care?

�. Based on the results, what recommendations can be made to the government, health care suppliers and health insurance companies?

To answer these questions, a study group from the Trimbos Institute consulted a large number of sources by order of the Ministry of Health, Welfare and Sports. Besides a meta-analysis, the group carried out a survey of the e-mental health facilities being offered in practice. Numerous stakeholders in the care field were also consulted. This took the form of a survey, interviews, focus groups and an expert meeting. To supplement this, a study of relevant literature and policy documents was also carried out. Based on the findings, the group compiled a complete overview of the present state of affairs in the field of e-mental health.

Prevalence of psychological complaintsPsychological complaints are very common. Each year in the Netherlands around 737 thou-sand people suffer from depression, �31 thousand people have a panic disorder and �93 thousand people have a social phobia. In addition, around 810 thousand adults meet the DSM criteria for alcohol abuse and alcohol dependency.

Reach and efficiency of mental health assistance is limitedIn general mental health care in the Netherlands is high of quality and effective. However, the disease burden of psychological disorders is high. This is also true of the care costs. In �003 the Dutch health care services spent approximately 1�.7 billion euros on the pre-vention and treatment of psychological disorders. Despite these high costs, many people with a psychological disorder are not recognised as such. But even if the disorder is recog-nised, they do not always receive an intervention whose effectiveness is proven. And even if they do, a lack of conscientious adherence to the therapy can still ultimately negate the effectiveness of the intervention. As a result, only between 10 and �0% of the disease bur-

Page 14: Programmeringsstudie E-mental Health

1�

den of psychological disorders is removed at the population level. Prevention and early treatment can significantly raise this percentage, provided that the reach and the effective-ness of mental health care are increased. And it is precisely here that E-mental health can make an important contribution.

Possibilities of e-mental healthE-mental health is defined in this study as the use of information and communication tech-nologies to improve psychological care. A number of major challenges can be tackled with these facilities:- Reaching target groups that are not being reached or not yet being reached adequately,

on a large scale, by using accessible facilities.- Helping members of the public and patients to manage their health themselves. - Offering members of the public / clients extra options to choose from.- Increasing the efficiency of the mental health care facilities.- Achieving long-term cost savings by expanding the scope for using stepped care inter-

ventions (minimally where possible, substantially where necessary).

ResultsEffectiveness of e-mental health very promisingBased on the meta-analysis carried out, it can be concluded with some certainty that e-mental health interventions for depression are effective from a clinical and economic view-point. A relatively low cost of around € 5,�96 is needed to gain a healthy year of life (disabil-ity adjusted life year, DALY). The meta-analysis also shows that e-mental health interventions are effective from a clinical viewpoint for a number of anxiety disorders, including panic dis-orders, social phobia and post-traumatic stress disorder. These interventions can potentially lead to health benefits at the population level. However, additional research is needed for this, and also to determine the effectiveness of e-mental health interventions for problem-atic alcohol use. Only a limited number of studies are available on this subject worldwide. Because of this, carrying out a meta-analysis was not possible at this stage. However, two of these studies are concerned with interventions on Dutch soil. These interventions have a good chance of generating not only health benefits, but also cost savings.

E-mental health provision in practice in the NetherlandsThe practical overview of 65 interventions shows that e-mental health facilities are avail-able for both young people (age 1� upwards), young adults and older adults. The majority of these interventions are offered by regular mental health care institutions and national knowledge institutions (66% together), followed by independent aid agencies and new-comers to the market, including mental health care institutions operating nationally (�5% together). At the moment clients can participate free of charge and anonymously in roughly two-thirds of the facilities. These mainly consist of the selective and indicated preventive care options. Of these facilities, scientific research has proven the effectiveness of approxi-mately 1 in 7 interventions. Very limited research has been carried out into the effectiveness of the facilities for young people.

Page 15: Programmeringsstudie E-mental Health

13

At the moment the effectiveness of e-mental health for depression, anxiety disorders and problematic alcohol use mainly appears to consist of increasing the reach and accessibility of the range of preventive and early interventions on the basis of a stepped care approach to psychological problems. It is expected that with the aid of early identification and early intervention, complaints can be remedied in the early stages. In this way, the incidence of serious problems can also be reduced. In the longer term this can lead to a reduction in the number of intensive treatments in specialised second-line care and to more efficient use of resources within this line for clients who really need this type of care. The range of curative e-mental health treatments is on the increase. Bearing in mind the still limited degree of implementation of these treatments, however, for the time being they ap-pear to comprise an alternative that is offered alongside the regular facilities. This does not detract from the fact that the implementation of an efficient range of e-mental care facilities will take place in all segments of the care chain, including the fields of treatment and (after-) care for psychological disorders.

Focal points and opportunitiesStakeholders admit that they have only a limited insight into the quality of the e-mental health facilities. They need tools to enable them to test this quality. This quality testing is important to clarify the funding structure when the new Health Insurance Act comes into force in �008. This is because there is still much uncertainty as to how the e-mental health facilities will be funded. This uncertainty is caused partly by generic changes in the health care system, and partly by a lack of clarity about the nature of the present e-mental health facilities. The possibilities for financing the anonymous facilities are an additional considera-tion in this area. Besides the financial aspects, health care considerations also play a role in anonymous health care in relation to the requirements of the Medical Treatment Agree-ment Act. Another focal point is the transparency of the e-mental health facilities. According to the stakeholders concerned, the factors that hinder this transparency at the moment are: a) cooperation versus competition between suppliers; b) the still limited systematic imple-mentation of the facilities; and c) the limitations on monitoring of the reach of the e-mental health facilities, in terms of numbers and target group characteristics. A final consideration is the gaps identified in e-mental health facilities and research in this area. Due to these gaps, insight into the effectiveness, the quality and the reach of these facilities is limited.

Conclusion and recommendations

The extent, disease burden and social costs of depression, anxiety disorders and problem drinking are substantial. The results of this study show that the possibilities of e-mental health are very promising in terms of effectiveness and cost-effectiveness, and this is also expected to be the case at the population level. Suppliers offer a growing range with an increasing reach, while from the clients’ viewpoint demand for this range is rising. All of this justifies a number of additional actions to strengthen the potential of e-mental health and so improve the care for people with psychological problems. Five recommendations for this purpose are offered in this programming study.

Page 16: Programmeringsstudie E-mental Health

1�

Recommendation 1Ministry of Health, Welfare and Sport should set up an expert group on ‘e-mental health quality tools’

The range of e-mental health facilities is characterised by both similarities to and differences from the regular mental health care facilities. Bearing in mind the rapid developments tak-ing place in the e-mental health field and the continuing implementation of the e-mental health facilities in practice, the time is ripe for a structured quality test of these facilities. This study shows that a number of stakeholders - including insurers, the Health Care Inspector-ate, a number of suppliers and the Netherlands Patient Consumer Federation - think that an approval mark for the e-mental health facilities would be a good approach to test their quality. However, not all suppliers think that a separate approval mark is needed for this. A second way to guarantee the quality of e-mental health care would be to modify existing guidelines and develop additional guidelines specifically designed to promote professional conduct within the context of e-mental health. This would involve bringing all quality tools into line with existing approval marks, codes of conduct and (multi)disciplinary guidelines. In this context we recommend that the Ministry of Health, Welfare and Sport sets up an expert group on Quality & E-Mental Health. This expert group, under the Ministry’s manage-ment, will have the task of carrying out further research on the desirability and feasibility of an e-mental health approval mark, and of specifying supplements to the (multi)disciplinary guidelines or additional professional guidelines if necessary. Ideally this expert group will consist of concerned stakeholders in mental health care, including client representatives, insurers and ICT and Care expertise bodies. This expert group will seek to join the approval mark initiatives that have recently been proposed by the somatic care sector. The mental health care service will either go along with these or initiate a pilot project as a precursor. The Netherlands Institute for Psychological Care (GGZ Nederland), the Trimbos Institute and the Dutch Health Insurance Companies (Zorgverzekeraars Nederland) have now begun a preliminary survey of the possibilities for setting up such an expert group.

Recommendation 2 Decide which e-mental health facilities will be included in the basic package and clarify the funding

A first step towards resolving the uncertainties about funding for the e-mental health facili-ties is the Ministry of Health, Welfare and Sport’s request to the Health Insurance Board, as the package manager, to give its opinion on the question of which part of the e-mental health facilities to include in the basic package.

Page 17: Programmeringsstudie E-mental Health

15

Recommendation 3 Encourage good monitoring of the quality of e-mental health

Health insurance companies and the Health Care Inspectorate should lay down require-ments for the way in which account is rendered for the e-mental health facilities. These parties must also decide whether they possess adequate tools to check whether suppliers are indeed meeting these requirements. We also recommend the development of a mini-mum e-mental health dataset, in co-ordination with the field, which can be used not only to render account but also to monitor the reach of e-mental health. This data is relevant both for suppliers’ internal management needs and for scientific research. For mental health care suppliers, we also recommend that the range of e-mental health facilities should be insight-ful to their clientele in accordance with a number of standardised criteria. Finally, we rec-ommend that the complete range of e-mental health facilities (prevention, treatment and care) should be published in a database accessible to third parties. The Trimbos Institute has instigated this by publishing details of the e-mental health interventions used in this study in an online database (www.icom.trimbos.nl).

Recommendation 4 Invest in a ‘road map’ for the development of a stepped care range of e-mental health facilities and in research into this range

The fourth recommendation concerns the development of an integrated ‘road map’ that describes and prioritises the development and research activities relating to e-mental health. These activities will be managed on the basis of a specific e-mental health policy component, as part of the generic policy development for mental health care. The Ministry of Health, Welfare and Sport can play a directive role in this, while the Netherlands Organi-sation for Health Research (ZonMw)’s role will be more that of an initiator. Co-ordination with e-mental health projects financed by various ZonMw programmes - such as ZonMw Prevention, Youth, Addiction and Strength of Mind - can play a significant role in accelerat-ing innovation and promoting the quality of e-mental health. Mental health care suppliers, knowledge institutes and universities can each contribute actively from their own perspec-tive to the further development of the activities prioritised in this road map. Finally, bodies responsible for allocating ICT and innovation funds need to pay more attention to mental health care and ICT-related projects. The following specific actions are recommended to achieve this:

A Encourage effectiveness research and research at population level;B Research the effectiveness of e-mental health for problematic alcohol use;C Promote effectiveness research into the e-mental health facilities for young people;D Develop e-mental health facilities for anxiety disorders;E Develop facilities for and research into e-mental health for specific target groups;F Research the rationale for and feasibility of anonymity;G Allocate funds for innovation in e-mental health.

Page 18: Programmeringsstudie E-mental Health

16

Recommendation 5 Support a national multidisciplinary forum for knowledge and experience exchange in the field of e-mental health

The present knowledge about e-mental health is developing fast, it is dispersed among a wide variety of stakeholders and it is also subject to rapid change. As the results of this study show, the stakeholders concerned regard encouraging an exchange of knowledge and experience in the area of research, policy and practice as an important precondition for implementing a structured range of e-mental health facilities effectively and efficiently. The Ministry of Health, Welfare and Sport and the Netherlands Institute for Psychological Care can actively support such an exchange, for example through the Innovation Centre for Men-tal Health & Technology (I.COM) of the Trimbos Institute. I.COM will act as a multidisciplinary forum for the exchange of evidence-based knowledge in the area of e-mental health for researchers, developers, suppliers from the field, policy-makers, clients and financiers.

Page 19: Programmeringsstudie E-mental Health

17

Inhoudsopgave

Voorwoord 3

Samenvatting 5

Executive summary 11

1 InleidingE-MentalHealth 191.1 Inleiding 191.� De samenleving digitaliseert �11.3 De zorg digitaliseert �11.� De GGZ digitaliseert �31.5 Doel van deze studie �81.6 Plan van aanpak �81.7 Leeswijzer �9Referenties �9

2 Effectiviteitvane-mentalhealthinterventies 33�.1 Inleiding 33�.� Methoden van onderzoek 3��.3 Epidemiologie en kosten van depressie 38�.� Effectiviteit van e-mental health interventies voor depressie 39�.5 Epidemiologie en kosten van angststoornissen �5�.6 Effectiviteit van e-mental health interventies voor angststoornissen �6�.7 Epidemiologie en kosten van problematisch alcoholgebruik �9�.8 Effectiviteit e-mental health interventies problematisch alcoholgebruik �9�.9 Samenvatting en conclusie 51Referenties 5�

3 E-mentalhealthvoorpsychischeaandoeningeninNederland 573.1 Inleiding 573.� Methode en afbakening 583.3. Overzicht e-mental health aanbod voor depressie 593.� Overzicht e-mental health aanbod angststoornissen 653.5 Overzicht e-mental health aanbod ‘psychische klachten allerlei’ 693.6 Overzicht e-mental health aanbod voor problematisch alcoholgebruik 753.7 Samenvatting en conclusie 83Referenties 86

Page 20: Programmeringsstudie E-mental Health

18

4 KnelpuntenenKansenvoorE-MentalHealth 89�.1 Inleiding 89�.� Methoden 89�.3 Kwaliteitstoetsing e-mantal health 90�.� Internationale e-mantal health kwaliteitsinstrumenten 91�.5 Financiering van het e-mantal health aanbod 96�.6 Structurele organisatie van het aanbod 98�.7 Hiaten in aanbod en onderzoek 101�.8 Samenvatting 103Referenties 105

5 Aanbevelingen 1095.1 Inleiding 1095.� Aanbeveling 1 110 Installeer expertgroep e-mental health kwaliteitsinstrumenten 5.3 Aanbeveling � 111 Verduidelijk opname e-mental health aanbod in het basispakket 5.� Aanbeveling 3 111 Stimuleer monitoring van het e-mental health aanbod5.5 Aanbeveling � 11� Investeer in roadmap voor e-mental health aanbod en onderzoek5.6 Aanbeveling 5 11� Ondersteun nationaal multidisciplinair e-mental health platform Referenties 115

Bijlagenhoofdstuk 3: 3.1 – 3.5 117hoofdstuk �: �.1 165

Page 21: Programmeringsstudie E-mental Health

19

1 Inleiding E-Mental Health

1.1 Inleiding

Dit rapport bevat de resultaten van een verkennende studie naar de stand van zaken en de toekomstige mogelijkheden van e-mental health voor mensen met psychische proble-men. Doel van dit rapport is het bieden van handvatten voor het tot stand brengen van een evidence-based e-mental health aanbod. Het rapport levert hierbij bijdragen voor beleids-formulering ter zake, en wel voor alle betrokken belanghebbende partijen: beleidsmakers, zorgaanbieders, financiers en cliënten. Deze studie is vanaf mei �006 uitgevoerd door het Trimbos-instituut in opdracht van het ministerie van VWS.Aanleiding voor deze studie is de relatief snelle groei van het e-mental health aanbod voor mensen met psychische problemen. Voorbeelden hiervan zijn: online kennis- en zelftesten, gepersonaliseerd advies op maat, interactieve zelfhulpprogramma’s en online behandel- of zorginterventies. Om dit potentieel op waarde te kunnen toetsen, is allereerst een overzicht nodig van het beschikbare aanbod, de (kosten)effectiviteit hiervan, de ervaren knelpunten en kansen in de praktijk. Het ontbreken van een dergelijk overzicht vormde de directe aan-leiding tot het uitvoeren van deze studie.

AchtergrondSinds de beschikbaarheid van het internet en het wijdverbreide gebruik ervan is het e-men-tal health aanbod voor mensen met psychische problemen snel gegroeid. Maar wat biedt deze ontwikkeling ons? Liggen hier kansen? Zijn er risico’s? En dient hier beleidsmatig op gestuurd te worden, bijvoorbeeld in de sfeer van kwaliteitswaarborgen? De wijze waarop e-mental health wordt beoordeeld, hangt nauw samen met de appreciatie van de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Er kan worden geconstateerd dat de GGZ in Nederland op een professioneel plan staat en over het algemeen hoogwaardig en effectief is. Dat neemt niet weg dat de Nederlandse GGZ al jaren wordt achtervolgd door omvangrijke problemen. Eén van die problemen betreft de zorgkosten. In �003 werd in de zorg 1�,7 miljard euro uitgegeven aan psychische stoornissen (1). De Nederlandse sa-menleving wordt met een veelvoud van deze kosten geconfronteerd, omdat psychische stoornissen niet alleen kosten genereren in de zorg, maar ook daarbuiten. Denk aan de economische kosten die ontstaan door productieverliezen ten gevolge van afgebroken op-leidingen, ziekteverzuim en verminderde arbeidsproductiviteit (�). Daarnaast creëren met name alcoholgerelateerde stoornissen een zeer omvangrijke maatschappelijke kostenpost door vernielingen van goederen, geweld tegen personen, en kosten bij politie en justitie (3). Psychische stoornissen kosten de Nederlandse samenleving dus zeer veel. Ondanks al haar kwaliteiten kan de GGZ dit probleem niet goed beheersen. Therapieën zijn duur, ze vergen veel tijd, er is sprake van een beperkte behandelcapaciteit, en dat alles leidt tot wachtlijsten.

Het probleem gaat nog dieper. Psychische stoornissen veroorzaken op populatieniveau een omvangrijke ziektelast. Deze ziektelast kan worden uitgedrukt in het aantal gezonde levens-jaren dat door ziekte verloren gaat. Drie psychische stoornissen staan wereldwijd in de top-tien van de grootste veroorzakers van ziektelast: depressie, alcoholgerelateerde stoornissen en angststoornissen (�). In zekere zin is het fair om te stellen dat de GGZ tot taak heeft deze

Page 22: Programmeringsstudie E-mental Health

�0

ziektelast te verminderen. Maar precies op dit punt ontstaat er een paradox. Hoewel per patiënt de effectiviteit van psychologische en farmacologische behandelingen in de GGZ niet onderdoet voor die in de somatische geneeskunde, is het effect ervan op populatieni-veau nogal beperkt. Op populatieniveau wordt slechts tussen de 10 en �0% van de ziektelast van psychische stoornissen weggenomen. Dat komt, omdat veel mensen met een stoornis niet als zodanig worden herkend. Als hun stoornis wel wordt herkend, krijgen zij niet altijd een gepaste en bewezen effectieve interventie. En voor zover zij een werkzame interven-tie ontvangen, kan een gebrek aan therapietrouw de effectiviteit van de interventie weer teniet doen. Om al deze redenen wordt het aantal jaren waarin mensen door hun stoornis met beperkingen functioneren (years lived with disability, YLD) voor slechts 10 tot �0% ver-holpen (5-6). Dat betekent dat het overgrote deel van de zorgbehoefte onbeantwoord blijft – met alle gevolgen van dien: mensen lijden aan voortdurende psychische stoornissen, het ziekteverzuim blijft omvangrijk evenals de economische schadepost. Met de huidige zorginrichting is het niet goed mogelijk hier veel aan te veranderen. Zelfs in het hypothetische scenario – waarbij alle behandelaars erin slagen 100% van de geval-len te herkennen en voor de volle 100% van bewezen effectieve behandelingen te voor-zien – stijgt het aantal vermeden YLD tot hooguit 30% (5-6). Kortom, ook dan blijft er een gapend gat aan zorgbehoefte bestaan.

Begripsverhelderingvane-mentalhealthDe snelle groei van het e-mental health aanbod heeft geleid tot een veelvoud aan begrip-pen die gerelateerd zijn aan de inzet van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de zorg. Het begrip e-health is een overkoepelende term om deze inzet te duiden. E-health wordt gedefinieerd als het gebruik van ICT en met name internettechnologie om de ge-zondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren (7-8). Gebaseerd op deze definitie wordt in dit rapport het begrip e-mental health gehanteerd om het gebruik van ICT voor de geestelijke gezondheidszorg te kenmerken. Deze definitie komt overeen met de definiëring van e-mental health in de internationale literatuur (9-10). In dit rapport staat een specifiek onderdeel van e-mental health centraal, namelijk het ge-bruik van ICT in het primaire zorgaanbod binnen de totale zorgketen: preventie, behande-ling en zorg. Dit aanbod wordt op velerlei wijzen gedefinieerd; van telemedicine, e-therapy, web counseling, e-mail therapy, online therapy tot cyber therapy (9, 11-13). In deze studie wordt het begrip ‘e-mental health interventies’ gebruikt om dit aanbod aan te duiden. Hier-bij gaat het dus niet om automatisering van bedrijfprocessen, zoals de elektronische uitwis-seling van medische gegevens, de informatie-uitwisseling tussen zorgaanbieders en zorg-verleners, het elektronische patiëntendossier of e-learning voor educatie van professionals in de zorg. Deze studie heeft derhalve ook geen betrekking op B�B (Business-to-Business), maar beperkt zich tot B�C (Business-to-Consumer). Technologische ontwikkelingen op het gebied van zorg op afstand middels ICT voltrekken zich natuurlijk wel in relatie tot deze B�B-ontwikkelingen. Waar deze ontwikkelingen elkaar raken, worden ze in dit rapport besproken.

Page 23: Programmeringsstudie E-mental Health

�1

1.2 De samenleving digitaliseert

Nederlanders maken veelvuldig gebruik van internet en doen dit graag. Driekwart van de Nederlanders is enthousiast over het gebruik van ICT en heeft zich een digitale leefstijl eigen gemaakt (1�). Dertien miljoen Nederlanders (83%) hebben toegang tot internet en 11 miljoen maakte hier in �006 actief gebruik van. Toegang tot internet is in 80% van alle huishoudens beschikbaar. Van deze huishoudens beschikt 66% over een breedbandverbin-ding(15-16). Van alle Europese landen heeft Nederland het hoogste percentage ouderen dat gebruik maakt van internet: de helft van alle 65-plussers was in �00� online (17) en een kwart van alle internettende Nederlanders bestond uit personen van 50 jaar of ouder (18). Onder jongeren (15-�� jaar) is internet het meeste gebruikte mediakanaal. Zij hebben vrijwel allemaal toegang tot internet (96%) en een mobiele telefoon (98,3%) (15, 19). Daar-naast vindt zeven op de tien Nederlanders tussen de 15 en de 65 jaar internet en e-mail onmisbaar in hun leven (�0). Velen participeren in chatrooms (36%), doen aan weblogging (11%) of maken deel uit van een online gemeenschap (19%) (1�). Het gaat hierbij vaak om bottom-up initiatieven die geïnitieerd worden door burgers zelf. Zij creëren hun eigen me-diakanalen, ontwerpen hun eigen producten en drijven hun eigen handel (‘meconomy’) (�1). De grens tussen aanbieder en consument vervaagt hierdoor: de burger produceert steeds meer zijn eigen content via weblogs, podcasts en ‘peer-to-peer (burgers naar bur-gers)’-technologieën (��). Het zijn deze digitale gemeenschappen die in toenemende mate een bron van interesse vormen voor het bedrijfsleven, marketeers en politici. In beperkte mate geldt dit ook voor de stakeholders in de zorg.

1.3 De zorg digitaliseert

Stakeholders in de zorg - overheid, zorgverzekeraars, aanbieders, cliënten en aanpalende sectoren – zien e-health als een van de belangrijkste instrumenten om de uitdagingen waar de gezondheidszorg voor staat aan te kunnen gaan. Het gaat hierbij om het verhogen van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg vanuit een visie waarin marktwer-king en de ‘empowerde en verantwoordelijke’ burger en patiënt centraal staan. De bijdrage die e-health hieraan kan leveren, is beschreven in tal van rapporten en adviezen die in de afgelopen zes jaar aan de overheid zijn uitgebracht. Wat betreft de visie op de verwachte mogelijkheden van e-health vertonen deze rapporten een hoge mate van consensus.

Page 24: Programmeringsstudie E-mental Health

��

Tabel 1.1: e-health visiedocumenten en adviesrapporten

Auteur Jaar van uitgave

Titel

CVZ (�3) �00� Zorg met ICT, strategische verkenning

Kösters (��) �005 GGZ op een keerpunt Sectorstudie Geestelijke Gezondheidszorg

KPN (�5) �006 Zorg voor innovatie! Sneller Beter - Innovatie en ICT in de curatieve zorg

Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie/Universiteit Twente (�6)

�006 Veilig mailen met de huisarts. Een onderzoek naar het gebruik van e-consult in de zorg.

Raad voor de Volksgezondheid en zorg (�7)

�000 Patiënt en internet

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (7)

�00� E-health in zicht

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (�8)

�006 Internetgebruiker en prioriteitenstelling in de zorg

VWS (�9) �005 Toezeggingen AO patiëntveiligheid

In de afgelopen periode zijn een aantal stichtingen opgericht om deze visie te vertalen naar de praktijk, zoals het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (NICTIZ) en de Nederlandse Vereni-ging voor E-Health (NVEH). Daarnaast heeft de overheid tal van initiatieven op het gebied van e-health voor beleid en praktijk gestimuleerd en geïnitieerd, zoals het ‘kiesbeter- project’ (www.kiesbeter.nl). Dit project wordt uitgevoerd door het RIVM om burgers en cliënten te ondersteunen bij hun keuzes in de zorg.

Knelpuntenvane-healthIn de reeds genoemde uitgebrachte adviezen en rapporten zijn tevens een aantal knelpun-ten met betrekking tot e-health benoemd (zie tabel 1.1.). Hierin is met name bij de pro-bleemanalyse voor een succesvolle implementatie van e-health in de praktijk sprake van een hoge mate van consensus. Uit de resultaten van deze studie zal blijken dat de belang-rijkste knelpunten ook gelden voor de geestelijke gezondheidszorg. Alhoewel de GGZ in de adviezen niet als specifiek domein voor de zorg wordt benoemd, staan er wel voorbeelden vanuit de GGZ in ter onderbouwing van de gesignaleerde knelpunten. De belangrijkste knelpunten zijn:• Landelijke standaarden voor de veilige uitwisseling van patiëntengegevens tussen zorg-

verleners, zorgaanbieders en cliënten zijn nog onvoldoende geïmplementeerd. Dit kan leiden tot de schending van privacy van aanbieders en vragers, en tot het niet optimaal benutten van de efficiëntie en kwaliteitswinst die hiermee te behalen is (B�B).

• De zorgsector loopt achter bij andere sectoren wat betreft het aanwenden van innova-tiegelden voor de inzet van ICT. Daarnaast belemmert de behoudende cultuur van het professionele veld het optimaal benutten van de e-health potentie en innovatie.

• De bekostiging van e-health toepassingen is nog onduidelijk. Hierdoor is niet helder welke interventies wel en niet gefinancierd gaan worden (B�C).

Page 25: Programmeringsstudie E-mental Health

�3

• Er is onvoldoende zicht op de (kosten)effectiviteit en de kwaliteit van het e-health aanbod en de meerwaarde die dit kan hebben voor de cliënt, zorgverlener en zorgverzekeraar. Ook zijn er nog onvoldoende zorginhoudelijke e-health standaarden ontwikkeld.

• De kennis van en ervaring met e-health is versnipperd. Hetzelfde geldt voor de samen-werking tussen de ICT-sector en de zorgsector.

Samenwerking tussen stakeholders in de zorg wordt gezien als een van de meest belang-rijke randvoorwaarden om bovengenoemde knelpunten op te lossen.

EuropeseenInternationaleontwikkelingenE-health wordt binnen het Europese beleid en de hieruit voortvloeiende Europese on-derzoeksprogrammering steeds belangrijker. De prioritering en agendering van e-health vindt plaats binnen de algemene doelstelling van de Europese Raad om Europa in �010 wereldwijd tot koploper op economisch gebied te maken met meer werkgelegenheid en sociale cohesie (30). Binnen dit kader zijn vanaf �00� de eEurope actieplannen gelanceerd. Behalve aandacht voor de technische infrastructuur en breedbandnetwerken, de veiligheid van informatieoverdracht en e-government is in deze plannen ook aandacht voor e-health met voorbeeldprojecten rond het elektronisch zorgverzekeringspas en het elektronisch patiëntendossier, de ondersteuning van chronische patiënten middels monitoringapplica-ties en informatiebeveiliging. Een onderdeel van het eEurope actieplan uit �00� betrof een checklist met kwaliteitscriteria voor websites met medische informatie. Deze checklist dient binnen de EU-landen als uitgangspunt voor de ontwikkeling van kwaliteitsinstrumenten om het e-health aanbod te kunnen toetsen (zie hoofdstuk �). Daarnaast heeft de Europese Commissie een actieplan voor e-health in �00� gelanceerd. Hierin is voor het eerst specifiek aandacht besteed aan e-public health met een focus op informatieoverdracht aan burgers (B�C) over gezond leven en ziektepreventie (8). In �005 heeft de WHO een actieplan gelan-ceerd om met de inzet van ICT extra gezondheidswinst te realiseren (31). In het verlengde van beleidsmaatregelen worden vanuit de eEurope actieplannen ook demonstratie- en on-derzoeksprojecten geïnitieerd, onder meer in het kader van het Information Society Tech-nologies Programma. Binnen al deze projecten zijn echter weinig tot geen voorbeelden van specifieke e-mental health projecten gevonden. De rationale voor e-health in al deze beleids- en actieplannen komt overeen met die in de reeds genoemde Nederlandse advies-rapporten en de internationale literatuur: hierbij gaat het met name om kostenbeheersing, kwaliteitsverhoging en verbeterde toegang voor burgers en cliënten tot zorg, en uitwisse-ling van vergelijkbare gezondheidsdata op Europees niveau.

1.4 De GGZ digitaliseert

In de geestelijke gezondheidszorg wordt e- health gezien als een goede mogelijkheid om een groot aantal uitdagingen aan te gaan. Het gaat hierbij om het terugdringen van de fragmen-tatie van de zorg, het temperen van de toenemende hulpvraag en almaar stijgende kosten1 en om het verhogen van het bereik van de geestelijke gezondheidszorg. Dit blijkt ondermeer

1 De zorguitgaven aan de ggz zijn in de periode 199�-�00� gestegen van € 1,8 miljard tot € 3,� miljard, een stijging met 80 procent (Tweede Kamer �003-�00� in GGZN �00�)3�.

Page 26: Programmeringsstudie E-mental Health

��

uit het rapport van GGZ Nederland in �00� en het - in opdracht van het ING - uitgevoerde onderzoek naar de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg (��). GGZ Nederland stimu-leert dan ook de ontwikkeling van e-mental health om meer gezondheidswinst te kunnen realiseren, meer kosteneffectief te kunnen werken en het bereik van de GGZ te vergroten (3�). Om deze doelen te bereiken zijn binnen de GGZ in de afgelopen zes jaar tal van e-mental health interventies ontwikkeld, geïmplementeerd en deels geëvalueerd.

Alle stakeholders onderkennen de mogelijkheden van e-mental health voor mensen met psychische problemen. In de nieuwe Preventienota Kiezen voor gezond leven (33) en het recent verschenen VTV rapport Gezond Verstand (3�) wordt de uitbreiding van het e-mental health aanbod geprioriteerd om het bereik van depressiepreventie te vergro-ten. Ook in de ZonMw programmering is e-health een prioriteit met een aanzienlijk aantal e-(mental) health projecten in de komende jaren. Alhoewel met enige schroom zijn ook een aantal zorgverzekeraars gestart met het verkennen van de mogelijkheden die e-mental health kan bieden. Dit doen zij middels een direct eigen aanbod als onderdeel van hun wer-vingsstrategieën of vergoeding van een deel van het professionele e-mental health aanbod door derden (zie hoofdstuk 3).

Deze ontwikkelingen hangen nauw samen met de toenemende behoefte van burgers en cliënten om zich via internet te informeren. Het RVZ rapport uit �006 laat zien dat in �005 drie-kwart van de internetgebruikers online informatie zocht over gezondheid of zorg (9 miljoen mensen). Vijftien procent van deze groep zocht hierbij naar informatie over depressie. Naast informatieverstrekking door medici zelf is internet de meest geprefereerde informatiebron. Het nemen van eigen verantwoordelijkheid voor gezondheid is de rationale voor driekwart van de internetbezoekers. De helft van de internetters die zoekt naar informatie over gezond-heidsproblemen geeft aan dat deze zoektocht de communicatie met de arts verbetert, omdat zij de arts beter begrijpen. Ook biedt informatie op internet ondersteuning bij het opvolgen van adviezen van arts. Een op de vijf internetters geeft aan op basis van de gevonden informa-tie op internet geen bezoek aan de arts brengen. Uit dit rapport blijkt verder dat driekwart van alle internetgebruikers graag via e-mail of internet de huisarts raadpleegt (�8). In de huidige praktijk gebeurt dit echter nog op zeer beperkte schaal (6%), omdat maar weinig huisartsen deze dienst aanbieden (�6). Het NCPF pleit dan ook voor een uitbreiding van deze dienst door huisartsen. Burgers gebruiken ook digitale en zelfs virtuele (‘avatar’) gemeenschappen, zoals Second Life voor therapeutische doeleinden (35). Zo organiseren deelnemers aan Second Life virtuele zelfhulpgroepen voor mensen met psychische problemen (36).

Preventie,behandelingenzorgHet e-mental health aanbod dat de afgelopen zes jaar is ontwikkeld door professionele in-stellingen kan indrukwekkend genoemd worden (zie hoofdstuk 3). Dit relatief nieuwe aan-bod kenmerkt zich door een grote variëteit. In dit rapport maken we voor het e-mental health aanbod een onderscheid tussen preventie, behandeling en zorg, zoals dat ook voor het reguliere aanbod wordt gehanteerd (37). Dit onderscheid maakt het mogelijk om het e-mental health aanbod binnen de totale zorgketen te kenschetsen (zie hoofdstuk � en 3). Dit onderscheid is noodzakelijk, omdat het type aanbod, de aanbieders en de doelstellin-gen per segment in de zorgketen verschillen. In schema 1.1 staat een grafische weergave van deze zorgketen.

Page 27: Programmeringsstudie E-mental Health

�5

PreventieBinnen preventie wordt onderscheid gemaakt tussen universele, selectieve en geïndiceer-de preventie. Universele preventie richt zich met voorlichting op het algemene publiek. Selectieve preventie richt zich op mensen met een verhoogd risico op psychische proble-men. En geïndiceerde preventie is bedoeld voor mensen met beginnende klachten, die echter (nog) geen psychische stoornis hebben ontwikkeld in termen van een DSM diagno-se. Doel van het totale preventieve aanbod is het voorkomen en verminderen van klachten en het voorkómen dat er een psychisch stoornis ontstaat. Het aanbod op internet varieert en bestaat uit informatie en advies; zelfhulpprogramma’s zonder en met minimale begelei-ding; en kortdurende interventies waarbij sprake is van een intensievere vorm van bege-leiding door een hulpverlener. Aan deze kortdurende interventies kan al of niet anoniem worden deelgenomen.

BehandelingEr is sprake van een e-mental health behandelinterventie wanneer deze interventie gericht is op de behandeling van een psychische stoornis. Deze behandeling vindt plaats op basis van een behandelovereenkomst tussen een cliënt en een hulpverlener die voldoet aan de geldende kwaliteitseisen en reguleringen (BIG registratie). Binnen dit kader vallen ook e-consultaties, bijvoorbeeld tussen huisartsen en patiënten of psychologen en patiënten (zie hoofdstuk 3). Omdat de behandelovereenkomst persoonlijke gegevens bevat, is het binnen deze definitie niet mogelijk dat cliënten anoniem deelnemen aan e-mental health behandelinterventies.

ZorgBij het verlenen van zorg gaat het om interventies die mensen ondersteunen bij het le-ren leven met hun langdurige of chronische psychische aandoening. Hierbij kan het gaan om conditiemanagement en zelfmanagement (ter bevordering van therapietrouw) of om het ondersteunen van rehabilitatie (gericht op het oppakken of vinden van werk, studie of hobby) met behulp van hulpverleners of middels lotgenotencontact (zie hoofdstuk 3).

Page 28: Programmeringsstudie E-mental Health

�6

Schema 1.1.

CommunicatieBinnen e-mental health interventies kan de communicatie tussen verschillende ‘partners’ verlopen:

• consument/patiënt met webbased informatie; • consument/patiënt met interactieve geautomatiseerde feedback, zoals advies op maat

of met een zelfhulpprogramma zonder tussenkomst van een hulpverlener;• consument/patiënt met een professionele hulpverlener/behandelaar ;• lotgenotencontact (peer to peer) ;• combinatie van bovenstaande mogelijkheden.

De manier van communiceren wordt mogelijk gemaakt door verschillende technische communicatiemodaliteiten. De meest gebruikte modaliteiten zijn: e-mailuitwisseling, web-based-communicatie, instant messaging (chat) en videoconferenties. Ook een combinatie van bovenstaande modaliteiten of een combinatie met andere media zoals de mobiele telefoon worden toegepast. Deze communicatie kan asynchroon in tijd verlopen (zoals via e-mail) of synchroon (zoals bij chatten), waarbij tevens meerdere personen tegelijkertijd kunnen communiceren.

Doelvanhete-mentalhealthaanbodDe inzet van e-mental health aanbod kan variëren, afhankelijk van het segment in de zorg-keten en de betrokken stakeholders. Hierbij kan het gaan om:

Page 29: Programmeringsstudie E-mental Health

�7

• een zelfstandige interventie;• een interventie ter overbrugging van de wachttijd op reguliere interventie;• een onderdeel van een reguliere interventie; • een opstap naar een zwaardere face to face interventie of e-mental health interventie.

In internationale literatuur (9, 38-�0) en in de praktijk (zie hoofdstuk 3 en �) worden uiteen-lopende doelstellingen genoemd voor de inzet van e-health in de zorgpraktijk. In Tabel 1.� staat een overzicht van deze doelstellingen gerelateerd aan het type aanbod en de stake-holders in de zorg die deze doelstelling prioriteren.

Tabel 1.2 Doelstelling e-health naar type aanbod en stakeholders

Type aanbod Doelen Stakeholder

preventie bereiken van doelgroepen die niet of onvoldoende bereikt worden.

aanbieders, cliënten, zorgverzekeraars, overheid

preventie en zorg ondersteunen van burgers en patiënten bij het zelf managen van gezondheid of chronische aandoening.

overheid, aanbieders en cliënten

preventie en zorg verhogen van mogelijkheden tot lotgenotencontact.

burgers en cliënten binnen en buiten de professionele zorg, aanbieders

preventie, behandeling en zorg

vergroten van de toegankelijkheid tot zorg voor mensen met mobiliteitsbeperkingen (vanwege een lichamelijke of psychische aandoening) of vanwege geografische afstand tussen aanbieder en cliënten.

aanbieders, cliënten,

preventie aanbieden van laagdrempelig aanbod voor burgers/cliënten voor wie de stap naar de reguliere hulpverlening uit angst voor stigma of privacyschending hoog is.

aanbieders, cliënten, zorgverzekeraars, overheid

preventie en behandeling

vergroten van keuzemogelijkheden voor burgers/cliënten in het aanbod en het verhogen van de efficiëntie van dit aanbod (geen reistijd, �� uurs bereikbaarheid met name bij zelfhulp en asynchrone hulpverleningscontacten zoals via e-mail).

cliënten en aanbieders

Preventie, behandeling en zorg

besparen van kosten op termijn vanwege de inzet van stepped care (minimaal waar mogelijk, zwaar waar nodig) en het aanbieden van face to face behandelingen voor die cliënten die dit echt nodig hebben.

aanbieders, zorgverzekeraars, overheid en cliënten

Deze doelstellingen voor e-mental health zijn aantrekkelijk. De vraag is vervolgens of deze doelstellingen met het e-mental health aanbod inderdaad kunnen worden gerealiseerd, nu of in de nabije toekomst. Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden gezien de com-plexiteit die gepaard gaat met de introductie van dit innovatieve zorgaanbod. E-mental health heeft namelijk ingrijpende effecten op cliënten en aanbieders en vergaande conse-quenties voor het zorgaanbod en de wijze waarop dit wordt georganiseerd, gefinancierd en geïmplementeerd. Ook komen hierbij tal van andere vragen op. Gaat het bij het e-mental

Page 30: Programmeringsstudie E-mental Health

�8

health aanbod om een uitbreiding van het bestaande aanbod of kan dit aanbod ook als alternatief gelden voor het bestaande aanbod? En wat betekent dit voor de praktijk? Leidt dit aanbod op termijn tot kostenbesparingen of zal dit aanbod een nieuwe vraag creëren die zal leiden tot extra kosten en een toename van de zorg voor mensen met psychische problemen?

1.5 Doel van deze studie

In dit rapport is het e-mental health aanbod beperkt tot het aanbod voor de veelvoorkomen-de enkelvoudige psychische stoornissen: depressie, angststoornissen en probleemdrinken. De reden hiervoor is dat er nog geen aanbod voor ernstige chronische stoornissen zoals psy-chosen of schizofrenie is ontwikkeld. Het ontwikkelen van een e-mental health aanbod voor deze patiëntengroepen wordt op dit moment zelfs afgeraden door het professionele veld (39). Doel van deze studie is het beantwoorden van de volgende onderzoeksvragen:• Wat is er op dit moment vanuit de wetenschap bekend over het doel, het bereik en

de (kosten)effectiviteit, kwaliteit en effectieve implementatie van e-mental health inter-venties (hoofdstuk � en �)?

• Wat gebeurt er op dit moment in de praktijk op het gebied van e-mental health (ken-nissynthese op basis van praktijkkennis)? Welke interventies worden aangeboden voor welke doelgroepen? En wat is er bekend over het bereik, de kwaliteit en de organisatie en financiering? Wat zijn de ervaren knelpunten op het gebied van kwaliteitsstandaar-den, de financiering van het aanbod, de bescherming van de privacy en de wet- en regelgeving? En welke mogelijkheden biedt e-mental health vanuit het perspectief van betrokken stakeholders (cliënten/patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, verzekeraars en overheid) (hoofdstuk 3 en �)?

• Welke richtlijnen (wet- en regelgeving) worden er op dit moment nationaal en Europees uitgezet op het gebied van e-mental health? En welke rol wordt hierin toegekend aan de overheden en overige relevante stakeholders (cliënten, zorgverzekeraars, zorgaan-bieders) (hoofdstuk 1 en �)?

• Wat zijn de beperkingen, mogelijkheden en kansen voor de toekomst van e-mental he-alth? Welke acties kunnen worden aanbevolen voor de overheid, zorgaanbieders, zorg-verzekeraars en cliënten? En welke randvoorwaarden moeten worden gegarandeerd voor het adequaat uitvoeren van deze acties (hoofdstuk � en 5)?

1.6 Plan van aanpak

Om de in deze studie gestelde vragen te beantwoorden, is overeenkomstig de vraagstelling de onderstaande methode gebruikt. Een uitgebreidere beschrijving van deze methoden staat vermeld in de hoofdstukken waar deze op van toepassing zijn:1. bestudering van de (inter)nationale wetenschappelijke literatuur en relevante docu-

menten;�. praktijkinventarisatie middels een survey, literatuurstudie, internet search, interviews

en cross referenties;3. voor de inventarisatie van knelpunten en kansen is gebruik gemaakt van een survey

Page 31: Programmeringsstudie E-mental Health

�9

onder aanbieders van e-mental health interventies, focusgroep-interviews en face to face interviews met betrokken stakeholders in de zorg, in combinatie met bestudering van de literatuur en relevante beleidsdocumenten. De resultaten zijn vervolgens voor-gelegd aan betrokken stakeholders via focusgroep-interviews en presentaties.

1.7 Leeswijzer

Dit rapport is opgebouwd overeenkomstig de doel- en vraagstelling in paragraaf 1.5 van dit hoofdstuk. Op dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk � een presentatie van de resultaten van de wetenschappelijke review naar de (kosten)effectiviteit van e-mental health interventies voor angststoornissen, problematisch alcoholgebruik en depressieve aandoeningen. Hoofdstuk 3 biedt een overzicht van het huidige professionele e-mental health aanbod in Nederland. In hoofdstuk � worden de knelpunten en mogelijkheden van e-mental health belicht vanuit het perspectief van betrokken stakeholders in de zorg. In hoofdstuk 5 staan tenslotte de conclusies en aanbevelingen voor de toekomst op basis van de gepresenteerde resultaten in de voorgaande hoofdstukken. Om de leesbaarheid van dit rapport te vergroten, wordt de meer gedetailleerde informatie in de bijlagen per hoofdstuk gepresenteerd.

In dit rapport worden de begrippen burgers, consumenten, deelnemers, gebruikers, cliën-ten en patiënten naast elkaar gebruikt. Over deelnemers en gebruikers wordt met name ge-sproken binnen de context van e-mental health interventies waarbij iemand nog geen cli-ent of patiënt is, maar wel deelneemt aan selectieve of geïndiceerde preventie (bijvoorbeeld zelfhulp). Deze deelnemers en gebruikers hebben geen formele patiëntenstatus, waardoor het predicaat patiënt niet passend is. Het begrip stakeholders in de zorg wordt gehanteerd om alle partijen aan te duiden die bij de zorg betrokken zijn: de overheid, zorgverzekeraars, cliënten/patiënten en zorgaanbieders (instellingen en professionele hulpverleners).

Referenties

(1) Slobbe LCJ, Kommer GJ, Smit JM, Groen J, Meerding WJ, Polder JJ. Kosten van Ziekten in Nederland

2003: Zorg voor euro’s. Bilthoven: RIVM, 2006.

(2) Smit F, Ederveen A, Cuijpers P, Deeg D, Beekman, A. Opportunities for cost-effective prevention of

late-life depression: an epidemiological approach. Arch Gen Psychiatry 2006; 63:290-296.

(3) KPMG. Kosten en baten van alcoholzorg- en preventie. Hoofddorp: KPMG, 2001.

(4) Ustun TB, Ayuso-Mateos JL, Chatterji S, Mathers C, Murray CJL. Global burden of depressive disorders

in the year 2000. Br J Psychiatry 2004; 184:386-92.

(5) Andrews G, Issikadis C, Sanderson K, Corry J, Lapsley H. Utilizing survey data to inform public policy:

comparison of the cost-effectiveness of treatment of ten mental disorders. Br J Psychiatry 2004;

184:526-33.

Page 32: Programmeringsstudie E-mental Health

30

(6) Chisholm D, Sanderson K, Ayoso-Mateos JL, Saena S. Reducing the global burden of depression:

population-level analysis of intervention cost-effectiveness in 14 world regions. Br J Psychiatry 2004;

184:393-403.

(7) Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. E-health in zicht. Zoetermeer: RVZ, 2002.

(8) COM. E-Health, making healthcare better for European citizens: An action plan for a European

e-Health Area. Brussel: COM, 2004.

(9) Christensen H, Griffiths KM, Evans K. E-mental health in Australia: Implications of the internet and

related technologies for policy. ISC discussion paper no 3. Canberra: Commonwealth Department of

Health and Ageing; 2002.

(10) Eysenbach, G. What is e-health? J Med Internet Res 2001; 3(2):e20.

(11) Stubbs, P. Online mental health care [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://www.m-a-h.net/hip/index.html.

Ref Type: Electronic Citation

(12) American Psychiatric Association, APA. APA resource document on telepsychiatry via video-

conferencing. c1998 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://www.psych.org/psych_pract/tp_paper.cfm

Ref Type: Electronic Citation

(13) International Society for Mental Health Online, ISMHO Suggested Principles for the Online Provision

of Mental Health Services. version 3.11[geciteerd oktober 2006]

Beschikbaar via: http://www.ismho.org/suggestions.htm

Ref Type: Electronic Citation

(14) Integrated Electronics, INTEL. Digital Lifestyle Report. 2005.

(15) CBS. E-mailen en chatten populairste internetactiviteiten. CBS Webmagazine. 6 maart 2006.

Beschikbaar via: http://www.cbs.nl/.

Ref Type: Electronic Citation

(16) Eurostat. Internet usage in the EU25. 10 november 2006.

Beschikbaar via: http://epp.eurostat.ec.europa.eu

Ref Type: Electronic Citation

(17) Eurostat. Homepage op het internet. 2005 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://epp.eurostat.cec.eu.int/

Ref Type: Electronic Citation

(18) Trendbox. Internetmonitor. 2004 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: www.trendbox.nl

Ref Type: Electronic Citation

Page 33: Programmeringsstudie E-mental Health

31

(19) Newrulez. Homepage op het internet. 2006 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://www.newrulez.nl/

Ref Type: Electronic Citation

(20) KPN/ Motivaction. Homepage op het internet. 2006 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://www.motivaction.nl/

Ref Type: Electronic Citation

(21) Marketing Tribune. De Meconomy. 2005/19.

(22) Ministerie van Economische Zaken. Toekomst van electronische communicatie. 2005.

(23) College voor Zorgverzekeringen, CVZ. Zorg met ICT, strategische verkenning. Diemen: CVZ, 2004.

(24) Kösters, TP. GGZ op een keerpunt. Sectorstudie Geestelijke Gezondheidszorg. ING Medinet, 2005

(25) KPN. Zorg voor innovatie! Sneller Beter – Innovatie en ICT in de curatieve zorg, Den Haag: KPN, 2006.

(26) Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie & Universiteit Twente. Veilig mailen met de huisarts:

een onderzoek naar het gebruik van e-consult in de zorg. 2006 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar

via: http://www.npcf.nl/?id=257

Ref Type: Electronic Citation

(27) Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Patiënt en Internet. Zoetermeer: RVZ, 2000.

(28) Rijen AJG van, Ottes L. Internetgebruiker en prioriteitenstelling in de zorg: Resultaten van een

onderzoek uitgevoerd door Flycatcher in opdracht van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg

Zoetermeer. In: Raad voor de Volksgezondheid en zorg. Zicht op zinnige en duurzame zorg:

achtergrondstudie uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bij het advies zinnige

en duurzame zorg. Den Haag: RVZ, 2006 p. 229-75.

(29) VWS. Toezeggingen AO patiëntveiligheid. Kamerstuk. 2005.

(30) Leys M, Potloot L. Stand van zaken E-gezondheid in Vlaanderen. Brussel: Vlaams Instituut voor

Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA), 2004.

(31) World Health Organization. eHealth. World Health Assembly resolution. Conference Paper No. 13.

Genève, 2005.

(32) GGZ Nederland. Ambities van de ggz. De krachten gebundeld. Amersfoort: GGZN, 2004.

(33) Ministerie van VWS. Preventienota. Kiezen voor gezond leven. Den Haag: Ministerie van VWS, 2006.

(34) Meijer SA, Smit F, Schoemaker CG, Cuijpers P. Gezond verstand. Evidence-based preventie van

psychische stoornissen. Bilthoven: RIVM, 2006.

Page 34: Programmeringsstudie E-mental Health

3�

(35) AOL. American Online Digital Marketing Services. 2005 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via:

www.emarketer.com

Ref Type: Electronic Citation

(36) Nood D de, Attema J. Second Life: het tweede leven van virtual reality. 2006 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: www.epn.net.

Ref Type: Electronic Citation

(37) Mrazek RJ, Haggerty RJ. Reducing risks for mental disorders: frontiers for preventive intervention

research. Washington: National Academy Press, 1994.

(38) Proudfoot J, Ryden C, Everitt B, Shapiro DA, Goldberg D, Mann A, et al. Clinical efficacy of computeri-

sed cognitive-behavioural therapy for anxiety and depression in primary care: randomised

controlled trial. Br J Psychiatry 2004; 185:46-54.

(39) American Psychiatric Association Council on Psychiatry and Law. Frequently asked questions

E-therapy. 2006 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://www.psych.org/psych_pract/clin_issues/etherapyfaqs.cfm.

Ref Type: Electronic Citation

(40) Ritterband LM, Andersson G, Christensen H, Carlbring P, Cuijpers P. Directions for the International

Society for Research on Internet Interventions (ISRII). J Med Internet Res 2006; 83:e23.

Page 35: Programmeringsstudie E-mental Health

33

2 Effectiviteit van e-mental health interventies

2.1 Inleiding

AanleidingPsychische stoornissen, zoals depressie, angststoornissen en stoornissen die gerelateerd zijn aan overmatig alcoholgebruik komen veel voor. Ze gaan gepaard met een grote ziekte-last en leiden tot hoge kosten voor de Nederlandse samenleving (1-�). Nederland beschikt over uitgebreide en zeer professionele geestelijke gezondheidszorg. Toch is het effect van die zorg op populatieniveau gering. Dat heeft meerdere oorzaken. Vaak worden psychische stoornissen niet als zodanig herkend. Voor zover dat wel het geval is, volgt er niet altijd een gepaste en bewezen effectieve interventie. En wanneer er een werkzame interventie wordt geboden, kan een gebrek aan therapietrouw de effectiviteit van de interventie alsnog teniet doen. Om al deze redenen wordt het aantal jaren waarin mensen door hun psychische stoornis met beperkingen functioneren - zogeheten years lived with disability (YLD) - voor slechts 10 à �0% verholpen (3-�). Dat betekent dat het over-grote deel van de zorgbehoefte onbeantwoord blijft, met alle gevolgen van dien: mensen blijven lijden aan onbehandelde psychische stoornissen, het ziekteverzuim blijft omvang-rijk evenals de economische schadepost.

OnderzoeksvraagRedenen te over om te onderzoeken of deze problemen met een nieuwe zorgtechnologie kunnen worden aangepakt. In potentie is het bereik van internettherapieën (al dan niet met ondersteuning van therapeuten) groot. Bovendien zijn deze therapieën relatief betaal-baar, omdat ze een forse reductie van de arbeidstijd van therapeuten met zich mee kunnen brengen. Dat maakt internettherapieën ook in economisch opzicht interessant. Daar komt nog bij dat de effectiviteit van internettherapieën niet onder hoeft te doen voor die van therapieën die hulpverleners face to face aanbieden.

In dit hoofdstuk wordt de effectiviteit van internettherapieën nader onderzocht en gekwan-tificeerd. De volgende vragen staan hierbij centraal:

1. Wat is er te zeggen over de effectiviteit van internettherapieën? �. Leiden deze therapieën tot gezondheidswinst op populatieniveau? 3. Wat kost het aanbieden van deze internettherapieën op grote schaal?

De eerste vraag over de effectiviteit is inmiddels in tal van individuele studies beantwoord, behalve voor wat betreft problematisch alcoholgebruik. Soms bleek het mogelijk om daar-bij ook op meta-analytisch niveau iets over die effectiviteit te zeggen. Naar de tweede en derde vraag - over mogelijke gezondheidswinst op populatieniveau en over de kosten van internettherapieën - is tot dusver geen onderzoek verricht. Wat dat betreft worden met deze studie stappen op onbekend gebied gezet.

Page 36: Programmeringsstudie E-mental Health

3�

BeperkingenBij het beantwoorden van bovenstaande vragen richt deze studie zich op de drie meest voorkomende stoornissen: depressie, angststoornissen en overmatig alcoholgebruik. Deze drie stoornissen gaan gepaard met een forse ziektelast en leiden tot hoge economische kosten. De eerste vraag over de effectiviteit kan goed worden beantwoord voor internet-therapieën voor depressie en angststoornissen, maar minder goed voor interventies voor het terugdringen van alcoholgerelateerde klachten. Op dat gebied bestaan namelijk nog te weinig op effectiviteit onderzochte online interventies. De tweede vraag over de mogelijke gezondheidswinst op het niveau van de Nederlandse populatie is alleen te beantwoorden voor internettherapieën die gericht zijn op het redu-ceren van depressie en twee soorten angststoornis: de paniekstoornis en de sociale fobie. Voor de posttraumatische stressstoornis (een angststoornis waarvoor wel internettherapie-en bestaan) ontbreken namelijk de benodigde epidemiologische gegevens om te kunnen berekenen of hiermee gezondheidswinst kan worden behaald op populatieniveau. De derde vraag naar de kosten kan alleen worden beantwoord voor internettherapieën die gericht zijn op de behandeling van depressie. Voor de economische berekeningen waren voldoende gegevens beschikbaar, al moesten soms aannamen worden gemaakt. Voor het berekenen van de kosten voor angststoornissen en problematisch alcoholgebruik zijn nog onvoldoende gegevens beschikbaar.

OpzetIn volgende paragraaf staat beschreven in welke stappen het onderzoek is uitgevoerd. Daar-op volgt een presentatie van de resultaten. Ter afsluiting van dit hoofdstuk volgt een discussie, waarbij de onderzoeksbevindingen worden beschouwd in het licht van de sterke en zwakke kanten van de gebruikte methoden. Het hoofdstuk eindigt met enkele aanbevelingen over het gebruik van internetinterventies voor psychische stoornissen en vervolgonderzoek.

2.2 Methoden van onderzoek

Het onderzoek naar de bovenstaande vragen is uitgevoerd in zeven stappen. Al deze stap-pen worden hier beknopt beschreven, zonder hierbij al te diep in te gaan op technische details. Daarvoor wordt verwezen naar relevante publicaties.

Stap1:VerzamelenvaneffectstudiesAllereerst is in wetenschappelijke literatuur systematisch gezocht naar studies waarin inter-venties zijn geëvalueerd die op internet worden aangeboden. Bij deze zoektocht is gebruik gemaakt van diverse bestanden waarin wetenschappelijke literatuur is opgeslagen. In deze bestanden is gezocht naar gerandomiseerde studies van internetinterventies met effect-metingen op de relevante uitkomsten (depressie, angst, alcohol). Voor depressie is onlangs een dergelijke review uitgevoerd (5). Het Trimbos-instituut kon hier drie nieuwe interven-ties aan toevoegen waarover recentelijk is gepubliceerd. Voor angst is een review in voor-bereiding (6). Hieraan kon één nieuwe studie worden toegevoegd. Het onderzoeksteam dat deze studie uitvoert heeft een goed beeld van bestaand en lopend onderzoek naar de interventies op het gebied van alcohol. Desondanks is ook op dat terrein de wetenschap-pelijke literatuur systematisch doorzocht.

Page 37: Programmeringsstudie E-mental Health

35

Stap2:BerekenenvaneffectgroottesDe tweede stap bestond uit de bestudering van de betreffende publicaties. Per studie is na-gegaan hoe groot het effect is van de betreffende interventie. Dat effect is uitgedrukt in de gangbare gestandaardiseerde effectgrootte, d. De effectmaat, d, kan als volgt worden ge-interpreteerd: bij d = 0.15 is sprake van een klein effect, d = 0.�5 duidt op een middelgroot effect, en bij d = 0.90 is sprake van een groot effect (7). Het 95% betrouwbaarheidsinterval rondom d is berekend met behulp van een benaderingsformule die gegeven wordt in Hed-ges en Olkin (p. 86) (8). Dit interval geeft de onzekerheidsmarge weer. In de navolgende stappen is verder gerekend met de steekproefgrootte van de primaire studies, (N), de ge-standaardiseerde effectgrootte (d) en het betreffende 95% betrouwbaarheidsinterval.

Stap3:Meta-analysevaneffectgroottesWaar mogelijk zijn de effectgroottes, d, van verschillende primaire effectstudies gecombi-neerd tot één nieuwe gecombineerde effectgrootte, die ook d wordt genoemd. Hiervoor is meta-analytische software gebruikt (9), waarin dezelfde meta-analytische strategieën worden gevolgd zoals beschreven in Hedges en Olkin (8). Met de meta-analyse worden enkele doelen gerealiseerd. Ten eerste wordt zo duidelijk gemaakt wat de gemiddelde effectgrootte is van meerdere interventies. Zo’n gemiddelde effectgrootte is nauwkeuriger dan die van de afzon-derlijke primaire studies. Op deze manier kan ook een meta-analyse worden uitgevoerd die betrekking heeft op een selectie van studies. Voor een dergelijke selectie komen bijvoorbeeld alleen interventies in aanmerking die bedoeld zijn voor een bepaalde stoornis. Daarbinnen kunnen dan de meest effectieve interventies worden geselecteerd. Want waarom zouden we in Nederland met weinig effectieve internetinterventies aan de slag willen? Wanneer er een keuze mogelijk is, is het is beter om een pakket van de meest succesvolle internetinterventies samen te stellen en dat pakket aan te bieden. Op die manier ontstaat er een beeld van wat een bepaalde mix aan interventies (zorgscenario) aan gezondheidswinst kan genereren. In principe is het mogelijk zo verschillende zorgscenario’s onderling te vergelijken, wanneer er althans voldoende interventies zijn waaruit te kiezen valt.

Stap4:Berekenenvan‘gewonnengezondelevensjaren’Vervolgens wilde het onderzoeksteam op een innovatieve manier een volgende stap ma-ken. De gestandaardiseerde effectmaat, d, zegt namelijk alleen iets over het effect van een interventie op het niveau van een groep patiënten. Daarnaast is het - met name voor beleidsmakers - interessant om zicht te krijgen op behaalbare gezondheidswinst op po-pulatieniveau. Een maat die hiervoor geschikt is, is het aantal gewonnen ‘levensjaren ge-corrigeerd voor kwaliteit van leven’. Voor het uitdrukken van de ziektelast die een ziekte veroorzaakt op populatieniveau gebruikte de WHO de zogeheten disability adjusted life years (DALYs). Voor het uitdrukken van de ziektelast die een ziekte veroorzaakt op popu-latieniveau gebruikte de WHO de zogeheten disability adjusted life years (DALYs). Met deze maat worden twee kanten van een ziekte samengenomen: het aantal gezonde levensjaren dat door de betreffende ziekte verloren is gegaan toen de patiënt leefde (morbiditeit), en het aantal levensjaren dat door vroegsterfte verloren is gegaan (mortaliteit). Op de precieze berekening komen we later terug. Hier volstaat het te zeggen dat met DALYs de ziektelast van bijvoorbeeld lymfklierkanker vergeleken kan worden met astma of met depressie. De ziektelast van uiteenlopende ziekten kunnen zo onderling vergeleken worden. Dat maakt brede toepassing van DALYs mogelijk. In dit hoofdstuk moesten wij daarvan ook gebruik

Page 38: Programmeringsstudie E-mental Health

36

maken omdat we verschillende stoornissen onderling willen vergelijken. Om vergelijkbare redenen willen beleidsmakers op het gebied van de volksgezondheid graag ziektelast in die breed toepasbare ziektelastmaat uitgedrukt zien. We gaan nu een stap verder. Therapie en preventie willen de ziektelast in de populatie (het aantal DALYs) terugbrengen. Ofwel, door het bespoedigen van genezing en het vermijden van het ontstaan van ziekten een (groot) aantal DALYs terugwinnen. Voor het gemak worden deze teruggewonnen DALYs aangeduid als ‘gewonnen gezonde levensjaren’. Het idee is nu om de effectgrootten, d, in DALYs te vertalen. Deze vertaalslag is gemaakt met een methode die door Sanderson et al. (10) is ontwikkeld. Op die manier is voor enkele zorgscenario’s berekend wat de gezond-heidswinst is op populatieniveau, uitgedrukt in het aantal gewonnen gezonde levensjaren. Zoals gezegd, deze berekeningen waren alleen mogelijk voor e-mental health interventies die zich richten op depressie en enkele angststoornissen.

Bij de berekening is rekening gehouden met zowel de onzekerheid rondom de oorspron-kelijke d’s, als met de onzekerheid die gepaard gaat met de vertaling van d naar gewon-nen gezonde levensjaren. Bovendien moest rekening worden gehouden met de verwachte ziekteduur. Elk van deze zaken introduceert een eigen stukje onzekerheid. Deze onzekerhe-den zijn stap voor stap meegenomen in de verdere berekening. Op die manier worden de gewonnen gezonde levensjaren ook in onzekerheidsranges geplaatst. Hierbij nog één op-merking. Het effect van interventies op vroegsterfte is buiten beschouwing gelaten, terwijl er wel evidentie is dat bijvoorbeeld depressie leidt tot vroegsterfte (11) en dat interventies voor probleemdrinkers leiden tot een aantoonbare reductie in vroegsterfte (1�). Om deze reden is de berekende gezondheidswinst in deze studie een te lage schatting. In werkelijk-heid zou het aantal gewonnen gezonde levensjaren dus groter kunnen zijn.

Stap5:BerekenenvankostenMet het aanbieden van een interventie zijn kosten gemoeid: (1) de investeringskosten om een e-mental health interventie te ontwikkelen en op effectiviteit te evalueren; (�) de aanbiedings-kosten (hosting en onderhoud); en (3) de vernieuwingskosten om periodiek een verbeterde versie van de interventie te kunnen maken. De kosten (in euro) worden gepresenteerd binnen de tijdshorizon van één jaar voor het peiljaar �003. Bij de kostenberekening is de gebruikelijke richtlijn (13) gevolgd. De kostenberekeningen zijn tamelijk ruw, omdat is uitgegaan van de kosten van een gemiddelde e-mental health interventie. Wel is per interventie onderscheid gemaakt naar het aantal contacturen met een therapeut. Dat is namelijk een variabele kosten-post die een flinke impact heeft op de totale kosten van een interventie.

Het aanbieden van een interventie kost niet alleen wat, maar kan ook bijdragen aan het verminderen van andere kosten. Een effectieve interventie leidt er vaak toe dat iemand minder kosten genereert bij andere zorgvoorzieningen; na een geslaagde behandeling voor depressie neemt bijvoorbeeld het aantal bezoeken aan de huisarts af. Een geslaagde behandeling leidt tevens tot een toename van arbeidsproductiviteit, en ook dat kan een forse economische impact hebben (�). Dit zijn voorbeelden van besparingen die vrijwel zeker optreden. De kosten om een interventie aan te bieden dienen eigenlijk weer vermin-derd te worden met zulke besparingen. Over de omvang van deze besparingen ontbreekt echter informatie. Daarom konden deze besparingen niet in de economische berekeningen worden opgenomen. Om deze reden zijn de berekende kosten aan de hoge kant.

Page 39: Programmeringsstudie E-mental Health

37

Stap6:Berekenenvandekostenper‘gewonnengezondlevensjaar’In de zesde stap zijn de kosten (in euro) afgezet tegen de behaalbare gezondheidswinst (in het aantal gewonnen gezonde levensjaren, de DALYs). Hiertoe zijn de kosten gedeeld door het aantal gewonnen gezonde levensjaren. Bij de kosten per gewonnen gezond levensjaar zijn twee kanttekeningen te maken.

Zoals al vermeld, is bij het berekenen van de gezondheidswinst in DALYs uitgegaan van conservatieve aannamen. Het aantal DALYs dat door een interventie wordt gewonnen is een onderschatting, omdat het effect van de interventies op sterfte buiten beschouwing is gelaten. Omgekeerd moeten de berekende kosten worden gezien als een overschatting, omdat de mogelijke besparingen hierbij niet in mindering zijn gebracht. Al met al biedt deze studie dus een iets te pessimistisch beeld. Om die reden mag worden verwacht dat de verhouding tussen kosten en opbrengsten er in werkelijkheid beter uitziet.

Het zou interessant zijn de kosten per gezond levensjaar die gewonnen worden met in-ternetinterventies rechtstreeks te vergelijken met de kosten per gezond levensjaar die ge-wonnen worden door face to face therapieën. Een dergelijke kosten-utilteitsanalyse laat de meer- of minderwaarde zien van de ene interventievorm ten opzichte van de andere. Zulke analyses zijn in het kader van deze studie niet gemaakt, omdat deze vraag buiten de scope van deze verkennende en in tijd beperkte studie ligt. Deze vraagstelling vraagt om een apart onderzoek waarbij gebruik gemaakt kan worden van primaire studies waarin inter-nettherapieën rechtstreeks vergeleken worden met face to face therapieën (die nagenoeg ontbreken).

Stap7:GevoeligheidsanalyseSoms waren er geen harde gegevens beschikbaar en moesten er aannamen worden ge-maakt. De onzekerheid, uitgedrukt in onder- en bovengrenzen voor de waarden van be-langrijke parameters is uitgedrukt in gevoeligheidsanalyses. Zo kon de robuustheid van de onderzoeksbevindingen worden gekwantificeerd. De betreffende onzekerheidsmarges zijn in de navolgende tabellen gerapporteerd. Daarbij staat beschreven binnen welke marges de schatting ligt.

SamenvattingOm de behaalbare gezondheidswinst met internetinterventies af te kunnen zetten tegen de daarmee gemoeide kosten, zijn effectgroottes, d, vertaald naar gewonnen gezonde le-vensjaren. Daarnaast zijn de kosten van de internetinterventies berekend. Op basis hiervan konden vervolgens de kosten per gewonnen gezond levensjaar worden berekend. Dit geeft een beeld van de hoeveelheid gezondheidswinst en de kosten om die gezondheidswinst te genereren. De uitkomsten zijn in gevoeligheidsanalyses meerdere keren opnieuw berekend om zo de onzekerheid die over een aantal parameters bestaat te kunnen kwantificeren. In de navolgende paragraven is deze methode toegepast op e-mental health interventies voor depressie, en waar mogelijk op angststoornissen. Over interventies voor probleem-drinken valt minder te zeggen, omdat het aantal effectstudies op dat gebied relatief klein is. Elke paragraaf wordt voorafgegaan door een korte beschrijving van de epidemiologie en gezondheidseconomie van de betreffende stoornis.

Page 40: Programmeringsstudie E-mental Health

38

2.3 Epidemiologie en kosten van depressie

EpidemiologievandepressieIn de leeftijdsgroep van 1� – 8� jaar lijden jaarlijks ongeveer 737 duizend personen aan de-pressie in Nederland (1). Bij al deze mensen beantwoordt de depressie aan de strenge diag-nostische criteria voor een depressieve stoornis volgens de DSM (1�). Gemiddeld blijven zij zes maanden depressief (15), terwijl bij �0% de depressie langer dan twee jaar voortduurt (16). In de Nederlandse populatie gaan daarmee jaarlijks 158 duizend gezonde levensjaren verloren, de zogeheten disability adjusted life years (DALYs).

Het aantal nieuwe gevallen van depressie is omvangrijk. Elk jaar worden 359 duizend vol-wassenen (1� – 8� jaar) voor het eerst in hun leven geconfronteerd met een depressieve stoornis (1). Dat betekent dat het bij bijna de helft van de mensen met een depressie om nieuwe gevallen gaat. Tegen deze achtergrond is het ontwikkelen van preventieve e-men-tal health interventies van groot belang.

Daarnaast is er nog een omvangrijke groep van personen met depressieve klachten, die niet beantwoordt aan de diagnostische criteria van de DSM. Deze groep heeft een zogeheten subklinische depressie. In de leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar gaat het om circa 700 duizend personen (�). Bij ouderen (65 – 8� jaar) gaat het ruwweg om 59� duizend personen. Jong of oud, de groep met een subklinische depressie heeft een aanzienlijk verhoogd risico op het krijgen van een depressie en wordt daarom beschouwd als een doelgroep voor depressie-preventie. Een aantal e-mental health interventies richt zich specifiek op deze groep.

KostenvandepressieIn de meest productieve leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar veroorzaakt depressie ruim 1,3 miljard euro aan kosten (�). Voor een deel worden deze kosten gemaakt doordat deze mensen een extra beroep doen op de zorg. Deze kosten ontstaan echter voor 85% door productieverliezen ten gevolge van ziekteverzuim.

Bij een focus op de leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar, genereert de jaarlijkse instroom van nieuwe gevallen van depressie zo’n 651 miljoen euro aan kosten (�). De helft van de kosten van depressie wordt dus veroorzaakt door de instroom van nieuwe gevallen.

Mensen met een subklinische depressie, waarbij hun depressieve klachten niet beantwoor-den aan de DSM-criteria, genereren eveneens omvangrijke kosten die slechts een factor 0,6� lager zijn dan de per capita kosten van een DSM-depressie (�). Omdat de omvang van deze groep echter een factor 1,�� groter is dan de groep met een DSM-depressie, bedra-gen de jaarlijkse kosten van subklinische depressie in de Nederlandse populatie toch nog 1 miljard euro. Het loont dus om ook mildere beelden van depressie aan te pakken. In het ka-der van depressiepreventie gebeurt dit ook. Zo kunnen de kosten van een milde depressie worden gedrukt en kunnen wellicht ook de kosten van een meer ernstige DSM-depressie op termijn worden vermeden.

Page 41: Programmeringsstudie E-mental Health

39

2.4 Effectiviteit van e-mental health interventies voor depressie

PrimairestudiesVoor de deelstudie naar het effect van e-mental health interventies voor depressie wordt in deze studie voortgebouwd op een recente meta-analyse die op dit gebied een overzicht geeft (5). Deze meta-analyse is aangevuld met drie andere recent uitgevoerde effectevalua-ties (17-19). Op deze manier zijn acht gerandomiseerde studies naar het effect van e-mental health interventies voor depressie gevonden.

Tabel 2.1: E-mental health interventies voor depressie: studie, naam, werkwijze, therapeutencontact en doelgroep

Id Referentie Naam Werkwijze Contact Doelgroep

1 Clarke (�00�) (�0) ODIN 1 7 modulen CBT Geen Klin. met CESD=31

� Patten (�003) (�1) Geen naam � modulen Prev Telefoon Pop. subklin. depr.

3 Christensen (�00�) (��) Moodgym 5 modulen CBT TO (z.n.) Pop. met CESD=��

� Clarke (�005) (�3) ODIN � 7 modulen CBT Geen Klin. met depr. sympt.

5 Anderson (�005) (��) Geen naam 5 modulen CBT EF-T Pop. met CIDISF>55%

6 Van Straten (in prep) (17) AOC � modulen CBT EF-A Pop. met CESD=30

7 Spek (�007) (18) KJL 8 modulen Prev Geen Pop. 50+ met EDS>1�

8 Lange (in prep) (19) Interapy 8 modulen CBT IF-T * Pop. 10 < BDI < �9

Id = identificatienummer; CBT = cognitive behavioral therapy (cognitieve gedragstherapie) ODIN = overcoming depression on the internet; AOC = Alles onder controle; KJL = Kleur je leven; TO = technische ondersteuning; EF-A = email feedback door assistent; EF-T = email feedback door therapeut; IF-T = internet feedback door therapeut; Klin. = uit klinische populatie gerekruteerd; Pop. = uit de algemene populatie gerekruteerd; CESD = centre of epidemiology scale for depression; CIDI-SF = composite international diagnostic interview – short form; EDS = Edinburgh depression scale. BDI = Beck’s depression scale. * Bij Interapy gaat het om gemiddeld 14 contacten met een therapeut (tegen € 1.963 CTG-tarief, 2004).

Tabel �.1 biedt een overzicht van de bronnen, de naam van de interventie, de gevolgde werkwijze, de vormen van ondersteunend contact, en een korte beschrijving van de doel-groep. Onderaan de tabel staat een beschrijving van de gehanteerde afkortingen. De mees-te interventies in de onderzochte studies zijn gericht op het terugdringen van depressie door preventieve interventies of vroege interventie. Twee onderzochte interventies (� en 7) zijn van geïndiceerde preventieve aard. Deze interventies zijn specifiek onderzocht in een populatie met subklinische depressieve klachten en vooralsnog minder bestemd voor mensen met ernstige problematiek, beantwoordend aan de DSM-criteria. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de indeling in geïndiceerde preventie-interventies en vroege inter-ventie of vroege behandeling in de praktijk niet altijd eenduidig is. In de praktijk liggen ze op een glijdende schaal in elkaars verlengde. Daarom vullen zij elkaar eerder aan dan dat ze elkaar uitsluiten. Voor de review wordt echter een onderscheid gemaakt tussen beide typen interventies, omdat zij betrekking hebben op verschillende onderzoekspopulaties. Dit is van belang voor de latere berekeningen, omdat deze typen gericht zijn op verschillende groepen en daardoor betrekking hebben op andere aantallen personen.

Het aantal modulen (sessies) waaruit de onderzochte interventies bestaan, ligt tussen de vier en de acht. Sommige interventies zijn pure zelfhulpinterventies. Bij ongeveer

Page 42: Programmeringsstudie E-mental Health

�0

de helft van de interventies (�, 5, 6 en 8) is sprake van contact met een therapeut of een therapeutisch geschoolde assistent. Dat contact kan vrij intensief zijn, zoals bij Interapy. Het aantal modulen loopt echter niet altijd synchroon met het aantal hulpverleningscontacten. Met uitzondering van de studies van Clarke (1 en �) waarbij respondenten geworven zijn uit klinische populaties, hebben alle overige studies onderzoekspopulaties geworven vanuit de algemene bevolking.

Meta-analyseSpek et al (5) rapporteren effectgroottes van een aantal internetinterventies voor depressie. Tabel �.� biedt een overzicht, waaraan enkele studies zijn toegevoegd die sindsdien bekend zijn geworden: van Van Straten et al. (17); Spek et al. (18) en Lange et al. (19).

Tabel 2.2: Effectiviteit van e-mental health interventies voor depressie uitgedrukt in d’s

Id Referentie N d 95% BI

1 Clarke (�00�) (�0) �99 0,00 -0,�3 0,�3

� Patten (�003) (�1) 786 0,00 -0,1� 0,1�

3 Christensen (�00�) (��) 5�5 0,37 0,�0 0,5�

� Clarke (�005) (�3) �55 0,31 0,06 0,56

5 Anderson (�005) (��) 117 0,88 0,50 1,�6

6 Van Straten (in prep) (17) �13 0,61 0,3� 0,88

7 Spek (�007) (18) �0� 0,55 0,�7 0,83

8 Lange (in prep) (19) �6 1,07 0,�5 1,69

Vroege interventie Studies 3, �, 5 6, 8 a 1183 0,66 0,5� 0,78

Preventie Studie 7 b �0� 0,55 0,�7 0,83a zonder studie 1; b zonder studie 2

Tabel �.� toont het aantal opgenomen studies, de auteur en het jaar van publicatie, de grootte van de onderzoekspopulatie (N), de effectgrootte (d) en de 95 % betrouwbaarheidsinterval.

De gemiddelde effectgrootte van alle vroege interventie interventies is 0,66 wanneer ge-schat met een random effects model en na correctie voor meetimperfectie in de oorspron-kelijke schalen waarmee de ernst van depressie is gemeten. Dit effect is significant (Z=3,07; p=0,001), waarbij Z de corresponderende toetsgrootheid is om de statistische significantie te toetsen. Tussen de primaire studies zit nogal wat verschil en de kans is groot (87%) dat die verschillen aan systematische factoren, zoals karakteristieken van de interventie - en dus niet aan toeval - kunnen worden toegeschreven (Q=5�, 79; df=6; p<0,001), waarbij Q de toetsgrootheid is om na te gaan of er grote verschillen zijn tussen de d’s van de primaire studies. Een fail/safe analyse laat zien dat er acht andere studies nodig zijn met d=0,00 om het gevonden effect van d=0,66 te reduceren tot een triviale effectgrootte van d=0,�0. We merken daarbij op een d=0,�0 triviaal is vanuit het oogpunt van de ontvanger van een in-terventie. Voor hem of haar is dit een kleine verbetering van klachten. Op populatieniveau zou daarentegen gezegd kunnen worden dat wanneer bij veel mensen een kleine gezond-heidswinst wordt behaald, al die kleine effecten bij elkaar genomen toch weer een aanzien-lijke gezondheidswinst kunnen opleveren.

Page 43: Programmeringsstudie E-mental Health

�1

De interventie in de studie van Clarke et al (�0) is niet effectief (d=0,00) en bovendien verou-derd: nieuwere interventies zien er niet meer zo uit. Ook de preventieve interventie van Pat-ten et al (�1) is een interventie die niet effectief lijkt te zijn, althans niet voor de doelgroep waarbij die is uitgetest. Om die reden heeft het onderzoeksteam een tweede meta-analyse uitgevoerd, waarbij bovenstaande twee studies verwijderd zijn. Hierbij heeft het team zich beperkt tot die interventies die een populatie hebben geïncludeerd met zowel subklinische als klinische klachten. Studie 7 is hierbij uitgesloten, omdat deze studie zich specifiek richt op een populatie met subklinische klachten. Zo ontstaat er een beeld van de gemiddelde effectgrootte van vroege interventies. De gecombineerde effectgrootte is 0,66 (95% BI 0,36 ~ 0,96) en attendeert op een klinisch substantieel en statistisch significant effect (p < 0,001). In het hier navolgende wordt met deze meta-analytisch gecombineerde gegevens verder gerekend. Na eliminatie van Pattens studie resteert er slechts één andere preventieve interventie (stu-die 7). Het heeft geen zin om die meta-analytisch te beschouwen. De beste schatting van de effectgrootte komt uit de betreffende studie zelf. Daaruit blijkt dat de effectgrootte van deze interventie 0,55 is (95%BI= 0,�7 ~ 0,83).

GewonnengezondelevensjarenVoor het berekenen van de gezondheidswinst op populatieniveau is niet alleen de effectivi-teit van de interventies (uitgedrukt als d), maar ook het bereik (aantal personen dat gebruik van de interventies maakt) van belang. Een schatting daarvan is als volgt verkregen. In de Nederlandse bevolking tussen de 1� en de 75 jaar zijn jaarlijks 737 duizend mensen depres-sief volgens de diagnostische criteria van de DSM (vgl. (1)). Over het bereik van de inter-venties moeten nu enkele aannamen worden gedaan. Van de doelgroep van 737 duizend personen heeft circa 80% toegang tot het internet. Hiervan wordt circa �0% (onzekerheids-range 30 ~ 50) bereikt met informatie over de ene of andere e-mental health interventie voor depressie. Circa 10% (onzekerheidsrange 5 ~ 15) besluit daadwerkelijk deel te nemen aan zo’n interventie. Deze aannamen leiden tot een groep van circa �3.600 personen die op jaarbasis een of andere e-mental health interventie voor depressie volgt. De eigenlijke berekeningen zijn nauwkeuriger uitgevoerd door rekening te houden met de leeftijdsop-bouw van de Nederlandse bevolking. Het aantal depressieve personen verschilt namelijk per leeftijdscategorie. Bovendien verschilt het internetgebruik tussen de leeftijdsgroepen. Rekening houdend met deze factoren ontstaat zo uit de berekeningen uiteindelijk een doelgroep van �3.700 personen. Ook moest rekening gehouden worden met het gegeven dat vrijwel al deze interventies zich richten op de groep met de stoornis, terwijl één preven-tieve interventie (studie 7) zich richt op de groep zonder stoornis, maar wel met depressieve klachten.

Vervolgens zijn vanuit de d’s de DALYs berekend. Uit Sanderson et al (10) is bekend dat 1 eenheid verschuiving in de effectgrootte d gepaard gaat met 0.17� (range 0,15� ~ 0,�1�) eenheden verschuiving in het DALY ziektelastgewicht voor depressie. Hierbij is rekening gehouden met het gegeven dat een depressie niet een heel jaar duurt, maar gemiddeld zes maanden (15). Tabel �.3 presenteert de uitkomsten in DALYs en plaatst deze in een on-zekerheidsrange.

Page 44: Programmeringsstudie E-mental Health

��

Tabel 2.3: Effectiviteit van e-mental health interventies voor depressie uitgedrukt in de omvang van de bereikte doelpopulatie en DALYs

Id Referentie Doel-populatie1 DALYs2 Onzekerheidsrange3

1 Clarke (�00�) (�0) �3700 a 0 -155 1069

� Patten (�003) (�1) 10900 b 0 -116 800

3 Christensen (�00�) (��) �3700 a 75� 135 �559

� Clarke (�005) (�3) �3700 a 63� �3 �6�7

5 Anderson (�005) (��) �3700 a 179� 3�3 59��

6 Van Straten (in prep) (17) �3700 a 1��3 �30 �17�

7 Spek (�007) (18) 10900 c 515 85 1800

8 Lange (in prep) (19) �3700 a �181 310 7963

Vroege interventie Studies 3, �, 5, 6, 8 �3700 a 13�5 37� 3666

Preventie Studie 7 (bij ouderen) 10900 c 515 85 18001 Doelpopulatie = prevalente groep * pr(actief op internet)=.80 (.46~.96) * pr(bereikt)=.40 (.30~.50) * pr(bereid)=.10 (.05~.15); 2 DALYs = disability adjusted life years; 3 Onzekerheidsrange = op basis van lage en hoge waarden van d, doelpopulatie, en de conversiefactor. Berekend onder de aanname dat een depressieve episode 6 maanden duurt (cf. Kruijshaar et al, 2005); a = alle leeftijdsgroepen met DSM depressie; b = alle leeftijdsgroepen met subklinische depressie; c = ouderen met subklinische depressie

De interpretatie van Tabel �.3 is als volgt. Met de beperkte selectie van vroege interventies worden circa 1.3�5 gezonde levensjaren gewonnen. Deze 1.3�5 gezonde levensjaren zijn omringd door onzekerheid met een ondergrens en bovengrens van respectievelijk 37� en 3.666. Met deze onzekerheidsrange worden een aantal onzekere factoren tot uitdrukking gebracht. Allereerst is de gestandaardiseerde effectgrootte, d, door onzekerheid omgeven ten gevolge van steekproeffluctuatie in de primaire studies (zie de 95% betrouwbaarheids-intervallen van d in Tabel �.�). Bovendien kan de uiteindelijke doelpopulatie groter of kleiner zijn, afhankelijk van het aantal personen dat bereikt wordt met informatie over de betref-fende interventie (30 ~ 50%). Hetzelfde geldt voor hun geneigdheid daadwerkelijk gebruik te maken van deze interventies (5 ~ 15%). De gerapporteerde onzekerheidsrange gaat voor de ondergrens telkens uit van de laagste waarden, de bovengrens van de hoogste. De onze-kerheidsrange omvat daarmee de uiterste waarden die kunnen worden bereikt.

KostenvandeinterventiesBij het berekenen van de kosten zijn enkele aannamen gemaakt om de berekeningen te kunnen vereenvoudigen. Zo is gewerkt met de veronderstelling dat bij alle interventies ruwweg dezelfde vaste kosten worden gemaakt, bestaande uit de kosten om de interventie te ontwikkelen (€ �50.000), op effectiviteit te onderzoeken (€ 300.000) en de interventie te ‘hosten’ (€ 8.000 / jaar). Daarnaast is er van uitgegaan dat de website tussen de 3 en � jaar vernieuwing behoeft (€ 10.000 / 3,5 jaar). Deze bedragen zijn hoofdelijk omgeslagen over het verwachte aantal deelnemers (midden, lage en hoge variant). Deze hoofdelijke kosten blijken relatief laag te zijn met gemiddeld € 7,00 per ontvanger, maar met enige variatie (5.80 ~ 15.�0). Met deze bedragen is verder gerekend.

Vervolgens zijn er een aantal aannamen gedaan over de kostenopbouw van de interventie. Hierbij is uitgegaan van de veronderstelling dat: a) elke interventie bestaat uit een intake, screening of een andere wijze om te bepalen of de betreffende interventie geschikt is voor

Page 45: Programmeringsstudie E-mental Health

�3

de aanwezige problematiek (€ 1��); b) er sprake is van een zelfhulpcomponent van onge-veer 15 uren (à € 8,30 / uur buiten werktijd); en c) er eenvoudige - meestal technische - on-dersteuning wordt geboden (€ �5 / ontvanger). Bij elkaar opgeteld leidt dit tot een kosten-post van € �9� per ontvanger. De bedragen van deze integrale kostprijzen zijn ontleend aan Oostenbrink et al (13). Bij de economische waardering van de tijdskosten van gebruikers is ervan uitgegaan dat de internettherapie buiten werktijd is gevolgd.

Tenslotte is bij sommige interventies sprake van een of andere vorm van contact met een therapeut. Dat contact (€ 1�� / sessie) kan via de telefoon, e-mail of internet verlopen. In de berekening is ervan uitgegaan dat elk contact ook een extra uur therapietijd voor de ontvanger met zich meebrengt (€ 8,30 / uur). Hierbij is een aanname gedaan van 8, � en 1� uren voor respectievelijk de interventies 5, 6 en 8. Als daarnaast ook de kosten (€ 600 / jaar) worden verdisconteerd om de betreffende therapeuten te trainen en te superviseren, dan bedragen de extra kosten van een therapeut € 1658, € 11�9 en € ��5� per ontvanger voor de respectievelijke interventies. Deze kosten zijn bij de vorige kosten opgeteld.

Nog enkele opmerkingen over de kosten. Het is in principe mogelijk de berekeningen te verfijnen, maar dat vraagt om gedetailleerde informatie over iedere interventie. Op het moment van schrijven was die informatie echter niet beschikbaar. Dat maakt deze kos-tenberekeningen ruw. Om deze reden is er geen gevoeligheidsanalyse uitgevoerd binnen de kostencalculaties. De kosten worden beschouwd binnen een tijdshorizon van een jaar. Daarom is afgezien van discontering. Het lijkt aannemelijk dat een werkzame therapie leidt tot besparingen (in de zorgconsumptie en als gevolg van verbeterde arbeidsproductiviteit). Hoewel het hierbij waarschijnlijk om aanzienlijke besparingen gaat, zijn zij niet in minde-ring gebracht op de kosten. Dat betekent dat de kosten die hier worden gepresenteerd aan de hoge kant zijn.

KostenpergewonnengezondlevensjaarTabel �.� bevat de belangrijkste uitkomsten van de berekende kosten per gewonnen ge-zond levensjaar. Hierin zijn de niet-effectieve interventies van de studies 1 en � buiten beschouwing gelaten: ze zijn oninteressant en leiden bovendien tot rekentechnische pro-blemen (delen door nul). Van de overige vroege interventies rapporteert de tabel de gemid-delde jaarlijkse omvang van de behandelde populatie, de gemiddelde kosten (in miljoenen euro per jaar) om al die personen een interventie te kunnen aanbieden, en het gemiddelde aantal gewonnen DALYs dat door de betreffende interventie wordt gegenereerd. Dit levert het verhoudingsgetal op van de kosten per gewonnen gezond levensjaar. Dat getal wordt vervolgens binnen de berekende onzekerheidsmarge geplaatst.

Uit de tabel blijkt dat voor vroege interventie interventies de kosten per gewonnen DALY uitkomen op gemiddeld € 5.�96 met een waarschijnlijkheidsrange van 1.9�3 ~ 19.1�1. Per gewonnen DALY is dit ruimschoots kosteneffectief te noemen bij de limiet van € �5.000 / DALY die informeel wel eens genoemd wordt voor ziekten zoals depressie waarbij er geen sprake is van een acuut overlijdingsrisico. Wat betreft de depressiepreventie (bij ouderen) zijn de kosten van € 6531 / DALY (1.870 ~ 39.76�) eveneens kosteneffectief, maar daar heb-ben gelet de brede onzekerheidsmarge iets minder zekerheid over.

Page 46: Programmeringsstudie E-mental Health

��

Tabel 2.4: Kosten per gewonnen gezond levensjaar van e-mental health interventies voor depressie: omvang doelpopulatie, totale kosten (in mln), kosten per gewonnen DALY, onzekerheidsrange

Id Doel-populatie

Kosten (in mln €)

GewonnenDALYs

Kosten / DALY

Onzekerheidsrange

3 �3700 7.1� 75� 9��7 �783 5�63�

� �3700 7.1� 63� 11�75 �711 16�838

5 �3700 �6.�3 179� �5885 781� 1353�8

6 �3700 33.89 1��3 �7�55 8119 1�7�68

7 10895 3.37 515 6531 1870 3976�

8 �3700 65.�� �181 �9915 8193 �105�9

Vroege interventie �3700 7.1� 13�5 5�96 19�3 191�1

Preventie 10895 3.37 515 6531 1870 3976�

DiscussieIn deze paragraaf is een methode toegepast, waarmee het mogelijk is om - uitgaande van gerandomiseerd effectstudies, epidemiologische gegevens en enkele aannamen - tot schat-tingen te komen over de kosten van e-mental health interventies per gewonnen gezond levensjaar. Deze methode is hier voor het eerst toegepast om de vraag te beantwoorden wat de gezondheidswinst kan zijn van het breed toepassen van deze interventies en welke kosten hiermee gemoeid zijn. Een dergelijke analyse is voor e-mental health interventies nog niet toegepast. Belangrijk punt hierbij is dat de kosten en de behaalbare gezondheid-winst zijn berekend op het niveau van de populatie en niet per individu. Dat doet recht aan het macroperspectief van waaruit overheden hun beleid willen formuleren en evalueren.

Voor de geselecteerde mix van vroege e-health interventies blijken de kosten gemiddeld € 5.�96 per gewonnen gezond levensjaar te zijn. De kosten zijn daarbij niet verminderd met eventuele besparingen in de reguliere zorg als gevolg van geslaagde therapie. Evenmin zijn de kosten verminderd met de economische tegenwaarde van verbeterde arbeidspro-ductiviteit. Al met al wordt hier dus een te pessimistisch beeld gegeven van de verhouding tussen de kosten en de behaalbare gezondheidswinst.

Het zou boeiend zijn om de gevonden ratio van kosten per gewonnen gezond levensjaar te vergelijken met die van reguliere GGZ/ face-to-face therapieën. Daarmee zou licht gewor-pen worden op de meerwaarde (incrementele kostenutiliteit) van e-mental health interven-ties in vergelijking tot reguliere interventies. Dit vraagt echter om een aparte studie, geba-seerd op primaire studies die rechtstreeks een dergelijke vergelijking maken en evalueren. Deze studies zijn echter internationaal ook nog slechts sporadisch voorhanden.

Het zou mogelijk zijn om te kiezen voor diverse mixen van e-mental health interventies voor het terugdringen van depressie, bijvoorbeeld (en bij voorkeur) voor een mix bestaande uit interventies die de kosteneffectiviteit op populatieniveau helpen optimaliseren. Daarbij dient de diversiteit van het aanbod niet uit het oog te worden verloren. Verschillende groepen zul-len zich immers meer tot de ene of de andere interventie aangetrokken voelen, bijvoorbeeld omdat een bepaalde interventie relatief veel contacttijd met een therapeut aanbiedt. Hierbij

Page 47: Programmeringsstudie E-mental Health

�5

dient opgemerkt te worden dat de hoeveelheid contacttijd één van de belangrijkste determi-nanten is van zowel het aantal gewonnen DALYs als van de kosten. De berekeningen in deze studie laten zien dat hier op verschillende manieren een balans in kan worden bereikt.

Kijkend naar preventieve internetinterventies blijkt dat er momenteel in elk geval één geschikte interventie voorhanden is: ‘Kleur je Leven 55+’ (18). Een buitenlandse preventieve internetin-terventie heeft namelijk geen enkel effect (�1). ‘Kleur je Leven 55+’ kost € 6.531 per gewonnen DALY (1.870 ~ 39.76�). De gewonnen DALYs, zoals in deze studie berekend, hebben betrekking op de onmiddellijk gewonnen DALYs bij de doelgroep – de DALYs die gewonnen werden op ba-sis van klachtenvermindering. Maar juist bij een preventieve interventie wordt er ook later nog gezondheidswinst verwacht. De ontvangers van de interventie hebben immers een kleinere kans op het ontwikkelen van de betreffende stoornis. Ook hier wordt dus een te conservatief beeld geschetst. De verwachting is dat het beeld in werkelijkheid gunstiger zal zijn.

Nog een laatste opmerking over de e-mental health interventies voor depressie. In Neder-land wordt momenteel een andere versie van ‘Kleur je Leven’ – voor volwassenen van 18 tot 55 jaar – op effectiviteit onderzocht (Universiteit Maastricht i.s.m. Trimbos-instituut). Deze studie richt zich niet alleen op een subklinische populatie. De resultaten van deze studie ko-men in �008 beschikbaar. Dit is mogelijk, omdat preventie en vroege interventie op een glij-dende schaal in elkaars verlengde liggen, op elkaar kunnen aansluiten, en op elkaar kunnen voortbouwen – bijvoorbeeld in het kader van getrapte zorg. Dit geldt ook voor een aantal interventies die in de meta-analyse als vroege interventies zijn opgenomen. Dit belangrijke punt komt tevens ter sprake in hoofdstuk 3, � en 5.

2.5 Epidemiologie en kosten van angststoornissen

EpidemiologievanangststoornissenAngststoornissen komen veel voor. Van een aantal van deze stoornissen is bekend dat zij een forse ziektelast veroorzaken in de populatie. Het gaat hierbij specifiek om paniekstoor-nis en sociale fobie. Vermoedelijk geldt dit ook voor posttraumatische stressstoornis. In Nederland zijn echter geen goede epidemiologische gegevens beschikbaar om dat met zekerheid te kunnen zeggen. Er zijn meer angststoornissen, maar tot nu toe zijn alleen e-mental health interventies ontwikkeld voor de hier genoemde angststoornissen en op niet-specifieke angstklachten.

Per jaar lijden ongeveer �31 duizend personen van 18 – 6� jaar aan paniekstoornis en nog eens �93 duizend aan sociale fobie (�5). Bij al deze mensen beantwoordt de betreffende angststoornis aan de diagnostische criteria van de DSM (1�). Uitgaande van niet te ernstige vormen van beide stoornissen, gaan hiermee jaarlijks respectievelijk �5 duizend en 66 dui-zend gezonde levensjaren (DALYs) verloren.

KostenvanangststoornissenIn de leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar veroorzaakt DSM paniekstoornis ruim 1,9 miljard euro aan totale kosten, terwijl sociale fobie jaarlijks 9�� miljoen (0,9 miljard) euro aan kosten genereert (�).

Page 48: Programmeringsstudie E-mental Health

�6

2.6 Effectiviteit van e-mental health interventies voor angststoornissen

PrimairestudiesVoor de deelstudie naar het effect van e-mental health interventies voor angststoornissen wordt in deze studie voortgebouwd op een meta-analyse die op dit gebied een overzicht geeft (Cuijpers et al, in voorbereiding). In deze meta-analyse komen twaalf gerandomiseer-de studies aan bod naar het effect van e-mental health interventies voor diverse angst-stoornissen. Hieraan is één studie (�6) toegevoegd. Tabel �.5 biedt een overzicht van de bronnen, de doeldiagnose, de gevolgde werkwijze, de vormen van ondersteunend contact, en de doelgroep.

Tabel 2.5: E-mental health interventies voor angststoornissen: studie, doeldiagnose, werkwijze, mate van contact met therapeut en doelgroep

Id Referentie Diagnose Werkwijze Contact Doelgroep

1 Calbring (�001) (�7) Paniek 6 modulen CGT 1,5 u EF-T pop. met CIDISF PS

� Calbring (�003) (�8) Paniek 6 modulen CGT 0,5 u EF-T pop. met CIDISF PS

3 Klein (�001) (�9) Paniek 3 modulen 0,0 u pop. ADIS>�

� Klein (�006) (30) Paniek 6 modulen 5,5 u EF-T pop. ADIS

5 Carlbring (�006b) (31) Paniek 6 modulen CGT �,0 u EF-T pop. met CIDISF PS

6 Marks (�00�) (3�) Paniek 6 modulen 1,5 u EF-T klin. FQ-GP > �

7 Richards (�006) (33) Paniek CGT + SM 5,0 u EF-T Pop. A-DIS

8 Andersson (�006) (3�) Soc Fob CGT �,0 u EF-T Pop. CIDISF SF

9 Carlbring (�006a) (35) Soc Fob 9 modulen CGT �,5 u TF-T Pop. SPSQ

10 Lange (�001) (�6) PTSS 10 modulen CGT �,5 u EF-T Studenten met klachten

11 Lange (�003) (36) PTSS 10 modulen CGT �,5 u EF-T Pop. met klachten

1� Hirai (�005) (37) PTSS 8 modulen 0,0 u Pop. DSM-IV PTSS

13 Van Straten (in prep) (17) Angst � modulen CGT 1,5 u EF-A Pop. met CESD=30

Soc Fob = sociale fobie; PTSS = posttraumatische stressstoornis; CGT = cognitieve gedragstherapie; SM = stress management; TO = technische ondersteuning; EF-A = email feedback door assistent; EF-T = email feedback door therapeut; IF-T = internet feedback door therapeut; TF-T = telefonische feedback door therapeut; Klin. = uit klinische populatie gerekruteerd; Pop. = uit de algemene populatie gerekruteerd; CESD = centre of epidemiology scale for depression; CIDI-SF = composite international diagnostic interview – short form; PS = paniekstoornis, SF = sociale fobie; FQ-GP = fear questionnaire Global Phobia scale; ADIS = Anxiety Disorders Interview Schedule; SPSQ = social phobia screening questionnaire; IES = Impact of Events Scale. u = uren

Tabel �.5 geeft een overzicht van de geïncludeerde studies. Per studie wordt de auteur weer-gegeven, de stoornis waar de studie zich op richt, het aantal modulen, het totaal aantal te investeren tijdsduur van therapeutencontact en de doelgroep waarop de interventie zich richt. De meeste studies zijn gericht op interventies voor de paniekstoornis. Twee studies (8 en 9) richten zich op interventies voor sociale fobie. Een ander drietal (10, 11, 1�) richt zich op posttraumatische stressstoornis (PTSS). Vanuit de epidemiologie beschouwd, zijn dit goede keuzen. Al deze drie stoornissen komen namelijk veel voor. Bovendien gaan ze gepaard met een forse ziektelast en leiden ze (voor zo ver bekend) tot hoge maatschappelijke kosten.

Het aantal modulen (sessies) waaruit de bestudeerde internetinterventies bestaan, ligt tussen de vier en de tien. De meeste interventies bieden contact met een therapeut of

Page 49: Programmeringsstudie E-mental Health

�7

therapeutisch geschoolde assistent. Met uitzondering van studies 6 en 10 richten alle stu-dies zich op de algemene bevolking.

Meta-analyseIn Tabel �.6 staat per studie een rapportage van de steekproefgrootte, N, en de gestandaar-diseerde effectgrootte, d. Deze d’s zijn door Cuijpers (6) berekend. Daarbij heeft hij rekening gehouden met het feit dat een aantal studies uitkomsten op meerdere relevante schalen rapporteerden. In die gevallen is per schaal de effectgrootte d berekend. Vervolgens is hier-van het gemiddelde genomen. Het gaat dan dus om gemiddelde d’s per studie. Tabel �.6 geeft zowel de d’s van de primaire studies, als de meta-analytische d’s van groepen studies: A voor alle studies, B voor de interventies met de doeldiagnose paniekstoornis, C voor soci-ale fobie en D voor posttraumatische stressstoornis.

Tabel 2.6: Internetinterventies naar doeldiagnose, steekproefgrootte (N) en gestandaardiseerde effectgrootte (d) met hun 95% betrouwbaarheidsinterval (95%BI)

Id Referentie Diagnose N d 95% BI

1 Calbring (�001) (�7) Paniek �1 0,99 0,33 1,6�

� Calbring (�003) (�8) Paniek �� 0,33 -0,51 1,17

3 Klein (�001) (�9) Paniek �3 0,�0 -0,�3 1,�3

� Klein (�006) (30) Paniek 37 1,5� 0,79 �,�5

5 Carlbring (�006b) (31) Paniek 60 1,1� 0,59 1,69

6 Marks (�00�) (3�) Paniek 36 1,8� 1,0� �,60

7 Richards (�006) (33) Paniek �1 0,77 -0,1� 1,66

8 Andersson (�006) (3�) Soc fobie 6� 0,77 0,�6 1,�8

9 Carlbring (�006a) (35) Soc fobie 57 1,08 0,5� 1,6�

10 Lange (�001) (�6) PTSS 30 0,57 -0,16 1,30

11 Lange (�003) (36) PTSS 101 1,17 0,75 1,59

1� Hirai (�005) (37) PTSS �7 0,81 0,03 1,59

13 Van Straten (in prep) (17) Angst �13 0,51 0,�� 0,78

A Alle studies Alle angst 698 1,0� 0,86 1,18

B Studies 1 t/m 7 Paniek �36 1,10 0,83 1,37

C Studies 8, 9 Soc fobie 1�1 1,00 0,6� 1,38

D Studies 10 t/m 1� PTSS 158 0,81 0,�9 1,1�

De individuele studies laten effecten zien die middelgroot, groot en zeer groot zijn. Ge-middeld is er een groot effect gelijk aan d = 1.0� (95%BI = 0.86 ~ 1.18), gebaseerd op 698 waarnemingen. Over de algemene effectiviteit van de bestudeerde interventies bestaat dus geen twijfel. Eenzelfde beeld bestaat er voor de interventies die specifiek gericht zijn op paniekstoornis (d = 1.10; 95%BI = 0.83~1.37), sociale fobie (d = 1.00; 95%BI = 0.6�~1.38), en posttraumatische stressstoornis (d = 0.81; 95%BI = 0.�9~1.1�).

Studie 13 ‘Alles onder controle’verdient apart aandacht. Deze interventie is onderzocht voor een breed spectrum angstklachten, depressieve klachten en stressklachten en daarom ook opgenomen in de deelstudie over depressie.

Page 50: Programmeringsstudie E-mental Health

�8

GewonnengezondelevensjarenbijpaniekstoornisensocialefobieIn het navolgende staan de paniekstoornis en sociale fobie centraal. Voor beide stoornissen zijn namelijk relevante epidemiologische gegevens beschikbaar; voor posttraumatische stressstoornis is dat niet het geval. Volgens de gangbare berekeningen (zie Methoden, pa-ragraaf �.�) worden de doelpopulaties geschat op respectievelijk 7.�00 en 15.800 mensen. Voor paniekstoornis en sociale fobie is een conversiefactor van 0.171 (onzekerheidsrange 0.131 ~ 0.�07) gebruikt om de effectgrootte d te vertalen in een verschuiving in het DALY- ziektelastgewicht dat bij deze stoornissen hoort (10). In beide gevallen is bij de gemiddelde ziekteduur een conservatieve schatting gemaakt van acht maanden.

Tabel 2.7: Omvang doelgroep en gezondheidswinst bij e-mental health interventies voor paniekstoornis en sociale fobie

Id Referentie Diagnose Pop DALY Onzekerheidsmarge

1 Calbring �001 (�7) Paniek 7�00 839 8� 3159

� Calbring �003 (�8) Paniek 7�00 �80 -1�6 ��58

3 Klein �001 (�9) Paniek 7�00 339 -105 �363

� Klein �006 (30) Paniek 7�00 1�89 19� �3�1

5 Carlbring �006b (31) Paniek 7�00 967 1�6 3�50

6 Marks �00� (3�) Paniek 7�00 15�3 �56 5006

7 Richards �006 (33) Paniek 7�00 653 -�9 3193

8 Andersson �006 (3�) Soc Fob 15800 139� 136 5��6

9 Carlbring �006a (35) Soc Fob 15800 1955 �71 6715

A Studies 1 t/m 7 Paniek 7�00 933 �03 �6�8

B Studies 8, 9 Soc fobie 15800 1810 3�� 5657

De individuele interventies laten enige variatie zien in termen van de behaalbare gezond-heidswinst. Het gemiddelde effect van de interventies die zich richten op paniekstoornis komt uit op 933 DALYs (range: �03 ~ �6�8). Voor sociale fobie ligt dat op 1810 DALYs (3�� ~ 5657).

DiscussieWereldwijd zijn er meerdere e-mental health interventies ontwikkeld en geëvalueerd voor paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis. Gelet op de epidemiologie zijn dit goede eerste keuzen. Het zijn namelijk stoornissen die veel voorkomen. Bovendien leiden deze stoornissen tot een grote ziektelast in de populatie en omvangrijke economische kosten. De beschikbare interventies laten stuk voor stuk substantiële gestandaardiseerde ef-fectgrootten zien, die gelet op de meta-analytische berekeningen statistisch significant zijn. Dit is erg goed nieuws. Op termijn zouden ook e-mental health interventies voor agorafobie, gegeneraliseerde angststoornis en obsessief compulsieve stoornis welkom zijn.

Bij paniekstoornis en sociale fobie is het mogelijk gebleken om de behaalbare gezondheids-winst ook uit de drukken in het aantal gewonnen gezonde levensjaren. Voor paniekstoor-nis zijn met deze interventies gemiddeld ruim 900 DALYs te behalen, voor sociale fobie ruim 1800. Omdat sociale fobie meer voorkomt, is daarmee ook meer gezondheidswinst te boeken op populatieniveau. Om soortgelijke berekeningen voor posttraumatische stressstoornis te kunnen maken, moet de epidemiologie van deze stoornis eerst beter worden onderzocht.

Page 51: Programmeringsstudie E-mental Health

�9

2.7 Epidemiologie en kosten van problematisch alcoholgebruik

Jaarlijks voldoen 809.600 volwassen personen aan de criteria van de DSM voor alcoholmis-bruik en alcoholafhankelijkheid (1). Hierbij zijn personen jonger dan 18 jaar niet meegeteld. Het werkelijke aantal zal daarom waarschijnlijk hoger liggen. In de volwassen bevolking leidt dit alcoholgebruik jaarlijks tot een verlies van 1�1.�00 gezonde levensjaren. In deze be-rekening is wederom sprake van een onderschatting, omdat cijfers over het aantal jongeren dat aan de DSM-criteria voldoet ontbreken.

Het aantal volwassenen dat beantwoordt aan de criteria voor probleemdrinken is groter, en wordt geschat op 10% van de volwassen bevolking, ruim 1,05 miljoen personen van 18 tot 65 jaar (38).

KPMG schat de jaarlijkse kosten van overmatig alcoholgebruik voor de Nederlandse samen-leving op �,6 miljoen euro. Die kosten komen niet alleen voort uit hogere zorgconsumptie, maar ook uit productieverliezen, vernielingen en geweld, en kosten bij politie en justitie.

2.8 Effectiviteit e-mental health interventies problematisch alcoholgebruik

PrimairestudiesHoewel het aanbod van Nederlandse internetinterventies voor probleemdrinken vrij groot is (zie hoofdstuk 3), zijn er weinig evaluatieve studies uitgevoerd naar hun effectiviteit: wereldwijd zijn er voor zover bekend slechts vier studies, waarvan twee van Nederlandse bodem. Tabel �.8 biedt een beknopt overzicht van deze interventies.

Tabel 2.8: E-mental health interventies voor probleemdrinken, studie, naam van de interventie, werkwijze, contact met therapeut en doelgroep

Id Referentie Naam Werkwijze Contact Doelgroep

1 Moore (�005) (39) Alcohol and You � modulen nee studenten

� Kypri (�00�) (�0) Geen naam � modulen (screening+advies)

PF-A studenten AUDIT > 8

3 Riper (submitted) (�1)

MinderDrinken � modulen Nee pop. > richtlijn ver-antwoord alcoholgebruik

� Huibrechts (in prep) (��)

Drinktest zelftest en advies Nee Algemene populatie

Pop. = uit de algemene populatie gerekruteerd; PF-A = persoonlijke feedback door assistent; AUDIT: Alcohol Use Disorders Identification Test

Beide buitenlandse studies (1 en �) richten zich op een studentenpopulatie. De beide Nederlandse interventies richten zich op de algemene bevolking vanaf 18 jaar en ouder. De ‘Drinktest’ van het NIGZ is een geautomatiseerd advies op maat dat via internet wordt aangeboden. MinderDrinken biedt een gestructureerde, stapsgewijze zelfhulpinterventie voor mensen die meer drinken dan de richtlijn voor verantwoord alcoholgebruik. Deze

Page 52: Programmeringsstudie E-mental Health

50

interventies richten zich op alcoholmatiging. Hiermee wordt directe gezondheidswinst be-oogd, maar ook een preventief effect. Gematigde drinkers lopen immers een veel kleiner risico om in de nabije toekomst een ernstig alcoholprobleem te ontwikkelen.

Effectenvane-mentalhealthinterventiesvoorproblematischalcoholgebruikDe twee buitenlandse studies lenen zich voor het berekenen van een gestandaardiseerde effectgrootte, d. Voor Moore (39) was dat een klein en niet significant effect d=0,11 (95% BI= -0,�5~0,�7). Dit gold ook voor Kypri (�0).

De studie van Huibrechts et al (��) naar de effectiviteit van de ‘Drinktest’ had een dichtome uitkomst (wel of niet onder een bepaalde normatieve grens drinken). Dichtome uitkomsten kunnen niet naar een d worden omgerekend. Die interventie wordt daarom apart bespro-ken. De evaluatie van de ‘Drinktest’ vond plaats bij 10� personen die aan de betreffende inter-ventie deelnamen. Ter vergelijking werd een controlegroep van 87 personen ingezet die een digitale voorlichtingsfolder kregen. Ten opzichte van deze controlegroep leidde de inter-ventie bij de experimentele groep tot een bescheiden risicoreductie (relatief risico, RR=0,89; 95% BI = 0,75~1,05) die niet significant was (χ�=�,01; p=0,15). Bij vrouwelijke deelnemers aan de ‘Drinktest’ was deze risicoreductie (RR=0,76; 95%BI= 0,59~0,99) wel significant (χ�=�,�5; p=0,03). Gelet op de grote aantallen actieve deelnemers (in �003 ruim ��.600 vrouwen) leidt dit tot apprecieerbare gezondheidswinst: per jaar hebben circa 5.000 vrouwen baat bij deze interventie (1). Momenteel wordt een vernieuwde ‘Drinktest’ geëvalueerd, specifiek met het doel te bezien in hoeverre nu ook mannen hierbij baat kunnen hebben.

De effecten van ‘MinderDrinken’ laten zich als volgt beschrijven. In een gerandomiseerde studie werden �61 personen met een verhoogd risico op probleemdrinken door loting toegedeeld aan de interventiegroep (MinderDrinken, N=131) of aan een controlegroep (digitale psycho-educatieve brochure, N=130). Vervolgens werd onderzocht in hoeverre de deelnemers hun risicostatus verloren, omdat zij volgens de richtlijn voor minder riskant alcoholgebruik begonnen te drinken. Na een jaar was dat risico meer afgenomen in de in-terventiegroep dan in de controlegroep (RR=0,90; 95%BI= 0,83~0,98) op een statistisch sig-nificante manier (χ�=6,05; p=0,01).

Zonder dat er actief is geworven voor ‘MinderDrinken’ werd de website in elf maanden bezocht door 18.653 unieke personen. Hiervan namen �.511 (��%) actief deel aan de in-terventie. Op jaarbasis correspondeert dit met �.9�0 actieve deelnemers, van wie ��3 hun ongunstige risicostatus verliezen door de interventie (1).

Met de in deze studie gehanteerde berekeningen (zie Methoden, paragraaf �.�) behoort een groep van naar schatting 15.000 actieve deelnemers per jaar tot de mogelijkheden. Een economische analyse (�3) liet zien dat met ‘MinderDrinken’ jaarlijks per persoon gemiddeld 171 euro aan kosten kan worden bespaard. Bij jaarlijks 15.000 deelnemers leidt dat tot een besparing van ruim �,5 miljoen euro. Deze besparingen treden op in de zorg, maar ook door een afname aan productieverliezen: wanneer mensen niet te veel drinken, verzuimen ze minder en werken ze vooral efficiënter. De interventie levert dus gelijktijdig gezondheids-winst en kostenbesparingen op.

Page 53: Programmeringsstudie E-mental Health

51

DiscussieHoewel in Nederland meerdere internetinterventies worden aangeboden waarmee deel-nemers hun alcoholgebruik kunnen matigen, zijn er slechts twee Nederlandse interventies geëvalueerd. De huidige versie van de ‘Drinktest’ blijkt alleen werkzaam bij vrouwen. Mo-menteel is echter een nieuw onderzoek gestart naar de werkzaamheid van een vernieuwde versie van de ‘Drinktest’. De tweede geëvalueerde Nederlandse interventie betreft ‘Minder-Drinken’. Deze interventie is effectief in die zin dat deelnemers hun alcoholgebruik zo ma-tigen dat een deel van hen zelfs onder de grens voor verantwoord alcoholgebruik komt. Beide interventies sluiten mooi op elkaar aan. Van de overige Nederlandse interventies op dit gebied (zie hoofdstuk 3) zou men graag effectstudies willen zien. Twee buitenlandse studies waren weinig overtuigend: bij hen traden kleine en middelgrote effecten op, maar die waren niet significant.

2.9 Samenvatting en conclusie

Op basis van de hier uitgevoerde meta-analyse kan met enige zekerheid gesteld worden dat e-mental health interventies voor depressie in klinisch en economisch opzicht effectief zijn. Voor het winnen van een gezond levensjaar (disability adjusted life year, DALY) zijn relatief lage uitgaven nodig van circa € 5�96. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de reguliere geestelijke gezondheidszorg (GGZ) tegen een lager bedrag een DALY kan winnen. Daar spelen de hoge kosten van therapeuten namelijk een rol van betekenis. Toch past hier voorzichtigheid. De doelgroepen van de online en de reguliere GGZ kunnen onderling verschillen waardoor de vergelijking niet zo maar kan worden gemaakt. Voor uitspraken op dit gebied is eerst vergelijkend onderzoek nodig.

Bij de berekening van de kosten per gewonnen gezond levensjaar (DALY) is in deze studie geen rekening gehouden met besparingen die elders in de zorg en daarbuiten (onder an-dere in de sfeer van arbeidsproductiviteit) kunnen ontstaan. Voor het kwantificeren van zul-ke besparingen is namelijk specifieke informatie nodig die niet beschikbaar was. Dit vraagt om aanvullend onderzoek. De kosten per gewonnen gezond levensjaar zoals berekend in deze studie dienen derhalve als bovengrenzen te worden gezien. In werkelijkheid zullen de kosten lager uitvallen.

De schattingen in deze studie zijn met enige onzekerheid omgeven. De gevoeligheidanaly-ses laten dit zien. Toch is de onzekerheid niet zo groot dat het de conclusies van deze studie aan het wankelen brengt. De conclusie van deze studie luidt dan ook dat het de moeite waard is om de online preventie en vroege interventie van depressie nader uit te werken en op grote schaal te implementeren. Goed flankerend onderzoek en andere vormen van kwaliteitscontrole blijven daarbij essentieel.

Wereldwijd zijn er meerdere e-mental health interventies geëvalueerd voor angststoornis-sen. Deze interventies richten zich op angststoornissen die leiden tot een hoge ziektelast en omvangrijke economische implicaties. Uit de meta-analyse blijkt dat deze interventies in klinisch opzicht effectief zijn en potentieel kunnen leiden tot gezondheidswinst op popu-latieniveau.

Page 54: Programmeringsstudie E-mental Health

5�

Wereldwijd zijn er slechts een beperkt aantal studies (N=�) beschikbaar over de klinische effectiviteit van e-mental health interventies voor problematisch alcoholgebruik. Dit be-perkte aantal maakt de uitvoering van een meta-analyse onhaalbaar. Twee van deze studies zijn van Nederlandse bodem. Beide internetinterventies maken een goede kans om niet al-leen gezondheidswinst te genereren, maar ook kosten te besparen. Het is van groot belang dat er meer e-mental health interventies voor probleemdrinken op effectiviteit worden ge-evalueerd. Dat vraagt om nader onderzoek.

Referenties

(1) Meijer S, Smit F, Schoemaker C, Cuijpers P. Gezond verstand: evidence-based preventie van

psychische stoornissen. De Bilt: RIVM, 2006.

(2) Smit F, Cuijpers P, Oostenbrink J, Batelaan N, De Graaf R, Beekman A. Costs of common mental

disorders: implications for curative and preventive psychiatry. J Ment Health Policy Econ 2006; 9:

193-200.

(3) Andrews G, Issikadis C, Sanderson K, Corry J, Lapsley H. Utilising survey data to inform public policy:

comparison of the cost-effectiveness of treatment of ten mental disorders. Br J Psychiatry 2004;

184:526-33.

(4) Chisholm D, Sanderson K, Ayoso-Mateos JL, Saena S. Reducing the global burden of depression:

population-level analysis of intervention cost-effectiveness in 14 world regions. Br J Psychiatry.

2004;184: 393-403.

(5) Spek V, Cuijpers P, Nyklíček I, Riper H, Keyzer J, Pop V. Internet-based cognitive behaviour therapy for

symptoms of depression and anxiety: a meta-analysis. Psychol Med. 2007,37(3): 319-328.

(6) Cuijpers P, Marks I, Van Straten A, Cavanagh K, Gega L. Computer-aided psychotherapy for anxiety

disorders: a meta-analytic review (in prep).

Ref Type: Unpublished Work

(7) Lipsey MW, Wilson DB. The efficacy of psychological, educational and behavioral treatment. Am

Psychol 1993; 48:1181-1209.

(8) Hedges LV, Olkin I. Statistical methods for meta-analysis. San Diego: Academic Press, 1985.

(9) Schwarzer R. Meta-analysis programs (software). Berlin: Institut für Psychologie, Freie Universität

Berlin, 1989.

(10) Sanderson K, Andrews G, Corry J, Lapsley H. Using the effect size to model change in preference

values for descriptive health states. Qual Life Res 2004; 13(7):1255-64.

(11) Cuijpers P, Smit F. Excess mortality in depression: A meta-analysis of community studies. J Affect

Disord 2002; 72:227-36.

Page 55: Programmeringsstudie E-mental Health

53

(12) Cuijpers P, Riper H, Lemmers L. The effects on mortality of brief interventions for problem drinking: a

meta-analysis. Addiction 2004; 99:839-54.

(13) Oostenbrink JB, Bouwmans CAM, Koopmanschap MA, Rutten FFH. Manual for costing: Methods and

standard costs for economic evaluations in health care. Diemen: Health Insurance Board, 2004.

(14) American Psychiatric Association (2001) Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 4th

Edition TR Washington, DC: American Psychiatric Association.

(15) Kruijshaar ME, Barendregt J, Vos T, Graaf R de, Spijker J, Andrews G. Lifetime prevalence estimates of

major depression: An indirect estimation method and a quantification of recall bias. Eur J Epidemiol

2005; 20:103-11.

(16) Spijker J, Graaf R de, Bijl RV, Beekman ATF, Ormel J, Nolen WA. Duration of major depressive episodes

in the general population: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study

(Nemesis). Br J Psychiatry 2002; 181:208-13.

(17) Straten A van, Cuijpers P, Smit N. The effectiveness of a generic web-based self-help intervention for

depression, anxiety and stress (in prep).

Ref Type: Unpublished Work

(18) Spek V, Nyklíček I, Smits N, Cuijpers P, Riper H, Keyzer J et al. Internet-based cognitive behavioral

therapy for subthreshold depression in people over 50 years old: A randomized controlled clinical

trial. 2007. [in press Psychol Med.].

(19) Lange et al (in prep).

(20) Clarke G, Reid E, Eubanks D, O’Connor E, DeBar LL, Kelleher C, et al. Overcoming depression on the

internet (ODIN): a randomized controlled trial of an Internet depression skills intervention program.

J Med Internet Res 2002; e14.

(21) Patten SB. Prevention of depressive symptoms through the use of distance technologies. Psychiatr

Serv 2003; 54:369-98.

(22) Christensen H, Griffiths KM, Jorm, AF. Delivering interventions for depression by using the Internet:

randomised controlled trial. Br Med J 2004; 328:265-267.

(23) Clarke G, Eubanks D, Reid E, Kelleher C, O’Connor E, DeBarr LL, et al. Overcoming depression on the

internet (ODIN) (2): A randomised trial of self-help depression skills program with reminders. J Med

Internet Res 2005; 7:e16.

(24) Andersson G, Bergström J, Holländare F, Carlbring P, Kaldo V, Ekselius L. Internet-based self-help for

depression: randomised controlled trial. Br J Psychiatry 2005; 187:456-61.

Page 56: Programmeringsstudie E-mental Health

5�

(25) Bijl RV, Ravelli A, Zessen G van. Prevalence of psychiatric disorder in the general population: results of

the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS). Soc Psychiatry Psychiatr

Epidemiol 1998; 33:587-95.

(26) Lange A, Ven JP van de, Schrieken B, Emmelkamp P. Interapy. Treatment posttraumatic stress

through the internet: a controlled trail. J Behav Ther Exp Psychiatry 2001; 32:73-90.

(27) Carlbring P, Westling B, Ljungstrand P, Exeslius L, Andersson G. Treatment of panic disorder via the

Internet: a randomized trial of self-help program. Behav Ther 2001; 32:751-64.

(28) Carlbring P, Ekselius L, Andersson G. Treatment of panic disorder via the internet: a randomized trial

of CBT vs. applied relaxation. J Beh Ther Exp Psychiatry 2003; 34:129-40.

(29) Klein B, Richards JC, Austin DW. A brief Internet-based treatment for panic disorder. Behav Cognit

Psychother 2001; 29:113-17.

(30) Klein B, Richards JC, Austin DW. Efficacy of internet therapy for panic disorder. J Behav Ther Exp

Psychiatry 2006; 37:213-38.

(31) Calbring P, Gunarsdóttir M, Hedensjö L, Andersson G, Ekselius L, Furmark T. Treatment of social

phobia from a distance: a randomized trial of internet delivered cognitive behaviour therapy and

telephone support. Br J Psychiatry (in prep).

Ref Type: Unpublished Work

(32) Marks I, Kenwright M, McDonough M, Whittaker M, O’Brien T, Mataix-Cols D. Saving clinicians’ time

by delegating routine aspects of therapy to a computer: a randomised controlled trail in panic/

phobia disorder. Psychol Med 2004; 34:9-17.

(33) Klein B, Richards JC, Austin DW. Efficacy of internet therapy for panic disorder. J Behav Ther Exp

Psychiatry 2006; 37:213-38.

(34) Andersson G, Carlbring P, Holström A, Sparthan E, Furmark T, Nilsson-Ihrfelt E, et al. Internet-based

self-help with therapist feedback and in vivo group exposure for social phobia: a randomized

controlled trial. J Consult Clin Psychol 2006; 74:677-86.

(35) Carlbring P, Bohman S, Brunt S, Buhrman M, Westling BE, Ekselius L, et al. Remote treatment of panic

disorder: a randomized trial of internet-based behavioural therapy supplemented with telephone

calls. Am J Psychiatry (in prep).

Ref Type: Unpublished Work

(36) Lange A, Rietdijk D, Hudcovicova M, Ven JP van de, Schrieken B, Emmelkamp PM. Interapy : a

controlled randomized trial of the standardized treatment of posttraumatic stress through the

Internet. J Consult Clin Psychol. 2003; 71:901-09.

(37) Hirai M, Clum GA. An Internet-based self-change program for traumatic event related fear, distress,

and maladaptive coping. J Trauma Stress 2005; 18:631-36.

Page 57: Programmeringsstudie E-mental Health

55

(38) Van Dijk D, Knibbe RA. De prevalentie van probleem drinken in Nederland: een algemeen bevolkings-

onderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht, 2005.

(39) Moore MJ, Soderquist J, Werch C. Feasibility and efficacy of a binge drinking prevention intervention

for college students delivered via the Internet versus postal mail. J Am Coll Health 2005; 54:38-44.

(40) Kypri K, Saunders JB, Williams SM, McGree RO, Langley JD, Cashell-Smith ML, et al. Web-based

screening and brief intervention for hazardous drinking: a double-blind randomized controlled trial.

Addiction 2004; 99:1410-17.

(41) Riper H, Kramer J, Smit F, Conijn B, Cuijpers P. ‘Drinking Less’. An online self- help intervention: Results

from an online randomised clinical trial (submitted).

Ref Type: Unpublished Work

(42) Huiberts A. Effectiviteit drinktest online. NIGZ, Woerden (in prep).

Ref Type: Unpublished Work

(43) Smit F, Riper H, Kramer J, Cuijpers P. Economic evaluation of “Drinking Less”: RCT of an online self-

help intervention for problem drinkers (submitted).

Ref Type: Unpublished Work

Page 58: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 59: Programmeringsstudie E-mental Health

57

3 E-mental health aanbod voor psychische aandoeningen in Nederland

3.1 Introductie en vraagstelling

In hoofdstuk � zijn de resultaten gepresenteerd van een internationale review naar de (kosten) effectiviteit van online interventies voor depressie, angststoornissen en probleemdrinken. In deze review is ook een beperkt aantal Nederlandse e-mental health interventies opgenomen, namelijk die interventies die op effectiviteit zijn onderzocht middels gerandomiseerd klinisch onderzoek. Het e-mental health aanbod in de Nederlandse praktijk is echter velen malen gro-ter dan de studies die zijn opgenomen in deze review. Omdat dit aanbod relatief nieuw is, bestaan er nog veel vragen over bij beleidsmakers, zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Een overzicht van dit aanbod ontbreekt. Daarom is in dit hoofdstuk voor de genoemde aandoe-ningen een inventarisatie gemaakt van het huidige e-mental health aanbod.

De volgende vragen vormden de grondslag voor het praktijkoverzicht:1. Welke online interventies zijn beschikbaar voor depressie, angst en probleemdrinken

binnen de totale zorgketen: preventie, behandeling en (na)zorg? Hoe is dit aanbod on-derverdeeld naar doel, doelgroep, type aanbod, bereik en toegankelijkheid? Is er sprake van een anoniem aanbod? Wie zijn de aanbieders? Hoe wordt dit aanbod bekostigd? En van welke communicatiemodaliteiten wordt gebruikgemaakt bij de interventies?

�. In welke ontwikkelingsfase bevindt het e-mental health aanbod zich? Heeft er al een evaluatie of (proef )implementatie plaatsgevonden?

3. Wat is er bekend over de kwaliteit van dit aanbod in termen van (kosten)effectiviteit?

In dit hoofdstuk wordt het beschikbare aanbod allereerst per aandoening gepresenteerd: met 1� interventies voor depressie, 6 voor angststoornissen en �7 voor ‘psychische klachten allerlei’. In de categorie ‘psychische klachten allerlei’ komen e-mental health interventies aan bod waar niet expliciet één klacht of stoornis centraal staat, maar waarbij wel sprake is van depressie, angst of alcoholproblemen. Vervolgens wordt een overzicht geboden van het e-mental health aanbod voor probleemdrinken met 18 interventies. Het hoofdstuk ein-digt met een samenvatting en een conclusie over het totaal beschikbare aanbod.

Een dergelijke inventarisatie wekt de verwachting dat het om een volledig praktijkoverzicht gaat. Die verwachting is echter om verschillende redenen niet waar te maken. De inventari-satie en analyse hebben binnen een tijdsbestek van slechts zes maanden plaatsgevonden. Daarbij kon het onderzoeksteam geen gebruik maken van een overzicht van bestaande on-line interventies. Bovendien is het veld sterk in beweging en zijn er interventies in ontwikke-ling waaraan nog geen bekendheid wordt gegeven. Hierom zijn verschillende zoekstrate-gieën gehanteerd om de betreffende interventies systematisch op het spoor te komen en te verzamelen. Zo is het toch gelukt om het huidige aanbod grotendeels te inventariseren. Het geboden praktijkoverzicht biedt derhalve een goed overzicht van het gevarieerde aanbod van e-mental health interventies binnen de totale zorgketen in Nederland.

Tot slot van deze paragraaf nog een opmerking over anonimiteit. Bij de interventies in deze inventarisatie is steeds gekeken of er al of niet sprake is van anonimiteit. Veel zorgaanbieders

Page 60: Programmeringsstudie E-mental Health

58

bieden de mogelijkheid om deelnemers anoniem aan een interventie te laten deelnemen. Dat verlaagt de toegangsdrempel en verhoogt het bereik. Onder anonimiteit wordt in dit kader verstaan dat deelnemers zich niet verplicht hoeven te identificeren en persoonlijke gegevens moeten vermelden om te kunnen deelnemen aan de interventie. Hoewel e-mail-adressen en zelfs IP-adressen ook persoonsgegevens zijn (omdat hiermee personen kun-nen worden achterhaald), worden in dit praktijkoverzicht interventies waarvoor gebruikers alleen een e-mailadres moeten opgeven beschouwd als een anonieme interventie. Gebrui-kers kunnen in dat geval immers ook een alias-adres opgeven. Bovendien kunnen personen verbonden aan IP-adressen niet door de aanbieders worden achterhaald.

3.2 Methode en afbakening

SelectiecriteriaDe interventies in dit overzicht zijn gericht op depressie, angst, psychische klachten allerlei en probleemdrinken. Daarbij zijn interventies opgenomen uit de totale zorgketen: preven-tie, behandeling en (na)zorg. De preventieve interventies zijn onderverdeeld in universele, selectieve en geïndiceerde preventie (zie hoofdstuk 1).

Websites met alleen informatie zijn niet in deze studie opgenomen, omdat sites met ge-zondheidsinformatie al eerder gedetailleerd zijn geanalyseerd (1). Ook interventies die worden aangeboden middels computersoftware, maar niet via internet zijn niet in dit prak-tijkoverzicht opgenomen. Hetzelfde geldt voor internetinterventies die worden aangebo-den door individuele ervaringsdeskundigen en lotgenotensites, zonder dat er sprake is van samenwerking met een professionele organisatie of stichting (1).

In het onderstaande overzicht is het e-mental health aanbod ingedeeld naar de kern van de interventie in de zorgketen – en dus niet op bijkomend aspecten die wellicht vallen onder een ander segment van de zorgketen. Dit om redenen van overzichtelijkheid. Een voorbeeld: ‘gripopjedip.nl’ (zie tabel 3.1) bestaat in de kern uit een online geprotocolleerde groepscursus, maar heeft ook een selectief preventief aanbod. Omdat het accent ligt bij het groepsaanbod, is deze interventie ingedeeld onder de noemer van geïndiceerde preventie.

Enkele instellingen voor verslavingszorg (IVZ) bieden hun aanbod via meerdere websites aan. In dit praktijkoverzicht wordt het aanbod van één IVZ, als het vanuit een gezamenlijk doel en voor eenzelfde doelgroep wordt aangeboden, als één interventie beschouwd. Het betreft hier: 1) ‘alcoholdebaas.nl’ en ‘tactus.nl’; �) ‘alcoholinfo.nl’, ‘dekaterkomtlater.nl’ en ‘drinktest.nl’; 3) ‘brijder.nl’ en ‘alcoholinfoteam.nl’; en �) ‘novadic-kentron.nl’ en ‘digidrugs.nl’.

OnderzoeksmethodenOm het huidige aanbod van e-mental health interventies te inventariseren, is gebruikge-maakt van meerdere onderzoeksmethoden en -instrumenten: 1. een search in de databestanden van het Landelijke Steunfunctie Preventie (LSP, Trim-

bos-instituut), het QUI-bestand (NIGZ), de ZonMw-bestanden en de jaargangen van re-levante Nederlandse tijdschriften vanaf �000;

Page 61: Programmeringsstudie E-mental Health

59

�. een analyse van het praktijkoverzicht van GGZ Nederland uit �005 (�);3. een internetsearch met de trefwoorden: e-health, e-mental health, ggz, depressie,

angst, paniek, fobie, posttraumatische stressstoornis, alcohol, alcoholproblemen, psy-chische klachten en internetaanbod;

�. cross referenties van e-mental health interventies en gezondheids- en GGZ-informatie-websites, waaronder ‘psychowijzer.nl’, ‘ggzwegwijzer.nl’, ‘fondspsychischegezondheid.nl’, ‘depressie.startpagina.nl’ en ‘alcohol.startpagina.nl.’;

5. een schriftelijke vragenlijst (bijlage 3.1) onder aanbieders van e-mental health interven-ties (N=7�, response rate 60%). Om de verzamelde gegevens over interventies te verifi-eren en ontbrekende kennis te achterhalen, is de vragenlijst ‘Praktijkoverzicht e-mental health in Nederland’ ontwikkeld en per e-mail verstuurd aan contactpersonen van de in-terventie. Deze vragenlijst bevatte de geïnventariseerde gegevens over de interventie, met de vraag deze gegevens te verifiëren en aan te vullen. In het geval er geen contact-persoon bekend was en er ook geen e-mailadres van de webmaster vindbaar was, is er via een webformulier een verzoek gedaan tot een e-mailadres van een contactpersoon om de vragenlijst alsnog te kunnen versturen. Vervolgens zijn een aantal aanbieders telefonisch benaderd om nadere uitleg te vragen over de geretourneerde vragenlijsten. Verder is aan de aanbieders via de vragenlijst gevraagd naar de belangrijkste knelpun-ten bij het implementeren van e-mental health interventies in de praktijk. Deze knel-punten komen aan bod in hoofdstuk �.

De inventarisatie vond plaats van mei tot en met oktober �006. In bijlage 3.� tot en met 3.5 staat een gedetailleerde beschrijving van het aanbod van de geïncludeerde interventies.

3.3 Overzicht e-mental health aanbod voor depressie

In totaal zijn viertien e-mental health interventies geïnventariseerd voor mensen met de-pressieve klachten of een depressieve stoornis. In tabel 3.1 staat een overzicht van deze interventies. Deze interventies worden achtereenvolgens besproken naar segment in de zorgketen (preventie, behandeling of (na) zorg) in combinatie met de doelgroep; de aanbie-ders en de wijze van bekostiging voor deelnemers/cliënten. Vervolgens wordt beschreven wat er bekend is over de kwaliteit in termen van (kosten) effectiviteit, gevolgd door een in-dicatie van het bereik van deze interventies. Deze paragraaf eindigt met een samenvatting. In bijlage 3.� tot en met 3.5 is een uitgebreid overzicht opgenomen van alle variabelen die per interventie zijn verzameld.

Page 62: Programmeringsstudie E-mental Health

60

Tabel 3.1. Overzicht van de belangrijkste karakteristieken van geïnventariseerde interventies voor depressie.

Aanbieder/interventie Segment Doelgroep Kosten/identificatie

Landelijke kenniscentra

Fonds Psychische Gezondheid: depressiecentrum.nl

selectieve preventie 16+ gratis/anoniem

RIVM: kiesbeter.nl selectieve preventie 16+ gratis/anoniem

Stichting Korrelatie: zwaarweer.nl selectieve preventie 1�-�5 gratis/anoniem

Trimbos-instituut: kleurjeleven.nl en tweekleurjeleven.nl

geïndiceerde preventiegeïndiceerde preventie

50+18+

nog niet van toepassingnog niet van toepassing

Regionale (GGZ) instellingen

Altrecht: [email protected] selectieve preventie 18-55 gratis/ anoniem

AMC de Meren: depri-en-dan.nl geïndiceerde preventie 15-�3 gratis/ anoniem

GGZ Delftland: internettherapie.nl geïndiceerde preventie 18+ gratis/ anoniem

GGZ Drenthe: ggzdrenthe.nl geïndiceerde preventie 1�+ gratis/ anoniem

Consortia

Altrecht, Parnassia Riagg IJsselland, Stichting Korrelatie en Trimbos Instituut: gripopjedip.nl

geïndiceerde preventie 16-�5 gratis/ anoniem

Stichting Tieners on Line en Jeugdriagg NHZ: pratenonline.nl

geïndiceerde preventie 1�-�� gratis/ anoniem

Wyeth (met Mentrum GGZ Amsterdam en patiëntenvereniging Fobievrienden): depressiezelftest.nl

selectieve preventie 18+ gratis/ anoniem

Landelijke aanbieders

Interapy Nederland BV: interapy.nl behandeling 16+ kosten AWBZ vergoed bij indicatie of via zorgverzekeraar of werkgever/ niet anoniem

ANNAzorg: annazorg.nl behandeling en nazorg 18+ kosten AWBZ vergoed bij indicatie of via zorgverzekeraar of werkgever/ niet anoniem

AanbodnaartypeinterventieendoelgroepPreventieVan de 1� interventies voor depressie, zijn er 1� gericht op preventie: hiervan zijn er 5 ge-richt op selectieve preventie en 7 op geïndiceerde preventie. De overige twee interventies zijn gericht op de behandeling van depressie (zie tabel 3.�).

Tabel 3.2 Type interventies (depressie)

Selectieve preventie Geïndiceerde preventie Behandeling (Na)zorg Totaal

5 7 � - 1�

Page 63: Programmeringsstudie E-mental Health

61

Het selectieve preventieaanbod bestaat uit: • zelftesten• vraag en antwoorddiensten• discussiefora voor lotgenoten• ondersteuning bij het maken van een behandelkeuze• een combinatie van bovenstaande mogelijkheden

Het geïndiceerde preventieaanbod biedt mensen met subklinische of zwaardere depressie-ve klachten hulp via geprotocolleerde ondersteuning (met of zonder hulpverlenercontact) in meerdere sessies of via online één op één contact.

Drie interventies die binnen het geïndiceerde aanbod vallen zijn bestemd voor jongeren en jong volwassenen (1�-�5 jaar). In deze interventies wordt gebruik gemaakt van geslo-ten chatboxen waarin de jongeren op gezette tijden met een professional kunnen chat-ten. Inhoudelijk is het aanbod echter verschillend. Op ‘depri-en-dan.nl’ kunnen deelnemers chatten met een hulpverlener en lotgenoten over een aantal vooraf vastgestelde thema’s. De website ‘gripopjedip.nl’ biedt een geprotocolleerde groepscursus die is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie. En ‘pratenonline.nl’ biedt de mogelijkheid om individueel te chatten met een hulpverlener over depressieve klachten op basis van oplossingsgerichte therapeutische uitgangspunten.De drie geïndiceerde preventieve interventies voor de leeftijdsgroep van 18+ bestaan uit geprotocolleerde zelfhulpinterventies. Deze bestaan uit meerdere modules en zijn geba-seerd op cognitieve gedragstherapie. Twee interventies zijn bestemd voor volwassenen en één is bedoeld voor mensen van 50 jaar en ouder. Twee van deze zelfhulpcursussen -‘kleurjeleven.nl’ en ‘tweekleurjeleven.nl’ - zijn cursussen die kunnen worden aangeboden met of zonder professionele begeleiding, terwijl ‘internettherapie.nl’ bestaat uit een cursus met minimale professionele begeleiding (bijlage 3.�).

BehandelingNaast de net genoemde preventieve interventies zijn er twee behandelinterventies beschik-baar voor volwassenen met een depressie (tabel 3.�). Beide behandelingen zijn gebaseerd op cognitieve gedragstherapie. De eerste Nederlandse aanbieder van internetbehandelingen, Interapy Nederland BV, biedt op ‘interapy.nl’ een geprotocolleerde online behandeling voor mensen met depressieve klachten of een depressie. In �006 kwam er een tweede speler op de markt, die via ‘annazorg.nl’ een online behandelaanbod aan dezelfde doelgroep aanbiedt. Waar nodig vinden in deze interventie tijdens de behandeling op geplande momenten tele-fonische of face to face contacten plaats. Daarnaast biedt ‘annazorg.nl’ ook nazorg in de vorm van een online, telefonische of face to face boostersessie, zes maanden na de behandeling.

AanbiedersenbekostigingAanbiedersHet merendeel van de interventies wordt aangeboden door landelijke kennisinstituten, regionale geestelijke gezondheidszorginstellingen of door consortia van deze twee typen organisaties. Twee van de aanbieders (Interapy Nederland BV en ANNAzorg) zijn relatieve nieuwkomers op de markt. Ze opereren op landelijk niveau en zijn gespecialiseerd in een online behandelaanbod.

Page 64: Programmeringsstudie E-mental Health

6�

Wijze van financieringDe preventieve interventies worden volledig gefinancierd door de aanbieders of door sub-sidieverstrekkers. Hierdoor kunnen deelnemers gratis gebruikmaken van dit aanbod. De behandelinterventies ‘interapy.nl’ en ‘annazorg.nl’ zijn niet gratis. De kosten van beide be-handelingen worden (nu nog) vergoed via de AWBZ, op voorwaarde dat de behandeling op indicatiestelling wordt uitgevoerd. Daarnaast worden de kosten van beide behandelingen soms vergoed door een zorgverzekeraar of werkgever. Cliënten kunnen er overigens ook voor kiezen om de behandeling zelf te betalen.

OnderzoekPreventieTabel 3.3 geeft een overzicht van de preventieve interventies, waarvan bekend is dat er procesevaluatief of effectonderzoek naar is uitgevoerd. Procesevaluatief onderzoek in com-binatie met een voor- en nameting gaat vaak vooraf aan een effectonderzoek in de vorm van een klinische trial. Na gebleken effectiviteit volgt vaak een vorm van (proef )implementatieonderzoek.

Tabel 3.3 Onderzochte preventieve interventies (depressie)

Interventie Onderzoek

depri-en-dan.nl Procesevaluatie en behoeftepeiling (nog niet gepubliceerd), effectiviteit nog niet bekend.

gripopjedip.nl Voor- en nameting en procesevaluatie (3). RCT in aanvraag, effectiviteit nog niet bekend.

internettherapie.nl Voor- en nameting in uitvoering.

kleurjeleven.nl Effectonderzoek (RCT) (�), bewezen effectiefImplementatieonderzoek in uitvoering.

pratenonline.nl Voor- en nameting en procesevaluatie in uitvoering, effectiviteit nog niet bekend.

tweekleurjeleven.nl Effectonderzoek in uitvoering (UM/T-i), effectiviteit nog niet bekend.

zwaarweer.nl Behoeftepeiling �001 (intern verslag), effectiviteit nog niet bekend.

Van de twaalf preventieve interventies zijn er twee op klinische effectiviteit onderzocht via een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek. De interventie ‘kleurjeleven.nl’ voor oude-ren is bewezen effectief (zie hoofdstuk � en (�)), terwijl het effectonderzoek naar ‘tweekleur-jeleven.nl’ voor volwassenen nog in uitvoering is (Universiteit Maastricht).Naar de genoemde interventies voor jongeren en jongvolwassenen is nog geen effecton-derzoek uitgevoerd. Ook in de internationale review werden geen klinische effectstudies voor interventies gericht op jongeren aangetroffen. Wel zijn via een voor- en nameting de effecten van ‘gripopjedip.nl’ geëvalueerd. Uit de resultaten van deze metingen bleek dat de depressieve klachten van de cursisten significant verminderd waren na deelname aan de cursus3. Inmiddels is er bij ZonMw een voorstel ingediend voor een effectiviteitonderzoek naar deze interventie. Enkele aanbieders van het preventieve aanbod hebben ook proce-sevaluatief onderzoek uitgevoerd. Hierbij gaat het om ‘depri-en-dan.nl’, ‘gripopjedip.nl’, ‘pra-tenonline.nl’ en ‘zwaarweer.nl’. Weinig van deze onderzoeksresultaten zijn echter gepubli-ceerd of voor derden toegankelijk.

Page 65: Programmeringsstudie E-mental Health

63

BehandelingDe behandelinterventie ‘interapy.nl’ is geëvalueerd en bewezen effectief (zie hoofdstuk � en 5) (tabel 3.�). Onderzoek naar de langetermijneffecten van deze depressiebehandeling is in voorbereiding. De effecten van het recent gestarte depressiebehandelprogramma van ‘annazorg.nl’ worden op dit moment via een voor- en nameting geëvalueerd. Eind �006 hebben de eerste cliënten deze online behandeling afgerond.

Tabel 3.4 Onderzoek behandelinterventies (depressie)

Interventie Onderzoek

annazorg.nl Voor- en nameting en procesevaluatie in uitvoering.

interapy.nl RCT. Lange et al (5) (uitgevoerd.)Onderzoek naar lange termijn effecten van depressiebehandeling is in voorbereiding.

ToegankelijkheidenbereikPreventieAlle genoemde preventieve interventies zijn (proef ) geïmplementeerd en worden aange-boden in de praktijk, behalve ‘kleurjeleven.nl’ en ‘tweekleurjeleven.nl’. Naar de interventie ‘kleurjeleven’ voor ouderen is een proefimplementatie in voorbereiding, terwijl ‘tweekleur-jeleven’ alleen toegankelijk is voor deelnemers aan het effectonderzoek.Aan de geïmplementeerde selectieve en geïndiceerde interventies kan anoniem worden deelgenomen. In sommige gevallen heeft de deelnemer wel een e-mailadres nodig.De geïndiceerde preventieve interventies zijn niet vrij toegankelijk. Dat wil zeggen dat de toegang tot de interventies wordt verleend door de aanbieders, nadat een bepaald klach-tenniveau bij de deelnemer is vastgesteld. Dit geldt voor ‘gripopjedip.nl’, ‘internettherapie.nl’ en ‘pratenonline.nl’. De interventie ‘depri-en-dan.nl’ verleent alleen toegang aan Marok-kaanse meisjes nadat er een aantal vragen over de etnische achtergrond zijn beantwoord.

Tabel 3.5 geeft een overzicht over het bereik van interventies op basis van data die aanbie-ders ter beschikking hebben gesteld via de vragenlijst.

Tabel 3.5 Bereik per preventieve interventie (depressie)

Preventieve interventie Bereik

depressiecentrum.nl 7500 unieke site-bezoekers per maand; per maand doen 750 bezoekers een zelftest.

depressiezelftest.nl 10.000 unieke site-bezoekers per maand; ��0.08� volledig ingevulde zelftesten (in de periode april �003 – augustus �006).

ggzdrenthe.nl 300.000 site-bezoekers per jaar.

gripopjedip.nl In 18 maanden 190.000 unieke site-bezoekers; 700 aanmeldingen voor cursus; 39 cursussen uitgevoerd voor �30 jongeren.

kiesbeter.nl In �005 1,7 miljoen unieke site-bezoekers.

pratenonline.nl In �0 maanden 58.000 unieke site-bezoekers; 700 chatters met gemiddeld 3 chats; 35.000 forumbezoeken.

zwaarweer.nl 600 mailvragen per jaar.

Page 66: Programmeringsstudie E-mental Health

6�

Over het exacte bereik van preventieve interventies is moeilijk een goed beeld te krijgen. Hiervoor zijn uiteenlopende factoren aan te wijzen. Aanbieders (ook in het reguliere pre-ventieve werkveld) rapporteren niet systematisch over het bereik. Sommige data zijn al-leen voor interne doeleinden beschikbaar. Er is nog geen standaard ontwikkeld voor de wijze van rapporteren. Er is een onderscheid tussen unieke site bezoekers en bezoekers die daadwerkelijk aan de interventie deelnemen. De therapietrouw van deelnemers loopt sterk uiteen. De e-mental health interventies bestaan vaak uit verschillende onderdelen (bijvoor-beeld een zelftest of e-mailservice). En er zijn verschillende wijzen van registratie. Door al deze factoren is er geen eenduidig beeld van het huidige bereik van deze interventies.

Rekening houdend met deze complicaties en vele onzekerheden kan op basis van de beschik-bare data toch voorzichtig worden geconcludeerd dat het bereik van het huidige aanbod omvangrijk is (tabel 3.5). In hoofdstuk 1 is reeds aangegeven dat van de 9 miljoen internet-tende Nederlanders die online informatie zoekt over gezondheid of zorg, 15% op zoek is naar informatie over depressie. Twee van de in dit overzicht opgenomen selectieve preventieve interventies met een vergelijkbaar aanbod (een zelftest) en doelgroep rapporteren tussen de 90.duizend en 1�0.duizend unieke site-bezoekers per jaar (‘depressiezelftest.nl’ en ‘depressie-centrum.nl’). Verder is van de geïndiceerde preventieve interventies bekend dat via ‘praten-online.nl’ op jaarbasis met ongeveer ��0 jongeren wordt gechat (in gemiddeld drie chats). Via ‘gripopjedip.nl’ komen jaarlijks ongeveer �70 aanmeldingen binnen voor de groepcursus; ruim 150 jongeren stromen daadwerkelijk in in deze cursus. In vergelijking met het bereik van het face to face groepsaanbod voor jongeren is dit een hoog bereik.

BehandelingIn vergelijking met de net genoemde preventieve interventies is het bereik van behande-linterventies nog beperkt (tabel 3.6). Dit heeft te maken met de beperkte omvang van dit aanbod. Bovendien gaat het bij de aanbieders van dit aanbod om twee relatieve nieuw-komers. Een van deze aanbieders - ANNAzorg - is pas operationeel sinds medio �006. De drempel van deze interventies is relatief hoog. Cliënten en hulpverleners gaan een online behandelrelatie aan en er zijn voor de cliënt kosten aan de behandeling verbonden. De behandelingen zijn niet vrij toegankelijk. Alleen cliënten met een bepaald klachtenniveau komen in aanmerking voor een behandeling. Ook worden er exclusiecriteria gehanteerd. Bij Interapy worden bijvoorbeeld geen mensen toegelaten die last hebben van psychotische en dissociatieve klachten. Ook mensen die anti-psychotica gebruiken, bovenmatig alcohol- of drugs gebruiken, suïcideplannen hebben of in een crisissituatie verkeren kunnen niet aan de online behandeling van Interapy deelnemen.

Tabel 3.6 Bereik per behandelinterventie (depressie)

Behandelinterventies Bereik

annazorg.nl 5500 unieke site-bezoekers per maand; sinds start (juni ‘06) 105 cliënten gescreend; 1� cliënten in behandeling.

interapy.nl 5000 unieke site-bezoekers per maand; sinds start (�001) in totaal ruim �000 uitgevoerde behandelingen (inclusief depressie).

Page 67: Programmeringsstudie E-mental Health

65

Samenvatting en conclusieVan de in totaal veertien interventies die expliciet gericht zijn op depressie is het merendeel bestemd voor mensen van 16 jaar en ouder. Het preventieve aanbod bestaat uit zes selectieve en zes geïndiceerde preventieve interventies. Daarnaast zijn er twee online behandelinter-venties gevonden. Er zijn geen afzonderlijke (na)zorg interventies voor depressie gevonden.

Slechts twee depressie-interventies zijn volgens de wetenschappelijke standaard ‘bewezen effectief’. Het betreft de preventieve zelfhulpcursus voor ouderen met depressieve klachten via ‘kleurjeleven.nl’ en het behandelaanbod voor mensen met depressieve klachten of een depressie via ‘interapy.nl’. Deze interventies zijn niet onderzocht op kosteneffectiviteit. Toch blijken deze interventies op basis van het gehanteerde model en een eerste exploratie op groepsniveau kosteneffectief te zijn (hoofdstuk �). Doorberekend naar populatieniveau lei-den zij bovendien tot gezondheidswinst. De preventieve interventie ‘tweekleurjeleven.nl’ voor volwassenen wordt op dit moment op effectiviteit en doelmatigheid onderzocht. Over de effecten van interventies voor jongeren en jongvolwassenen (middels een voor- en nameting of RCT) is nog zeer weinig bekend, ook vanuit internationaal perspectief. De thans beschikbare data over ‘gripopjedip’ zijn echter veelbelovend. De beschikbare resultaten van procesevaluatief onderzoek zijn beperkt of niet bestemd voor extern gebruik. Er is nog vrij-wel geen online behandelaanbod voor specifieke etnische groepen. Er is daarentegen wel een laagdrempelig preventie- en vroeginterventie aanbod beschikbaar voor jongeren en volwassenen waaraan veelal anoniem en kosteloos kan worden deelgenomen. Voor het geïndiceerde preventieve aanbod en het online behandelaanbod gelden toelatingscriteria middels screening. Over het bereik van de interventies wordt nog niet systematisch gerap-porteerd (met uitzondering van het behandelaanbod). In het aanbod zijn gradaties in de mate van anonimiteit. Dit levert bij sommige interventies problemen op voor de bekosti-ging en/of de formele behandelrelatie (meer hierover in hoofdstuk �).

3.4 Overzicht e-mental health aanbod angststoornissen

In totaal zijn er zes e-mental health interventies geïnventariseerd die expliciet gericht zijn op angstklachten of een angststoornis. Van alle vormen van angstgerelateerde problemen beperkt het aanbod zich tot (sociale) angst, paniekstoornis en posttraumatische stress-stoornis (PTSS). In tabel 3.7 staat dit aanbod weergegeven. Daarop volgt in deze paragraaf een overzicht van het aanbod naar het type interventie en de doelgroep, de aanbieders, de bekostiging, de effectiviteit, de toegankelijkheid en het bereik van het aanbod. Een totaal-overzicht is opgenomen in bijlage 3.3.

Page 68: Programmeringsstudie E-mental Health

66

Tabel 3.7 Overzicht van belangrijkste karakteristieken van geïnventariseerde interventies (angst)

Aanbieder/interventie Segment Doelgroep Kosten/identificatie

Consortia

Consortium: Trimbos-instituut & GGNET:geenpaniekonline.nl (nog niet aangeboden)

geïndiceerde preventie 18+ nog niet van toepassing

Landelijke aanbieders

Interapy Nederland BV: interapy.nlPTSS en paniekstoornis

behandeling 18+ kosten AWBZ vergoed bij indicatie of via zorgverzekeraar of werkgever/ niet anoniem

ANNAzorg: annazorg.nlangst, sociale fobie en PTSS.

behandeling en nazorg 16+ kosten AWBZ vergoed bij indicatie of via zorgverzekeraar of werkgever/ niet anoniem

AanbodnaartypeinterventieendoelgroepPreventieEr zijn geen preventieve online interventies gevonden voor angst. In �007 komt een ge-indiceerde preventieve interventie beschikbaar, maar deze is nog niet geïmplementeerd (tabel 3.8).

Tabel 3.8 Type interventies (angst)

Selectieve preventie Geïndiceerde preventie Behandeling (Na)zorg Totaal

- 1 5 - 6

‘Geenpaniekonline.nl’ is een geïndiceerde preventieve zelfhulpinterventie. De interventie biedt geprotocolleerde ondersteuning in acht sessies aan mensen met paniekklachten. De interventie is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie, met of zonder minimale begelei-ding van een professional. Een aanvraag voor de evaluatie van deze interventie is in voor-bereiding.

BehandelingVoor (sociale) angst- en paniekstoornissen zijn drie behandelinterventies beschikbaar en voor post traumatische stress stoornis (PTSS) twee (tabel 3.7). Het aanbod en de behandel-wijze zijn vergelijkbaar met het online behandelaanbod voor depressie (zie paragraaf 3.3). Deze behandelingen worden aangeboden door dezelfde twee aanbieders, ANNAzorg en Interapy Nederland BV. De behandelingen zijn gebaseerd op cognitieve gedragstherapie. ‘Interapy.nl’ biedt online geprotocolleerde behandelingen voor mensen met een paniek-stoornis en PTSS. ‘Annazorg.nl’ biedt behandelinterventies aan voor mensen met een angst-stoornis, sociale fobie en PTSS.

Het aanbod richt zich op (jong)volwassenen (16+).

Page 69: Programmeringsstudie E-mental Health

67

AanbiederenbekostigingAanbiedersDe zes interventies worden aangeboden door drie aanbieders: een consortium bestaande uit het Trimbos-instituut en GGNet, en twee landelijke aanbieders (zie tabel 3.7).

Wijze van financieringEvenals bij de online behandeling van depressie (zie paragraaf 3.3) rekenen de landelijke aanbieders de kosten direct of indirect door aan de deelnemers. De kosten van behandelin-gen worden (nu nog) vergoed via de AWBZ, op voorwaarde dat de behandeling op indica-tiestelling wordt uitgevoerd. Daarnaast worden de kosten van beide behandelingen soms vergoed door een zorgverzekeraar of werkgever. Cliënten kunnen er overigens ook voor kiezen om de behandeling zelf te betalen.De behandelingen zijn niet vrij toegankelijk. Alleen cliënten met een bepaald klachtenni-veau komen in aanmerking voor een behandeling. Bovendien gelden er exclusiecriteria. Bij Interapy gaat het hierbij ondermeer om psychotisch en dissociatieve klachten, het gebruik van anti-psychotica, bovenmatig alcohol- of drugmisbruik, suïciderisico en crisissituaties.

EvaluatieTabel 3.9 geeft een overzicht van de interventies, waarvan bekend is dat er effectonderzoek en/of procesevaluatief onderzoek naar is uitgevoerd. De aanvraag tot het uitvoeren van een evaluatie (RCT) naar ‘geenpaniekonline.nl’ is in voorbereiding. De effecten van de behande-linterventie voor PTSS en paniekstoornis van ‘interapy.nl’ zijn onderzocht middels gerando-miseerde klinische trials en bewezen effectief (zie hoofdstuk � en (6)). De effecten van de behandelprogramma’s angst, sociale fobie en PTSS van ‘annazorg.nl’ worden via een voor- en nameting geëvalueerd. Eind �006 hebben de eerste cliënten de behandeling afgerond.

Tabel 3.9 Onderzoek behandelinterventies angst

Interventie Onderzoek

annazorg.nl- angst- sociale fobie- PTSS

Voor- en nameting en procesevaluatie in uitvoering, effectiviteit nog niet bekend..

interapy.nl- paniek- PTSS

RCT (nog niet gepubliceerd)RCT behandeling PTSS (6)

geenpaniekonline.nl RCT aanvraag in voorbereiding

Toegankelijkheid en bereikGezien het geringe aanbod zijn de data over het actuele bereik van deze interventies nog beperkt. De twee behandelinterventies - ‘annazorg.nl’ en ‘interapy.nl’ - worden aangebo-den in de praktijk. Aan de interventies kan niet anoniem worden deelgenomen. Ten eerste vanwege de behandelrelatie die wordt aangegaan tussen de behandelaar en de cliënt. Ten tweede vanwege de kosten die moeten worden betaald voor een behandeling. De behan-delingen zijn bovendien niet vrij toegankelijk; alleen cliënten met een bepaald klachten-niveau komen in aanmerking. Ook worden er exclusiecriteria gehanteerd (zie paragraaf 3.3 Toegankelijkheid en bereik depressie behandelinterventies).

Page 70: Programmeringsstudie E-mental Health

68

Tabel 3.10 geeft een overzicht van data over het bereik van deze behandelinterventies. Deze data zijn door de aanbieders ter beschikking gesteld.

Tabel 3.10 Bereik per behandelinterventie (angst)

Behandelinterventies Bereik

annazorg.nl- angst- sociale fobie- PTSS

5500 unieke site-bezoekers per maand.Sinds start (juni �006):Prog. angst: 68 cliënten gescreend; �1 cliënten in behandeling.Prog. sociale fobie: 77 cliënten gescreend; 36 cliënten in behandelingProg. PTSS: 13 cliënten gescreend; 1 cliënt in behandeling

interapy.nl- paniek- PTSS

5000 unieke site-bezoekers per maand;Sinds start totaal ruim �.000 uitgevoerde behandelingen (inclusief paniekstoornis en PTSS).

Omgerekend krijgen beide aanbieder per jaar tussen de 60.duizend en 66.duizend unieke bezoekers op hun site. Een klein percentage van deze bezoekers start daadwerkelijk met een behandeling.

SamenvattingenconclusieOndanks het feit dat angststoornissen een hoge prevalentie, ziektelast en economische kosten kennen (zie hoofdstuk �), is het e-mental health aanbod voor angst (met zes in-terventies) zeer beperkt. Zeker in vergelijking met de in totaal veertien online interventies voor depressie (tabel 3.1). Ook het offline geïndiceerde preventieaanbod voor angst- en paniekklachten is namelijk beperkt. Daarentegen is het online aanbod voor angst en pa-niek in het buitenland wel vaker op effectiviteit onderzocht. Op basis van de huidige data blijken die effectief te zijn. Over de kosteneffectiviteit van Nederlandse interventies zijn nog geen data beschikbaar. Er is geen specifiek aanbod voor jongeren. Dit hangt waarschijnlijk samen met het feit dat angststoornissen zich het meest voordoen en ook ontstaan in de leeftijdsgroep �5 tot �� jaar (7). Het online behandelaanbod bestaat uit vijf interventies. Twee interventie zijn volgens de wetenschappelijke standaard bewezen effectief. Hierbij gaat het om de behandelinterventies voor PTSS en paniek via ‘interapy.nl’ (zie hoofdstuk �). De behandelinterventie van ANNAzorg voor angst wordt op dit moment onderzocht met een voor- en nameting. Een onderzoek naar de effecten van de begeleide zelfhulpcursus ‘geenpaniekonline.nl’ is in voorbereiding.

Page 71: Programmeringsstudie E-mental Health

69

3.5 Overzicht e-mental health aanbod ‘psychische klachten allerlei’

In totaal zijn er �7 e-mental health interventies geïnventariseerd die zich richten op diverse psychische klachten. Het criterium voor deze categorie is dat de interventie zich richt op psychische problemen zonder dat daarbij nadrukkelijk één klacht of stoornis centraal staat. Er moet echter wel sprake zijn van een aanbod voor in ieder geval depressie, angst en/of probleemdrinken. Vijf van deze interventies richten zich niet specifiek op e-mental he-alth en bieden ook online ondersteuning op het gebied van somatische klachten (‘achmeahe-alth.nl‘, MSN-gezondheidsbuddy via ‘VGZ.nl’, ‘preventiekompas.nl’, ‘emaildokter.nl’ en ‘mijnspecialist.nl’). In de tabellen 3.11, 3.1� en 3.13 wordt het geïnventariseerde aanbod weergegeven. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen preventie, behandeling in de vorm van e-consultatie en nazorg. Na de analyse van het type interventie, komen in deze paragraaf de doelgroep, de aanbieders en de bekostiging, de wetenschappelijke basis en het bereik van de interventie aan bod. In bijlage 3.� staat een totaaloverzicht.

Page 72: Programmeringsstudie E-mental Health

70

AanbodnaartypeinterventiePreventieZeventien interventies zijn gericht op preventie, één interventie op (na)zorg en negen op online behandeling in de vorm van e-consultatie.

Tabel 3.11 Overzicht van belangrijkste karakteristieken van het preventieaanbod voor psychische klachten allerlei

Aanbieder/interventie Segment Doelgroep Kosten/identificatie

Landelijke kenniscentra

Fonds Psychische Gezondheid: benjijgek.nl

selectieve preventie 1�-18 gratis/anoniem

Stichting Korrelatie: korrelatie.nl selectieve preventie 1�+ gratis/anoniem

VU: allesondercontrole.nl geïndiceerde preventie 18+ n.v.t./ n.v.t. (onderzoek)

Landelijke stichtingen en organisaties

Stichting Cliëntgestuurde Initiatieven en Projecten: netclienten.nl

zorg 18+ gratis/ anoniem

Stichting Pandora: zogeknogniet.nl selectieve preventie 1�-18 gratis/ anoniem

Stichting SOShulp Nederland: soshulp.nl

selectieve preventie 1�+ gratis/ anoniem

Regionale (GGZ) instellingen:

Altrecht: familievan.nl geïndiceerde preventie 16+ gratis/anoniem

GGZ Delftland: optijderbij.nl selectieve preventie 18+ gratis/anoniem

GGZ Drenthe: ggzdrenthe.nl en survivalkid.nl

selectieve preventieselectieve preventie

1�+1�-�3

gratis/anoniemgratis/anoniem

Parnassia Groep: psyq.nl selectieve preventie 18+ gratis/ deels anoniem

Cliënten Informatiepunt (CLIP): clienteninformatiepunt.nl selectieve preventie

1�+ gratis/anoniem

Consortia

Consortium: Trimbos-instituut, Spatie, GGNet, de Gelderse Roos en RIAGG IJsselland: kopstoring.nl

geïndiceerde preventie 13-�5 gratis/ deels anoniem

Vrijgevestigde aanbieders/Zorgverzekeraars

Achmea: achmeahealth.nl selectieve preventie 1�+ gratis/ anoniem

NDDO Institute for Prevention and Early Diagnostics (NIPED): preventiekompas.nl

selectieve preventie 18+ gratis/ anoniem

psychotherapeut Von Bönninghausen: depsycholoog.nl

geïndiceerde preventie/ behandeling

1�+ Tussen 16,00 en 17,50 euro voor � weken toegang zelfhulp + / niet anoniem

VGZ: MSN-gezondheidsbuddy selectieve preventie 18-�7 gratis/ anoniem

Page 73: Programmeringsstudie E-mental Health

71

Het selectieve preventieaanbod bestaat uit zelftesten, vraag- en antwoordservices, discus-siefora voor lotgenoten, ondersteuning bij het maken van een behandelkeuze of een com-binatie van bovenstaande mogelijkheden.

Tot de geïndiceerde preventie worden in deze inventarisatie ‘allesondercontrole.nl’, ‘familie-van.nl’, ‘kopstoring.nl’ en ‘depsycholoog.nl’ gerekend. Deze vier interventies bieden zelfhulp met minimale begeleiding van een professional. ‘Allesondercontrole.nl’ richt zich specifiek op preventie en vroege behandeling van stress, somberheid en angstklachten bij volwassenen via een geprotocolleerde zelfhulpcursus met vijf lessen, volgens uitgangspunten van de ‘probleemoplossende therapie’. ‘Depsycholoog.nl’ biedt verschillende zelfhulpcursussen, zoals ‘Omgaan met Angst’, ‘Omgaan met verdriet’ en ‘Omgaan met boosheid en conflicten’. Dit aanbod is toegankelijk voor iedereen die er-mee wil werken (vanaf 1� jaar) ook mensen met klinische klachten kunnen aan de cursus-sen deelnemen, eventueel als ondersteuning bij een andere behandelingsvorm. Cliënten kunnen hierbij extra begeleiding van een psychotherapeut krijgen via e-mailcontact. De interventies ‘familievan.nl’ en ‘kopstoring.nl’ bieden allebei een online groepscursus via een chat voor jongeren plus individuele e-mail coaching in maximaal acht sessies. ‘Familie-van.nl’ is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij iemand met psychische of psychoge-riatrische problemen. ‘Kopstoring.nl’ is bestemd voor kinderen van ouders met psychische problemen. Iedereen uit deze doelgroep kan gebruik maken van het aanbod, behalve wan-neer zij door eigen gezondheidsklachten in aanmerking komen voor zwaardere hulp.

NazorgEén van de interventies biedt exclusief nazorg aan. Op het gebied van depressie en angst zijn dergelijke interventies niet geïnventariseerd. Het nazorgaanbod bestaat uit een digitale MSN-steungroep voor cliënten vanaf 15 jaar van GGZ-instelling De Gelderse Roos Rivieren-land. Deze cliënten volgen een langdurig en intensief rehabilitatietraject.

Tabel 3.12. Overzicht van belangrijkste karakteristieken van de nazorg interventie (allerlei)

Aanbieder/interventie Doelgroep Kosten/identificatie

De Gelderse Roos Rivierenland: digitale MSN steungroep 15+ gratis

E-consult en behandelingNaast het preventieve en nazorg aanbod, is er ook een e-consultatie aanbod dat gerekend kan worden tot geïndiceerde preventie of behandeling (zie tabel 3.13). Hierbij gaat het om aanbod waarbij vrijgevestigde professionals (zoals huisartsen, psychologen en psychiaters) informatie, advies en/of behandeling aanbieden. In totaal zijn er negen e-consultatie inter-venties gevonden. Zes daarvan richten zich op het informeren en adviseren van aanmel-ders/cliënten via e-mail. Drie richten zich op hulpverlening via e-mail en of chat. ‘Emailpsy-choloog.nl’ biedt als enige ook online groepstherapie via chat en e-mail. De helft van het e-consult aanbod richt zich op mensen van 1� jaar en ouder. Van het overige deel van het aanbod is dit niet duidelijk.

Page 74: Programmeringsstudie E-mental Health

7�

Tabel 3.13. Overzicht van kosten van e-consultaties en e-behandeling voor psychische klachten allerlei (niet anoniem)

Aanbieder/interventie Kosten

Mediportaal BV i.s.w. met UMCU econsult.mediportaal.nl

�0 euro per e-consult (eventueel meerdere contacten)

Emaildokter.nl B.V.: emaildokter.nl 1� euro per e-consult

emailpsycholoog.nl e-consult (twee mails): 50 euro; 60 minuten chat 50 euro; 90 minuten chat 67,50 euro; introprijs groepsgesprek (90 minuten) �5 euro

e-psychiater.nl �5 euro per e-consult

hulpgids.nl gratis

levante-onlinetherapie.nl eerste retour mail gratis; een retour mail/maand: 37.50 euro; twee retour mails/maand: 55 euro. Vergoeding via zorgverzekeraar mogelijk.

mailtherapie.nl ja, maar onbekend

spreekuurpsycholoog.nl 5 euro per antwoord

mijnspecialist.nl e-consult standaard antwoord 50 euro; uitgebreid antwoord 75 euro; beantwoording binnen �� uur 1�5 euro.

Doel en doelgroepHet meeste aanbod is gericht op mensen van 1� jaar en ouder (zie tabel 3.11). Een beperkt aantal interventies richt zich specifiek op jongeren en jongvolwassenen. Ruim de helft van de online interventies is gericht op het informeren, adviseren en onder-steunen van mensen met psychische klachten en mensen uit hun omgeving (zie tabel 3.1�). Ook is er divers aanbod om mensen in de omgeving van iemand met psychische proble-men te ondersteunen: ‘familievan.nl’, ‘kopstoring.nl’ en ‘survivalkid.nl’. Verder zijn er enkele interventies met een laagdrempelige screeningsmogelijkheid voor psychische klachten. Waar nodig kunnen cliënten worden verwezen naar passende hulp: ‘optijderbij.nl’, ‘pre-ventiekompas.nl’ en ‘psyq.nl’. Tenslotte is er één interventie, die gericht is op preventie en vroege behandeling van psychische klachten allerlei: ‘allesondercontrole.nl’.

Tabel 3.14 Doel van interventies psychische klachten allerlei

Doel van de interventie Aantal interventies

Informeren, adviseren en ondersteunen van mensen met psychische klachten en mensen uit hun omgeving

15

Ondersteunen van mensen in de omgeving van mensen met psychische problemen

Screenen van psychische klachten �

Preventie van psychische klachten 1

Psychologische hulpverlening / e-consultatie �

Empowerment van (rehabilitatie) cliënten 1

Totaal �7

Page 75: Programmeringsstudie E-mental Health

73

AanbiedersenbekostigingAanbiedersDe �7 interventies worden aangeboden door �6 aanbieders. De grootste groep aanbieders bestaat uit vrijgevestigde professionals (N=11), waaronder voornamelijk vrijgevestigde pro-fessionals en enkele zorgverzekeraars (Achmea en VGZ). ‘Kopstoring.nl’ wordt door een con-sortium aangeboden. De overige interventies worden aangeboden door verschillende lande-lijke kenniscentra (N=3), landelijke stichtingen (N= �) en regionale (GGZ) instellingen (N= 6).

Wijze van financieringAlle preventieve interventies worden volledig gefinancierd door de aanbieders ervan (dus zonder kosten voor de cliënt) of door bijvoorbeeld subsidiegevers, met uitzondering van ‘preventiekompas.nl’ en ‘depsycholoog.nl’. De kosten voor de periodieke gezondheidscheck via ‘preventiekompas.nl’ bedragen 160 euro en worden (gedeeltelijk) vergoed via werkge-vers en verzekeraars. Voor de mailservice via ‘Achmeahealth.nl’ worden geen onkosten in rekening gebracht. Deze service is alleen beschikbaar voor klanten van Achmea, die uiter-aard wel een verzekeringspremie betalen. Voor de e-consult interventies wordt tussen de 5 en 75 euro gerekend, met een gemiddelde van rond de �5 tot 30 euro (zie tabel 3.13). Een e-consult kan bij sommige aanbieders uit meerdere contacten bestaan. ‘Mijnspecialist.nl’ biedt ook e-consults waarbij vragen binnen �� uur worden beantwoord. Hiervoor wordt 1�5 euro in rekening gebracht. Bij enkele andere aanbieders zoals ‘emaildokter.nl’ en ‘econ-sult.mediportaal.nl’ is beantwoording binnen �� uur standaard.

OnderzoekPreventieTabel 3.15 bevat een overzicht van de preventieve interventies waarvan bekend is dat er effectonderzoek of procesevaluatief onderzoek naar is gedaan.

Tabel 3.15 Onderzoek preventieve interventies psychische klachten allerlei

Interventie Onderzoek

allesondercontrole.nleffectief

RCT (VU) (8).RCT vernieuwde versie in uitvoering (VU).

familievan.nl Behoeftepeiling en tevredenheidonderzoek in uitvoering.

kopstoring.nl Procesevaluatie begeleide zelfhulp in uitvoering.

korrelatie.nl Evaluatie- en klanttevredenheidsonderzoek in �000 (intern verslag).Registratie van vragen (Jaarbericht �005, via site beschikbaar). (9)

optijderbij.nl Procesevaluatie en tevredenheidsonderzoek in uitvoering.

preventiekompas.nl Valideren aangepaste screeningsvragenlijsten voor burn-out, vitaliteit en neurasthenie (in uitvoering). En vergelijking en validatie risicobepaling 10-item (K10), 6-item (K6) en �-item als depressie screeningsinstrument, in uitvoering.

soshulp.nl Jaarlijkse inventarisatie van vragen en vraagstellers. (10)

survivalkid.nl Procesevaluatie (nog niet gepubliceerd).

zogeknogniet.nl Procesevaluatie in eerste jaar.

Page 76: Programmeringsstudie E-mental Health

7�

Van de zeventien preventieve interventies is alleen ‘allesondercontrole.nl’ op effectiviteit onderzocht en bewezen effectief voor depressie en angstgerelateerde klachten (zie hoofd-stuk �). Deze interventie richt zich ook op mensen met zwaardere psychische klachten. In-middels is de interventie aangepast; naar de vernieuwde versie is een RCT in uitvoering. Ver-schillende aanbieders van het preventieve aanbod hebben een procesevaluatief onderzoek uitgevoerd (zie tabel 3.15).

BehandelingenzorgNaar het nazorg- en e-consultatieaanbod is geen effectonderzoek uitgevoerd. Naar ‘mijnspe-cialist.nl’ is een procesevaluatie uitgevoerd (zie bijlage 3.�).

ToegankelijkheidenbereikPreventieAan de meeste preventieve interventies kan anoniem worden deelgenomen (zie tabel 3.11). De volgende preventieve interventies zijn niet vrij toegankelijk:- ‘allesondercontrole.nl’ is alleen toegankelijk voor deelnemers aan het lopende effecton-

derzoek;- de e-mailservice via ‘achmeahealth.nl’ is alleen toegankelijk voor klanten van Achmea;- het begeleide zelfhulpaanbod via ‘familievan.nl’ en ‘kopstoring.nl’ is alleen toegankelijk

na screening door de aanbieders;- ‘survivalkid.nl’ is alleen toegankelijk voor Drentse jongeren met een familielid dat voor

psychische problemen of verslaving in behandeling is.

Tabel 3.16 geeft een overzicht van data over het bereik van de preventieve interventies. Aanbieders hebben deze data via de verstuurde vragenlijst ter beschikking gesteld.

Tabel 3.16 Bereik per preventieve interventie psychische klachten allerlei

Preventieve interventie Bereik

familievan.nl In �006 in acht maanden 38.000 unieke site-bezoekers.

ggzdrenthe.nl 300.000 unieke site-bezoekers per jaar.

kopstoring.nl 3000 unieke site-bezoekers per maand; �� deelnemers groepscursus tijdens pilot.

korrelatie.nl In �005 187.��0 unieke site-bezoekers; 3.000 mailvragen per jaar.

optijderbij.nl In pilot hebben momenteel 30 mensen screeningsvragenlijst ingevuld.

soshulp.nl In �005 5151 hulpvragen via chat en mail.

zogeknogniet.nl In �005 366 mailvragen; 50 unieke site-bezoekers per dag.

depsycholoog.nl Vrijwel geen respons.

Voor wat betreft het actuele bereik van de interventies voor diverse psychische klachten gelden dezelfde restricties zoals genoemd bij depressie en angst. De data over het bereik zijn zeer divers en moeilijk vergelijkbaar. Afhankelijk van de interventie worden via vraag- en antwoordservices per jaar een paar honderd of enkele duizenden vragen online beant-woord; bij ‘zogeknogniet.nl’ 366, bij ‘korrelatie.nl’ 3.000 en bij ‘soshulp.nl’ 5.151 vragen.

Page 77: Programmeringsstudie E-mental Health

75

NazorgAan de nazorginterventie (MSN-steungroep) kan niet anoniem worden deelgenomen. Deze interventie is gericht op cliënten van GGZ-instelling De Gelderse Roos Rivierenland die be-zig zijn met rehabilitatie. De interventie is geïmplementeerd. Vanaf de start in �005 zijn er dertig cliënten toegelaten tot de MSN-steungroep.

E-consultHet gebruik van de negen interventies met de mogelijkheid tot e-consultatie is met uitzon-dering van het aanbod van ‘hulpgids.nl’ niet anoniem. Van twee aanbieders zijn gegevens ontvangen over het aantal unieke site-bezoekers. Omgerekend krijgt ‘e-psychiater.nl’ per jaar 60 duizend unieke bezoekers en ‘mijnspecialist.nl’ 1�� duizend unieke bezoekers op hun site. Deze aanbieders leveren echter geen gestandaardiseerde rapportage over het aantal uitgevoerde e-consulten.

SamenvattingenconclusieIn totaal zijn er �7 e-mental health interventies voor ‘psychische klachten allerlei’ geïnven-tariseerd. De interventies zijn gericht op diverse psychische klachten, waaronder in elk ge-val depressie, angst en/of alcohol. Het meeste aanbod richt zich op mensen van 1� jaar en ouder. Een beperkt aantal interventies richt zich specifiek op jongeren en jongvolwas-senen (N=�). Alle typen interventies zijn vertegenwoordigd in het aanbod. Van het totale aanbod is alleen de geïndiceerde preventieve interventie ‘allesondercontrole.nl’ onderzocht op effectiviteit en bewezen effectief voor depressie en angstgerelateerde symptomen (zie hoofdstuk �). Een specifieke groep van interventies betreft het e-consultatie aanbod. Hier-aan kan niet anoniem worden deelgenomen. Deze consultatie kan echter wel online wor-den gestart (zie hoofdstuk �). Deze e-consulten zijn niet gratis. Een deel van deze consulten kan worden vergoed via een zorgverzekeraar.

3.6 Overzicht e-mental health aanbod voor alcoholproblemen

In totaal zijn er achttien e-mental health interventies geïnventariseerd die gericht zijn op problematisch alcoholgebruik. In tabel 3.17 staat dit aanbod weergegeven. Bijna de helft van de geïnventariseerde interventies richt zich exclusief op problematisch alcoholgebruik. De overige interventies integreren dit aanbod met een aanbod voor problematisch drugs-gebruik. Verder komen in deze paragraaf ter sprake: het doel, de doelgroep, het type inter-ventie, de aanbieders, de bekostiging, de effectiviteit, de toegankelijkheid en het bereik van de interventie. Een van deze interventies richt zich specifiek op doven en slechthorenden. Een totaaloverzicht van de alcoholinterventies biedt bijlage 3.5.

Page 78: Programmeringsstudie E-mental Health

76

Tabel 3.17 Overzicht van belangrijkste karakteristieken van geïnventariseerde alcohol interventies

Aanbieder/interventie Segment Doel-groep

Kosten/identificatie

Landelijke kenniscentra

Trimbos-instituut: drugsinfo.nl,lerenovergenotmiddelen.nl,uwkindengenotmiddelen.nl enminderdrinken.nl

selectieve preventieuniversele preventieuniversele preventiegeïndiceerde preventie

1�+1�-1�18+18+

gratis/anoniem�5 euro per klas per jaargratis/deels anoniemgratis/anoniem

NIGZ: alcoholinfo.nl in combi met dekaterkomtlater.nl en drinktest.nl

selectieve preventie (deels universeel)

1�+ gratis/anoniem

Regionale (GGZ) instellingen

Brijder: brijder.nl in combi met alcoholinfoteam.nl

behandeling en nazorg (deels selectieve preventie)

1�+ (18+ voor behande-ling)

gratis/ anoniem

GGD Rotterdam e.o.: drugsrotterdam.nl

selectieve preventie jongeren gratis/ anoniem

Jellinek: alcoholendrugsinbeeld.nl en jellinek.nl

selectieve preventiebehandeling (deels selectieve en geïndiceerde preventie)

1�+1�+

gratis/ anoniembehandeling vergoed bij indicatie via zorgverzekeraar / behandeling niet anoniem

Novadic-Kentron: novadic-kentron.nl in combi met digidrugs.nl

selectieve preventie 1�+ gratis/anoniem

Parnassia: drugsweb.nl selectieve preventie jongeren gratis/anoniem

Tactus: drankendrugs.nl entactus.nl in combi met alcoholdebaas.nl

selectieve preventiebehandeling en nazorg (deels selectieve preventie)

1�-1816+ (18+ voor behande-ling)

gratis/anoniemgratis/anoniem

Consortia

Trimbos-instituut, NIGZ, Jellinek, De Grift en Tactus: drankjewel.nl

selectieve preventie 1�+ gratis/ anoniem

Landelijke aanbieders

ANNAzorg: annazorg.nl behandeling en nazorg

18+ kosten AWBZ vergoed bij indicatie of via zorgverzekeraar of werkgevr/ niet anoniem

Stichting Coke van Jou: cokevanjou.nl

selectieve preventie 1�+ gratis/anoniem

Al-non: al-non.nl selectieve preventie 1�+ gratis/anoniem

Teleac: Teleac cursus ‘Minder drinken? Doe-het-zelf!’

geïndiceerde preventie

18+ �0 euro voor cursusboek en 30 euro voor DVD TV-afleveringen

Page 79: Programmeringsstudie E-mental Health

77

DoelendoelgroepDe doelen van de interventies variëren. Een overzicht staat weergegeven in tabel 3.18. Het grootste deel heeft als doel het publiek te informeren en adviseren over alcohol en het stimuleren van verantwoord alcoholgebruik (selectieve preventie). Twee geïndiceerde in-terventies richten zich op de preventie van alcoholproblemen voor mensen die boven de norm drinken (‘minderdrinken.nl’ en de Teleac-cursus ‘Minder drinken? Doe-het-zelf!’). Een kwart richt zich op de behandeling van mensen met alcoholproblemen (‘alcoholdebaas.nl’, ‘annazorg.nl’, ‘brijder.nl’ en ‘jellinek.nl’). De behandelinterventies (met uitzondering van ‘annazorg.nl’) zijn ook deels gericht op het informeren en adviseren over alcohol en het stimuleren van verantwoord alcoholgebruik (selectieve preventie). ‘Jellinek.nl’ biedt naast behandeling en selectieve preventie ook een geïndiceerd preventief aanbod in de vorm van een zelfhulpprogramma.Er zijn ook enkele selectieve preventieve interventies voor mensen die leven in de nabijheid van een probleemdrinker (‘al-non.nl’, ‘cokevanjou.nl’ en ‘drankjewel.nl’). Ze bieden onder-steuning bij het omgaan met probleemdrinkers. ‘Cokevanjou.nl’ richt zich daarbij vooral op naasten van drugsverslaafden.

Tabel 3.18 Doel van alcohol interventies

Doel van de interventie Aantal interventies

Informatie/adviseren en stimulerenverantwoord alcoholgebruik

9

Preventie van alcoholproblemen �

Ondersteunen van mensen in de omgeving van probleemdrinkers 3

Behandeling van alcoholproblemen �

Totaal 18

Het merendeel van het aanbod richt zich op mensen van alle leeftijden (1�+) (zie tabel 3.19). Ongeveer een kwart is specifiek gericht op jongeren en of jongvolwassenen tussen de 1� en �5 jaar, en nog eens een kwart op mensen van 16 of 18 jaar en ouder.

Tabel 3.19 Doelgroep alcohol interventies naar leeftijd

Doelgroepen naar leeftijd Aantal interventies

Jongeren en/of jongvolwassenen (1�-�5) �

Jongeren (1�+) en ouder 9

Jongvolwassenen (16+) en ouder 1

Volwassenen (18+) �

Totaal 18

Page 80: Programmeringsstudie E-mental Health

78

AanbodnaartypeinterventiePreventieHet preventieve aanbod bestaat uit twee universele, tien selectieve en twee geïndiceerde preventieve interventies (tabel 3.�0). Een van de selectieve preventieve interventies biedt ook deels universele preventie (via ‘alcoholinfo.nl’ en ‘dekaterkomtlater.nl’). Ook enkele be-handelinterventies bieden deels selectieve preventie (via ‘brijder.nl’, ‘jellinek.nl’ en ‘tactus.nl’), geïndiceerde preventie (via ‘jellinek.nl’) en nazorg (via ‘alcoholdebaas.nl’ en ‘annazorg.nl’) (zie tabel 3.17 en bijlage 3.5).

Tabel 3.20 Type alcohol interventies

Universelepreventie

Selectieve preventie Geïndiceerde preventie

Behandeling (Na)zorg Totaal

� 10 � � - 18

Het universele preventieve aanbod bestaat uit een lesprogramma voor leerlingen van in het bijzonder het VMBO (‘lerenovergenotmiddelen.nl’) met een bijbehorende interventie voor ouders van die leerlingen gericht op opvoedingsondersteuning (‘uwkindengenotmid-delen.nl’). De interventie voor ouders biedt tevens een opvoedcursus over alcohol die voor iedereen toegankelijk is. Verder bieden ‘alcoholinfo.nl’ en ‘dekaterkomtlater.nl’ een univer-seel aanbod. ‘Dekaterkomtlater.nl’ is onderdeel van de overheidscampagne ‘DRANK de ka-ter komt later’. Deze campage heeft als doel jongeren te informeren over de effecten van alcoholgebruik en ze te stimuleren er verantwoord mee om te gaan.Het selectieve preventieve aanbod bestaat veelal uit informatie over alcohol(gebruik), zelf-testen en een vraag- en antwoordservice. ‘Al-non.nl’, ‘cokevanjou.nl’ en ‘drankjewel.nl’ bie-den ook lotgenotencontact voor naasten van probleemdrinkers. Bij ‘al-non.nl’ kan dit alleen 1-op-1 met zogenaamde werkgroepleden die ook lotgenoot zijn.

Er zijn in totaal drie geïndiceerde preventieve interventies. Naast de zelfhulpcursus ‘min-derdrinken.nl’ en de zelfhulpcursus van Teleac ‘Minder drinken? Doe-het-zelf!’ wordt via ‘jel-linek.nl’ (die in te tabel 3.�0 als behandelinterventie is meegerekend) een (begeleide) zelf-hulpcursus aangeboden. De Teleac-cursus bestaat uit vijf tv-afleveringen, een cursusboek en ‘minderdrinken.nl’. Bij de zelfhulpcursus via ‘jellinek.nl’ is ondersteuning van een profes-sional via chat en mail optioneel. De zelfhulpcursussen zijn gebaseerd op de uitgangspun-ten van zelfcontrole en cognitieve gedragstherapie.

BehandelingNaast preventie is er ook een online behandelaanbod beschikbaar voor probleemdrin-kers (N=�) (tabel 3.�0). Ook deze behandelingen zijn gebaseerd op zelfcontrole principes en cognitieve gedragstherapie. ‘Annazorg.nl’ biedt een behandelinterventie aan die deels online wordt aangeboden en deels face-to-face. De behandelwijze (inclusief nazorg) komt overeen met de behandelwijze voor depressie en angststoornissen zoals eerder beschreven (zie paragraaf 3.3).‘Alcoholdebaas.nl’, ‘jellinek.nl’ en ‘brijder.nl’ bieden een behandelaanbod dat geheel via internet verloopt. Bij ‘alcoholdebaas.nl’ en ‘brijder.nl’ verloopt de communicatie met een

Page 81: Programmeringsstudie E-mental Health

79

hulpverlener asynchroon in de tijd via de webapplicatie of mail. Bij ‘jellinek.nl’ verloopt het con-tact synchroon via een chatbox. De behandelingen duren tussen de negen en vijftien weken.Op het gebied van alcohol zijn er geen expliciete interventies op het gebied van (na)zorg gevonden. Nazorg maakt wel onderdeel uit van de behandelingen via ‘alcoholdebaas.nl’ en ‘annazorg.nl’. Via ‘alcoholdebaas.nl’ kunnen cliënten gedurende een half jaar na de afron-ding van de behandeling gebruikmaken van het online programma, onder andere om hun alcoholgebruik bij te houden. Nazorg via chat-groepen is in voorbereiding.

AanbiedersenbekostigingAanbiedersDe achttien interventies kennen dertien verschillende aanbieders (zie tabel 3.17).

WijzevanfinancieringDe interventies worden volledig gefinancierd door de aanbieders of door bijvoorbeeld sub-sidiegevers. Deelnemers kunnen gratis deelnemen, met uitzondering van de preventieve interventie ‘lerenovergenotmiddelen.nl’ en de drie behandelinterventies ‘annazorg.nl’, ‘brij-der.nl’ en ‘jellinek.nl’ (tabel 3.�1).Voor ‘lerenovergenotmiddelen.nl’ betaalt een school �5 euro per schoolklas per jaar.De behandeling via ‘alcoholdebaas.nl’ is gratis voor deelnemers. De kosten worden (voor-alsnog) betaald door de aanbieder zelf. Sinds �007 worden de kosten van ‘brijder.nl’ in re-kening gebracht, net zoals bij ‘annazorg.nl’ en ‘jellinek.nl’. De kosten komen potentieel in aanmerking voor vergoeding via zorgverzekeraars. Dit op voorwaarde dat de behandeling op indicatiestelling wordt uitgevoerd. De kosten van ‘annazorg.nl’ kunnen ook door een werkgever worden betaald. In alle gevallen kunnen behandelingen ook door de cliënt zelf worden betaald. Voor mensen met alcoholproblemen kan dit de drempel naar hulp wel-licht verlagen, doordat zij de behandeling dan niet hoeven te melden bij bijvoorbeeld de verzekeraar.

Tabel 3.21 Kosten alcoholinterventies

Interventies Kosten

lerenovergenotmiddelen.nl �5 euro per schoolklas per jaar.

Teleac cursus ‘Minder drinken? Doe-het-zelf!’ Gratis, optioneel cursusboek �0 euro, DVD Tv-afleveringen 30 euro.

annazorg.nl AWBZ-vergoed mits geïndiceerd of via zorgverzekeraar of werkgever. Of voor eigen rekening.

brijder.nl, alcoholinfoteam.nl voor behandeling vrijwillige bijdrage naar draagkracht (50-150 euro). Vanaf �007 worden kosten doorberekend aan cliënt. Men verkent de mogelijkheid tot kostenvergoeding (zorgverzekeraars). Kosten voor eigen rekening wordt optie.

jellinek.nl behandeling wordt vergoed via zorgverzekeraar mits geïndiceerd. Of voor eigen rekening (850 euro).

Page 82: Programmeringsstudie E-mental Health

80

OnderzoekPreventieIn tabel 3.�� een overzicht van de preventieve interventies waarvan bekend is dat er effect- dan wel procesevaluatief onderzoek naar is gedaan.

Tabel 3.22 Onderzoek preventieve interventies (alcohol)

Interventie Onderzoek

drankendrugs.nl Procesevaluatie. Voor- en nameting (UT) in uitvoering.

drankjewel.nl Procesevaluatie (11) en tevreden-heidsonderzoek (1�).

drugsinfo.nl Procesevaluatie. Verslag in jaarberichten.

drugsweb.nl Procesevaluatie en tevredenheidsonderzoek (intern verslag).

jellinek.nl Tevredenheidsonderzoek jellinek.nl (intern verslag).Voor- en nameting en tevredenheidsonderzoek zelfhulp (13).

lerenovergenotmiddelen.nl RCT in uitvoering, als onderdeel van uitgebreidere RCT.

minderdrinken.nl RCT (1�).

Teleac cursus ‘Minder drinken? Doe-het-zelf!’ RCT in uitvoering (Trimbos-instituut).

drinktest.nl RCT (15).RCT naar verbeterde versie in uitvoering.

Van de preventieve interventies zijn er twee op effectiviteit onderzocht middels een RCT (‘drinktest.nl’ en ‘minderdrinken.nl’).Van beide interventies is het effect aangetoond. ‘Drink-test.nl’ leidt tot een toename van de intentie tot minder drinken, een significante afname van het aantal drinkdagen en bij vrouwen tot een significante afname van de weekconsump-tie (15-16). ‘Minderdrinken.nl’ leidt tot een significante afname van de weekconsumptie en zorgt ervoor dat mensen zich significant vaker houden aan de richtlijn voor verantwoord drinken tot een jaar na de start van de interventie (1�). Een RCT naar de verbeterde versie van ‘drinktest.nl’ is in voorbereiding. RCT’s naar ‘lerenovergenotmiddelen.nl’ en de Teleac-cursus ‘Minder drinken? Doe-het-zelf!’ zijn in uitvoering. De effecten van de zelfhulpmodule van ‘jellinek.nl’ zijn inmiddels via een voor- en nameting geëvalueerd. De effecten van ‘dran-kendrugs.nl’ worden nog via een voor- en nameting geëvalueerd. Daarnaast hebben enkele aanbieders ook nog een procesevaluatief onderzoek uitgevoerd.

Page 83: Programmeringsstudie E-mental Health

81

BehandelingEr is nog weinig bekend over de effecten van het online behandelaanbod. Effectonderzoek naar alle vier de interventies is echter wel in voorbereiding of reeds in uitvoering (zie voor een overzicht tabel 3.�3). De effecten van het behandelaanbod van ‘alcoholdebaas.nl’ en ‘jellinek.nl’ zullen via een RCT worden geëvalueerd. De effecten van het behandelaanbod van ‘annazorg.nl’ en ‘brijder.nl’ worden geëvalueerd via een voor- en nameting.Eerder is ‘alcoholdebaas.nl’ al geëvalueerd via een voor- en nameting. Hieruit kwam naar voren dat met de behandeling nieuwe doelgroepen worden bereikt en dat de interventie mogelijkheid biedt om het bereik van probleemdrinkers voor behandeling te verhogen17.

Tabel 3.23 Onderzoek behandelinterventies (alcohol)

Interventie Onderzoek

annazorg.nl Voor- en nameting en procesevaluatie in uitvoering.

brijder.nl Voor- en nameting behandeling in voorbereiding.

jellinek.nl RCT behandeling in voorbereiding.

alcoholdebaas.nl Procesevaluatie en voor- en nameting (17).RCT in voorbereiding.

ToegankelijkheidenbereikPreventieHet merendeel van de preventieve interventies wordt aangeboden in de praktijk. Daarbij is het aanbod via ‘al-non.nl’ alleen toegankelijk na toestemming van de aanbieder. ‘Leren-overgenotmiddelen.nl’ is vooralsnog alleen toegankelijk voor deelnemers aan een pilot op scholen. ‘Uwkindengenotmiddelen.nl’ komt in �007 beschikbaar.Aan alle genoemde preventieve interventies kan anoniem worden deelgenomen met uit-zondering van de interventies ‘lerenovergenotmiddelen.nl’ en een deel van ‘uwkindenge-notmiddelen.nl’. Aan de opvoedcursus van ‘uwkindengenotmiddelen.nl’ kan echter wel anoniem worden deelgenomen. Beide interventies worden via scholen aangeboden en de gebruikers ervan (leerlingen en hun ouders) zijn bekend bij elkaar en bij de school.

Tabel 3.�� geeft een overzicht van het bereik van de preventieve interventies die aanbieders ter beschikking hebben gesteld. Op jaarbasis worden de betreffende interventies bezocht door 17.000 tot 100.000 unieke bezoekers. Andere beschikbare data over het bereik zijn van uiteenlopende aard. Bij ‘cokevanjou.nl’ komen jaarlijks 300 mailvragen binnen. Via ‘drinktest.nl’ is in �003 150.000 keer een geautomatiseerd advies-op-maat. Het zelfhulpprogramma van ‘minderdrinken.nl’ heeft een geschat potentieel van �0.000 interventiegebruikers op jaarbasis. De vijf tv-afleveringen van de Teleac-cursus hadden gemiddeld �00.000 kijkers. En via ‘jellinek.nl’ melden zich maandelijks 100 mensen voor de zelfhulpcursus.

Page 84: Programmeringsstudie E-mental Health

8�

Tabel 3.24 Bereik per preventieve interventie (alcohol)

Preventieve interventies Bereik

al-non.nl in �00� �95 hulpvragen via mail en in �005 5��.

cokevanjou.nl 100 unieke site-bezoekers per dag.300 mailvragen aan systeemtherapeut in 1 jaar.

alcoholendrugsinbeeld.nl 80 unieke site-bezoekers per dag.

drankendrugs.nl nieuwe site; daarom wisselt aantal bezoekers sterk. Op promotie momenten �00 unieke site-bezoekers per dag.

drankjewel.nl �000 unieke site-bezoekers per maand.

drugsinfo.nl In �005 3300 vragen telefoon waarvan 93 over alcohol.

drugsrotterdam.nl 75.000-100.000 unieke site-bezoekers per jaar.

lerenovergenotmiddelen.nl tijdens pilot 30 scholen.

minderdrinken.nl Deel �005: 17.000 unieke site-bezoekers per jaar.Potentieel van �0.000 interventiegebruikers per jaar.

Teleac-cursus ‘Minder drinken? Doe-het-zelf!’ Gemiddeld �00.000 kijkers per tv-aflevering.

alcoholinfo.nl, dekaterkomtlater.nl, drinktest.nl drinktest.nl: 8.000-10.000 unieke site-bezoekersin �003 150.000 advies-op-maat.

jellinek.nl 100 aanmeldingen per maand voor begeleide zelfhulp.

BehandelingAlle behandelinterventies worden aangeboden in de praktijk. Twee van de vier behande-linterventies kunnen anoniem worden gebruikt (‘alcoholdebaas.nl’ en ‘brijder.nl’). Een van deze behandelinterventie – ‘brijder.nl’ - zal vanaf �007 echter niet meer anoniem kunnen worden gebruikt. Deze vernieuwde behandeling is niet vrij toegankelijk. Alleen cliënten met een bepaald klachtenniveau komen ervoor in aanmerking.Tabel 3.�5 geeft een overzicht van data over het bereik van de behandelinterventies die de aanbieders ter beschikking hebben gesteld. Via ‘annazorg.nl’ zijn sinds de start in juni �006 �6 cliënten gestart met de alcoholbehandeling. In totaal zijn er in die tijd 79 mensen gescreend voor behandeling. Via ‘alcoholdebaas.nl’ zijn in �005 578 cliënten behandeld. En over ‘brijder.nl’ is bekend dat er in het tweede kwartaal van �006 109 aanmeldingen voor online behandeling binnenkwamen. Voor sommige aanbieders is het niet haalbaar om het aantal mensen dat zich aanmeldt voor online behandeling voor alcoholproblemen ook on-line te behandelen. Zo wordt de inschrijving voor online behandeling via ‘alcoholdebaas.nl’ en ‘brijder.nl’ regelmatig gesloten wegens capaciteitsproblemen. In augustus �006 stonden er 1�00 mensen op de wachtlijst voor ‘alcoholdebaas.nl’.

Page 85: Programmeringsstudie E-mental Health

83

Tabel 3.25 Bereik per behandelinterventie (alcohol)

Preventieve interventies Bereik

alcoholdebaas.nl in �005 578 cliënten in behandeling.

annazorg.nl 5500 unieke site-bezoekers per maandsinds start 79 cliënten gescreend; �6 cliënten in behandeling.

brijder.nl, alcoholinfoteam.nl in �e kwartaal �006 �5.000 unieke site-bezoekers; �1� mailvragen; 59 online aanmelding f-t-f hulp; 109 aanmeldingen online behandeling.

Samenvatting en conclusieEr zijn achttien interventies voor problematisch alcoholgebruik beschikbaar. Ruim de helft van deze interventies heeft ook een aanbod op het gebied van drugs(problematiek). De meerderheid is bestemd voor mensen van 1� jaar en ouder en gericht op preventie. Alle typen interventies zijn echter vertegenwoordigd in het aanbod. Er zijn geen aparte (na)zorg interventies voor alcoholproblemen, maar online nazorg maakt wel onderdeel uit van een aantal behandelinterventies. Gezien het ruime aanbod is het opvallend dat slechts een be-perkt aantal interventies (N=�) volgens de wetenschappelijke standaard ‘bewezen effectief’ is: ‘minderdrinken.nl’ en ‘drinktest.nl’. Uit de review (hoofdstuk �) blijkt overigens dat het effectonderzoek naar het e-mental health aanbod ook in andere landen vrijwel ontbreekt. In die zin scoort Nederland dus niet slecht, zeker gezien het feit dat vijf gerandomiseerde trials in de voorbereidende of uitvoeringsfase zijn. De kosten van vier behandelinterventies worden direct of indirect doorberekend aan de deelnemers. Over de financiering van het preventieve en behandelaanbod bestaat nog geen eenduidigheid. Deze onduidelijkheid wordt in hoofdstuk vier nader besproken.

3.7 Samenvatting en conclusie psychische stoornissen

DoelendoelgroepIn totaal zijn er 65 e-mental health interventies geïnventariseerd op het gebied van depres-sie, angst, psychische klachten allerlei en problematisch alcoholgebruik. Vooral in de laatste jaren is het aanbod fors gegroeid. Bijna de helft van dit aanbod is gericht op mensen vanaf 16 jaar en ouder. Een vijfde van de interventies richt zich speciaal op jongeren en jongvol-wassenen tussen de 1� en �5 jaar. Voor deze leeftijdsgroep is er echter geen aanbod be-schikbaar voor angststoornissen. Dit geldt ook voor de leeftijdsgroepgroep van 1� jaar en ouder waarop 30% van het aanbod zich richt. Uitzonderlijk in het aanbod is een interventie gericht op ouderen (50-plussers) met depressieve klachten.De doelen van de interventies zijn in meerderheid gericht op de preventie van klachten op het gebied van depressie of angst en alcoholproblemen. Een klein deel van dit aanbod is niet exclusief gericht op deze stoornissen, maar heeft ook een aanbod op het gebied van bijvoorbeeld drugs(problematiek) of somatische aandoeningen. Ongeveer eenderde van de interventies is gericht op de behandeling van stoornissen op het gebied van depres-sie, angst of alcoholproblemen. In tegenstelling tot het aanbod voor depressie, psychische klachten allerlei en problematisch alcoholgebruik is er bij het online aanbod voor angst meer behandelaanbod dan preventief aanbod beschikbaar. Deze verhouding komt over-een met het reguliere aanbod voor angststoornissen.

Page 86: Programmeringsstudie E-mental Health

8�

AanbodDe meeste van de geïnventariseerde interventies hebben een aanbod op het gebied van psychische klachten allerlei (N=�7). Het betreft hier met name selectieve preventieve in-terventies gericht en e- consulten. Deze interventies richten zich op diverse psychische klachten. Deze worden gevolgd door interventies voor alcohol (N=18), depressie (N=1�) en angst (6) (tabel 3.�6). Binnen de categorie ‘psychische klachten allerlei’ wordt ook e-consul-tatie gegeven. Hierbij kan het zowel gaan om geïndiceerde preventie als om behandeling. Daarom is e-consultatie in tabel 3.�6 als aparte categorie opgenomen.

Tabel 3.26 Type interventies

Stoornis UniverselePreventie/setting

Selectieve preventie

Geïndiceerde preventie

Behandeling E-consult (Na)zorg totaal

depressie n.v.t. 6 6 � - 1�

angst n.v.t. - 1 5 - - 6

psychische klachten allerlei

n.v.t. 13 � - 9 1 �7

alcohol � 10 � � - - 18

totaal 2 29 13 11 9 1 65

Tweederde van het e-mental health aanbod richt zich op preventie en eenderde op be-handeling. Ongeveer tweederde van de preventieve interventies behoort tot de categorie selectieve preventie en eenderde tot geïndiceerde preventie. Het universele preventieve aanbod is in dit overzicht relatief klein. Dit komt doordat puur informatieve interventies voor het algemene publiek buiten deze inventarisatie zijn gehouden. In het totale aanbod is slechts één interventie expliciet gericht op nazorg. Nazorg maakt echter wel onderdeel uit van enkele behandelinterventies. Naast het preventieve, behandel- en nazorgaanbod is er bij de interventies voor psychische klachten allerlei een aparte categorie ‘e-consult’. Hieronder valt het aanbod waarbij vrijgevestigde professionals (zoals psychologen en psy-chiaters) informatie, advies en/of hulp aanbieden. In totaal behoren negen interventies tot dit aanbod. Zes daarvan richten zich op het informeren en adviseren, drie op geïndiceerde preventie of behandeling.Het grootste deel van de preventieve interventies behoort tot de categorie selectieve pre-ventie. Ze bieden informatie, vraag- en antwoordmogelijkheden, lotgenotencontact, zelf-testen, advies op maat, behandelkeuzeondersteuning of een combinatie hiervan. In dit overzicht is er op het gebied van angst geen selectief preventie aanbod. Van het preven-tieve e-mental health aanbod valt eenderde onder geïndiceerde preventie (N=13). Het gaat hierbij om geprotocolleerde (soms begeleide) zelfhulpcursussen of online ondersteuning van een hulpverlener in meerdere sessies voor mensen met subklinische angst-, paniek- of depressieve klachten en alcoholproblemen. Het klachtenniveau van deelnemers in de prak-tijk varieert echter. Hierdoor nemen ook deelnemers met een relatief hoog klachtenniveau aan deze interventies deel. Naar verwachting is bij een deel van deze populatie sprake is van een klinische stoornis.

Page 87: Programmeringsstudie E-mental Health

85

ToegankelijkheidenbereikDe geïnventariseerde interventies bevinden zich in verschillende ontwikkelstadia. Bijna alle interventies zijn echter (proef )geïmplementeerd. Enkele interventies wordt op dit moment of in de nabije toekomst gebouwd (N=3) of zijn inmiddels afgesloten in verband met lo-pend effectonderzoek via een RCT (N=3).Het grootste deel van het beschikbare preventieve aanbod is vrij toegankelijk en door ie-dereen te gebruiken. Dit geldt echter niet voor het geïndiceerde aanbod. Hiervoor verleent de aanbieder vaak pas toegang nadat het klachtenniveau bij de gebruiker is vastgesteld. Dit niveau varieert per interventie. Het verdient aanbeveling om meer duidelijkheid te krijgen over de screenings- en toelatingscriteria die hierbij worden gehanteerd. Deze criteria zijn voor de behandelinterventies wel duidelijk omschreven. Dat is noodzakelijk, omdat voor deze interventies een indicatiestelling nodig is ten behoeve van de bekostiging door de verzekeraar. Aan ruim de helft van de voor publiek beschikbare interventies kan anoniem worden deel-genomen. Een groot deel hiervan valt onder de categorie selectieve preventie. Aanbieders van de interventies hebben zeer diverse data over het bereik van hun interventie ter be-schikking gesteld. Aangezien de interventies zich op verschillende doelgroepen richten naar type aandoening en omvang zijn de gegevens moeilijk te vergelijken en samen te vatten.

Concluderend kan op basis van de hier gepresenteerde data voorzichtig worden gesteld dat e-mental health interventies voorzien in een behoefte van cliënten aan informatie, ad-vies en steun voor psychische problemen. Op basis van de beschikbare praktijkdata kunnen we nog weinig robuuste uitspraken doen over of het e-mental health aanbod een groep bereikt die anders niet bereikt wordt of dat het aanbod een alternatief vormt voor reeds be-staand aanbod. Dit zal ook per stoornis en doelgroep verschillen zoals blijkt uit de beschik-bare praktijkdata. Men bezoekt e-mental health interventies, maakt gebruik van vraag- en antwoordservices en fora voor lotgenotencontact, en vult zelftesten in. Ook de meeste (be-geleide) zelfhulpcursussen, online ondersteuning van hulpverleners en behandelinterven-ties lijken goed te worden benut. In sommige gevallen is de capaciteit aan hulpverleners zelfs niet toereikend om iedereen die zich aanmeldt voor de interventie (direct) te kunnen toelaten. Op basis van deze inzichten zijn twee aanbevelingen van toepassing. Enerzijds pleit dit voor een meer systematische registratie van het bereik van e-mental health interventies, zodat een afweging kan worden gemaakt over de toereikendheid van het aanbod. Anderzijds pleit dit voor studies gebaseerd op extrapolatie van het potentiële bereik van interventies. Hiertoe is in hoofdstuk � een eerste aanzet gegeven om zo de gezondheidswinst op popu-latieniveau te kunnen berekenen. Deze aandachtspunten worden in het volgende hoofd-stuk nader uiteengezet.Ter aanvulling is ook het volgende van belang. Het verkrijgen van informatie over het hui-dige aanbod was voor de onderzoekers geen eenvoudige taak en zeer tijdrovend (zie ook paragraaf �.1). In het verlengde hiervan kan dit ook gelden voor mensen die op zoek zijn naar informatie over - of hulp voor - depressie, angststoornissen en alcoholproblemen. Voor potentiële deelnemers ontbreekt vooralsnog een duidelijk overzicht van wat er op dit terrein te halen is op internet. Bovendien is de kwaliteit van de interventies niet altijd goed

Page 88: Programmeringsstudie E-mental Health

86

te beoordelen door ‘consumenten’, omdat de informatie die op de homepage van aanbie-ders wordt gegeven vaak onvoldoende duidelijkheid biedt. Dit pleit voor het maken van gestandaardiseerde afspraken over informatie voor consumenten. In het verlengde hiervan zou mogelijk een kwaliteitskeurmerk kunnen worden toegekend.

AanbiedersenbekostigingTweederde van de interventies wordt op dit moment aangeboden door landelijke kenniscen-tra, regionale GGZ-instellingen, instellingen voor verslavingszorg (IVZ) of consortia van deze instellingen. Daarnaast wordt een klein deel aangeboden door landelijke stichtingen. Een kwart van het aanbod wordt verzorgd door uiteenlopende aanbieders, waaronder vrijgeves-tigde hulpverleners, zorgverzekeraars en relatieve nieuwkomers die landelijk opereren.Tweederde van de interventies wordt op dit moment kosteloos aan deelnemers aangebo-den. De kosten van de overige interventies worden doorberekend aan de deelnemers. Dat is met name het geval bij e-consultatie en behandelinterventies. Deze kosten worden op uiteenlopende wijze vergoed; deels via de AWBZ of zorgverzekeraar, mits deze op indica-tiestelling wordt uitgevoerd. In sommige gevallen is ook een vergoeding via de werkgever mogelijk. De kosten voor een e-consult bij een vrijgevestigde hulpverlener dienen, voor zo-ver bekend, veelal te worden betaald door deelnemers zelf. In hoofdstuk �.� gaan we nader in op de huidige knelpunten bij de financiering van het e-mental health aanbod.

OnderzoekEen beperkt aantal van de e-mental health interventies is op effectiviteit onderzocht mid-dels gerandomiseerd klinisch onderzoek. Dit is niet verwonderlijk, omdat dit aanbod pas zes jaar bestaat. Positief is dat het aantal onderzochte interventies stijgt. Bijna een vijfde van de geïnventariseerde interventies is of wordt op dit moment onderzocht middels een RCT. Van enkele RCTs zijn inmiddels de resultaten gepubliceerd. De resultaten hiervan zijn veelbelo-vend (zie hoofdstuk �). Opvallend hierbij is dat effectonderzoek onder jongeren nagenoeg ontbreekt, terwijl het e-mental health aanbod zich wel (mede) op hen richt. Verder is nati-onaal en internationaal nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de kosteneffectiviteit van de interventies. Bij ongeveer een vijfde van het aanbod wordt effectonderzoek uitgevoerd via een voor- en nameting. De resultaten hiervan zijn veelal echter niet gepubliceerd. Gelet op de groei van het beschikbare aanbod en het potentieel van e-mental health verdient het aanbeveling om het onderzoek naar (kosten)effectiviteit van dit aanbod uit te breiden. Zo kan het van een stevigere wetenschappelijke onderbouwing worden voorzien.

Referenties

(1) Keijser WA. Online gezondheidsinformatie en lotgenotencontact. Utrecht: Wacomed, 2005.

(2) De Kok F, Ponti de K. Rapportage internet-enquête e-health. GGZ Nederland. 2005. Beschikbaar via:

www.ggzkennis.net.

Ref Type: Electronic Citation

(3) Zanden AP van der, Conijn B, Visscher RFM, Gerrits R. Grip op je dip online: een preventieve

groepsinterventie voor jongeren via internet. MGV 2005; 5:515-26.

Page 89: Programmeringsstudie E-mental Health

87

(4) Spek V, Nyklíček I, Smits N, Cuijpers P, Riper H, Keyzer J et al. Internet-based cognitive behavioral

therapy for subthreshold depression in people over 50 years old: A randomized controlled clinical

trial. 2007. [in press Psychol Med.].

(5) Lange A, Vermeulen H, Renckens CH, Schrijver M, Ven JP van de, Schrieken B, et al. De geprotocol-

leerde Interapy-behandeling van depressie via het internet: resultaten van een gerandomiseerde

trial. Dth 2005; 25:27-50.

(6) Lange A, Rietdijk D, Hudcovicova M, Ven JP van de, Schrieken B, Emmelkamp PMG. Interapy.

A controlled randomized trial of the standardized treatment of posttraumatic stress through the

Internet. J Consult Clin Psychol. 2003; 71(5):901-09.

(7) Flint AJ. Epidemiology and comorbidity of anxiety disorders in the elderly. Am J Psychiatry. 1994; 51:

640-649.

(8) Straten A van, Cuijpers P, Smit N. The effectiveness of a generic web-based self-help intervention for

depression, anxiety and stress (in prep).

Ref Type: Unpublished Work

(9) Stichting Korrelatie. Jaarbericht 2005, Utrecht: Stichting Korrelatie, 2006.

(10) Schreurs A. Jaarverslag 2005. SOS-hulp Nederland, 2005.

(11) Riper H, Conijn B. Procesevaluatie Drankjewel. Utrecht: Trimbos-instituut, 2003.

(12) Conijn B, Riper H. Online tevredenheidsonderzoek Drankjewel.nl. Utrecht: Trimbos-instituut, 2005

[intern verslag].

(13) Blankers H. Zelfhulp via het internet. Een exploratief onderzoek naar de zelfhulpmodule alcohol op

jellinek.nl. Amsterdam: Jellinek/UvA, 2005.

(14) Riper H, Kramer J, Smit F, Conijn B, Cuijpers P. ‘Drinking Less’. An online self- help intervention: Results

from an online randomised clinical trial. (in prep).

Ref Type: Unpublished Work

(15) Huiberts A, Boon B. De effecten van Drinktest.nl. Woerden: NIGZ, 2003.

(16) Huiberts A, Boon B. Wat u drinkt, test u zelf. Een jaar alcoholadvies-op-maat via internet. G 2003;

6:28-29.

(17) Postel MG, Jong CAJ de, Haan HA de. Does e-therapy for problem drinking reach hidden populati-

ons? Am J Psychiatry 2005;162(12):2393.

Page 90: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 91: Programmeringsstudie E-mental Health

89

4 Aandachtspunten en kansen voor E-Mental Health

4.1 Inleiding

In hoofdstuk � is een overzicht geboden van de wetenschappelijke evidentie voor e-mental health. Het praktijkaanbod is besproken in hoofdstuk 3. In dit vierde hoofdstuk worden enkele aandachtspunten en kansen gepresenteerd die aan e-mental health zijn gerelateerd. Deze zijn geformuleerd vanuit het perspectief van de bij deze studie betrokken stakeholders: zorgaanbieders, cliënten, financiers en beleidsmakers. Achtereenvolgens worden de volgende geprioriteerde aandachtspunten bediscussieerd: 1) de ontwikkeling en toepassing van kwaliteitsinstrumenten voor e-mental health; �) de bekostiging van het e-mental health aanbod;3) de transparantie van het e-mental health aanbod;�) de ontwikkeling van een programmatische onderzoeks- en ontwikkelingsagenda;5) de nationale uitwisseling van kennis en ervaring op het gebied van e-mental health on-

derzoek, beleid en praktijk.

Deze aandachtspunten worden in hoofdstuk 5 vertaald naar concrete aanbevelingen met als doel: het bieden van handvatten voor het verbeteren van de implementatie van e-men-tal health in de praktijk.

4.2 Methoden

Voor de inventarisatie van aandachtspunten en kansen voor e-mental health is gebruik ge-maakt van de volgende bronnen en onderzoeksmethoden:• onder aanbieders van e-mental health interventies is een schriftelijke vragenlijst verspreid

(N=7�, response rate 60%). Met behulp van deze vragenlijst zijn aanbieders gevraagd de belangrijkste aandachtspunten voor het implementeren van e-mental health interventies te benoemen en te prioriteren. Deze vragenlijst is opgenomen in bijlage 3.1.

• met vertegenwoordigers van de betrokken stakeholders is een expertmeeting belegd (bijlage �.1 ). Aan deze expertmeeting hebben onder andere aanbieders en GGZ Neder-land (GGZN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), verzekeraars, het College van Zorgver-zekeringen (CVZ), Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), VWS: directie Mevia ICT, ZonMw en de Inspectie voor de Gezondheidszorg deelgenomen. In bijlage �.1 is een lijst met deelnemers opgenomen plus een samenvatting van de belangrijkste uitkomsten van deze bijeenkomst.

• tijdens het e-health congres van GGZ Nederland op � oktober �006 zijn twee workshops gegeven. In de eerste workshop konden medewerkers van GGZ- en IVZ-instellingen feed-back geven op de voorlopige resultaten van het praktijkoverzicht (hoofdstuk 3). Deelne-mers aan de tweede workshop richtten zich op een prioritering van geïnventariseerde knelpunten met behulp van de decision support room methodiek van de TU Delft.

• er zijn face to face interviews gehouden met aanbieders (6), verzekeraars (3), GGZN (�) en ICT/ innovatie experts (3 / 1�)

• er is een analyse gemaakt van de (wetenschappelijke) e-mental health literatuur gericht op implementatie.

Page 92: Programmeringsstudie E-mental Health

90

4.3 Kwaliteitstoetsing e-mental health

In hoofdstuk 3 is beschreven hoe het e-mental health aanbod gestaag groeit. Met deze groei, zijn ook de vragen naar de kwaliteit van dit aanbod door betrokken stakeholders toegenomen. Deze vragen lopen uiteen. Hoe (kosten) effectief is het aanbod? In welke mate moet dit aanbod tot de verzekerde zorg gaan behoren? Welk bereik heeft dit aanbod in termen van aantallen en doelgroepkenmerken? Zijn de veiligheid en privacy van cliënten gegarandeerd? En over welke kwalificaties dienen de aanbieders te beschikken?

Kwaliteitstoetsing is voor betrokken stakeholders om uiteenlopende redenen belangrijk. Deze toetsing stelt de overheid bijvoorbeeld in staat om haar taak als toezichthouder (IGZ) naar behoren uit te voeren. Deze toetsing ondersteunt de overheid ook bij het nemen van weloverwogen beslissingen, bijvoorbeeld over de vraag of - en zo ja welk - e-mental he-alth aanbod in het basispakket moet worden opgenomen. Voor cliënten kan toetsing een belangrijk hulpmiddel zijn bij het bepalen van de betrouwbaarheid en kwaliteit van het aanbod én de aanbieder. Zij zijn zo beter in staat om een verantwoorde keuze te maken uit het beschikbare aanbod. Ook voor zorgverzekeraars is kwaliteitstoetsing van groot belang, omdat deze toetsing voorafgaat aan potentiële financiering (zie paragraaf �.5). Tenslotte, is kwaliteitstoetsing van belang voor aanbieders en verwijzers, zoals blijkt uit de survey onder aanbieders. Zij willen zich kunnen onderscheiden met een kwalitatief goed aanbod. Erken-ning van de kwaliteit van dit aanbod vormt voor hen daarom een belangrijk aandachtspunt. Zij kunnen hiermee hun marktpositie versterken en zich onderscheiden van aanbieders waarvan de kwaliteit van het aanbod niet getoetst is. Kortom, kwaliteitsinstrumenten kun-nen een leidraad vormen bij het ontwikkelen van een e-mental health aanbod dat gelijk staat aan een off-line aanbod. Bovendien zullen huisartsen en andere potentiële verwijzers eerder bereid zijn om te verwijzen naar een aanbod waarvan de kwaliteit is vastgesteld.

WettelijkekwaliteitsregelingenDe kwaliteitsgarantie van het e-mental health aanbod dient natuurlijk in eerste instantie te worden geregeld door de wettelijke kwaliteitsregelingen voor de zorg zoals bijvoorbeeld vastgelegd in de Kwaliteitswet Zorginstellingen, de Wet op de Geneeskundige Behandel-overeenkomst (WGBO), de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) en de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). In aanvulling op deze wettelijke regelgeving bestaan er tal van instrumenten om het zorgaanbod te reguleren. Voor het e-mental health aanbod kan hierbij aansluiting worden gezocht bij de multidisciplinaire richtlijnen, keurmerken en certificering van aanbieders, zoals de HKZ certificering.

Zoals blijkt uit deze studie, hebben de betrokken stakeholders naar eigen zeggen nog on-voldoende zicht op de kwaliteit van het e-mental health aanbod. Daarnaast vertoont het e-mental health aanbod overeenkomsten maar ook verschillen met het reguliere aanbod. Het gaat immers om zorg op afstand, cliënten kunnen soms anoniem deelnemen aan het aanbod, en er is sprake van nauwe samenwerking met de ICT sector. Hierom pleit een aantal stakeholders voor de toepassing van specifieke kwaliteitsinstrumenten en een keurmerk voor e-mental health. Een dergelijk keurmerk wordt door de stakeholders gezien als een belangrijk hulpmiddel om het e-mental health aanbod te verbeteren, de kwaliteit en veilig-heid ervan te waarborgen en het aanbod voor financiers transparant en controleerbaar te

Page 93: Programmeringsstudie E-mental Health

91

maken. Vooralsnog is zo’n keurmerk in Nederland niet voorhanden. Ook zijn er nog geen specifieke aanvullingen op bestaande instrumenten ontwikkeld voor het toetsen van e-mental health. Om die reden is in het kader van deze studie een inventarisatie gemaakt van beschikbare kwaliteitsinstrumenten in het buitenland. In de volgende paragraaf een overzicht van deze inventarisatie.

4.4 Internationale e-mental health kwaliteitsinstrumenten

Een specifiek keurmerk voor e-mental health is niet beschikbaar, noch in Nederland, noch daarbuiten. Wel zijn er in het buitenland een aantal specifieke kwaliteitsinstrumenten voor e-mental health ontwikkeld. Tabel �.1 biedt een overzicht van deze instrumenten.� Hiervoor is gebruikgemaakt van het overzicht van Wootton & Blignault (1). Dit overzicht is in deze studie aangevuld met hierna verschenen instrumenten. Verder zijn de reeds gepresenteer-de instrumenten opnieuw op geldigheid gecontroleerd.

De tabel toont achtereenvolgens de organisatie en het jaar waarin deze het instrument ge-lanceerd heeft, het type instrument en de plaats waar het instrument op het web te vinden is. De gepresenteerde instrumenten zijn onderverdeeld naar:a) klinische richtlijnen; deze geven handvatten voor specifieke beroepsgroepen over de

toepassing van e-mental health in de praktijk. b) operationele richtlijnen; deze bieden professionals ondersteuning bij de toepassing van

het gebruik van ICT voor e-health (niet e-mental health specifiek). c) technische richtlijnen; deze bieden inzicht in communicatiestandaarden die worden

toegepast voor informatie-uitwisseling met gebruikmaking van ICT.d) keurmerken; hierbij gaat het om productkwalificatie door middel van een keurmerk

(met of zonder (vrijwillige) zelfcertificatie).

KlinischerichtlijnenTabel �.1 laat zien dat er vanaf 1997 met name klinische richtlijnen voor e-mental health zijn ontwikkeld in de Verenigde Staten, Australië en Canada. Het betreft hier richtlijnen voor professionals, zoals psychiaters, psychologen en maatschappelijk werkers. In een enkel ge-val betreft het een uitspraak door een beroepsvereniging ter voorbereiding op een toe-komstige richtlijn (�). Doel van deze richtlijnen is het bieden van handvatten voor professi-oneel handelen en het reduceren van risico’s voor cliënten. Sommige richtlijnen bieden ook ondersteuning aan cliënten. Op dit moment zijn er geen Nederlandse klinische richtlijnen voor e-mental health ontwikkeld.

De eerst gepubliceerde klinische e-mental health richtlijnen richtten zich specifiek op het aanbod van telepsychiatrie via videoconferencing. Deze richtlijnen zijn vooral ontwikkeld in landen waar het toepassen van telepsychiatrie vergevorderd is vanwege de grote geo-grafische afstand tussen aanbieders en patiënten. De richtlijnen zijn veelal afkomstig van koepelorganisaties van beroepsgroepen (3-�).

� Voor zover wij deze hebben kunnen identificeren. Niet alle richtlijnen zijn publiekelijk toegankelijk en soms voorbehouden aan leden van beroepsgroepen.

Page 94: Programmeringsstudie E-mental Health

9�

De eerste internationale klinische richtlijn voor e-mental health is opgesteld door de In-ternational Society for Mental Health Online (5). Deze richtlijn vormt een leidraad voor het bieden van e-mental health door clinici en het gebruik hiervan door cliënten (6). De meest recente professionele richtlijn is die van de Canadian Psychological Association (7) voor psy-chologen.

De klinische richtlijnen gaan uit van geldende kwaliteitseisen voor de zorg: effectiviteit, vei-ligheid, tijdigheid, toegankelijkheid (8) en enkele sectorspecifieke kwaliteitseisen. Daarnaast stimuleren deze richtlijnen het evidence based werken, gedeelde klinische besluitvorming, de betrokkenheid van cliënten en het gestandaardiseerd en geprotocolleerd werken. Sa-menvattend luiden de adviezen van deze klinische e-mental health richtlijnen als volgt:• werk op basis van het informed consent principe aan het zorgproces, geef de cliënt mo-

gelijke risico’s en voordelen duidelijk aan, tref veiligheidsmaatregelen en informeer cli-enten over alternatieven;

• volg dezelfde procedures als bij face to face consultaties en biedt een duidelijke defini-ering van de rol en competenties van hulpverleners en cliënten;

• voldoe aan wettelijke verplichtingen, zoals het verzekeren van de privacy van cliënten en dossiervorming;

• stel richtlijnen op voor het online adverteren en sponsoren door farmaceutische bedrijven;• organiseer de training en accreditatie van professionals.

OperationelerichtlijnenDe in tabel �.1 gepresenteerde operationele richtlijnen zijn gericht op e-health en niet expliciet op e-mental health. Toch zijn ze hier wel op toepasbaar. Deze richtlijnen bieden kwaliteitscriteria waaraan een e-health aanbod en de aanbieders moeten voldoen. Ze zijn echter niet opgesteld door of voor specifieke klinische disciplines. De richtlijnen bevatten bijvoorbeeld adviezen over de wijze waarop privacy van cliënten en de kwaliteit van de ge-boden informatie geborgd moeten zijn. Deze richtlijnen hebben veelal een internationaal karakter zoals de HON richtlijnen (Health On the Net). Vanwege de internationale status en het zelfregulerende karakter is het volgen van deze richtlijnen dus niet verplicht. Hierdoor is de wettelijke geldigheid voor Nederlandse aanbieders beperkt. Ook de Europese Com-missie (9) heeft een richtlijn gepubliceerd met adviezen over de kwaliteit van gezondheids-gerelateerde websites. Het betreft hier echter een advies, waarbij het uitgangspunt wordt gehanteerd dat deze richtlijn door de lidstaten zelf verspreid en geïmplementeerd gaat worden. De richtlijn heeft vooralsnog geen wettelijke status. Er gelden dus geen sancties wanneer aanbieders deze richtlijnen niet volgen.

In Nederland is in �005 de KNMG richtlijn voor e-mail consultatie door artsen in werking getreden (10). Deze richtlijn bevat zowel elementen van een klinische richtlijn als van een operationele richtlijn. In navolging van deze richtlijn heeft de NHG een checklist voor e-mail consultatie voor huisartsen ontwikkeld (11). De KNMG richtlijn wordt op dit moment geëvalueerd.

Page 95: Programmeringsstudie E-mental Health

93

De betreffende richtlijn biedt weliswaar adviezen voor aanbieders van e-mental health in-terventies, maar is desondanks slechts beperkt toepasbaar op dit aanbod. Hiervoor zijn drie oorzaken aan te wijzen. Ten eerste gaat de richtlijn uit van een bestaande (face to face) behandelrelatie tussen arts en cliënt, alvorens zich er een online relatie kan ontwikkelen. Kenmerkend voor het e-mental health aanbod is echter dat deze vaak online start en soms zelfs geheel online plaatsvindt. Ten tweede wordt het e-mental health aanbod ook uitge-voerd door beroepsgroepen die niet vertegenwoordigd worden door de KNMG. Ten derde stelt de checklist van het NHG expliciet dat e-consultatie niet geschikt is voor het bespreken van emotionele problemen.

E-mentalhealthkeurmerkEr zijn geen voorbeelden gevonden van een e-mental health keurmerk. Wel is er een aantal e-health keurmerken ontwikkeld. De Health On the Net code (HON code) was het eerste in-ternationale zelfregulerend kwaliteitskeurmerk voor e-health interventies, inclusief e-men-tal health interventies. Uit een eigen search van oktober �006 blijkt dat deze code 3.�80 keer werd toegekend aan interventies onder de noemer ‘health’, 937 keer aan interventies onder de noemer van mental health, en 6 keer aan interventies onder de noemer van e-therapy (zie www.hon.ch). In Nederland is TNO actief met twee Europese projecten (QMIC (Quality for Medical Information & Communication) en QMT (Quality for Medical Technology). Het QMIC keurmerk is een systeem voor zelfcertificatie met externe audits die door TNO wordt uitgevoerd. De implementatie van dit keurmerk is nog nog beperkt, maar verdient nader onderzoek zodat het mogelijk kan worden toegepast bij e-mental health interventies.

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat e-mental health richtlijnen en keurmerken in Nederland ontbreken. Dit geldt overigens ook voor het merendeel van het e-health aanbod gericht op de somatische zorg (1�-13). Uitzondering hierop vormt de KNMG richtlijn voor e-mail consultatie (10). Deze beperkte beschikbaarheid is niet verwonderlijk, omdat het om een relatief nieuw aanbod gaat. In �006 heeft de International Society for Research on In-ternet Interventions (ISRII), een internationaal netwerk van e-(mental) health onderzoekers, gepleit voor de ontwikkeling en implementatie van instrumenten om e-mental health in-terventies te toetsen, zodat deze interventies herkenbaar worden als empirisch gevalideerd en bewezen effectief (1�). Daarnaast wil de ISRII een classificeringsschema ontwikkelen dat rekening houdt met een gedifferentieerd aanbod: informatie, interactieve informatie uitwisseling, ondersteuning van behandelkeuze, minimale begeleiding (bijvoorbeeld zelf-hulp) en meer intensievere vormen van behandeling en daaraan gerelateerde kwaliteitsei-sen. Gezien de internationale ontwikkelingen en de behoeften van betrokken stakeholders om het e-mental health aanbod op kwaliteit te kunnen toetsen, is een nadere verkenning van de wenselijkheid en haalbaarheid van specifieke kwaliteitsinstrumenten voor e-mental health gerechtvaardigd. Het ligt hierbij voor de hand gebruik te maken van Europese en internationale ervaringen en de scope te richten op zowel e-health als e-mental health.

Page 96: Programmeringsstudie E-mental Health

9�

Tabel 4.1 Internationale kwaliteitsinstrumenten voor e-mental health naar aanbieder, type instrument en referentie en land van herkomst

Aanbieder Instrument Referentie en land van herkomst

Richtlijnen/Ethische Codes

Klinische richtlijnen

American Psychological Association (APA Ethics Committee ) 1997 (15)

APA statement voor aanbod via telefoon, videoconferencing en audiotapes. Evaluatie in uitvoering (�006) inclusief online aanbod via nieuwe media.

http://www.apa.org/ethics/stmnt01.htmlVerenigde Staten

American Psychiatric Association (APA) 1998 (3)

Telepsychiatrie (videoconferencing real time)Goedgekeurd door APA Board of Trustees.

http://www.psych.org/psych_pract/tp_paper.cfmVerenigde Staten

American Counseling Association, 1999 update �006 (alleen toegankelijk voor leden) (16)

Ethical Standards for Internet Online Counseling1996 versie goedgekeurd door ACA Governing Council.

http://www.counseling.org/Verenigde Staten

Royal Australian and New Zealand College of Psychiatrist (RANZCP) 1999 (�)

Telepsychiatrie (videoconferencing real time)Telepsychiatrie Positie Statement.

http://www.ranzcp.orgNieuw Zeeland

International Society for Mental Health Online/Psychiatric Society for Informatics �000 (5)

Aanbevolen principes voor het bieden van online GGZ diensten voor clinici en cliënten.

http://www.ismho.org/suggestions.html Internationaal

American Psychiatric Association (APA) �001/�006 (�)

APA “Opinions of the Ethics Committee on the Principles of Medical Ethics With Annotations Especially Applicable to Psychiatry. Sectie 1-K: Ethische opinie (evaluatie in �006).

http://www.psych.org/psych_pract/ethics/ethics_opinions53101.cfmVerenigde Staten

Australian Psychological Society (APS) �00� (17)

APS Ethische richtlijnen voor aanbod via internet.

http://www.psychology.org.au/Australië

American Psychiatric Association Council on Psychiatry and Law �006 (18)

Veelgestelde vragen en antwoorden over e-therapy voor aanbieders.

http://www.psych.org/psych_pract/clin_issues/etherapyfaqs.cfmVerenigde Staten

Canadian Psychological Association (CPA) �006 (7)

Ethische richtlijnen voor psychologen die via nieuwe media hun diensten aanleveren.

http://www.cpa.ca/aboutcpa/boardofdirectors/committees/ethics/ethicsconsultation/Canada

KNMG �005 (10) Richtlijn online arts-patient contact, e-consult.

www.KNMG.nlNederland

NHG �006 (11) NHG-Checklist e-consult. http://nhg.artsennet.nl/Nederland

CPME (Standing Committee of European Doctors) (19)

Advies online arts-patient communicatie.

http://www.cpme.be/Europa

Page 97: Programmeringsstudie E-mental Health

95

Operationele richtlijnen voor ICT gebruik

Health on the Net Foundation (HON) 1997 (�0)

Diverse internationale richtlijnen o.b.v. zelfregulatie en third party audit (en keurmerk, zie HON code).

http://www.hon.ch/HONcode/Conduct.htmlInternationaal (vanuit Zwitserland)

Internet Healthcare Coalition (IHC)�000 (�1)

Richtlijnen voor kwaliteitsborging van e-health interventies waaronder privacy en kwaliteit van informatie.

http://www.ihealthcoalition.org/Internationaal

Yellowlees, P. M. (�001) (��) Richtlijnen specifiek ontwikkeld voor cliënten om de kwalificaties en betrouwbaarheid van e-health aanbieders vast te stellen.

http://www.mja.com.au/public/issues/173_11_0�1�00/yellowlees/yellowlees.htmlAustralie

EU/ CEC �00� (9) Communication on Criteria for Basic Good Conduct in the Development & Maintenance of Health Related Websites: een set van kwaliteitscriteria voor websites met medische informatie voor landen binnen de EU (�3).

http://ec.europa.eu/information_society/eeurope/ehealth/quality/draft_guidelines/index_en.htmEuropese Unie

TNO �00� (��) QMIC (Quality for Medical Information and Communication) model voor het vaststellen van de betrouwbaarheid van zorginformatie.

http://www.qmic.nlNederland

Continua �006 (�5) Europese industriële alliantie (ICT. Farmacie, gezondheidszorg), richtlijnen en gecertificeerde producten in �008.

http://www.continuaalliance.orgInternationaal/ profit

Technische richtlijnen

NEN/NICTIZ �00�/�005 (�6) Norm voor informatiebeveiliging en bescherming van uitwisseling van medische gegevens van patiënten tussen zorgverleners. Niet e-health specifiek maar wel toepasbaar als algemeen referentiekader.

http://www�.nen.nlNederland

Keurmerk

Health on the Net Foundation 1997 (�0)

HON Code of Conduct for Medical and Health Websites(niet e-mental health specifiek).

http://www.hon.ch/HONcode/Conduct.htmlInternationaal (vanuit Zwitserland)

TNO �00� (�7) QMT (Quality for Medical Technology) een systeem voor zelfcertificatie met externe referentie.

http://www.tno.nl/content.cfm?context=markten&content=case&laag1=189&item_id=113Nederland

De EU wetgeving m.b.t. e-health/telemedicine bestaat uit een aantal richtlijnen (o.a. de Richtlijn 2000/31/EC m.b.t. e-commerce), en standpunten en opvattingen op het niveau van de beroepsgroepen: de Ethical guidelines in telemedicine uit 1997 (28) o.a. en aanbevelingen van het Comité Permanent des médecins Européen uit 2002 (29).

Page 98: Programmeringsstudie E-mental Health

96

4.5 Financiering van het e-mental health aanbod

Met de groei van het e-mental health aanbod is ook de vraag naar de structurele financie-ring van dit aanbod gegroeid. Over deze financiering bestaat nog onduidelijkheid. Door de betrokken stakeholders wordt dit als tweede belangrijk aandachtspunt benoemd. Aanbie-ders vragen zich af welk aanbod nu en in de toekomst tot de verzekerde zorg zal gaan beho-ren. Verzekeraars willen weten welk aanbod zij wel of niet kunnen financieren. En cliënten willen duidelijkheid over de vraag welk e-mental health aanbod vanuit hun ziektekosten-verzekering wordt vergoed. Uit de gepresenteerde inventarisatie in hoofdstuk 3 blijkt dat aanbieders op dit moment voor tweederde van het aanbod geen kosten doorberekenen aan cliënten. Dit geldt met name voor het preventieve e-mental health aanbod. Dit betekent natuurlijk niet dat aan-bieders geen kosten maken. Zij financieren dit aanbod vanuit verschillende bronnen en vaak op interne projectbasis (AWBZ gelden, investeringsgelden, giften, subsidies of derden zoals werkgevers of cliënten zelf, zie hoofdstuk 3). Deze onduidelijke financiële infrastruc-tuur maakt de continuïteit van het aanbod onzeker. Bovendien bemoeilijkt het binnen de organisaties de beleidsvorming op dit domein en het opstellen van businessplannen. Aan-bieders vragen zich af welke regelingen getroffen kunnen worden totdat bovenstaande on-zekerheden zijn opgelost en hoe het kostenplaatje er in de toekomst zal gaan uitzien. Des-ondanks investeren veel GGZ- en verslavingszorgaanbieders in e-mental health vanwege de potentiële kansen die dit biedt op het vergroten van het bereik van doelgroepen. Dit is conform de speerpunten van VWS (Preventienota (30), VTV-rapport (31)) en de ambities van GGZ-Nederland.

De onzekerheden worden mede veroorzaakt door algemene stelselwijzigingen in de zorg. Met ingang van 1 januari �007 is de collectieve preventie vanuit de AWBZ overgeheveld naar de WMO. Met ingang van 1 januari �008 wordt de geneeskundige ambulante GGZ en de intramurale GGZ korter dan 1 jaar overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet en in het basispakket opgenomen. Deze transities zijn echter nog niet volledig uitgekristalliseerd.

Collectieve preventie is opgenomen in de WMO en zal daarmee binnen het gemeentelijke financieringskader vorm krijgen. Individu gerichte GGZ-preventie valt met ingang van �008 onder de Zorgverzekeringswet (ZVW). Voor zorgverzekeraars - als schadeverzekeraars - ligt financiering van het (selectieve) preventieve aanbod in eigen termen vooralsnog moeilijk, omdat zij zich gesteld zien staan voor de ‘preventieparadox’. Bij preventie ligt het accent immers op het voorkomen van gezondheidsschade op de lange termijn. Preventie wordt belangrijk geacht, maar is voor verzekeraars financieel risicovol. Het is namelijk onzeker of verzekerden in wie middels preventie wordt geïnvesteerd ook bij de investerende zorgver-zekeraar zullen blijven. Een langdurige relatie is noodzakelijk voor de zorgverzekeraar om profijt uit preventie te halen. Strikt genomen zou dit geen reëel probleem zijn indien alle zorgverzekeraars in dezelfde mate in preventie investeren. Dit is echter nog niet de praktijk van alledag. Dit kan ertoe leiden dat de polis van een verzekeraar die in preventie investeert duurder wordt dan van de verzekeraar die dit niet doet. Dit leidt tot het risico dat burgers uiteindelijk toch kiezen voor een verzekeraar die een lagere premie aanbiedt, omdat hij niet in preventie investeert.

Page 99: Programmeringsstudie E-mental Health

97

Pakketbeheerder CVZ krijgt regelmatig vragen hoe het fenomeen preventie zich verhoudt tot de aard en inhoud van de ZVW. Een collectief preventiefonds zou deze problematiek deels kunnen oplossen. Omdat de meningen van zorgverzekeraars hierover sterk zijn ver-deeld, lijkt zo ’n fonds nu geen reële optie (expertmeeting e-mental health �006 (3�), ex-pertmeeting preventie �006 (33)). Ook de politiek laat zich niet onberoerd. In �007 is een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht in overleg met het veld na te gaan of en hoe preventie in het basispakket kan worden opgenomen3. Onduidelijkheden in fi-nanciering die hieruit voortvloeien raken ook het preventieve e-mental health aanbod.

Het huidige curatieve e-mental health aanbod wordt nu nog gefinancierd vanuit de AWBZ (hoofdstuk 3). Uitgangspunt bij de invoering van de Zorgverzekeringswet per 1 januari �008 is dat het curatieve GGZ-budget neutraal naar deze nieuwe wet wordt overgeheveld. In het verlengde hiervan zou dan gelden dat het curatieve e-mental health aanbod verze-kerde zorg blijft, mits dit aanbod aan de gestelde kwaliteitseisen en aan de indicatie-eisen voldoen wordt. De bekostiging van het curatieve e-mental health aanbod is op dit moment echter nog niet uitgekristalliseerd. Het curatieve aanbod - en daarmee ook het curatieve e-mental health aanbod, mits aan de vereiste indicatie en geldende kwaliteitseisen wordt voldaan - valt per �008 onder de ZVW.

Helderheid over de bekostiging van het e-mental health aanbod vloeit dus voort uit ge-nerieke besluiten in het kader van de nieuwe Zorgverzekeringswet. Tegelijkertijd zijn er drie aan e-mental health gerelateerde aandachtspunten die structurele financiering op dit moment bemoeilijken: 1) kwaliteitstoetsing, �) mogelijkheden voor cliënten tot anonieme deelname aan het aanbod en 3) het mogelijk creëren van oneigenlijk gebruik door het aan-bod. Het belang van kwaliteitstoetsing is in de paragrafen �.3 en �.� uitvoerig besproken.

AnonimiteitKenmerkend voor het huidige e-mental health aanbod is dat cliënten aan een deel van dit aanbod niet alleen gratis maar ook anoniem kunnen deelnemen. In de praktijk blijkt dat dit voor sommige mensen de drempel om hulp te zoeken verlaagt. De verwachting is dat deze groep zich hierdoor eerder meldt met hun klachten en symptomen. Of het hier gaat om een groep die zich anders niet zou melden, moet systematisch worden onderzocht. Het belang van deze anonimiteit speelt met name bij de selectieve en geïndiceerde GGZ preventie, bij een aantal aandoeningen waaronder depressie en probleemdrinken en bij bepaalde doel-groepen waaronder jongeren (bijlagen 3.� – 3.�). Stakeholders, inclusief de verzekeraars erkennen het belang van laagdrempeligheid en staan daarom niet onwelwillend tegenover anonimiteit. Verzekeraars lopen echter tegen een aantal problemen op bij de financiering van een anoniem aanbod.

Het huidige e-mental health aanbod maakt verschillende vormen van anoniem deelnemen mogelijk. Zo kan een cliënt werken met een gefingeerde naam (alias), waardoor hij niet ken-baar is als geregistreerde cliënt van een instelling. Ook kan een cliënt al of niet met een alias door het ontbreken van een polisidentificatie niet herkenbaar zijn voor een verzekeraar.

3 Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vergaderjaar �006–�007, 30 800 XVI, nr. 7� MOTIE VAN HET LID VAN DER VEEN C.S.

Page 100: Programmeringsstudie E-mental Health

98

Zonder polisidentificatie is het echter niet mogelijk om dit aanbod te bekostigen binnen de ZVW. Er kan dan immers geen relatie worden gelegd tussen polishouder, verzekeraar en hulpverlener. Uit de expertmeeting kwam naar voren dat hier mogelijk wel oplossin-gen voor gevonden kunnen worden, zoals versleuteling of poortwachters als ‘trusted third parties’ waarmee in Australië en Groot Brittannië al ervaring wordt opgedaan ter illustratie dienen. Als intermediairs kunnen zij de geldigheid van een polis controleren. Deze oplos-sing wordt in de Nederlandse nog praktijk nog niet toegepast, waarschijnlijk omdat men eerst een oplossing zoekt binnen de bestaande kaders en de uitkristallisering van de ZVW in de loop van �007. Om tot een weloverwogen beslissing te komen voor de financiering van het anonieme e-mental health aanbod dient allereerst te worden verkend voor welke doelgroepen, settings en stakeholders (financier, aanbieder, cliënten, overheid (landelijk/lokaal)) anonimiteit belangrijk is en in welke mate dit wettelijk en beroepsmatig aanvaard-baar is.

KostenEen tweede belangrijke vraag voor de financiering van het e-mental health aanbod is of dit aanbod leidt tot kostenbesparing of kostenverhoging en op welke tijdstermijn. Bij zorgver-zekeraars bestaat het beeld dat zowel vraag als aanbod in de GGZ ongebreideld groeien wanneer daar geen rem op wordt gezet. Zorgverzekeraars veronderstellen eveneens dat deze groei sterker is dan in andere zorgsectoren. Laagdrempelig e-mental health kan inder-daad extra patiënten aantrekken. De veronderstelling is dat dit op termijn kostenbesparend uitpakt. Op deze manier worden immers mensen bereikt voordat hun klachten zijn uitge-groeid tot ernstige psychische problemen die intensieve vormen van zorg vereisen. Deze aanname moet dan wel opgeld doen. Dat wil zeggen dat het laagdrempelige aanbod niet ook een groep moet aantrekken, die zonder dit aanbod hun beginnende klachten net zo goed zelf hadden kunnen oplossen. Hier kunnen op grond van beschikbare data geen ver-dere uitspraken over worden gedaan. Uit de beschikbare data blijkt echter wel dat cliënten die deelnemen aan een preventief aanbod eerder een hoog dan een laag klachtenniveau hebben.

4.6 Structurele organisatie van het aanbod

In paragraaf �.3 en �.� zijn twee verbeterpunten voor succesvolle implementatie van e-mental health gepresenteerd: 1) kwaliteitstoetsing van het aanbod en �) verheldering van de financiering van dit aanbod. Het derde aandachtspunt is nauw aan deze verbeter-punten gerelateerd en betreft de transparantie van dit aanbod door de aanbieders. In deze paragraaf komen drie factoren aan bod die volgens de betrokken stakeholders de transparantie op dit moment bemoeilijken: a) samenwerking versus concurrentie tussen aanbieders; b) systematische implementatie; en c) het monitoren van het bereik van het e-mental health aanbod in termen van aantallen en doelgroepkenmerken.

SamenwerkingversusconcurrentieHet praktijkoverzicht (hoofdstuk 3) liet zien dat het e-mental health aanbod wordt ontwik-keld en aangeboden door diverse organisaties. De afgelopen jaren is de vraag naar meer af-stemming van dit aanbod gegroeid in een context van toenemende concurrentie en markt-

Page 101: Programmeringsstudie E-mental Health

99

werking binnen de zorgsector. Deze marktwerking bemoeilijkt soms de samenwerking. Tegelijkertijd benoemen de betrokken stakeholders deze samenwerking op een aantal pun-ten juist als een noodzakelijke randvoorwaarde om versnippering van het aanbod tegen te gaan en de kwaliteit van het aanbod te borgen, te financieren en verdere ontwikkelingen betaalbaar te houden. De samenwerking heeft dus betrekking op punten die het eigenbe-lang van instellingen overstijgen en bijdragen aan de professionalisering van het e-mental health aanbod, zoals het vaststellen van kwaliteitscriteria, garantiestelling van financiering van het aanbod en mogelijkheden voor financiering en uitvoering van onderzoek. Soms werken aanbieders al nauw samen en worden consortia gevormd rondom specifieke in-terventies. Een voorbeeld hiervan is het consortium rondom ‘grip op je dip online’ waarbij enkele GGZ-instellingen en het Trimbos-instituut gezamenlijk opereren. Vanuit de literatuur is nog weinig bekend over samenwerking en marktwerking op het ge-bied van e-mental health in de praktijk. Wel wordt het belang van samenwerking in een aantal studies benoemd met enkele aandachtspunten, zoals de samenwerking met private ICT en marketing partners (3�).

Van‘adhoc’naarbeleidsmatigeimplementatieUit de consultatie met aanbieders blijkt dat GGZ- en verslavingszorginstellingen e-mental health in toenemende mate beleidsmatig willen prioriteren binnen hun organisatie. Deze prioritering vereist echter een transitie van een ‘ad hoc’ en ‘pioneer’ benadering naar een meer beleidsmatige implementatie van e-mental health. Gezien de huidige ontwikkelingen op het gebied van e-mental health achten veel instellingen een dergelijke benadering op-portuun. Tegelijkertijd geven instellingen aan dat zij over beperkte implementatiekennis op dit terrein beschikken. Dit vergt van instellingen niet alleen investering in kennis, maar ook in menskracht, (financiële) middelen en nieuwe samenwerkingsvormen. Uit de consultaties blijkt – niet verwonderlijk – dat de kosten ook hier voor de baten uitgaan. Instellingen moe-ten ervaringen opdoen met het nieuwe aanbod en dit aanbod inbedden in hun staande organisatie. Zoals in paragraaf �.3 en �.� besproken, kunnen kwaliteitsinstrumenten en hel-dere financieringsafspraken het besluitvormingsproces rondom implementatie versterken. Aanbieders moeten immers een aantal belangrijke keuzes maken. Deze keuzes variëren van het type aanbod tot keuzes over het zelf ontwikkelen van dit aanbod of aansluiting zoeken bij reeds ontwikkeld aanbod. Vervolgens gaat het om zaken als opname van het aanbod in behandelprotocollen en om regelingen inzake rapportage, dossiervorming en privacybe-leid overeenkomstig de geldende wettelijke kaders. Ook de aanvaarding door en opleiding van hulpverleners speelt een belangrijke rol. Uiteindelijk moet dit leiden tot een veranke-ring van het e-mental health aanbod op basis van duidelijke (financiële) randvoorwaarden voor de uitvoering, het onderhoud en de innovatie hiervan.

Hetbelangvanmonitorenvanhete-mentalhealthbereikSuccesvolle implementatie van e-mental health veronderstelt een daadwerkelijk bereik van de beoogde doelgroep gemeten naar aantal, doelgroepkenmerken en effectiviteit van het aanbod in relatie tot de gemaakte kosten (35-36). Bij doelgroepkenmerken gaat het om: a) inzicht in socio-demografische karakteristieken (sekse, leeftijd, opleiding en inkomen) en b) om inzicht in het klachtenniveau, de gezondheidsstatus en de consumptie van de (geeste-lijke) gezondheidszorg door cliënten. Het praktijkoverzicht uit hoofdstuk 3 liet zien dat er over het daadwerkelijke bereik van

Page 102: Programmeringsstudie E-mental Health

100

het e-mental health aanbod op het niveau van de aanbieders nog slechts voorzichtige uitspraken kunnen worden gedaan. Ook vanuit de literatuur is hierover nog weinig bekend. Systematische studies naar het bereik van het e-mental health aanbod ontbreken nage-noeg. Wel zijn er twee aandachtspunten die in de beschikbare literatuur ruim aandacht krijgen: therapietrouw en het bereik van e-mental health onder mensen met een lage so-ciaal economische status (SES). Zabinski (37) komt op basis van zijn studie tot de conclusie dat lager opgeleiden en minder gemotiveerde cliënten slecht bereikt worden met het e-mental health aanbod. Zabinski constateert echter terecht dat dit ook geldt voor het bereik van het reguliere off-line aanbod. Emmelkamp (38) en Keijser (39) komen tot soortgelijke conclusies. De toegang tot internet als zodanig geldt in Nederland niet als een belemme-rende factor voor doelgroepen met een lage SES, gezien de zeer hoge dekkingsgraad van internet onder de Nederlandse bevolking. Het monitoren van doelgroepkenmerken kan zo antwoord geven op de vraag of geprioriteerde doelgroepen daadwerkelijk in een vroeger stadium door e-mental health worden bereikt.In de wetenschappelijke literatuur wordt in dit kader vaak gerefereerd aan mensen die bang zijn gestigmatiseerd te worden vanwege een aandoening zoals depressie of probleemdrin-ken, mensen die veraf wonen van GGZ-aanbieders, en mensen die aan huis zijn gebonden vanwege ziekte, handicap of ouderdom (3�). Uit beschikbare bereik-gegevens blijkt bijvoor-beeld dat met ‘gripopjedip.nl’ - een geïndiceerd preventieaanbod - de beoogde doelgroep ‘jongeren met depressieve klachten’ daadwerkelijk wordt bereikt, terwijl dat nauwelijks lukt met het reguliere aanbod. Uit de monitorgegevens van de aanmeldingen voor het aanbod en uit de gegevens over de onderzoeksgroep blijkt echter ook dat de lager opgeleiden en de mannelijke bezoekers ondervertegenwoordigd zijn. Jongeren met relatief zware klachten zijn daarentegen oververtegenwoordigd. Onderzoeksgegevens van ‘gripopjedip.nl’ tonen aan dat veel jongeren zelfs nooit met iemand over hun depressieve gevoelens hebben gesproken (�0, �1). Ook is op basis van effectonderzoek naar de online zelfhulpinterventie MinderDrinken bekend dat negen van de tien probleemdrinkers geen professionele hulp voor probleemdrin-ken had gezocht voorafgaande aan de interventie (��).

Voor stakeholders vormt een beter inzicht in het bereik van het e-mental health aanbod een belangrijk verbeterpunt. Voor aanbieders is dit belangrijk, omdat zij veel in e-mental health investeren. Zij willen weten wat deze investeringen om het bereik van het GGZ aanbod te vergroten uiteindelijk opleveren. Daarnaast is rapportage over het bereik voor veel verze-keraars een randvoorwaarde voor financiering. Bereikgegevens zijn ook van essentieel be-lang om de gevolgen van e-mental health voor de gezondheidswinst op populatieniveau te kunnen inschatten. Van daaruit kan de overheid kaders voor landelijk GGZ beleid op dit terrein ontwikkelen. Tenslotte is inzicht in de omvang van het bereik voor verzekeraars van belang bij het vaststellen van verzekeringspakketten op maat. Bereik vormt hierbij een be-langrijk kwaliteitscriterium.

De resultaten van deze studie laten zien dat het inzicht in het bereik van het actuele aanbod nog beperkt is, omdat:a) registratie in termen van aantal en doelgroepkenmerken van het e-mental health aan-

bod niet gestandaardiseerd is en op een aantal variabelen wezenlijk verschilt van regi-stratie van het reguliere aanbod;

Page 103: Programmeringsstudie E-mental Health

101

b) de mogelijkheid anoniem deel te nemen aan een deel van het aanbod een systemati-sche registratie beperkt;

c) er nog geen onderzoek op geaggregeerd niveau is uitgevoerd.

Een aantal van deze beperkingen geldt ook voor het monitoren van het offline GGZ aan-bod. In de Qui-databank (databank voor Gezondheidsbevordering en Preventie) wordt bij-voorbeeld wel de doelgroep geregistreerd waarvoor de interventie bestemd is evenals het aantal bereikte personen per interventie. Hierbij ontbreekt echter de registratie van doel-groepkenmerken. Bovendien gaat het om schattingen, omdat niet alle interventies worden aangemeld�. Het bereik van het offline behandelaanbod wordt onder andere gepresenteerd in GGZ in tabellen (�3) en het Sectorrapport GGZ �003 – �005 van GGZ Nederland (��). Het gaat hier om generieke gegevens die losgekoppeld zijn van het specifieke behandelaan-bod. Ook de data omtrent specifieke doelgroepkenmerken zijn beperkt.

De transparantie van het e-mental health aanbod kan dus aanzienlijk verbeteren door het be-reik van het aanbod op een meer systematische en gestandaardiseerde wijze te monitoren.

4.7 Hiaten in aanbod en onderzoek

De review van hoofdstuk �, het praktijkoverzicht uit hoofdstuk 3 en de verbeterpunten die zijn genoemd door de in deze studie geïnterviewde stakeholders, tonen een aantal hiaten aan in het e-mental health aanbod en onderzoek. Zoals herhaaldelijk gesteld, gaat het bij e-mental health om een nieuw en innovatief aanbod. De bovengenoemde beperktheid moet dan ook in dat perspectief worden bezien.

Deze hiaten worden in deze paragraaf besproken. Hoofdstuk � laat zien dat de effectiviteit van e-mental health voor depressie, angst en problematisch alcoholgebruik veelbelovend is. Hoofdstuk 3 toont echter ook aan dat het aanbod in de praktijk geen gelijke tred houdt met uitgevoerd onderzoek. Ongeveer een kwart van dit aanbod is - of wordt nu - op effec-tiviteit onderzocht. Daarmee is het inzicht in de effectiviteit, kwaliteit en het bereik van het huidige e-mental health aanbod dus nog beperkt. Dit laat onverlet dat het beantwoorden van de effectiviteitvraag cruciaal is voor de toekomstige ontwikkeling, implementatie en financiering van het e-mental health aanbod. Onderzoek naar dit aanbod middels gerando-miseerd effectonderzoek bepaalt immers welke internetinterventies wel en niet werken en tegen welke kosten. Een programmatische onderzoeksagenda voor e-mental health (‘road map’) met geprioriteerde thema’s wordt door de betrokken stakeholders dan ook als een belangrijk aandachtspunt benoemd.5 Naast het generieke belang van (kosten) effectivi-teitonderzoek zijn hiertoe de volgende bevindingen voor een effectieve ontwikkeling van e-mental health van belang.

� De Qui- databank bevat niet alleen gegevens over off-line interventies, maar ook over e-mental health inter-venties. Deze zijn echter onvolledig, omdat slechts een klein aantal van de in het praktijkoverzicht genoemde interventies opgenomen waren in deze databank.

5 Zie bijvoorbeeld de ervaringen die hiermee zijn opgedaan door het National Institute of Mental Health in de Verenigde Staten: NIMH. Internet-based Research Interventions in Mental Health: How Are They Working? http://www.nimh.nih.gov/scientificmeetings/interventionsJuly03.cfm.

Page 104: Programmeringsstudie E-mental Health

10�

Aanbodvoorouderen,lageSESenallochtonedoelgroepenisbeperktIn paragraaf �.5 is besproken dat inzicht in socio-demografische doelgroepkenmerken een belangrijke bereiksindicator is. Op basis van beschikbare data en ervaringen van aanbieders lijkt het erop dat het e-mental health aanbod vooralsnog vooral autochtonen en hoogop-geleiden bereikt en in veel mindere mate allochtonen en mensen met een lage SES (38, �0). De toegang tot internet (de digitale kloof ) lijkt hierbij een ondergeschikte rol te spelen, ge-zien de zeer hoge penetratiegraad van internet in Nederland. Onvoldoende bekendheid of aansluiting van dit aanbod bij deze doelgroepen speelt hier waarschijnlijk een grotere rol.

Effectiviteitsonderzoeknaare-mentalhealthvoorjongerenisbeperktHet e-mental health aanbod voor jongeren en jongvolwassenen is aanzienlijk, met name voor depressie. Tweederde van het huidige aanbod richt zich op deze leeftijdsgroep (zie hoofdstuk 3 en bijlage 3.� – 3.�). Dit geïndiceerde en vroege behandelaanbod is voor jonge-ren acceptabel en aantrekkelijk in tegenstelling tot het reguliere preventieve aanbod voor depressie. Opvallend is dat het effectonderzoek (middels RCT’s) naar e-mental health voor deze doelgroep echter nagenoeg ontbreekt (zie hoofdstuk � en (3�)). Dit geldt overigens ook voor een groot deel van het reguliere GGZ-aanbod voor jongeren.

EffectiviteitsonderzoeknaarproblematischalcoholgebruikisbeperktHoofdstuk � laat zien dat het effectiviteits- en doelmatigheidsonderzoek naar (geïndiceer-de) preventie en behandeling van problematisch alcoholgebruik voor alle leeftijdsgroepen beperkt is (met slechts drie RCT’s), terwijl het aanbod voor deze aandoening in de praktijk aanzienlijk is.

Afstemmingtussenonderzoek&praktijkAanbieders, ontwikkelaars en onderzoekers geven aan behoefte te hebben aan de ontwikke-ling en toepassing van innovatieve onderzoeksdesigns. Ook vragen zij aandacht voor de spe-cifieke context van het e-mental health aanbod in de praktijk. E-mental health is volgens hen gebaat bij geaccepteerde onderzoeksdesigns die de verschillende fasen van aanbodontwik-keling flankeren en van gerichte informatie voorzien. Het uitvoeren van RCT’s (randomized cli-nical trials) wordt algemeen geaccepteerd als ‘golden standard’. Toch wordt zulk onderzoek in bepaalde stadia niet altijd haalbaar geacht, bijvoorbeeld vanwege het innovatieve karakter van het aanbod, ethische overwegingen of omdat de doelgroep anoniem wenst te blijven (denk bijvoorbeeld aan jongeren die geen informed consent van hun ouders willen vragen). Om die reden worden vanuit pragmatisch oogpunt ook quasi-experimentele designs noodzakelijk ge-acht voor innovatieve trajecten zeker bij de start van de ontwikkeling zonder de doelstelling van een evidence based e-mental health af te zwakken. Dergelijke trajecten dienen ten alle tij-den in dienst te staan van effectiviteitsonderzoek overeenkomstig de ‘gouden standaard’ voor e-mental health. Veel subsidieverstrekkers sluiten dergelijke designs echter uit.

Page 105: Programmeringsstudie E-mental Health

103

Uitval,therapietrouwenpredictorenonderzoekAanbieders en onderzoekers noemen ook therapietrouw in relatie tot de effectiviteit van interventies als aandachtspunt. Hierbij dient onderscheid te worden gemaakt tussen:a) uitval; het voortijdig beëindigen van de interventie door cliënten (waarbij gekeken

moet worden naar het aantal sessies (modulen) uit het totaal aantal sessies (modulen) dat werd voltooid);

b) de mate van blootstelling gedurende de deelname aan de interventie; werden bijvoor-beeld de oefeningen en huiswerkopdrachten wel of niet uitgevoerd;

c) een combinatie van a en b.

De verwachting is dat beide vormen van therapietrouw (en in het verlengde hiervan de ef-fectiviteit) bij e-mental health lager zijn dan bij het reguliere GGZ aanbod. Dit geldt zowel voor het aanbod in de praktijk als voor deelname aan onderzoek. Zo meldt Emmelkamp (38) in zijn review dat uitval bij het e-mental health aanbod hoger ligt dan bij face to face therapie. Hij pleit dan ook voor onderzoek naar voorspellers van uitval en onderzoek naar maatregelen om uitval te voorkomen. Onderzoek naar de mogelijke impact van uitval en blootstelling is echter nog beperkt. Uit onderzoek dat inmiddels is uitgevoerd, blijkt dat de effectiviteit toeneemt bij een geringe toename van hulpverleningscontact, zoals bij depres-sie. Of dit ook geldt voor problematisch alcoholgebruik is nog niet vast te stellen. Verder is - niet onbelangrijk - met name bij het preventieve zelfhulpaanbod onvoldoende bekend over de redenen voor uitval. Valt men uit omdat het aanbod niet geschikt is of omdat het aanbod voldoende is geweest? Dezelfde vragen spelen overigens bij het e-health aanbod. Zo wordt momenteel onderzoek uitgevoerd naar de blootstelling van specifieke doelgroe-pen aan gezondheidsbevorderende interventies via internet (�5).Onderzoek naar acceptatie en geschiktheid van e-mental health is nog niet voorhanden. Hetzelfde geldt voor onderzoek naar effectieve wervingsstrategieën voor nog niet bereikte doelgroepen. In het verlengde hiervan bestaat er ook nog maar beperkt inzicht in welk aan-bod, voor welk type aandoening, voor welke doelgroep en onder welke omstandigheden het meest geschikt is.

4.8 Samenvatting

Het praktijkoverzicht toont aan dat het e-mental health aanbod gestaag groeit. Dit aanbod is niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk (hoofdstuk 3). De internationale review toont veelbelovende resultaten voor wat betreft de (kosten) effectiviteit van het e-mental health aanbod voor depressie en angstgerelateerde aandoeningen. Hetzelfde geldt voor de gezondheidswinst die op populatieniveau kan worden gerealiseerd met een daadwer-kelijke implementatie van dit aanbod (hoofdstuk �). Het e-mental health aanbod voor pro-blematisch alcoholgebruik is in Nederland goed voorhanden. Het internationale onderzoek naar de effectiviteit van e-mental health voor problematisch alcoholgebruik is echter nog beperkt beschikbaar. De eerste resultaten hiervan zijn echter veelbelovend.

De potentie van e-mental health voor depressie, angststoornissen en problematisch alco-holgebruik lijkt op dit moment vooral te bestaan uit de vergroting van het bereik en de toe-gankelijkheid van het aanbod van preventieve- en vroege interventies vanuit een stepped

Page 106: Programmeringsstudie E-mental Health

10�

care benadering voor psychische problemen (zie hoofdstuk 1 en 3). De verwachting is dat beginnende klachten met behulp van vroege signalering en vroeg interveniëren kunnen worden verholpen. Bovendien kan zo de incidentie van ernstige problematiek gereduceerd worden (zie hoofdstuk �). Op termijn kan dit leiden tot een vermindering van het aantal intensieve behandelingen in de gespecialiseerde tweedelijnszorg en tot een efficiënter ge-bruik van middelen binnen deze lijn voor cliënten die deze zorg echt nodig hebben. Geïndi-ceerde preventie vormt hierbij een schakel tussen preventie en vroege behandeling. Al naar gelang het accent kan het als een van deze twee vormen worden ingezet. Het curatieve e-mental health behandelaanbod is echter ook in opmars. Gezien de nog beperkte imple-mentatiegraad van dit aanbod lijkt het hier vooralsnog om een alternatief te gaan dat wordt aangeboden naast het reguliere aanbod. Dit alternatieve aanbod biedt op dit moment een extra keuzemogelijkheid aan cliënten (zie hoofdstuk 3 en �). Dit neemt niet weg dat de ef-fectuering van een efficiënt e-mental aanbod zich zal voltrekken in alle segmenten van de zorgketen, dus ook in het kader van behandeling en (na)zorg van psychische stoornissen.

Stakeholders geven aan dat zij nog beperkt inzicht hebben in de kwaliteit van het e-mental health aanbod. Zij hebben behoeften aan instrumenten om deze kwaliteit te kunnen toet-sen. Deze kwaliteitstoetsing is ook van belang voor de verheldering van de financierings-structuur. Indien een aanbod voor financiering via de basisverzekering of aanvullende zorg-verzekering in aanmerking wil komen, moet het net als het reguliere aanbod aan een aantal kwaliteitscriteria voldoen. Middelen zijn immers schaars en voor verzekeraars is inzicht in de prijs-kwaliteitverhouding belangrijk. Bij deze financiering is de potentiële bekostiging van het anonieme aanbod een extra aandachtspunt. Naast financieringsproblemen spelen ook zorginhoudelijke overwegingen een rol met betrekking tot anonieme hulpverlening. Hierbij gaat het ondermeer om de traceerbaarheid en bereikbaarheid van de (anonieme) cliënt in geval van een crisis overeenkomstig de WGBO eisen.

In dit hoofdstuk is een aantal aandachtspunten besproken in relatie tot de structurele im-plementatie van e-mental health. Het hoofdstuk is afgesloten met een inventarisatie van een aantal hiaten in het huidige aanbod en onderzoek. In het volgende en laatste hoofd-stuk worden de in dit hoofdstuk besproken aandachtspunten en kansen voor e-mental he-alth vertaald naar concrete aanbevelingen.

Page 107: Programmeringsstudie E-mental Health

105

Referenties

(1) Wootton R, Blignault I. Guidelines for Telepsychiatry and e-Mental Health. Londen: Royal Society of

Medicine Press, 2003: 293-303.

(2) American Psychiatric Association. Opinions of the Ethics Committee on the principles of medical

ethics with annotations especially applicable to psychiatry (sectie 1-K). 2001 [geciteerd oktober

2006]. Beschikbaar via: http://www.psych.org/psych_pract/ethics/ethics_opinions53101.cfm.

Ref Type: Electronic Citation

(3) American Psychiatric Association. APA resource document on telepsychiatry via videoconferencing.

1998 [geciteerd oktober 2006. Beschikbaar via: http://www.psych.org/psych_pract/tp_paper.cfm.

Ref Type: Electronic Citation

(4) The royal Australian and New Zealand college of psychiatrists. Position statement #44. 2002

[geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://www.ranzcp.org.

Ref Type: Electronic Citation

(5) International Society for Mental Health Online/Psychiatric Society for Informatics. Suggested

principles for the online provision of mental health services. 2000 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://www.ismho.org/suggestions.html.

Ref Type: Electronic Citation

(6) Hsiung RC. Suggested principles of professional ethics for the online provision of mental health

services. Telemed J E Health 2001; 7(1):39-45.

(7) Canadian Psychological Association. Ethical guidelines for psychologists providing psychological

services via electronic media. 2006 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://www.cpa.ca/

aboutcpa/boardofdirectors/committees/ethics/ethicsconsultation/.

Ref Type: Electronic Citation

(8) Institute of Medicine. Crossing the Quality Chasm: A New Health System for the 21st Century.

Washington DC: National Academies Press, 2001.

(9) EU/CEC. Communication on Criteria for Basic Good Conduct in the Development & Maintenance of

Health Related Websites. 2002 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://ec.europa.eu/

information_society/eeurope/ehealth/quality/draft_guidelines/index_en.htm.

Ref Type: Electronic Citation

(10) Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst. Richtlijn voor online arts-

patiënt contacten. 2005 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: www.knmg.nl.

Ref Type: Electronic Citation

(11) Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). NHG-Checklist e-consult: implementatie van e-consult

in de huisartspraktijk. 2006[geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://nhg.artsennet.nl/.

Ref Type: Electronic Citation

Page 108: Programmeringsstudie E-mental Health

106

(12) Schrijvers G. E-health in eerlijke handen. 2-11-2006.

Ref Type: Hearing

(13) College voor Zorgverzekeringen. Zorg met ICT, strategische verkenning. Diemen: CVZ, 2004.

(14) Ritterband LM, Andersson G, Christensen H, Carlbring P, Cuijpers P. Directions for the International

Society for Research on Internet Interventions (ISRII). J Med Internet Res 2006; 83:e23.

(15) American Psychological Association. APA Statement on services by telephone, teleconferencing, and

internet. A statement by the Ethics committee of the American Psychological Association. 1997

[geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://www.apa.org/ethics/stmnt01.html.

Ref Type: Electronic Citation

(16) American Counseling Association. Ethical Standards for Internet Online Counseling. 2006 [geciteerd

oktober 2006]. Beschikbaar via: http://www.counseling.org/

Ref Type: Electronic Citation.

(17) Australian Psychological Society. APS Ethical Guidelines for internet services. 2004 [geciteerd oktober

2006]. Beschikbaar via: http://www.psychology.org.au/.

Ref Type: Electronic Citation

(18) American Psychiatric Association Council on Psychiatry and Law. Frequently asked questions E-

therapy. 2006 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://www.psych.org/psych_pract/clin_

issues/etherapyfaqs.cfm.

Ref Type: Electronic Citation

(19) Comité Permanent des medecins europeens. Internetsite CPME. http://www.cpme.be/. 2007.

Ref Type: Electronic Citation

(20) Health on the net foundation. HON code of conduct (HONcode) for medical and health websites.

1997 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://www.hon.ch/HONcode/Conduct.html.

Ref Type: Electronic Citation

(21) Internet Healthcare Coalition. eHealth code of ethics. 2000 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via:

http://www.ihealthcoalition.org/.

Ref Type: Electronic Citation

(22) Yellowlees PM. Healthcare on the internet: buyers beware. 2001 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar

via: http://www.mja.com.au/public/issues/173_11_041200/yellowlees/yellowlees.html. 173, 629-630.

Ref Type: Electronic Citation

(23) eEurope. Quality Criteria for Health related Websites. J Med Internet Res 2002; 4(3):e15.

(24) TNO. Quality for Medical Information and Communication (QMIC). 2002 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: http://www.qmic.nl.

Ref Type: Electronic Citation

Page 109: Programmeringsstudie E-mental Health

107

(25) Continua Health Alliance. Europese industriële alliantie. 2006 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar

via: http://www.continuaalliance.org.

Ref Type: Electronic Citation

(26) NEN/NICTIZ. Internetsite NEN. 2005 [geciteerd oktober 2006]. Beschikbaar via: http://www2.nen.nl.

Ref Type: Electronic Citation

(27) TNO. Quality for Medical Technology (QMT). 2002 [geciteerd oktober 2006].

Beschikbaar via: www.tno.nl.

Ref Type: Electronic Citation

(28) CPME. Ethical guidelines in telemedicine. CP 97/033.

(29) CPME. The practice of telemedicine in Europe : analysis, problems and CPME recommendations.

CPME 2002/027

(30) Ministerie van VWS. Preventienota. Kiezen voor gezond leven. Den Haag: Ministerie van VWS, 2006.

(31) Meijer SA, Smit F, Schoemaker CG, Cuijpers P. Gezond verstand. Evidence-based preventie van

psychische stoornissen. Bilthoven: RIVM, 2006.

(32) Expertmeeting E-mental Health. Utrecht: Trimbos-instituut, 28 september 2006.

(33) Expertmeeting Preventie Verzekerd. Diemen: CVZ, 2006.

(34) Ybarra M, Eaton WW. Internet-based mental health interventions. Ment Health Serv Res 2005; 7:75-87.

(35) Rogers EM. Diffusion of Innovation. New York, NY: Free Press, 2003.

(36) Glasgow RE, Vogt TM, Boles SM. Evaluating the public health impact of health promotion interventions:

the RE-AIM framework. Am J Public Health 1999; 89(9):1322-7.

(37) Zabinsky MF, Wilfley DE, Pung MA, Winzelberg A, Eldredge K, Taylor CB. An interactive internet-based

intervention for women at risk of eating disorders: a pilotstudy. Int J Eat Disord 2001; 30:129-137.

(38) Emmelkamp PMG. Technological innovations in clinical assessment and psychotherapy. Psychother

Psychosom 2005; 74:336-343.

(39) Keijser WA. Online gezondheidsinformatie en lotgenotencontact. Utrecht: Wacomed, 2005.

(40) Zanden AP van der, Conijn B, Visscher RFM, Gerrits R. Grip op je dip online: een preventieve

groepsinterventie voor jongeren via internet. MVG 2005; 5:515-526.

(41) Gerrits R, Visscher R, Zanden R vd, Conijn B. ‘Master your mood online: A preventive chat group

intervention for adolescents’. AeJAMH. In prep.

Page 110: Programmeringsstudie E-mental Health

108

(42) Riper H, Kramer J, Smit F, Conijn B, Cuijpers P. ‘Drinking Less’. An online self- help intervention: Results

from an online randomised clinical trial. In prep.

Ref Type: Unpublished Work

(43) Ginneken P van, Schoemaker CG. GGZ in tabellen. Utrecht: Trimbos-instituut, 2005.

(44) GGZ Nederland. Toenemende zorg, sectorrapport GGZ 2003 – 2005. Amersfoort: GGZ Nederland, 2006.

(45) Nooijer J, Oenema A, Kloek G, Brug H, Vries H de, Vries N de. Bevordering van gezond gedrag via

internet, nu en in de toekomst. Universiteit van Maastricht en Erasmus MC, 2005.

Page 111: Programmeringsstudie E-mental Health

109

5 Aanbevelingen voor een Actieplan E-Mental Health

5.1 Inleiding

Dit rapport bevat de resultaten van een verkenning naar de huidige stand van zaken op het gebied van e-mental health. Deze studie is verricht vanuit het perspectief van betrokken sta-keholders in de zorg: overheid, aanbieders, cliënten en financiers. Voor een overzicht van het Nederlandse e-mental health aanbod zijn zowel een wetenschappelijke review naar de effec-tiviteit als een inventarisatie naar het aanbod van e-mental health in de praktijk uitgevoerd. Tevens heeft er consultatie plaatsgevonden met bovengenoemde stakeholders. De resultaten van deze verkenning laten zien dat e-mental health potentieel de twee belangrijkste determi-nanten van gezondheidswinst op populatieniveau positief kan beïnvloeden: 1) het bereik en �) de effectiviteit van het GGZ-aanbod. De rationale voor de prioritering van het vergroten van het bereik en effectiviteit van het GGZ-aanbod is hiermee ook verklaard (1-�).

Psychische stoornissen veroorzaken op populatieniveau een omvangrijke ziektelast. De in deze studie besproken drie psychische stoornissen - depressie, angststoornissen en pro-blematisch alcoholgebruik - staan wereldwijd in de toptien van de grootste veroorzakers van ziektelast (5). Hoewel per patiënt de effectiviteit van psychologische en farmacologi-sche behandelingen in de GGZ niet slechter of beter is dan in de somatische geneeskunde, is het effect ervan op populatieniveau beperkt. Naar schatting wordt op populatieniveau slechts tussen de 10 en �0% van de ziektelast van psychische stoornissen weggenomen. Veel mensen met een stoornis worden niet als zodanig herkend en/of ontvangen niet al-tijd een gepaste en bewezen effectieve interventie. En voor zover zij wel een werkzame interventie ontvangen, kan een gebrek aan therapietrouw de effectiviteit van de interventie weer teniet doen (6-7). Het overgrote deel van de zorgbehoefte blijft dus onbeantwoord – met alle gevolgen van dien: psychische stoornissen blijven voortduren, mensen lijden, het ziekteverzuim blijft omvangrijk, en de economische schadepost blijft groot.

Hoeverder?Een voor de hand liggende vraag is nu: kan e-mental health worden versterkt zodat het potentieel hiervan beter kan worden benut? En zo ja, is dit wenselijk en hoe kan dit plaats-vinden? Uit de resultaten van deze verkenning blijkt dat de eerste twee vragen bevestigend beantwoord kunnen worden. In de volgende paragrafen presenteren wij een aantal aan-bevelingen die een bijdrage kunnen leveren aan de beantwoording van de derde vraag, namelijk op welke wijze e-mental health kan worden versterkt. Deze aanbevelingen strek-ken zich uit over verschillende stakeholders, omdat zij hierbij ieder een eigen rol en verant-woordelijkheid vervullen. De overheid (VWS/EZ) heeft als taak om kaders voor uitvoering te scheppen. Concreet gaat het hierbij om agendasetting, het stimuleren van innovatie, het stellen van kwaliteitseisen aan het aanbod en het bevorderen van samenwerking, bijvoorbeeld tussen aanbieders en zorgverzekeraars. Zo kan bij positieve resultaten de continuïteit van het e-mental he-alth aanbod worden gewaarborgd. Aanbieders (het veld) dienen zorg te dragen voor een adequaat en kwalitatief hoogwaardig e-mental health aanbod. Verzekeraars moeten een juiste afweging maken tussen wat wel en niet vergoed wordt op basis van schaarse mid-delen. Professionals dienen zorg te dragen voor adequaat handelen. En burgers en cliënten

Page 112: Programmeringsstudie E-mental Health

110

hebben de taak verantwoord gebruik te maken van middelen met waar mogelijk de inzet van een eigen inbreng. Om het e-mental health potentieel ten volle te benutten dient een aantal aandachtspunten uit deze studie vertaald te worden naar concrete aanbevelingen. De volgende aanbevelin-gen worden in dit laatste hoofdstuk gepresenteerd:

1. verkenning van wenselijkheid en haalbaarheid van kwaliteitsinstrumenten;�. verheldering van financiering van het aanbod;3. verbetering van transparantie van het aanbod; �. ontwikkeling van een ‘road map’ voor e-mental health;5. ondersteuning van een e-mental health platform voor kennis- en ervaringsuitwisse-

ling.

5.2 Aanbeveling 1

VWSinstalleertexpertgroep‘e-mentalhealthkwaliteits-instrumenten’Het e-mental health aanbod kenmerkt zich door overeenkomsten én verschillen met het reguliere GGZ-aanbod. Gezien de snelle ontwikkelingen op het gebied van e-mental he-alth en de voortgaande implementatie van het e-mental health aanbod in de praktijk, is de tijd nu rijp voor een gestructureerde kwaliteitstoetsing van dit aanbod. Deze toetsing biedt een uitgelezen kans om dit aanbod te verbeteren, te reguleren en te financieren. Voor e-mental health dienen allereerst de wettelijke eisen te gelden, die gesteld worden aan de zorg met als doel: het leveren van hoogwaardige en veilige zorg aan cliënten. De kwaliteit van e-mental health kan vervolgens met aanvullende instrumenten worden getoetst en gereguleerd.

Uit deze studie blijkt dat een aantal stakeholders waaronder verzekeraars, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, een aantal aanbieders en de Nederlandse Patiënten Consumenten Fe-deratie een keurmerk voor het e-mental health aanbod een goede oplossing vinden om de kwaliteit hiervan te toetsen. De ontwikkeling en toepassing van een keurmerk in de praktijk is echter een complexe aangelegenheid. Niet alle aanbieders zijn van mening dat hiervoor een apart keurmerk nodig is. Alvorens een specifiek e-mental health keurmerk te ontwik-kelen, dient er in elk geval zicht te zijn op het draagvlak voor een dergelijk keurmerk onder aanbieders en betrokken stakeholders. Ook moet er zicht zijn op de haalbaarheid in termen van financiering en uitvoering, omdat het GGZ-veld de eindverantwoordelijkheid voor de toepassing van een dergelijk keurmerk draagt.

Het aanpassen van bestaande richtlijnen en het ontwikkelen van aanvullende richtlijnen die specifiek zijn toegesneden op het professioneel handelen binnen het kader van e-mental health bieden een tweede mogelijkheid om de kwaliteit van het e-mental health te borgen. Voor beide instrumenten geldt dat aansluiting bij bestaande keurmerken, gedragscodes en (multi) disciplinaire richtlijnen het uitgangspunt moet zijn.

Tegen deze achtergrond dient het ministerie van VWS een expertgroep Kwaliteit & E-Men-tal Health te installeren. Deze expertgroep heeft onder de regie van VWS de taak om de

Page 113: Programmeringsstudie E-mental Health

111

wenselijkheid en haalbaarheid van een e-mental health keurmerk, aanvullingen op de (multi) disciplinaire richtlijnen of additionele professionele richtlijnen vast te stellen. Bij veronderstelde haalbaarheid dient deze expertgroep vragen te beantwoorden van inhou-delijke, financiele en organisatorische aard. Wie gaat bijvoorbeeld een dergelijk keurmerk ontwikkelen, uitvoeren en financieren? Hoe bindend is dit keurmerk voor de betrokken par-tijen? En moet dit keurmerk worden toegepast op alle segmenten in de zorgketen, of dient daarbinnen te worden gedifferentieerd? Ook de relatie tussen een dergelijk keurmerk en kwaliteitstoetsing van het reguliere aanbod moet nader worden beschouwd alvorens tot ontwikkeling over te gaan.De in te stellen expertgroep dient idealiter te bestaan uit betrokken stakeholders binnen de GGZ, inclusief cliëntenvertegenwoordigers, verzekeraars en ICT en Zorg expertise-organen zoals het NICTIZ of TNO6. Tevens verdient het aanbeveling deze expertgroep aansluiting te laten zoeken met keurmerkinitiatieven die recent vanuit de somatische zorg zijn geopperd waarbij de GGZ ofwel gezamenlijk oploopt of als voorloper een pilot initieert. Ook dient gebruik te worden gemaakt van kennis en ervaringen uit het buitenland op dit gebied7. Tijdens de uitvoering van deze studie zijn GGZ Nederland, het Trimbos-instituut en Zorg-verzekeraars Nederland gestart met een allereerste verkenning van de mogelijkheden voor de installatie van een dergelijke expertgroep.

5.3 Aanbeveling 2

Bepaalwelke-mentalhealthaanbodinhetbasispakketwordtopgenomenenverduidelijkdefinancieringDe omvang, ziektelast en maatschappelijke kosten van depressie, angststoornissen en pro-bleemdrinken zijn aanzienlijk. De mogelijkheden van e-mental health zijn qua effectiviteit en kosteneffectiviteit echter veelbelovend. Aanbieders hebben een aanbod en vanuit cliën-tenperspectief groeit de vraag naar dit aanbod. Over de bekostiging van het e-mental health aanbod bestaat echter nog veel onduidelijkheid. Deze onduidelijkheid wordt ener-zijds veroorzaakt door generieke stelselwijzigingen in de zorg, anderzijds door onduidelijk-heid over de aard van het huidige e-mental health aanbod. Een eerste stap om deze onduidelijkheden op te lossen is de vraag van VWS aan het College van Zorgverzekeringen als pakketbeheerder om advies uit te brengen over welk deel van het e-mental health aanbod in het basispakket dient opgenomen te worden.

5.4 Aanbeveling 3

Stimuleer goed toezicht op de kwaliteit van e-mental health GGZ aanbieders moeten zich verantwoorden via de basisset prestatie-indicatoren. In deze basisset is geen specifieke indicator voor e-mental health opgenomen. Dit roept de vraag op of momenteel de kwaliteit voldoende wordt gegarandeerd en of er voldoende instrumentarium voorhanden is om daar goed toezicht op te houden. Wij bevelen aan dat

6 Dit wordt eveneens aangeraden door de World Medical Association.7 Zie resultaten van het congres ‘E-health in eerlijke handen’ Utrecht, � november �006, Julius Centrum/UU (1�).

Page 114: Programmeringsstudie E-mental Health

11�

zorgverzekeraars en de IGZ eisen stellen aan de wijze waarop het e-mental health aanbod verantwoord wordt en dat deze bepalen of zij voldoende instrumenten voorhanden heb-ben om het voldoen aan deze eisen te toetsen. Tevens raden wij aan om in afstemming met het veld een minimale dataset e-mental health te ontwikkelen waarmee niet alleen verantwoord kan worden, maar tevens het bereik van e-mental health gemonitord kan wor-den. Deze data zijn zowel relevant voor de interne bedrijfvoering van aanbieders als voor wetenschappelijk onderzoek. Voor GGZ aanbieders geldt tevens de aanbeveling om hun e-mental health aanbod overeenkomstig een aantal gestandaardiseerde criteria inzichtelijk te maken voor hun cliëntèle. Tenslotte verdient het aanbeveling om in dit stadium het totale e-mental he-alth aanbod (preventie, behandeling en zorg) ook middels een voor derden toegankelijke database te publiceren. Het Trimbos-instituut heeft hiertoe een aanzet gegeven met de ontsluiting van de e-mental health interventies uit deze studie in een online database (www.icom.trimbos.nl), die toegankelijk is vanaf 15 juni �007.

5.5 Aanbeveling 4

Investeerineen‘roadmap’voordeontwikkelingvaneensteppedcaree-mentalhealthaanbodeninonderzoeknaarditaanbodIn de wetenschappelijke review (hoofdstuk �) en het praktijkoverzicht (hoofdstuk 3) uit deze studie is aangetoond dat e-mental health voor depressie, angststoornissen en pro-blematisch alcoholgebruik zowel in klinisch als in economisch opzicht veelbelovend is. Deze resultaten laten echter ook de huidige hiaten in het kennisarsenaal zien. Derhalve wordt hier de aanbeveling gedaan een geïntegreerde ‘road map’ te ontwikkelen voor aan e-mental health gerelateerde activiteiten. Het gaat hierbij om activiteiten die gericht zijn op ontwikkeling en onderzoek van het e-mental health aanbod. Deze activiteiten worden aan-gestuurd vanuit een specifieke e-mental health beleidscomponent als onderdeel van de generieke GGZ beleidsontwikkeling. De rol van VWS kan hierbij richtinggevend zijn, terwijl ZonMw een meer initiërende rol vervult. Afstemming en samenhang van e-mental health projecten die gefinancierd worden vanuit verschillende ZonMw programma’s zoals ZonMw Preventie, Jeugd, Verslaving en Geestkracht kan een belangrijke bijdrage leveren aan het versnellen van de innovatie en kwaliteit van e-mental health. GGZ aanbieders, kennisinsti-tuten en universiteiten kunnen een actieve bijdrage verleen aan de verdere ontwikkeling van de in deze road map geprioriteerde activiteiten. Het verdient tevens aanbeveling dat toekennende instanties van ICT en Innovatiegelden hun vizier gaan richten op GGZ en ICT gerelateerde projecten. Concreet worden hierbij de volgende acties aanbevolen:

A Stimuleer doelmatigheidsonderzoek en onderzoek op populatieniveauVoor beleidsmakers en zorgverzekeraars is zicht op de te behalen gezondheidswinst op populatieniveau uitermate belangrijk. Onderzoek naar het aantal gewonnen ‘levensjaren gecorrigeerd voor kwaliteit van leven’, de zogeheten disability adjusted life years (DALY’s) kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren.Zoals blijkt uit hoofdstuk �, is ook de vraag naar de prijs-kwaliteitverhouding tussen het re-guliere offline aanbod en het e-mental health aanbod nog beperkt onderzocht. Hier ligt dus een belangrijke doelmatigheidsonderzoeksvraag open. Dergelijk onderzoek levert inzicht

Page 115: Programmeringsstudie E-mental Health

113

in de gezondheidseconomische meer- of minderwaarde van het e-mental health aanbod. Dit inzicht is een noodzakelijke voorwaarde voor toekomstige financiering van het e-men-tal health aanbod. Dit onderzoek kan door ZonMw middels haar onderzoeksprogramme-ring worden geprioriteerd en ondersteund.

Gegeven het huidige aanbod verdient het de aanbeveling om ruimte te bieden aan: 1) onderzoek naar de effectiviteit van online stepped care benaderingen voor depressie en problematisch alcoholgebruik, �) de integratie van deze benaderingen met het reguliere aanbod, en 3) onderzoek naar de effectiviteit van individuele interventies. Zo kan een pak-ket van de meest succesvolle e-mental health interventies worden samengesteld. Op die manier ontstaat er een beeld wat een bepaalde mix aan interventies (zorgscenario) aan gezondheidswinst kan genereren. In principe is het mogelijk zo verschillende zorgscena-rio’s onderling te vergelijken. Stimuleer hierbij implementatieonderzoek en uitwisseling van ‘best practices’. ZonMw en zorgverzekeraars kunnen voor de uitvoering van dit type onderzoek een belangrijke initiërende rol vervullen.

B Onderzoek de effectiviteit van e-mental health voor problematisch alcoholgebruikEen volgende aanbeveling betreft de stimulering van doelmatigheidsonderzoek naar pre-ventieve en curatieve e-mental health interventies voor problematisch alcoholgebruik onder alle leeftijdsgroepen. In vergelijking met het beschikbare onderzoek naar depressie en angststoornissen is dit onderzoek nog op zeer beperkte schaal uitgevoerd, terwijl het aanbod van e-mental health voor problematisch alcoholgebruik het aanbod voor depres-sie en angststoornissen overstijgt. Het aantonen van de effectiviteit van e-mental health is een gedeelde verantwoordelijkheid. ZonMw en VWS kunnen dit type onderzoek echter prioriteren en agenderen.

C Effectiviteitsonderzoek naar het e-mental health aanbod voor jongerenStimuleer onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van e-mental health voor depressie, angststoornissen en problematisch alcoholgebruik onder jongeren. Kennis over deze effec-tiviteit ontbreekt nagenoeg, terwijl het aanbod voor jongeren ruimschoots ontwikkeld is. In dit kader dient ook te worden onderzocht hoe de huidige belemmeringen voor onderzoek onder deze doelgroep overkomen kunnen worden, zoals het geringe animo van jongeren om deel te nemen aan onderzoek en de wettelijke verplichting tot het verkrijgen van ‘infor-med consent’ van zowel ouders en kinderen onder de 18 jaar.

D Ontwikkel een e-mental health aanbod voor angststoornissenHet wetenschappelijke onderzoek naar het e-mental health aanbod voor angststoornissen is veelbelovend. Daarentegen is het e-mental health aanbod voor angststoornissen en met name het geïndiceerde preventieve en vroege behandelaanbod in Nederland nog nauwe-lijks ontwikkeld. GGZ aanbieders dienen zich derhalve actief op dit aanbod in te zetten in samenhang met het door ZonMw te stimuleren onderzoek naar dit aanbod.

E Ontwikkel aanbod voor en onderzoek naar e-mental health voor specifieke doelgroepenDe ontwikkeling van een e-mental health aanbod voor die groepen die baat kunnen hebben bij e-mental health maar waarvoor nu nog geen aanbod beschikbaar dient gestimuleerd te worden zowel vanuit het perspectief van te behalen gezondheidswinst als maartschappelijke

Page 116: Programmeringsstudie E-mental Health

11�

participatie. Het betreft hier de ontwikkeling van een aanbod voor licht verstandelijk ge-handicapten, langdurige zorgcliënten en allochtonen en lage SES doelgroepen. Beschik-bare kennis en ervaring zijn vooralsnog vooral gericht op autochtone en hoogopgeleide cliënten.

F Onderzoek de rationale voor en de haalbaarheid van anonimiteitOm tot een weloverwogen beslissing te komen over de financiering van een anoniem e-mental health aanbod is onderzoek nodig om te bepalen voor welke doelgroepen (bij-voorbeeld jongeren), settings en stakeholders (financier, aanbieder, cliënten, overheid (lan-delijk/lokaal) anonimiteit belangrijk is, en in welke mate anonieme hulpverlening wettelijk en beroepsmatig aanvaardbaar is. Daarvoor is meer inzicht nodig in de redenen tot gewens-te anonimiteit van zorgvragers. Waarom is anonimiteit voor sommige cliënten belangrijk? Willen zij niet bekend worden bij hun zorgverzekeraar, bij een GGZ aanbieder of überhaupt niet? Hebben cliënten ook iets over voor hun anonimiteit in termen van eigen financiering? En hoe kan anonimiteit ertoe leiden dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid dragen, terwijl een mogelijk anoniem aanbod uiteindelijk toch kan leiden naar een geïdentificeerd zorgaanbod? Onderzoek ter beantwoording van deze vragen kan geïnitieerd worden bin-nen de prioritering van E-health vanuit ZonMw.

G Alloceer innovatiegelden voor e-mental healthDe overheid kan stimuleren dat aanbestedingsgelden voor innovatie en ICT ook worden toegekend aan e-mental health gerelateerde projecten. Vooralsnog zijn de financierings-mogelijkheden van e-mental health projecten vanuit innovatiegelden zeer beperkt. Bo-vendien zijn deze onvoldoende bekend bij aanbieders en onderzoekers in de geestelijke gezondheidszorg. VWS en ZonMw kunnen een belangrijke rol spelen bij het verkennen en publiekelijk maken van deze alternatieve financieringsgelden.

5.6 Aanbeveling 5

Ondersteun een nationaal multidisciplinair platform voor kennis- en ervaringsuitwisseling op het gebied van e-mental health.

De huidige kennis over e-mental health is in ontwikkeling, verspreid over uiteenlopende stakeholders en onderhevig aan snelle veranderingen. Zoals blijkt uit de resultaten van deze studie wordt het stimuleren van kennis- en ervaringsuitwisseling op het gebied van onderzoek, beleid en praktijk vanuit betrokken stakeholders als een belangrijke randvoor-waarde gezien om te komen tot een effectieve en efficiente implementatie van gestruc-tureerd e-mental health. VWS en GGZ Nederland kunnen een dergelijke uitwisseling ac-tief ondersteunen, bijvoorbeeld via het Innovation Centre for Mental Health & Technology (I.COM) van het Trimbos-instituut. I.COM beoogt de ontwikkeling van een multidisciplinair platform voor uitwisseling van evidence based kennis op het gebied van e-mental health voor onderzoekers, het veld, beleidsmakers, clienten, financiers en overige betrokken sta-keholders. In dit kader heeft I.COM in �007 een aantal pilot-activiteiten ondernomen om deze uitwisseling vorm te geven, waaronder de ontwikkeling van een website, e-zine en een projectendatabase.

Page 117: Programmeringsstudie E-mental Health

115

Referenties

(1) Ministerie van VWS. Preventienota. Kiezen voor gezond leven. Den Haag: Ministerie van VWS, 2006.

(2) Meijer SA, Smit F, Schoemaker CG, Cuijpers P. Gezond verstand. Evidence-based preventie van

psychische stoornissen. Bilthoven: RIVM, 2006.

(3) GGZ Nederland. Ambities van de ggz. De krachten gebundeld. Amersfoort: GGZN, 2004.

(4) GGZ Nederland. Prestatie-indicatoren geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Basisset.

Utrecht: GGZN, 2006.

(5) Ustun TB, Ayuso-Mateos JL, Chatterji S, Mathers C, Murray CJL. Global burden of depressive disorders

in the year 2000. Br J Psychiatry 2004; 184:386-392.

(6) Andrews G, Issikadis C, Sanderson K, Corry J, Lapsley H. Utilizing survey data to inform public policy:

comparison of the cost-effectiveness of treatment of ten mental disorders. Br J Psychiatry 2004;

184:526-533.

(7) Chisholm D, Sanderson K, Ayoso-Mateos JL, Saena S. Reducing the global burden of depression:

population-level analysis of intervention cost-effectiveness in 14 world regions. Br J Psychiatry 2004;

184:393-403.

Page 118: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 119: Programmeringsstudie E-mental Health

117

Bijlage

3.1 Vragenlijst ‘Praktijkoverzicht E-Mental Health in Nederland’

Deze vragenlijst is ingevuld door:

® Dhr. ® Mevr. Naam:

Instelling:

Functie:

E-mail:

Telefoon:

Wilt u bericht ontvangen als de resultaten van deze inventarisatie bekend zijn?® ja® nee

1. Naam interventie / URL interventie

�. Eigenaar interventie en samenwerkende organisaties

3. In welk jaar is de interventie gelanceerd?

�. Wat is het doel van de interventie?

5. Voor wie is de interventie bedoeld?

Meerdere antwoorden mogelijk.

® jongeren® jongvolwassenen® volwassenen® ouderen

Eventuele leeftijdrange:

6. Wat is de doelgroep van de interventie?

7. Is de interventie vrij toegankelijk, oftewel door iedereen te gebruiken?

® ja® deels vrij en deels besloten voor een specifieke

doelgroep, te weten:® nee, geheel besloten voor een specifieke

doelgroep, te weten:® nee, afgesloten i.v.m. Onderzoek® nee, want nog in ontwikkeling

Page 120: Programmeringsstudie E-mental Health

118

8. In welke van deze categorie valt uw interventie?

Meerdere antwoorden mogelijk.

® preventie® behandeling® zorg® nazorg® interventie voor professionals

9. Wat biedt de interventie?

Meerdere antwoorden mogelijk.

® informatie® advies-op-maat (geautomatiseerd advies)® vraag & antwoord via e-mail, forum of chat® lotgenotencontact® zelftest ® kennistest® zelfhulpcursus® begeleide zelfhulpcursus® ondersteuning bij het kiezen van een

behandeling® kortdurende behandeling (≤ 6 sessies)® intensieve behandeling (> 6 sessies)® ondersteunen van therapietrouw® ondersteuning van chronisch zieken

10. Welke technische functionaliteiten biedt de interventie?

Meerdere antwoorden mogelijk.

® e-mail® chatten ® SMS® forum® gaming (spellen)® anders, namelijk:

11. Kunnen bezoekers anoniem deelnemen aan de interventie?

® ja® nee® deels (gebruik van deel van de interventie is

niet anoniem)

1�. Is gebruik van de interventie gratis? ® ja® nee

Evt. toelichting:

13. Wat wilt u bereiken met de interventie?

Meerdere antwoorden mogelijk.

® bereiken van nieuwe doelgroepen® nieuwe manier om ‘oude’ doelgroep te bereiken® vervanging van bestaande behandeling of

preventieve interventie® als onderdeel van bestaande behandeling of

preventieve interventie (aanvullend)® ter overbrugging van wachtlijstperiode

anders, namelijk:

Page 121: Programmeringsstudie E-mental Health

119

1�. Wat is bekend over het bereik van de interventie? Bijvoorbeeld over het aantal unieke bezoekers, gebruikers en e-mailvragen per maand of jaar?

Geef hierbij de tijdsperiode en of jaartal aan.

15. Wat ziet u als belangrijkste knelpunten bij het implementeren van E-Mental Health interventies?

Knelpunt 1:

Knelpunt �:

Knelpunt 3:

16. Heeft u onderzoek uitgevoerd m.b.t. uw interventie (of loopt dit nog)?

® nee® ja, procesevaluatie® ja, effectonderzoek® ja, andersoortig onderzoek namelijk:

Zo ja, zijn de resultaten beschikbaar?® ja, interne verslaggeving® ja, gepubliceerd ® nee (nog niet)

17. In welke ontwikkelfase bevindt uw interventie zich?

® ontwikkeling® evaluatie® proefimplementatie® implementatie

18. Heeft u nog opmerkingen?

Page 122: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 123: Programmeringsstudie E-mental Health

1�1

Bijlage

3.2 Overzicht aanbod depressie interventies in Nederland

Toelichtingtabel:- Interventies onderverdeeld in preventie, behandeling en na(zorg) en daarbinnen alfabetisch

geordend.- Definiëring doelgroep: jongeren = vanaf 12 jaar, jongvolwassenen = vanaf 16 jaar, volwas-

senen = vanaf 18 jaar, ouderen = vanaf 50 jaar.- Fase: O = in ontwikkeling/aanbouw, E= interventie wordt geëvalueerd op effecten (via RCT),

I = interventie is ( ter proef) geïmplementeerd en wordt aangeboden in de praktijk.- Bereik: data over het bereik van de interventie die ter beschikking is gesteld door de aanbie-

der (in schriftelijke vragenlijst).- Onderzoek: als leeg = ontbrekende informatie en als ‘-‘ = geen onderzoek uitgevoerd.- ‘CGT’ = cognitieve gedragstherapie.- ‘f-t-f’ = face to face.- ‘zelfhulp+’ = zelfhulp met minimale begeleiding.

Page 124: Programmeringsstudie E-mental Health

1��

PR

EVEN

TIE

altr

ech

t.n

l, d

ip@

altr

ech

t.n

l

Aan

bie

der:

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

O

nder

steu

ning

aan

men

sen

met

dep

ress

ieve

kla

chte

n en

hun

om

gevi

ng.

Doe

lgro

ep

18-5

5In

hou

d

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Oef

enin

gen

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er

nee

On

der

zoek

Bere

ik

Op

mer

kin

gen

dep

ress

iece

ntr

um

.nl

Aan

bie

der:

Fond

s Ps

ychi

sche

Gez

ondh

eid

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

01

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

O

nder

steu

ning

aan

men

sen

die

mog

elijk

last

heb

ben

va

n de

pre

ssie

.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Ove

rbru

ggin

g w

acht

lijst

.

Doe

lgro

ep16

+In

hou

d

Info

rmat

ieZe

lftes

t

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

7500

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

750

unie

ke b

ezoe

kers

do

en z

elft

est p

er m

aand

.

Op

mer

kin

gen

Zelft

est i

s ge

valid

eerd

e N

eder

land

se v

erta

ling

van

Edin

bur

gh

Dep

ress

ion

Scal

e (P

op

e.a.

199

�)

Page 125: Programmeringsstudie E-mental Health

1�3

dep

ress

ieze

lfte

st.n

l

Aan

bie

der:

W

yeth

/Men

trum

GG

Z A

mst

erda

m/

Fob

ieVr

iend

en

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

03

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

O

nder

steu

ning

aan

men

sen

die

mog

elijk

last

heb

ben

va

n de

pre

ssie

.

Doe

l in

zet

In b

ehoe

fte

aan

zelfo

nder

zoek

voo

rzie

n.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

Info

rmat

ieZe

lftes

t

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

la

ndel

ijk e

n p

ublie

kelij

k

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

10.0

00 u

niek

e si

te-

bez

oeke

rs p

er m

aand

; ��

0.08

� vo

lledi

g in

gevu

lde

zelft

este

n (a

pril

‘03

en a

ug. ’

06).

Op

mer

kin

gen

Ze

lftes

t is

Beck

D

epre

ssio

n In

vent

ory

(BD

I).

dep

ri-e

n-d

an.n

l

Aan

bie

der:

A

MC

de

Mer

en

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Pr

even

tie d

epre

ssie

ve

klac

hten

voo

r Mar

okka

anse

m

eisj

es m

et d

epre

ssie

ve

(psy

chos

ocia

le) k

lach

ten.

In d

e to

ekom

st o

ok v

oor

Mar

okka

anse

jong

ens.

Doe

l in

zet

Nie

uwe

man

ier b

erei

k ou

de

doel

groe

p.

Doe

lgro

ep

Jong

eren

Jo

ngvo

l-w

asse

nen

(15-

�3 ja

ar)

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lLo

tgen

oten

cont

act

Zelft

est

Zelfh

ulp

+

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Lan

del

ijk, b

eper

kt to

t D

oelg

roep

Kost

en g

ebru

iker

nee

On

der

zoek

Pr

oces

eval

uatie

en

beh

oeft

epei

ling

(nie

t gep

ublic

eerd

)

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Zelft

est i

s �D

KL

vrag

enlij

st (T

erlu

in,

1996

)N

a ze

lftes

t vol

gt a

dvie

s of

men

mee

kan

doe

n aa

n ch

atse

ssie

s of

an

dere

hul

p n

odig

is.

Cha

tten

met

hul

p-

verl

ener

en

lotg

enot

en

sam

en k

an �

x p

er w

eek.

C

hatt

en m

et lo

tgen

oten

ka

n ��

/7.

Mai

lvra

gen

wor

den

per

m

ail o

f tel

efoo

n b

eant

woo

rd.

Page 126: Programmeringsstudie E-mental Health

1��

g

gzd

ren

the.

nl

Aan

bie

der:

GG

Z D

rent

he

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: 19

96

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

O

nder

steu

ning

aan

men

sen

die

mog

elijk

last

heb

ben

va

n de

pre

ssie

.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep,

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Dre

mpe

lver

lagi

ng e

n zo

rgen

da

t men

sen

bij S

tart

: beh

an-

delin

g du

idel

ijker

bee

ld

hebb

en v

an b

ehan

delin

g.

Doe

lgro

ep

1�+

Inh

oud

In

form

atie

Zelft

est

Ont

span

ning

s-oe

feni

ngen

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

la

ndel

ijk e

n p

ublie

kelij

k

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

300.

000

site

-bez

oeke

rs

per

jaar

.

Op

mer

kin

gen

De

herk

omst

van

de

zel

ftes

t sta

at n

iet

bes

chre

ven.

gri

po

pje

dip

.nl

Aan

bie

der C

onso

rtiu

m:

Parn

assi

a/D

e Ju

tter

s,

Alt

rech

t, Ri

agg

Ijsse

lland

, Ko

rrel

atie

en

Trim

bos

In

stitu

ut.

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

(m

et d

eel s

elec

tieve

p

reve

ntie

)

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ve

rmin

dere

n va

n su

bkl

inis

che

dep

ress

ieve

kl

acht

en v

ia

gep

roto

colle

erde

p

reve

ntie

ve C

GT

groe

psc

ursu

s.

Doe

lgro

ep

Jong

vol-

was

sene

n(1

6-�5

jaar

)

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lZe

lfhul

p+

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

. Zel

fhul

p+

na

scre

enin

g.

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

H

aalb

aarh

eids

onde

r-zo

ek, i

ncl.

voor

- en

nam

etin

g

Het

is h

aalb

aar o

m d

e gr

oeps

curs

us v

ia in

tern

et

uit t

e vo

eren

. Dep

res-

siev

e kl

acht

en z

ijn n

a de

cu

rsus

ver

min

derd

. (Va

n de

r Zan

den

ea, �

005)

RCT

in a

anvr

aag.

Ber

eik

In 1

8 m

aand

en 1

90.0

00

unie

ke s

ite-b

ezoe

kers

; 70

0 cu

rsus

aanm

el-

ding

en; 3

9 cu

rsus

sen

uitg

evoe

rd v

oor �

30

jong

eren

.

Op

mer

kin

gen

Page 127: Programmeringsstudie E-mental Health

1�5

inte

rnet

ther

apie

.nl

Aan

bie

der:

G

GZ

Del

ftla

nd

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ve

rmin

dere

n va

n lic

ht

dep

ress

ieve

kla

chte

n vi

a ge

pro

toco

lleer

de C

GT

zelfh

ulp

curs

us.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

Ze

lfhul

p+

Lotg

enot

enco

ntac

t

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

. zel

fhul

p+

m

ogel

ijk n

a sc

reen

ing.

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Vo

or- e

n na

met

ing

in

uitv

oerin

g

Ber

eik

wor

dt o

nder

zoch

t

Op

mer

kin

gen

Min

imal

e b

egel

eidi

ng in

de

vor

m v

an h

et

bea

ntw

oord

en v

an

vrag

en o

ver

huis

wer

kop

drac

hten

.

kies

bet

er.n

l

Aan

bie

der:

RI

VM

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

O

nder

steu

ning

bij

het

mak

en v

an z

orgk

euze

s. O

ok

voor

men

sen

die

met

hu

lpve

rlen

er to

t con

clus

ie

zijn

gek

omen

dat

zij

mog

elijk

een

dep

ress

ie

heb

ben

.

Doe

l in

zet

Con

sum

ente

n vo

orzi

en v

an

keuz

eond

erst

eune

nde

info

rmat

ie.

Doe

lgro

ep

16+

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

g

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

la

ndel

ijk e

n p

ublie

kelij

k

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Pr

oces

eval

uatie

en

mar

kton

derz

oek.

Inte

rn v

ersl

ag �

005.

In

tern

ver

slag

�00

6 in

vo

orb

erei

ding

.

Ber

eik

In �

005

1,7

milj

oen

unie

ke s

ite-b

ezoe

kers

.

Op

mer

kin

gen

Het

ond

erde

el G

GZ

is

nog

in v

oorb

erei

ding

.

Page 128: Programmeringsstudie E-mental Health

1�6

kl

eurj

elev

en.n

l

Aan

bie

der:

Tr

imb

os-in

stitu

ut

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

0�

Fase

: E

Doe

l int

erve

ntie

Verm

inde

ren

van

sub

klin

isch

e de

pre

ssie

ve

klac

hten

via

ge

pro

toco

lleer

de C

GT

zelfh

ulp

curs

us.

Doe

lgro

ep

Oud

eren

(5

0+)

Inh

oud

In

form

atie

Lotg

enot

enco

ntac

tZe

lfhul

p

An

onie

m

nog

niet

bek

end

Toeg

anke

lijkh

eid

bes

lote

n in

ver

ban

d

met

On

der

zoek

Kos

ten

geb

ruik

er

nog

niet

bek

end

On

der

zoek

RC

T ((

Spek

et a

l, su

bm

itted

)

Proe

fimp

lem

enta

tie

onde

rzoe

k in

vo

orb

erei

ding

Bere

ik n

.v.t.

(ond

erzo

ek)

Op

mer

kin

gen

Is a

ls p

ure

zelfh

ulp

on

derz

ocht

, maa

r kan

al

s ze

lfhul

p+

wor

den

aang

ebod

en i.

s.m

. GG

Z-in

stel

linge

n, o

f als

on

derd

eel v

an e

en

beh

ande

ling.

pra

ten

on

line.

nl

Aan

bie

der:

St

icht

ing

Tien

ers

on L

ine

i.s.m

. Jeu

gdria

gg N

HZ

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ve

rmin

dere

n va

n de

pre

ssie

ve k

lach

ten

via

indi

vidu

ele

pro

fess

ione

le

hulp

via

cha

t (vo

lgen

s ui

tgan

gsp

unte

n ‘p

rob

leem

oplo

ssen

de

ther

apie

’).

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep

nieu

we

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep

Jong

eren

Jong

vol-

was

sene

n(1

�-��

jaar

)

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

chat

Lotg

enot

enco

ntac

tZe

lftes

tZe

lfhul

p+

An

onie

m ja

(op

tione

el)

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

. zel

fhul

p+

m

ogel

ijk n

a sc

reen

ing

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Vo

or- e

n na

met

ing

en

pro

cese

valu

atie

in

uitv

oerin

g

Ber

eik

In �

0 m

aand

en 5

8.00

0 un

ieke

site

-bez

oeke

rs;

700

chat

ters

met

ge

mid

deld

3 c

hats

;35

.000

foru

mb

ezoe

ken.

Op

mer

kin

gen

De

zelft

est “

Hoe

voe

l jij

je e

igen

lijk?

” bes

taat

uit

dert

ien

onde

rdel

en.

Her

kom

st z

elft

est s

taat

ni

et b

esch

reve

n.

Page 129: Programmeringsstudie E-mental Health

1�7

twee

kleu

rjel

even

.nl

Aan

bie

der:

Tr

imb

os-in

stitu

ut

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

05

Fase

: E

Doe

l int

erve

ntie

Ve

rmin

dere

n va

n su

b-

klin

isch

e de

pre

ssie

ve

klac

hten

via

gep

roto

-co

lleer

de C

GT

zelfh

ulp

curs

us.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

In

form

atie

Lotg

enot

enco

ntac

tZe

lfhul

p

An

onie

mno

g ni

et b

eken

d

Toeg

anke

lijkh

eid

Alle

en v

oor d

eeln

emer

s RC

T

Kos

ten

voo

r geb

ruik

erno

g ni

et b

eken

d

On

der

zoek

RC

T in

uit

voer

ing

(U

M /

Ti)

Ber

eik

n.v.

t. (o

nder

zoek

)

Op

mer

kin

gen

-

zwaa

rwee

r.n

l

Aan

bie

der:

St

icht

ing

Korr

elat

ie

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

00

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

O

nder

steu

ning

aan

men

sen

die

mog

elijk

last

heb

ben

va

n de

pre

ssie

.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Men

sen

info

rmer

en,

mot

iver

en to

t beh

ande

ling

en z

o no

dig

verw

ijzen

.

Doe

lgro

ep

Jong

eren

Jong

vol-

was

sene

n

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lZe

lftes

tBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

g

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

la

ndel

ijk e

n p

ublie

kelij

k

Kost

en g

ebru

iker

nee

On

der

zoek

Be

hoef

tep

eilin

g �0

01

(inte

rn v

ersl

ag).

Ber

eik

600

mai

lvra

gen

per

jaar

.

Op

mer

kin

gen

Her

kom

st z

elft

est s

taat

ni

et b

esch

reve

n.

Page 130: Programmeringsstudie E-mental Health

1�8

B

EHA

ND

ELIN

G

ann

azo

rg.n

l

Aan

bie

der:

A

NN

Azo

rg (G

GZ

inst

ellin

g, o

nder

deel

van

O

ptim

a Zo

rg G

roep

)

Beha

ndel

ing

en n

azor

g

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Be

hand

elen

van

men

sen

met

een

lich

te to

t mat

ige

dep

ress

ie v

ia

gep

roto

colle

erd

CGT

zorg

pro

gram

ma.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep

nieu

we

man

ier b

erei

k

oude

Doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Voor

kom

en w

acht

lijst

en.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

Zelft

est

Kenn

iste

stBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

gBe

hand

elin

g

Duu

rbeh

ande

ling

15-�

� w

eken

.

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, mog

elijk

na

scre

enin

g.

Kos

ten

geb

ruik

erIn

take

en

scre

enin

g gr

atis

. Be

hand

elin

g AW

BZ-

verg

oed

mits

ge

ïndi

ceer

d of

via

w

erkg

ever

. Of v

oor

eige

n re

keni

ng.

On

der

zoek

Vo

or- e

n na

met

ing

en

pro

cese

valu

atie

in

uitv

oerin

g

Ber

eik

5500

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art 1

05 c

liënt

en

gesc

reen

d; 1

� cl

iënt

en in

b

ehan

delin

g.

Op

mer

kin

gen

Bied

t per

soon

lijke

coa

ch

via

web

por

taal

. Op

ge

pla

nde

mom

ente

n vi

nden

tele

foni

sche

en

f-

t-f c

onta

cten

pla

ats.

C

liënt

krij

gt ‘e

igen

w

ebp

agin

a’ m

et in

fo,

oefe

ning

en e

n fe

edb

ack

van

coac

h. D

it vo

rmt

rode

dra

ad b

ehan

delin

g.

Her

kom

st z

elft

est s

taat

ni

et b

esch

reve

n. Z

elft

est

indi

ceer

t beh

ande

ling.

In ju

ni �

006

gest

art m

et

beh

ande

len.

inte

rap

y.n

l

Aan

bie

der:

Inte

rapy

N

eder

land

B.V

.

Beha

ndel

ing

Star

t: �0

01

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Be

hand

elen

van

men

sen

met

een

dep

ress

ie v

ia

gep

roto

colle

erde

CG

T in

tern

etb

ehan

delin

g.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

Doe

lgro

epVe

rvan

ging

bes

taan

d aa

nbod

.Vo

lwaa

rdig

sub

stitu

ut v

oor

f-t-

f beh

ande

linge

n.

Doe

lgro

ep

16+

Inh

oud

In

form

atie

Beha

ndel

ing

Duu

rbeh

ande

ling

gem

idde

ld 1

5 w

eken

.

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

, mog

eljk

na

scre

enin

g en

het

to

epas

sen

van

vast

e ex

clus

iecr

iteria

.

Kos

ten

geb

ruik

er

AWBZ

-ver

goed

mits

ge

ïndi

ceer

d of

via

zo

rgve

rzek

eraa

r of

wer

kgev

er. O

f voo

r ei

gen

reke

ning

.

On

der

zoek

RC

T (L

ange

ea,

�00

5)

Ond

erzo

ek la

nge

term

ijn

effec

ten

in v

oorb

erei

ding

.

Ber

eik

5000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art t

otaa

l rui

m

�000

uitg

evoe

rde

beh

ande

linge

n (in

clus

ief

dep

ress

ie).

Op

mer

kin

gen

Inte

rapy

maa

kt d

eel u

it va

n b

ehan

dela

anb

od

van

15 G

GZ-

inst

ellin

gen.

Page 131: Programmeringsstudie E-mental Health

1�9

Referenties:Lange A, Vermeulen H, Renckens CH, Schrijver M, van de Ven JP, Schrieken B, Dekker J. De geprotocolleerde

Interapy-behandeling van depressie via het internet; resultaten van een gerandomiseerde trial. Dth.

2005;25(1):27-50.

Pop VJ, Komproe IH, van Son MJ. Characteristics of the Edinburgh Post Natal Depression Scale in The

Netherlands. Journal of Affective Disorders. 1992;26:105-110.

Terluin B. De Vierdimensionale Klachtenlijst (4DKL). Een vragenlijst voor het meten van distress, depressie,

angst en somatisatie. Huisarts en Wetenschap. 1996;39(12):538-547. Spek e.a �006., in voorberei-

ding).

Van der Zanden AP, Conijn B, Visscher RFM, Gerrits R. Grip op je dip online: een preventieve groepsinterven-

tie voor jongeren via internet. Maandblad Geestelijke Gezondheid. Houten: Bohn Stafleu Van

Loghum; 2005;5:515-526.

Page 132: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 133: Programmeringsstudie E-mental Health

131

Bijlage 3.3 Overzicht aanbod angst interventies in Nederland

Toelichtingtabel:- Interventies onderverdeeld in preventie, behandeling en na(zorg) en daarbinnen alfabetisch

geordend.- Definiëring doelgroep: jongeren = vanaf 12 jaar, jongvolwassenen = vanaf 16 jaar, volwas-

senen = vanaf 18 jaar, ouderen = vanaf 50 jaar.- Fase: O = in ontwikkeling/aanbouw, E= interventie wordt geëvalueerd op effecten (via RCT),

I = interventie is ( ter proef) geïmplementeerd en wordt aangeboden in de praktijk.- Bereik: data over het bereik van de interventie die ter beschikking is gesteld door de aanbie-

der (in schriftelijke vragenlijst).- Onderzoek: als leeg = ontbrekende informatie en als ‘-‘ = geen onderzoek uitgevoerd.- ‘CGT’ = cognitieve gedragstherapie.- ‘f-t-f’ = face to face.- ‘zelfhulp+’ = zelfhulp met minimale begeleiding.

Page 134: Programmeringsstudie E-mental Health

13�

P

REV

ENTI

E

gee

np

anie

kon

line.

nl

Aan

bie

der:

Trim

bos

-inst

ituut

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

07

Fase

: O

Doe

l int

erve

ntie

Ve

rmin

dere

n va

n p

anie

k-kl

acht

en b

ij vo

lwas

sene

n m

et s

ubkl

inis

che

klac

hten

vi

a ge

pro

toco

lleer

de C

GT

zelfh

ulp

curs

us.

Doe

l in

zet

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uw a

anb

od v

oor

doel

groe

p.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

Lotg

enot

enco

ntac

tZe

lfhul

p+

An

onie

m

n.v.

t. (in

ont

wik

kelin

g)

Toeg

anke

lijkh

eid

n.v.

t. (in

ont

wik

kelin

g)

Kos

ten

geb

ruik

er

n.v.

t. (in

ont

wik

kelin

g)

On

der

zoek

RCT

gep

land

Ber

eik

n.v.

t. (in

ont

wik

kelin

g)

Op

mer

kin

gen

Site

wor

dt v

erm

oede

lijk

in

�007

geb

ouw

d en

afh

. van

su

bsi

die

onde

rzoc

ht o

p

effec

ten.

De

inte

rven

tie w

ordt

als

ze

lfhul

p+

ond

erzo

cht,

afh.

va

n re

sult

aten

wor

dt

inte

rven

tie a

ls z

elfh

ulp

of

zelfh

ulp

+ v

aria

nt

aang

ebod

en.

BEH

AN

DEL

ING

ann

azo

rg.n

l

Aan

bie

der:

AN

NA

zorg

Beha

ndel

ing

en n

azor

g

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Be

hand

elen

van

men

sen

met

bui

tens

por

ige

angs

t en

bez

orgd

heid

via

gep

roto

-co

lleer

d zo

rgp

rogr

amm

a ge

bas

eerd

op

CG

T.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k ou

de d

oelg

roep

.Ve

rvan

ging

bes

taan

d aa

nbod

.O

nder

deel

bes

taan

d aa

nbod

.O

verb

rugg

ing

wac

htlij

st.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

Zelft

est

Kenn

iste

stBe

hand

elin

g

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

la

ndel

ijk, m

ogel

ijk n

a sc

reen

ing.

Kos

ten

geb

ruik

er

AWBZ

-ver

goed

mits

ge

ïndi

ceer

d of

via

zo

rgve

rzek

eraa

r of

wer

kgev

er. O

f voo

r ei

gen

reke

ning

.

On

der

zoek

-Vo

or- e

n na

met

ing

en

pro

cese

valu

atie

in

uitv

oerin

g.

Ber

eik

5500

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art 6

8 cl

iënt

en

gesc

reen

d; �

1 cl

iënt

en

in b

ehan

delin

g.

Op

mer

kin

gen

Bi

edt p

erso

onlij

ke c

oach

via

w

ebpo

rtaa

l. O

p ge

plan

de

mom

ente

n vi

nden

tele

foni

-sc

he e

n f-t

-f co

ntac

ten

plaa

ts.

Clië

nt k

rijgt

‘eig

en w

ebpa

gina

’ m

et in

fo, o

efen

inge

n en

fe

edba

ck v

an c

oach

. Dit

vorm

t ro

de d

raad

beh

ande

ling.

Her

kom

st z

elft

est s

taat

nie

t b

esch

reve

n. Z

elft

est

indi

ceer

t beh

ande

ling.

In ju

ni �

006

gest

art m

et

beh

ande

len.

Page 135: Programmeringsstudie E-mental Health

133

ann

azo

rg.n

l

Aan

bie

der:

AN

NA

zorg

Beha

ndel

ing

en n

azor

g

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Be

hand

elen

van

men

sen

met

soc

iale

fob

ie v

ia

gep

roto

colle

erd

zorg

pro

gram

ma

geb

asee

rd

op C

GT.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Ove

rbru

ggin

g w

acht

lijst

.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

Zelft

est

Kenn

iste

stBe

hand

elin

g

Ano

niem

nee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, mog

elijk

na

scre

enin

g.

Kos

ten

geb

ruik

er

AWBZ

-ver

goed

mits

ge

ïndi

ceer

d of

via

zo

rgve

rzek

eraa

r of

wer

kgev

er. O

f voo

r ei

gen

reke

ning

.

On

der

zoek

Vo

or- e

n na

met

ing

en

pro

cese

valu

atie

in

uitv

oerin

g.

Ber

eik

5500

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art 7

7 cl

iënt

en

gesc

reen

d; 3

6 cl

iënt

en

in b

ehan

delin

g.

Op

mer

kin

gen

Bied

t per

soon

lijke

coa

ch v

ia

web

port

aal.

Op

gepl

ande

m

omen

ten

vind

en te

lefo

ni-

sche

en

f-t-f

cont

acte

n pl

aats

. Cl

iënt

krij

gt ‘e

igen

web

pagi

na’

met

info

, oef

enin

gen

en

feed

back

van

coa

ch. D

it vo

rmt

rode

dra

ad b

ehan

delin

g.

Her

kom

st z

elft

est s

taat

nie

t b

esch

reve

n. Z

elft

est

indi

ceer

t beh

ande

ling.

In ju

ni �

006

gest

art m

et

beh

ande

len.

ann

azo

rg.n

l

Aan

bie

der:

A

NN

Azo

rg

Beha

ndel

ing

en n

azor

g

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Be

hand

elen

van

men

sen

met

PTS

S vi

a ge

pro

toco

lleer

d zo

rgp

rogr

amm

a ge

bas

eerd

op

CG

T.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Ove

rbru

ggin

g w

acht

lijst

.

Doe

lgro

ep

18+

Inh

oud

In

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

Zelft

est

Kenn

iste

stBe

hand

elin

g

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, mog

elijk

na

scre

enin

g.

Kos

ten

geb

ruik

er

AWBZ

-ver

goed

mits

ge

ïndi

ceer

d of

via

zo

rgve

rzek

eraa

r of

wer

kgev

er. O

f voo

r ei

gen

reke

ning

.

On

der

zoek

Vo

or- e

n na

met

ing

en

pro

cese

valu

atie

in

uitv

oerin

g.

Ber

eik

5500

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art 1

3 cl

iënt

en

gesc

reen

d; 1

clië

nt in

b

ehan

delin

g.

Op

mer

kin

gen

Bied

t per

soon

lijke

coa

ch v

ia

web

port

aal.

Op

gepl

ande

m

omen

ten

vind

en te

lefo

ni-

sche

en

f-t-f

cont

acte

n pl

aats

. Cl

iënt

krij

gt ‘e

igen

web

pagi

na’

met

info

, oef

enin

gen

en

feed

back

van

coa

ch. D

it vo

rmt

rode

dra

ad b

ehan

delin

g.

Her

kom

st z

elft

est s

taat

nie

t b

esch

reve

n. Z

elft

est

indi

ceer

t beh

ande

ling.

In ju

ni �

006

gest

art m

et

beh

ande

len.

Page 136: Programmeringsstudie E-mental Health

13�

in

tera

py.

nl

Aan

bie

der:

Inte

rapy

Ned

erla

nd B

.V.

Beha

ndel

ing

Star

t: �0

01

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Be

hand

elen

van

men

sen

met

een

PTS

S vi

a ge

pro

toco

lleer

de C

GT

inte

rnet

beh

ande

ling.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Volw

aard

ig s

ubst

ituut

voo

r f-

t-f b

ehan

delin

gen.

Doe

lgro

ep

16+

Inh

oud

In

form

atie

Beha

ndel

ing

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

, mog

elijk

na

scre

enin

g en

het

to

epas

sen

van

vast

e ex

clus

iecr

iteria

.

Kos

ten

geb

ruik

er

AWBZ

-ver

goed

mits

ge

ïndi

ceer

d of

via

zo

rgve

rzek

eraa

r of

wer

kgev

er. O

f voo

r ei

gen

reke

ning

.

On

der

zoek

RC

TM

ense

n b

ehan

deld

m

et o

nlin

e b

ehan

de-

ling

voor

PTS

S ve

rbet

erde

n si

gnifi

cant

m

eer d

an d

eeln

emer

in

wac

htlij

st c

ondi

tie

(Lan

ge e

.a. �

003)

.

Ber

eik

5000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art r

uim

�00

0 ui

tgev

oerd

e b

ehan

de-

linge

n (in

clus

ief P

TSS)

.

Op

mer

kin

gen

Inte

rapy

maa

kt d

eel u

it va

n b

ehan

dela

anb

od v

an 1

5 G

GZ-

inst

ellin

gen.

inte

rap

y.n

l

Aan

bie

der:

Inte

rapy

N

eder

land

B.V

.

Beha

ndel

ing

Star

t: �0

01

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Be

hand

elen

van

men

sen

met

een

pan

ieks

toor

nis,

via

ge

pro

toco

lleer

de C

GT

inte

rnet

beh

ande

ling.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Volw

aard

ig s

ubst

ituut

voo

r f-

t-f b

ehan

delin

gen.

Doe

lgro

ep

16+

Inh

oud

In

form

atie

Beha

ndel

ing

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

, mog

elijk

na

scre

enin

g en

het

to

epas

sen

van

vast

e ex

clus

iecr

iteria

.

Kos

ten

geb

ruik

er

AWBZ

-ver

goed

mits

geï

ndic

eerd

of v

ia

zorg

verz

eker

aar o

f w

erkg

ever

. Of v

oor

eige

n re

keni

ng.

On

der

zoek

RC

T (n

og n

iet

gep

ublic

eerd

)

Ber

eik

5000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art r

uim

�.0

00

uitg

evoe

rde

beh

ande

linge

n (in

clus

ief

pan

ieks

toor

nis)

.

Op

mer

kin

gen

Inte

rapy

maa

kt d

eel u

it va

n b

ehan

dela

anb

od v

an 1

5 G

GZ-

inst

ellin

gen.

Page 137: Programmeringsstudie E-mental Health

135

Referenties:Lange A, Ven JP van de, Schrieken B, Emmelkamp P. Langetermijneffecten, cognitieve verandering en

mediërende variabelen in de korte behandeling van posttraumatische stress via het internet.

Directieve Therapie, 2004;24(1):37-52.

Lange A, Rietdijk D, Hudcovicova M, Van de Ven JP, Schrieken B, Emmelkamp PMG. Interapy. A controlled

randomized trial of the standardized treatment of posttraumatic stress through the Internet. Journal

of Consulting and Clinical Psychology. 2003;71(5):901-909.

Lange A, van de Ven JP, Schrieken B. Interapy: treatment of post-traumatic stress via the internet. Cognitive

Behaviour Therapy. 2003;32(3):110-24.

Page 138: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 139: Programmeringsstudie E-mental Health

137

Bijlage 3.4 Overzicht aanbod interventies psychische klachten allerlei in Nederland

Toelichtingtabel:- Interventies onderverdeeld in preventie, behandeling en na(zorg) en daarbinnen alfabetisch

geordend.- Definiëring doelgroep: jongeren = vanaf 12 jaar, jongvolwassenen = vanaf 16 jaar, volwas-

senen = vanaf 18 jaar, ouderen = vanaf 50 jaar.- Fase: O = in ontwikkeling/aanbouw, E= interventie wordt geëvalueerd op effecten (via RCT),

I = interventie is ( ter proef) geïmplementeerd en wordt aangeboden in de praktijk- Bereik: data over het bereik van de interventie die ter beschikking is gesteld door de aanbie-

der (in schriftelijke vragenlijst).- Onderzoek: als leeg = ontbrekende informatie en als ‘-‘ = geen onderzoek uitgevoerd.- ‘CGT’ = cognitieve gedragstherapie.- ‘f-t-f’ = face to face.- ‘zelfhulp+’ = zelfhulp met minimale begeleiding.

Page 140: Programmeringsstudie E-mental Health

138

P

REV

ENTI

E

alle

son

der

con

tro

le.n

l

Aan

bie

der:

VU Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: E

Doe

l int

erve

ntie

Prev

entie

van

str

ess,

so

mb

erhe

id e

n an

gstk

lach

ten

via

gep

roto

colle

erd

beg

elei

de

zelfh

ulp

curs

us in

5 le

ssen

(v

olge

ns u

itgan

gsp

unte

n ‘p

rob

leem

oplo

ssen

de

ther

apie

’).

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e D

oelg

roep

.N

ieuw

e m

anie

r ber

eik

ou

de D

oelg

roep

.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dIn

form

atie

Zelfh

ulp

+

Duu

rcur

sus

5 w

eken

.

An

onie

m

n.v.

t. (o

nder

zoek

)

Toeg

anke

lijkh

eid

bes

lote

n i.

v.m

. On

der

-zo

ek

Kos

ten

geb

ruik

er

n.v.

t. (o

nder

zoek

)

On

der

zoek

RCT

(VU

)(S

trat

en v

an,

sub

mitt

ed).

RCT

vern

ieuw

de v

ersi

e in

uit

voer

ing

(VU

)

Ber

eik

n.v.

t. (o

nder

zoek

)

Op

mer

kin

gen

�e RC

T ei

nd �

007

afge

rond

ach

mea

hea

lth

.nl

Aan

bie

der:

Ach

mea

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

03

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

clië

nten

.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lZe

lftes

tBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

g

Ano

niem

dee

ls,

mai

lser

vice

nie

t

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

, mai

lser

vice

ex

clus

ief v

oor k

lant

en

Kos

ten

geb

ruik

er

nee

(afg

ezie

n va

n ve

rzek

erin

gsp

rem

ie)

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Nie

t sp

ecifi

ek e

-men

tal

heal

th.

Zelft

est e

etst

oorn

is,

vers

lavi

ng, b

urno

ut e

n de

pre

ssie

Page 141: Programmeringsstudie E-mental Health

139

ben

jijg

ek.n

l

Aan

bie

der:

Fond

s Ps

ychi

sche

G

ezon

dhei

d

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Besp

reek

baa

r mak

en v

an

psy

chis

che

pro

ble

men

bij

jong

eren

.

Doe

lgro

epJo

nger

enJo

ngvo

l-w

asse

nen

(1�-

18)

Inh

oud

Info

rmat

ieO

nlin

e SM

S-sp

el

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Benj

ijgek

.nl i

s on

derd

eel

van

uitg

ebre

ider

pro

ject

.

clie

nte

nin

form

atie

pu

nt.

nl

Aan

bie

der:

Clië

nten

Info

rmat

iep

unt

(CLI

P)

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

03

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an m

ense

n m

et p

sych

isch

of

psy

chia

tris

che

klac

hten

(e

n hu

n fa

mili

e en

vrie

nden

) vi

a m

ail.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

l

Ano

niem

ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kost

en g

ebru

iker

nee

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Mee

ste

voor

licht

ers

heb

ben

ze

lf er

varin

g in

GG

Z. E

r zijn

ge

en h

ulpv

erle

ners

.

Bied

t op

loca

ties

ook

f-t-

f in

form

atie

.

Page 142: Programmeringsstudie E-mental Health

1�0

d

igit

ale

MSN

-ste

un

gro

ep

Aan

bie

der:

De

Gel

ders

e Ro

os

Rivi

eren

land

Naz

org

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Emp

ower

men

t van

clië

nten

in

zor

g di

e la

ngdu

rig/

inte

nsie

f bez

ig z

ijn m

et

reha

bili

tatie

(op

pak

ken

/ vi

nden

van

wer

k, s

tudi

e,

hob

by) v

ia lo

tgen

oten

-co

ntac

t.

Doe

l in

zet

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep15

+In

hou

dIn

form

atie

Lotg

enot

enco

ntac

t vi

a fo

rum

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Besl

oten

voo

r clië

nten

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

Vana

f sta

rt: 3

0 cl

iënt

en.

Op

mer

kin

gen

Clië

nten

beh

eren

zel

f MSN

-gr

oep.

De

Gel

ders

e Ro

os

Rivi

eren

land

hee

ft

gefa

cilit

eerd

.

fam

iliev

an.n

l

Aan

bie

der:

Alt

rech

t

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

(d

eel s

elec

tieve

p

reve

ntie

)

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ond

erst

eune

n va

n m

ense

n di

e be

trok

ken

zijn

bij

iem

and

met

psy

chis

che

of

psyc

hoge

riatr

isch

e pr

oble

men

via

1) b

egel

eide

ch

at g

roep

sess

ies,

�) o

nlin

e KO

PP-c

ursu

s (8

x 1

,5 u

ur m

et

6 jo

nger

en),

3) in

divi

duel

e m

ail c

oach

ing

in m

axim

aal

8 se

ssie

s.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep16

+

Gro

ep-

sess

ies

en

KO

PP-

curs

us

16-�

5; m

ail

coac

hing

16

+.

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Adv

ies

op m

aat

Zelfh

ulp

+Lo

tgen

oten

cont

act

via

chat

An

onie

m

ja (b

ij aa

nmel

ding

gr

oep

sses

sies

en

curs

us w

orde

n w

el

per

soon

lijke

geg

even

s ge

vraa

gd, m

aar a

lleen

m

aila

dres

is v

erp

licht

)

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

, cur

sus

en

bije

enko

mst

en n

a to

este

mm

ing.

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Beho

efte

pei

ling

en

tevr

eden

heid

-on

derz

oek

in

uitv

oerin

g.

Ber

eik

In 8

maa

nden

38.

000

unie

ke s

ite-b

ezoe

kers

.

Op

mer

kin

gen

Indi

vidu

ele

mai

l coa

chin

g w

ordt

ook

aan

geb

oden

via

A

ltre

cht.n

l.

Bij a

anm

eldi

ng K

OPP

-cur

sus

vrag

en o

ver k

lach

ten,

er i

s ge

en o

nder

gren

s vo

or

deel

nam

e, w

el b

oven

gren

s (e

xclu

siec

riter

ia).

Page 143: Programmeringsstudie E-mental Health

1�1

gg

zdre

nth

e.n

l

Aan

bie

der:

GG

Z D

rent

he

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t:

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ond

erst

euni

ng v

oor e

n do

or m

ense

n m

et

psy

chis

che

pro

ble

men

of

oude

rdom

spro

ble

men

(en

hun

fam

ilie

en v

riend

en),

via

lotg

enot

enco

ntac

t.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dLo

tgen

oten

cont

act

via

mai

l

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

300.

000

unie

ke s

ite-

bez

oeke

rs p

er ja

ar

Op

mer

kin

gen

kop

sto

rin

g.n

l

Aan

bie

der:

C

onco

rtiu

m: T

rimb

os-

inst

ituut

, Sp

atie

, GG

Net

, de

Gel

ders

e Ro

os e

n RI

AG

G IJ

ssel

land

.

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

(d

eel s

elec

tieve

p

reve

ntie

)

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ond

erst

eune

n va

n ki

nder

en

van

oude

rs m

et p

sych

isch

e p

rob

lem

en in

de

omga

ng

met

vra

gen

en p

rob

lem

en

sam

enha

ngen

d m

et

pro

ble

mat

iek

van

oude

r.Be

gele

ide

zelfh

ulp

via

cha

t gr

oep

scur

sus

(8 x

1,5

uur

m

et 6

jong

eren

) en

indi

vidu

ele

mai

l coa

chin

g in

m

axim

aal 8

ses

sies

.

Doe

lgro

ep13

-�5

Gro

eps-

curs

us v

oor

16-�

5 ja

ar.

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Lotg

enot

enco

ntac

t vi

a fo

rum

Zelfh

ulp

+

An

onie

m

deel

s, z

elfh

ulp

+ e

n m

ail c

oach

ing

niet

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

, cur

sus

na

toes

tem

min

g.

Kos

ten

geb

ruik

er

nee

On

der

zoek

Proc

esev

alua

tie

zelfh

ulp

+ in

uit

voer

ing.

Ber

eik

3000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

�� d

eeln

emer

s gr

oep

scur

sus

tijde

ns

pilo

t.

Op

mer

kin

gen

Bij a

anm

eldi

ng

groe

psc

ursu

s vr

agen

ove

r kl

acht

en, e

r is

geen

on

derg

rens

voo

r dee

lnam

e,

wel

bov

engr

ens

(exc

lusi

ecrit

eria

).

Page 144: Programmeringsstudie E-mental Health

1��

ko

rrel

atie

.nl

Aan

bie

der:

Stic

htin

g Ko

rrel

atie

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

00

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

pub

lieke

ove

r p

sych

isch

e en

soc

iale

p

rob

lem

en e

n or

gani

satie

s in

zor

g en

wel

zijn

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

ande

aa

nbod

.O

verb

rugg

ing

wac

htlij

st.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

gC

ondi

tie-

man

agem

ent

Zorg

onde

rste

unin

g

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Eval

uatie

- en

klan

ttev

rede

nhei

ds-

onde

rzoe

k in

�00

0 (in

tern

e ve

rsla

g)Re

gist

ratie

van

vra

gen

(Jaa

rber

icht

�00

5, v

ia

site

bes

chik

baa

r)

Ber

eik

In �

005

187.

��0

unie

ke

site

-bez

oeke

rs; 3

000

mai

lvra

gen

per

jaar

.

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r p

rofe

ssio

nals

Bean

twoo

rdin

g b

inne

n �

wer

kdag

en, k

an o

ok

tele

foni

sch.

MSN

-gez

on

dh

eid

sbu

dd

y vi

a V

GZ

.nl

Aan

bie

der:

VGZ

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Bied

t inf

orm

atie

ove

r ge

zond

heid

en

ziek

te e

n b

eant

woo

rd v

rage

n ov

er

o.a.

gez

ondh

eid,

sp

orte

n,

voed

ing

en v

eilig

vrij

e vi

a M

SN-b

uddy

.

Doe

lgro

ep18

-�7

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

Test

en

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

erne

e

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Nie

t sp

ecifi

ek e

-men

tal

heal

th.

MSN

-bud

dy v

erw

ijst

voor

nam

elijk

naa

r in

form

atie

en

zelft

ests

op

ve

rsch

illen

de w

ebsi

tes

bui

ten

VGZ.

nl.

Page 145: Programmeringsstudie E-mental Health

1�3

net

clie

nte

n.n

l

Aan

bie

der:

Stic

htin

g C

lient

-ge

stuu

rde

Initi

atie

ven

en P

roje

cten

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t:

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Uit

wis

sele

n va

n er

varin

gen

met

o.a

. hul

pver

leni

ng e

n m

edic

atie

tuss

en G

GZ

clië

nten

.M

ediu

m o

m o

nder

zoek

va

nuit

clië

ntp

ersp

ectie

f te

pub

licer

en.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dIn

form

atie

Lotg

enot

enco

ntac

t fo

rum

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Ook

act

ivite

itena

gend

a vo

or li

fe a

ctiv

iteite

n vo

or

GG

Z cl

iënt

en.

op

tijd

erb

ij.n

l

Aan

bie

der:

GG

Z D

elft

land

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Laag

drem

pel

ige

scre

enin

g vo

or m

ense

n m

et

psy

chis

che

klac

hten

om

te

kijk

en o

f zij

in a

anm

erki

ng

kom

en v

oor p

reve

ntie

ve

inte

rven

tie.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dA

dvie

s op

maa

tKe

nnis

test

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk.

Adv

iesg

esp

rek

alle

en

mog

elijk

in re

gio

Del

ft,

Wes

tlan

d, O

ostl

and.

Kos

ten

geb

ruik

erne

e

On

der

zoek

pro

cese

valu

atie

en

tevr

eden

heid

s-on

derz

oek

in

uitv

oerin

g.

Ber

eik

In p

ilot h

ebb

en

mom

ente

el 3

0 m

ense

n vr

agen

lijst

inge

vuld

.

Op

mer

kin

gen

Men

sen

kunn

en z

ich

na

scre

enin

g aa

nmel

den

voor

vr

ijblij

vend

adv

iesg

esp

rek.

Page 146: Programmeringsstudie E-mental Health

1��

p

reve

nti

eko

mp

as.n

l

Aan

bie

der:

ND

DO

Inst

itute

for

Prev

entio

n an

d Ea

rly

Dia

gnos

tics

(NIP

ED)

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Perio

diek

e ge

zond

heid

sche

ck

(som

atis

che

en p

sych

isch

e kl

acht

en) v

ia o

nlin

e ge

valid

eerd

e vr

agen

lijst

en,

licha

mel

ijk o

nder

zoek

en

lab

orat

oriu

mon

derz

oek.

Stim

uler

en g

ezon

dere

le

vens

stijl

.O

nder

steu

nen

eers

telij

nsge

zond

heid

szor

g.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dIn

form

atie

Adv

ies

op m

aat

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

per

�00

7 p

ublie

kelij

k (d

aarv

oor

alle

en o

p u

itnod

igin

g va

n w

erkg

ever

of

verz

eker

aar)

.

Kos

ten

geb

ruik

er16

0 eu

ro,

(ged

eelte

lijke

) ve

rgoe

ding

doo

r w

erkg

ever

of

verz

eker

aar b

ehoo

rt

tot m

ogel

ijkhe

id.

On

der

zoek

Valid

eren

aan

gep

aste

sc

reen

ings

vrag

en-

lijst

en v

oor b

urn-

out,

vita

litei

t en

neur

as-

then

ie (i

n ui

tvoe

ring)

.Ve

rgel

ijkin

g en

va

lidat

ie ri

sico

bep

alin

g 10

-item

(K10

), 6-

item

(K

6) e

n �-

item

als

de

pre

ssie

scr

eeni

ngs-

inst

rum

ent i

n ui

tvoe

ring.

Ber

eik

Scha

ttin

g �0

07:

100.

000

deel

nem

ers.

Op

mer

kin

gen

Nie

t sp

ecifi

ek e

-men

tal

heal

th, w

el s

cree

ning

op

de

pre

ssie

, bur

n-ou

t., a

ngst

, al

coho

lpro

ble

men

en

stre

ss.

Onl

ine

scre

enen

is

onde

rdee

l van

een

ui

tgeb

reid

ere

inte

rven

tie.

Uits

lag/

advi

es is

voo

r de

elne

mer

s (n

iet v

oor

wer

kgev

er o

f ver

zeke

raar

).

Na

scre

enin

g vo

lgt a

dvie

s/ve

rwijz

ing

naar

onl

ine

of f-

t-f h

ulp

aanb

od (o

.a.

alle

sond

erco

ntro

le.n

l) co

nfor

m s

tep

ped

car

e p

rinci

pes

. In

�007

RC

T ge

pla

nd n

aar i

nter

vent

ies

waa

rnaa

r ver

wez

en w

ordt

.

psy

q.n

l

Aan

bie

der:

Parn

assi

a G

roep

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t:

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Laag

drem

pel

ige

scre

enin

g vo

or m

ense

n m

et

psy

chol

ogis

che

pro

ble

men

vi

a ze

lftes

ts e

n zo

nod

ig

advi

es g

even

voo

r hul

p b

ij Ps

yQ.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dIn

form

atie

Zelft

est

An

onie

m d

eels

,ad

vies

krij

gen

niet

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Zelft

est d

epre

ssie

f: H

AD

S (Z

igm

ond

& S

naith

, 19

83).

Zelft

est a

ngst

is v

an A

ngst

, D

wan

g en

Fob

ie s

ticht

ing.

Onl

ine

aanm

eldi

ng

beh

ande

ling

mog

elijk

.

Page 147: Programmeringsstudie E-mental Health

1�5

sosh

ulp

.nl

Aan

bie

der:

Stic

htin

g SO

Shul

p

Ned

erla

nd

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: 19

99

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Bied

t em

otio

nele

on

ders

teun

en, h

ulp

bij

verh

elde

ren

van

situ

atie

s en

he

t zoe

ken

naar

op

loss

inge

n vi

a ch

at e

n m

ail.

Ook

info

rmer

en o

ver

hulp

verl

enin

g.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a ch

at e

n m

ail.

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

erne

e

On

der

zoek

Jaar

lijks

e in

vent

aris

atie

va

n vr

agen

en

vraa

gste

llers

.

Mee

st b

espr

oken

via

ch

at z

ijn p

sych

o-so

cial

e pr

oble

men

(som

ber-

heid

, ang

st e

.d.)

Mee

st

besp

roke

n vi

a m

ail z

ijn

rela

tiepr

oble

men

, ge

volg

d do

or p

sych

o-so

cial

e pr

oble

men

(S

chre

urs,

�00

5).

Ber

eik

In �

005

5151

hul

p-

vrag

en v

ia c

hat e

n m

ail.

Op

mer

kin

gen

Doo

r get

rain

de v

rijw

illig

ers,

on

der b

egel

eidi

ng v

an

ber

oep

skra

cht.

surv

ival

kid

.nl

Aan

bie

der:

GG

Z D

rent

he

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ond

erst

eune

n va

n D

rent

se

jong

eren

met

vad

er,

moe

der,

bro

er o

f zus

met

p

sych

isch

e p

rob

lem

en o

f ve

rsla

ving

.

Doe

l in

zet

Nie

uwe

man

ier b

erei

k ou

de d

oelg

roep

Doe

lgro

ep1�

-�3

Inh

oud

Info

rmat

ieA

dvie

s op

maa

tVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a ch

atLo

tgen

oten

cont

act

via

foru

m e

n ch

atO

efen

inge

nZe

lftes

t

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

bes

lote

n v

oor D

rent

se

Doe

lgro

ep

Kos

ten

geb

ruik

erne

e

On

der

zoek

pro

cese

valu

atie

(nog

nie

t ge

pub

licee

rd)

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Page 148: Programmeringsstudie E-mental Health

1�6

zo

gek

no

gn

iet.

nl

Aan

bie

der:

Stic

htin

g Pa

ndor

a

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

03

Fase

: I

Doe

lBi

edt i

nfor

mat

ie o

ver G

GZ

aan

jong

eren

om

p

sych

isch

e/p

sych

iatr

isch

e p

rob

lem

en te

gen

te g

aan

en b

esp

reek

baa

r te

mak

en.

Doe

lgro

ep1�

-18

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

erne

e

On

der

zoek

Proc

esev

alua

tie in

ee

rste

jaar

.

Ber

eik

In �

005

366

mai

lvra

gen;

50

unie

ke s

ite-b

ezoe

kers

p

er d

ag; 6

00

nieu

wsb

rief a

bon

nees

.

Op

mer

kin

gen

VR

IJG

EVES

TIG

DE

PR

OFE

SSIO

NA

LS

dep

sych

olo

og.

nl

Aan

bie

der:

psy

chol

oog/

psy

cho-

ther

apeu

t M.I.

von

nnin

ghau

sen

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

en

beh

ande

ling

Star

t: �0

00

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Bege

leid

t men

sen

bij

beï

nvlo

eden

van

gev

oele

ns

via

beg

elei

de

zelfh

ulp

curs

usse

n: ‘O

mga

an

met

Ang

st’, ‘

Om

gaan

met

ve

rdrie

t’ en

‘Om

gaan

met

b

oosh

eid

en c

onfli

cten

’.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lZe

lfhul

p+

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er

Zelfh

ulp

+ 1

6,00

-17,

50

euro

per

� w

eken

to

egan

g.

On

der

zoek

-

Ber

eik

Vrijw

el g

een

resp

ons

Op

mer

kin

gen

Op

ver

zoek

adv

ies

en

beg

elei

ding

mog

elijk

per

m

ail e

n te

lefo

on.

eco

nsu

lt.m

edip

ort

aal.n

l

Aan

bie

der:

Med

ipor

taal

BV

i.s.w

. m

et U

MC

U, a

fdel

ing

Volw

asse

nenp

sych

iatr

ie

E-co

nsul

t

Star

t:

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

men

sen

met

psy

chis

ch

of p

sych

iatr

isch

e kl

acht

en

(en

hun

fam

ilie

en

omge

ving

) via

mai

l.

Doe

lgro

epIn

hou

dVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er

e-co

nsul

t (ka

n ui

t m

eerd

ere

cont

acte

n b

esta

an):

�0 e

uro

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Bean

twoo

rdin

g b

inne

n ��

uu

r doo

r psy

chol

oog

of

psy

chia

ter U

MC

Utr

echt

.

Page 149: Programmeringsstudie E-mental Health

1�7

emai

ldo

kter

.nl

Aan

bie

der:

Emai

ldok

ter.n

l B.V

. (R

. Mol

, hui

sart

s)

E-co

nsul

t

Star

t:

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

men

sen

met

ge

zond

heid

skla

chte

n zo

nder

eig

en h

uisa

rts

via

mai

l.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

gZo

rgon

ders

teun

ing

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

ere-

cons

ult:

1� e

uro

Ond

erzo

ek -

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Nie

t sp

ecifi

ek e

-men

tal

heal

th.

Aan

bod

ook

in E

ngel

s.

Bean

twoo

rdin

g b

inne

n ��

uu

r per

tele

foon

of m

ail.

Of

pat

iënt

moe

t naa

r sp

reek

uur.

emai

lpsy

cho

loo

g.n

l

Aan

bie

der:

kl

inis

ch p

sych

oloo

g

R. M

aas

E-co

nsul

t

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Onl

ine

ther

apie

en

coun

selin

g; in

divi

duel

e m

ailb

ehan

delin

g, b

ehan

de-

ling

via

chat

en

groe

psb

e-ha

ndel

ing

via

chat

en

mai

l.

Doe

lgro

epsb

egel

eidi

ng:

inzi

cht i

n je

zelf

en je

p

rob

lem

en, g

oed

beg

in

mak

en m

et o

plo

ssen

erv

an

en e

en fl

ink

uitg

ebre

id

zelfi

nzic

ht.

Doe

lgro

epIn

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

l en

chat

Beha

ndel

ing

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er

e-co

nsul

t (�

mai

ls):

50

euro

; 60

min

uten

cha

t 50

eur

o; 9

0 m

inut

en

chat

67,

50 e

uro;

in

trop

rijs

groe

psg

esp

rek

(90

min

uten

) �5

euro

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Page 150: Programmeringsstudie E-mental Health

1�8

e-

psy

chia

ter.

nl

Aan

bie

der:

psy

chia

ter J

.A. v

an d

er

Lind

en

E-co

nsul

t

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

pat

iënt

en o

ver

psy

chia

tris

che

stoo

rnis

sen

via

mai

l.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lLo

tgen

oten

cont

act

via

foru

m

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

ere-

cons

ult:

�5 e

uro

On

der

zoek

-

Ber

eik

5000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

3x p

er w

eek

e-co

nsul

ten

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r hui

sart

s,

med

isch

sp

ecia

list e

n ee

rste

lijns

psy

chol

oog.

hu

lpg

ids.

nl

Aan

bie

der:

psy

chia

ter A

.L. Q

uerid

o

E-co

nsul

t

Star

t: �0

00

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an m

ense

n ov

er p

sych

iatr

isch

e zi

ekte

bee

lden

, ve

rsch

illen

de

ther

apie

vorm

en e

n m

edic

atie

via

foru

m.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

foru

mZe

lftes

tLo

tgen

oten

cont

act

via

foru

m

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Foru

ms

o.a.

ove

r dep

ress

ie,

angs

t, b

urno

ut e

n ve

rsla

ving

.

Bean

twoo

rdin

g vi

a fo

rum

do

or p

sych

iate

r.

Zelft

este

n: B

urno

ut P

oten

tial

Inve

ntor

y (B

PI) (

Pott

er, 1

980)

; H

amilt

on R

atin

g Sc

ale

for

Dep

ress

ion

(HA

M-D

) (H

amilt

on, 1

960)

; Zun

g Se

lf-ra

ting

Dep

ress

ion

scal

e (S

DS)

(Z

ung,

196

5); M

ontg

omer

y-Å

sber

g D

epre

ssio

n Ra

ting

Scal

e (M

AD

RS) (

Mon

tgom

ery

& A

sber

g, 1

979)

.

Page 151: Programmeringsstudie E-mental Health

1�9

leva

nte

-on

linet

her

apie

.nl

Aan

bie

der:

psy

chos

ocia

al th

erap

eut

S. K

ieft

E-co

nsul

t

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Psyc

holo

gisc

he

hulp

verl

enin

g ov

er

stem

min

gsp

rob

lem

atie

k,

rela

tiep

rob

lem

atie

kge

zins

pro

ble

mat

iek,

b

urno

ut, r

ouw

verw

erki

ng,

iden

titei

tsvr

aags

tukk

en e

n tr

aum

aver

wer

king

via

mai

l.

Doe

lgro

epIn

hou

dVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail.

Beha

ndel

ing

via

mai

l.

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er

1e re

tour

mai

l gra

tis;

1 re

tour

mai

l/m

aand

: 37

.50

euro

; � re

tour

m

ails

/maa

nd: 5

5 eu

ro.

Verg

oedi

ng v

ia

zorg

verz

eker

aar

mog

elijk

.

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

mai

lth

erap

ie.n

l

Aan

bie

der:

psy

chos

ocia

al th

erap

eut

M. H

arin

g

E-co

nsul

t

Star

t: �0

01

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

psyc

hoso

cial

e th

erap

ie

betr

effen

de p

robl

emen

in

wis

selw

erki

ng tu

ssen

in

divi

du e

n om

gevi

ng o

.a.

rela

tiepr

oble

men

, (w

erk)

stre

ss, m

inde

r-w

aard

ighe

idsg

evoe

lens

, ve

rlies

erva

ringe

n, v

erw

erke

n va

n ch

roni

sch

ziek

-zijn

, een

de

pres

sie

of s

ombe

re

geda

chte

n vi

a m

ail.

Doe

lgro

epIn

hou

dVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail.

Beha

ndel

ing

via

mai

l.

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er

ja, m

aar o

nbek

end

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Page 152: Programmeringsstudie E-mental Health

150

m

ijnsp

ecia

list.

nl

Aan

bie

der:

Stic

htin

g A

skYo

urED

octo

r (AY

E)

E-co

nsul

t

Star

t: 19

97

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

pub

liek

over

med

isch

sp

ecia

listis

che

zorg

via

mai

l. O

ok v

rage

n aa

n (k

inde

r)p

sych

iate

rs.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

ande

aa

nbod

.O

verb

rugg

ing

wac

htlij

st.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

l.Be

hand

elke

uze

onde

rste

unin

g.

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Ko

sten

geb

ruik

er

e-co

nsul

t sta

ndaa

rd

antw

oord

50

euro

; ui

tgeb

reid

ant

woo

rd

75 e

uro;

bea

ntw

oord

ing

bin

nen

�� u

ur 1

�5 e

uro.

On

der

zoek

Proc

esev

alua

tie(in

tern

ver

slag

)

Ber

eik

1�.0

00 u

niek

e si

te-

bez

oeke

rs p

er m

aand

Op

mer

kin

gen

Nie

t sp

ecifi

ek e

-men

tal

heal

th.

spre

eku

urs

pyc

ho

loo

g.n

l

Aan

bie

der:

psyc

holo

og I.

Sui

jker

buijk

E-co

nsul

t

Star

t:

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Bied

t psy

chol

ogis

che

info

rmat

ie e

n (p

erso

onlij

k)

advi

es. G

een

diag

nose

s,

cons

ulte

n of

ther

apie

.

Doe

lgro

epIn

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

l.

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er5

euro

per

ant

woo

rd

On

der

zoek

Bere

ik

Op

mer

kin

gen

Page 153: Programmeringsstudie E-mental Health

151

Referenties: Straten van, Cuijpers P, Smits N. The effectiveness of a generic web-based self-help intervention for

depression, anxiety and stress (submitted).

Hamilton M. A rating scale for depression. Journal of neurology, neurosurgery, and psychiatry. 1960;23:56-

62.

Montgomery SA & Asberg M. A new depression scale designed to be sensitive to change. British Journal of

Psychiatry. 1979;134:382–389.

Potter BA. Overcoming Job Burnout: How to Renew Enthusiasm for Work. CA, Ronin Publishing; 1980.

Schreurs A. Jaarverslag SOShulp Nederland; 2005. [soshulpjaar2005.pdf]

Zigmond AS, Snaith RP. The Hospital Anxiety And Depression Scale. Acta Psychiatry Scandinavia.

1983;67:361-370.

Zung WW. A self-rating depression scale. Archives of general psychiatry. 1965;12:63-70.

Page 154: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 155: Programmeringsstudie E-mental Health

153

Bijlage 3.5 Overzicht aanbod alcohol interventies in Neder-land

Toelichting tabel:- Interventies onderverdeeld in preventie, behandeling en na(zorg) en daarbinnen alfabetisch

geordend.- Definiëring doelgroep: jongeren = vanaf 12 jaar, jongvolwassenen = vanaf 16 jaar, volwas-

senen = vanaf 18 jaar, ouderen = vanaf 50 jaar.- Fase: O = in ontwikkeling/aanbouw, E= interventie wordt geëvalueerd op effecten (via RCT),

I = interventie is ( ter proef) geïmplementeerd en wordt aangeboden in de praktijk.- Bereik: data over het bereik van de interventie die ter beschikking is gesteld door de aanbie-

der (in schriftelijke vragenlijst).- Onderzoek: als leeg = ontbrekende informatie en als ‘-‘ = geen onderzoek uitgevoerd.- ‘CGT’ = cognitieve gedragstherapie.- ‘f-t-f’ = face to face.- ‘zelfhulp+’ = zelfhulp met minimale begeleiding.

Page 156: Programmeringsstudie E-mental Health

15�

P

REV

ENTI

E

al-a

no

n.n

l

Aan

bie

der:

Al-a

non

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

00

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ond

erst

eune

n va

n ki

nder

en

van

oude

rs m

et

alco

holp

rob

lem

en in

de

omga

ng m

et v

rage

n en

p

rob

lem

en s

amen

hang

end

met

pro

ble

mat

iek

van

oude

r.

Doe

lgro

ep1�

+

Inh

oud

Info

rmat

ie (o

.a. i

nfo

geb

asee

rd o

p 1

� st

app

en v

ia m

ail)

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lLo

tgen

oten

cont

act

via

mai

l

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, mog

elijk

na

toes

tem

min

g

Kost

en g

ebru

iker

nee

On

der

zoek

Ber

eik

In �

00�

�95

hulp

vrag

en v

ia m

ail;

in

�005

5��

hul

pvra

gen

Op

mer

kin

gen

Lotg

enot

enco

ntac

t alle

en

1-op

-1 m

et w

erkg

roep

lede

n.

alco

ho

len

dru

gsi

nb

eeld

.nl

Aan

bie

der:

Jelli

nek

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an d

oven

en

slec

htho

rend

e in

woo

rd e

n ge

bar

enta

al o

ver

alco

hol(g

ebru

ik).

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rd

via

mai

lZe

lftes

tLo

tgen

oten

cont

act

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Ber

eik

80 u

niek

e si

te-

bez

oeke

rs p

er d

ag

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs.

Page 157: Programmeringsstudie E-mental Health

155

alco

ho

linfo

.nl,

dri

nkt

est.

nl &

dek

ater

kom

tlat

er.n

l

Aan

bie

der:

N

IGZ

Sele

ctie

ve (d

eels

un

iver

sele

pre

vent

ie)

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an p

ublie

k ov

er a

lcoh

ol(g

ebru

ik).

Stim

uler

en v

eran

twoo

rd

alco

holg

ebru

ik.

Adv

iser

en v

an m

ense

n di

e re

gelm

atig

drin

ken

en h

un

drin

kged

rag

will

en

anal

yser

en v

ia

geau

tom

atis

eerd

advi

es-o

p-m

aat e

n zw

aard

ere

drin

kers

m

otiv

eren

tot g

edra

gs-

vera

nder

ing.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep1�

+

deka

ter-

kom

tlat

er.n

l vo

or 1

�-�5

; dr

inkt

est.n

l vo

oral

voo

r 35

-55

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Kenn

iste

stZe

lftes

tA

dvie

s op

maa

t

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

RCT

drin

ktes

t.nl.

Toen

ame

inte

ntie

tot

min

der d

rinke

n.

Sign

ifica

nte

afna

me

aant

al d

rinkd

agen

. Bij

vrou

wen

sig

nific

ante

af

nam

e w

eek-

cons

ump

tie(B

oon

& H

uib

erts

, in

voor

ber

eidi

ng).

RCT

naar

ver

bet

erde

ve

rsie

drin

ktes

t.nl i

n vo

orb

erei

ding

(lab

se

ttin

g).

Ber

eik

drin

ktes

t.nl:

8.00

0-10

.000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

in �

003

150.

000

advi

es-o

p-m

aat.

Op

mer

kin

gen

Dek

ater

kom

tlat

er.n

l is

onde

rdee

l van

ove

rhei

ds-

cam

pag

ne ‘D

RAN

K de

kat

er

kom

t lat

er’. I

s on

derz

ocht

m

et v

oor-

en

nam

etin

g.

Page 158: Programmeringsstudie E-mental Health

156

co

keva

njo

u.n

l

Aan

bie

der:

St

icht

ing

Cok

e va

n Jo

u

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ond

erst

eune

n va

n m

ense

n di

e le

ven

in d

irect

e na

bijh

eid

van

vers

laaf

de.

Zorg

en v

oor (

h)er

kenn

ing

van

hun

pro

ble

men

.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep1�

+

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Lotg

enot

enco

ntac

tBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

g

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

Land

elijk

, dee

ls

bes

lote

n vo

or le

den

(iede

reen

kan

lid

wor

den

met

mai

ladr

es)

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Ber

eik

100

unie

ke s

ite-

bez

oeke

rs p

er d

ag; 3

00

mai

lvra

gen

aan

syst

eem

ther

apeu

t in

1 ja

ar

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs.

Cok

evan

jou.

nl is

ond

erde

el

van

bre

der p

roje

ct.

Org

anis

eren

ook

f-t-

f b

ijeen

kom

sten

.

dra

nke

nd

rug

s.n

l

Aan

bie

der:

TAC

TUS

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Verg

rote

n ke

nnis

van

jo

nger

en o

ver

geno

tmid

dele

n en

b

eïnv

loed

en h

oudi

ng

rond

om g

enot

mid

dele

n.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Doe

lgro

epJo

nger

enJo

ngvo

l-w

asse

nen

(1�-

18)

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Zelft

est

Kenn

iste

st

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Proc

esev

alua

tie.

Voor

- en

nam

etin

g (U

T) in

uit

voer

ing.

Ber

eik

Nie

uwe

site

en

daar

om

wis

selt

aan

tal

bez

oeke

rs s

terk

. Op

p

rom

otie

mom

ente

n �0

0 un

ieke

site

-b

ezoe

kers

per

dag

.

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs e

n ze

lftes

t can

nab

is, X

TC e

n ta

bak

Afk

omst

zel

ftes

t onb

eken

d.

Page 159: Programmeringsstudie E-mental Health

157

dra

nkj

ewel

.nl

Aan

bie

der:

C

onso

rtiu

m: T

rimb

os-

inst

ituut

, NIG

Z, J

ellin

ek,

De

Grif

t, TA

CTU

S

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

03

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Ond

erst

eune

n va

n ki

nder

en

van

oude

rs m

et

alco

holp

rob

lem

en in

de

omga

ng m

et v

rage

n en

p

rob

lem

en s

amen

hang

end

met

pro

ble

mat

iek

van

oude

r.

Doe

lgro

ep1�

+

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail e

n ch

atLo

tgen

oten

cont

act

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

erne

e

On

der

zoek

Proc

esev

alua

ties.

Tijd

ens

pilo

t is

site

naa

r te

vred

enhe

id b

ezoc

ht.

Doe

lgro

ep m

aakt

ge

brui

k va

n in

ter-

actie

ve o

nder

dele

n (R

iper

H e

.a.,

�003

).Si

te w

ordt

doo

r be

zoek

ers

met

een

ru

ime

vold

oend

e be

oord

eeld

(Con

ijn e

.a.,

(�00

5).

Ber

eik

�000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd

Op

mer

kin

gen

dru

gsi

nfo

.nl

Aan

bie

der:

Tr

imb

os-in

stitu

ut

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

pub

liek

over

al

coho

l(geb

ruik

), m

et n

ame

jong

eren

, oud

ers

en

omge

ving

van

geb

ruik

ers.

Doe

lgro

ep1�

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rdvi

a ch

at

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-Ja

arlij

kse

inve

ntar

isat

ie

vrag

en e

n vr

aags

telle

rs.

Ber

eik

In �

005

3300

vra

gen

tele

foon

waa

rvan

93

over

alc

ohol

.

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs.

Vrag

en w

orde

n te

lefo

nisc

h b

eant

woo

rd e

n p

er

dece

mb

er �

006

ook

via

chat

.

Vrag

en o

ver a

lcoh

ol v

eela

l ov

er c

omb

i alc

ohol

en

drug

s.

Page 160: Programmeringsstudie E-mental Health

158

d

rug

sro

tter

dam

.nl

Aan

bie

der:

G

GD

Rot

terd

am e

.o.

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an

(Rot

terd

amse

) jon

gere

n ov

er a

lcoh

ol(g

ebru

ik).

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

epJo

nger

enIn

hou

dIn

form

atie

Kenn

iste

st‘P

et F

riend

’ die

m

aila

dvie

s vr

aagt

Mai

l prij

svra

ag e

n w

edst

rijd

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

-

Ber

eik

75.0

00-1

00.0

00 u

niek

e si

te-b

ezoe

kers

per

jaar

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs,

tab

ak e

n go

kken

.

dru

gsw

eb.n

l

Aan

bie

der:

Pa

rnas

sia

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t: �0

0�

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an jo

nger

en

over

alc

ohol

(geb

ruik

).

Doe

lgro

epJo

nger

enIn

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rdvi

a m

ail

Mai

l prij

svra

ag

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kost

en g

ebru

iker

nee

On

der

zoek

Proc

esev

alua

tie e

n te

vred

enhe

ids-

onde

rzoe

k (in

tern

ve

rsla

g)

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs.

lere

nov

erg

eno

tmid

del

en.n

l

Aan

bie

der:

Trim

bos

-inst

ituut

Uni

vers

ele

pre

vent

ie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an le

erlin

gen

(met

nam

e VM

BO) o

ver

alco

hol(g

ebru

ik) e

n he

n st

imul

eren

ver

antw

oord

om

te

gaa

n m

et a

lcoh

ol v

ia

lesp

rogr

amm

a.

Doe

l in

zet

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doel

groe

p.Ve

rvan

ging

bes

taan

d aa

nbod

.

Doe

lgro

epJo

nger

en

(1�-

1�)

Inh

oud

Info

rmat

ieE-

lear

ning

met

o.a

. te

stje

s, o

pdr

acht

en,

vide

o’s,

ond

erlin

g co

ntac

t via

foru

m,

gam

ing

(als

b

elon

ing)

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, alle

en v

oor

deel

nem

ers

pilo

t. Va

naf n

ajaa

r �00

7 vo

or

alle

sch

oolk

lass

en

Kos

ten

geb

ruik

er�5

eur

o p

er s

choo

lkla

s p

er ja

ar

On

der

zoek

RCT

in u

itvo

erin

g, is

on

derd

eel v

an b

rede

re

RCT

(Ti,

UU

, RU

N)

Ber

eik

Tijd

ens

pilo

t 30

scho

len

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

in �

007

ook

voor

ro

ken

en b

low

en.

Page 161: Programmeringsstudie E-mental Health

159

min

der

dri

nke

n.n

l

Aan

bie

der:

Trim

bos

-in

stitu

ut

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

03

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Min

dere

n of

sto

pp

en m

et

alco

holg

ebru

ik, v

ia

gep

roto

colle

erd

CGT

zelfh

ulp

curs

us, v

oor

men

sen

die

bov

en n

orm

dr

inke

n.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dIn

form

atie

Lotg

enot

enco

ntac

t vi

a fo

rum

Zelfh

ulp

Ano

niem

ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kost

en g

ebru

iker

nee

On

der

zoek

RCT

(pub

licat

ie in

vo

orb

erei

ding

)

Pers

onen

in in

ter-

vent

iegr

oep

drin

ken

sign

ifica

nt m

inde

r gl

azen

alc

ohol

per

wee

k en

hou

den

zich

vak

er

aan

richt

lijn

vera

nt-

woo

rd d

rinke

n (R

iper

e.

a., i

n vo

orbe

reid

ing)

Ber

eik

17.0

00 u

niek

e si

te-

bez

oeke

rs p

er ja

ar; i

n �0

05 �

500

inte

rven

tie-

geb

ruik

ers.

Op

mer

kin

gen

15%

van

de

volw

asse

n b

evol

king

drin

kt b

oven

no

rm

nov

adic

-ken

tro

n.n

l & d

igid

rug

s.n

l

Aan

bie

der:

N

ovad

ic-K

entr

on

Sele

ctie

ve p

reve

ntie

Star

t:

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en v

an p

ublie

k ov

er a

lcoh

ol(g

ebru

ik).

Doe

lgro

epjo

nger

envo

lwas

-se

nen

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Mai

l prij

svra

agZe

lftes

t

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kost

en g

ebru

iker

nee

On

der

zoek

Ber

eik

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs.

Dig

idru

gs.n

l is

apar

t jo

nger

enaa

nbod

.

Zelft

est i

s dr

inkt

est v

an N

IGZ

in e

igen

sch

il.

Page 162: Programmeringsstudie E-mental Health

160

Te

leac

cu

rsu

s ‘M

ind

er d

rin

ken

? D

oe-

het

-zel

f!’v

ia te

leac

.nl

Aan

bie

der:

Tele

ac i.

s.w

. met

Tr

imb

os-in

stitu

ut

Geï

ndic

eerd

e p

reve

ntie

Star

t: �0

06

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Min

dere

n of

sto

pp

en m

et

alco

holg

ebru

ik v

ia T

elea

c-cu

rsus

(5 T

V-afl

ever

inge

n,

curs

usb

oek

en

min

derd

rinke

n.nl

) voo

r m

ense

n di

e b

oven

nor

m

drin

ken.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dIn

form

atie

Zelfh

ulp

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

en

pub

lieke

lijk

Kos

ten

geb

ruik

erC

ursu

sboe

k �0

eur

o,

DVD

TV-

aflev

erin

gen

30 e

uro

On

der

zoek

RCT

in u

itvo

erin

g.

Ber

eik

��5.

000

kijk

ers

1e T

V-afl

ever

ing.

Op

mer

kin

gen

Eind

�00

6 op

TV.

TV-

aflev

erin

gen

ook

op D

VD

verk

rijgb

aar.

uw

kin

den

gen

otm

idd

elen

.nl

Aan

bie

der:

Trim

bos

-inst

ituut

i.s.

w.

met

NIG

Z

Uni

vers

ele

pre

vent

ie

Star

t: �0

07

Fase

: O

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en e

n ad

vise

ren

van

oude

rs v

an le

erlin

gen

die

wer

ken

met

lere

nove

r-ge

notm

idde

len.

nl o

ver

alco

hol(g

ebru

ik).

Opv

oedi

ngon

ders

teun

ing

voor

oud

ers

via

opvo

edcu

rsus

.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

epvo

lwas

-se

nen

Inh

oud

Info

rmat

ieZe

lfhul

pLo

tgen

oten

cont

act

via

chat

en

foru

mO

nlin

e ou

der-

bije

enko

mst

en

An

onie

m d

eels

Toeg

anke

lijkh

eid

n.v.

t. (in

ont

wik

kelin

g)

Kos

ten

geb

ruik

er n

ee

On

der

zoek

Ber

eik

n.v.

t. (in

ont

wik

kelin

g)

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

in �

007

ook

voor

dr

ugs.

Pilo

t sta

rt v

oorj

aar �

007.

Na

pilo

t opv

oedc

ursu

s an

onie

m e

n vr

ij to

egan

kelij

k.

Rest

bes

lote

n vo

or o

uder

s va

n le

erlin

gen

die

wer

ken

met

lere

nove

rgen

ot-

mid

dele

n.nl

Page 163: Programmeringsstudie E-mental Health

161

BEH

AN

DEL

ING

alco

ho

ldeb

aas.

nl &

tact

us.

nl

Aan

bie

der:

TAC

TUS

Beha

ndel

ing

en n

azor

g (d

eel s

elec

tieve

p

reve

ntie

)

Star

t: 19

99

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en p

ublie

k ov

er

alco

hol(g

ebru

ik).

Mot

iver

en

gedr

agsv

eran

derin

g en

zo

eken

van

hul

p.Lo

tgen

oten

cont

act v

oor

par

tner

s va

n p

rob

leem

drin

kers

.Be

hand

elen

van

men

sen

met

een

alc

ohol

pro

ble

em

via

gep

roto

colle

erde

CG

T in

tern

etb

ehan

delin

g.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep16

+

Beha

nde-

ling

voor

18

+

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

Kenn

iste

stZe

lftes

tBe

hand

elke

uze

onde

rste

unin

gLo

tgen

oten

cont

act

via

foru

mBe

hand

elin

gC

ondi

tie-

man

agem

ent

Duu

rbeh

ande

ling

8-1�

wek

en.

An

onie

m ja

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, beh

ande

ling

mog

elijk

na

scre

enin

g.

Kos

ten

geb

ruik

erne

e

On

der

zoek

Proc

esev

alua

tie e

n vo

or- e

n na

met

ing

van

beh

ande

ling.

Met

beh

ande

ling

wor

dt n

ieuw

e do

elgr

oep

ber

eikt

. In

tern

et b

iedt

m

ogel

ijkhe

id o

m

ber

eik

pro

ble

emdr

inke

rs v

oor

beh

ande

ling

te

verb

eter

en (P

oste

r ea,

�0

05).

RCT

beh

ande

ling

in

voor

ber

eidi

ng.

Ber

eik

tact

us.n

l: 60

00-7

000

unie

ke s

ite-b

ezoe

kers

p

er m

aand

; in

�005

578

clië

nten

in

beh

ande

ling.

Op

mer

kin

gen

Prev

entie

f aan

bod

ook

voo

r dr

ugs.

Lotg

enot

enco

ntac

t ook

voo

r p

artn

ers

van

men

sen

met

dr

ugsp

rob

leem

.Ke

nnis

- en

zelft

est o

ok o

ver

drug

s.

Beha

ndel

ing

gest

art i

n �0

05;

door

cap

acite

itsp

rob

leem

in

schr

ijvin

g re

gelm

atig

ge

slot

en; i

n au

gust

us �

006

1�00

men

sen

op w

acht

lijst

. D

rop

-out

beh

ande

ling

is

laag

, 30%

.

Tot h

alf j

aar n

a af

rond

ing

beh

ande

ling

kan

clië

nt

geb

ruik

mak

en v

an o

nlin

e p

rogr

amm

a. C

hatg

roep

en

voor

naz

org

en m

ense

n op

w

acht

lijst

gep

land

.

Page 164: Programmeringsstudie E-mental Health

16�

an

naz

org

.nl

Aan

bie

der:

AN

NA

zorg

Beha

ndel

ing

en n

azor

g

Star

t: �0

05

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Beha

ndel

en v

an m

ense

n m

et e

en a

lcoh

olp

rob

leem

(s

top

pen

of v

erm

inde

ren)

, vi

a ge

pro

toco

lleer

de C

GT

inte

rnet

beh

ande

ling.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Ove

rbru

ggin

g w

acht

lijst

.

Doe

lgro

ep18

+In

hou

dIn

form

atie

Vraa

g en

ant

woo

rdZe

lftes

tKe

nnis

test

Beha

ndel

keuz

e on

ders

teun

ing

Beha

ndel

ing

Duu

rbeh

ande

ling

15 w

eken

.

An

onie

m n

ee

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, mog

elijk

na

scre

enin

g.

Kos

ten

geb

ruik

er

AWBZ

-ver

goed

mits

ge

ïndi

ceer

d of

via

zo

rgve

rzek

eraa

r of

wer

kgev

er. O

f voo

r ei

gen

reke

ning

.

On

der

zoek

Voor

- en

nam

etin

g en

p

roce

seva

luat

ie in

ui

tvoe

ring

Ber

eik

5500

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

per

maa

nd;

sind

s st

art t

otaa

l 79

clië

nten

ges

cree

nd; �

6 cl

iënt

en in

b

ehan

delin

g.

Op

mer

kin

gen

Bied

t per

soon

lijke

coa

ch v

ia

web

port

aal.

Op

gepl

ande

m

omen

ten

vind

en te

lefo

n-is

che

en f-

t-f c

onta

cten

pla

ats.

Cl

iënt

krij

gt ‘e

igen

web

pagi

na’

met

info

, oef

enin

gen

en

feed

back

van

coa

ch. D

it vo

rmt

rode

dra

ad b

ehan

delin

g.

Her

kom

st z

elft

est s

taat

nie

t b

esch

reve

n. Z

elft

est

indi

ceer

t beh

ande

ling.

Beha

ndel

ing

gest

art i

n ju

ni

�005

.

bri

jder

.nl

& a

lco

ho

linfo

team

.nl

Aan

bie

der:

Brijd

er V

ersl

avin

gszo

rg

Beha

ndel

ing

en n

azor

g (d

eel s

elec

tieve

p

reve

ntie

)

Star

t: �0

03

Fase

: I

Doe

l int

erve

ntie

Info

rmer

en p

ublie

k ov

er

alco

hol(g

ebru

ik).

Beha

ndel

en v

an m

ense

n m

et o

verm

atig

al

coho

lgeb

ruik

(sto

pp

en o

f ve

rmin

dere

n) v

ia

gep

roto

colle

erde

CG

T in

tern

etb

ehan

delin

g (le

efst

ijltr

aini

ng I)

.

Doe

l in

zet

Bere

ik n

ieuw

e do

elgr

oep.

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep1�

+

Beha

nde-

ling

voor

18

+

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

vi

a m

ail

Zelft

est

Beha

ndel

ing

Duu

rbeh

ande

ling

1�-1

� w

eken

. N

azor

g na

6

maa

nden

.

An

onie

m ja

(b

ehan

delin

g ka

n an

onie

m m

its g

een

vrijw

illig

e b

ijdra

ge)

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, beh

ande

ling

mog

elijk

na

scre

enin

g.

Kost

en g

ebru

iker

voo

r b

ehan

delin

g vr

ijwill

ige

bijd

rage

naa

r dr

aagk

rach

t (50

-150

eu

ro).

Dit

verv

alt i

n �0

06 m

et in

gang

ve

rnie

uwd

pro

gram

ma.

On

der

zoek

Voor

- en

nam

etin

g b

ehan

delin

g in

vo

orb

erei

ding

.

Ber

eik

�e k

war

taal

�00

6�5

.000

uni

eke

site

-b

ezoe

kers

; �1�

m

ailv

rage

n; 5

9 on

line

aanm

eldi

ng f-

t-f h

ulp

; 10

9 aa

nmel

ding

en

onlin

e b

ehan

delin

g.

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs.

Alc

ohol

info

team

.nl i

s ap

arte

jo

nger

ensi

te.

Beha

ndel

ing

gest

art i

n �0

0�;

door

cap

acite

itsp

rob

leem

in

schr

ijvin

g re

gelm

atig

ge

slot

en.

Begi

n �0

07 v

erni

euw

d b

ehan

delp

rogr

amm

a al

coho

l. N

iet m

eer a

noni

em

(mai

ladr

es v

erei

st).

Verk

enni

ng

kost

enve

rgoe

ding

via

AW

BZ

en z

orgv

erze

kera

ars.

Kos

ten

voor

eig

en re

keni

ng o

ptie

.

Page 165: Programmeringsstudie E-mental Health

163

jelli

nek

.nl

Aan

bie

der:

Jelli

nek

Beha

ndel

ing

(dee

ls

sele

ctie

ve e

n ge

ïndi

ceer

de p

reve

ntie

)

Star

t: 19

98

Fase

: I e

n O

Info

rmer

en p

ublie

k ov

er

alco

hol(g

ebru

ik).

Sign

aler

en ri

skan

t geb

ruik

.M

otiv

eren

ged

rags

-ve

rand

erin

g.Ve

rmin

dere

n of

sto

ppen

al

coho

lgeb

ruik

via

gep

ro-

toco

lleer

de C

GT

zelfh

ulp-

prog

ram

ma.

Beha

ndel

en v

an m

ense

n

met

een

alc

ohol

prob

leem

(s

topp

en o

f ver

min

dere

n),

via

gepr

otoc

olle

erde

CG

T in

tern

etbe

hand

elin

g m

et

chat

cont

act.

Doe

l in

zet

Nie

uwe

man

ier b

erei

k

oude

doe

lgro

ep.

Verv

angi

ng b

esta

and

aanb

od.

Ond

erde

el b

esta

and

aanb

od.

Doe

lgro

ep1�

+

Beha

ndel

-du

ur 9

w

eken

.

Inh

oud

Info

rmat

ieVr

aag

en a

ntw

oord

via

mai

l en

chat

Mai

l prij

svra

agKe

nnis

test

Zelft

est

Zelfh

ulp

+Be

hand

elin

g

An

onie

m

deel

s, b

ehan

delin

g ni

et

Toeg

anke

lijkh

eid

land

elijk

, beh

ande

ling

mog

elijk

na

scre

enin

g.

Kos

ten

geb

ruik

erZe

lfhul

p+

: nee

Beha

ndel

ing:

ver

goed

vi

a zo

rgve

rzek

eraa

r m

its g

eïnd

icee

rd. O

f vo

or e

igen

reke

ning

(8

50 e

uro)

On

der

zoek

Tevr

eden

heid

s-on

derz

oek

jelli

nek.

nl

(inte

rn v

ersl

ag).

Voor

- en

nam

etin

g en

te

vred

enhe

ids-

onde

rzoe

k ze

lfhul

p+

(B

lank

ers,

�00

5).

RCT

beh

ande

ling

in

voor

ber

eidi

ng.

Ber

eik

300.

000

site

-hits

per

ja

ar; 1

00 a

an-

mel

ding

en p

er m

aand

vo

or z

elfh

ulp

+.

Op

mer

kin

gen

Aan

bod

ook

voo

r dru

gs e

n go

kken

.

Zelfh

ulp

+ a

lcoh

ol o

ok in

En

gels

.

Er is

ap

art j

onge

rena

anb

od.

Beha

ndel

ing

star

t beg

in

�007

.

Page 166: Programmeringsstudie E-mental Health

16�

Referenties: Blankers H. Zelfhulp via het internet. Een exploratief onderzoek naar de zelfhulpmodule alcohol op jellinek.

nl. Amsterdam: Jellinek/UvA; 2005.

Boon B, Huiberts A. De effecten van Drinktest.nl (in voorbereiding).

Conijn B, Riper H.Online tevredenheidsonderzoek Drankjewel.nl. Utrecht: Trimbos-instituut; 2005 [intern

verslag].

Riper H, Conijn B. Procesevaluatieverslag implementatie Drankjewel.nl. Utrecht: Trimbos-instituut; 2003

[intern verslag].

Riper H, Kramer J, Smit F, Conijn B, Cuijpers P. ‘Drinking Less’. An online self- help intervention: Results from

an online randomised clinical trial (in voorbereiding).

Postel MG, de Jong CAJ, de Haan HA. Does e-therapy for problem drinking reach hidden populations? Am J

Psychiatry 2005;162(12):2393.

Page 167: Programmeringsstudie E-mental Health

165

Bijlage 4.1

Expertmeeting E-Mental Health Utrecht, Karel V 28 september 2006: 18.00 – 20.30 uurVerslag: Trimbos-instituut

Aanwezige organisaties: Agis (mevr. Agterdenbos, manager zorg), Achmea (dhr. Hopmans, senior manager zor-ginnovatie), Altrecht (dhr. Höppener, Raad van Bestuur), CTG (dhr. Tijsterman, unithoofd van de ggzdirectie zorgmarkten care), College voor Zorgverzekeringen (mevr. Rikken, hoofd innovatie), GGZ Nederland (mevr. de Ponti, beleidsmedewerker afdeling Zorgvisie & Normering), Inspectie voor de Gezondheidszorg (dhr. Sardeman, inspecteur voor de gezondheidszorg), Jellinek (dhr. Krappel, Raad van Bestuur), Parnassia (dhr. Olthuis, direc-teur PsyQ), Tactus (dhr. Rutten, Raad van Bestuur), VWS (dhr. Haveman, directie Mevia ICT), ZonMw (dhr. Smid, directeur), Zorgverzekeraars Nederland (dhr. Bos, directeur zorg), Ac-tiz (dhr. Bastiaanse, directeur Jeugdriagg NHZ en Praten Online), NPCF (dhr. Baks, Raad van Bestuur, kwaliteitszetel informatiebeleid en consumentengedrag), Externe adviseur (dhr. Esselaar), Trimbos-instituut (mevr. H. Riper, centrumvoorzitter preventie en kortdurende interventies en programmahoofd Vroegsignalering; mevr. B. Conijn, wetenschappelijk me-dewerker; mevr. R. van der Zanden, wetenschappelijk medewerker).

Voorzitter: Dhr. Walburg, Voorzitter Raad van Bestuur Trimbos-instituut

1. Opzet expertmeetingDe expertmeeting startte met de presentatie van een voorlopig overzicht van knelpunten die zijn gevonden op het gebied van e-mental health (Heleen Riper). De knelpunten liggen op het gebied van implementatie, bekostiging, beleid, onderzoek en kwaliteit (zie bijlage sheets). Het overzicht is tot stand gekomen op basis van de praktijkstudie, de wetenschap-pelijke review en overleggen met stakeholders over e-mental health. Naar aanleiding van de presentatie over de gevonden knelpunten stonden de volgende vragen centraal, die in drie discussierondes werden geëxploreerd:- wat is de eerste reactie van de aanwezige stakeholders op de gepresenteerde knelpun-

ten en wat worden de majeure knelpunten gevonden?- wat is er nodig om e-mental health een impuls te geven?- welke rol kunnen de aanwezige stakeholders spelen bij de verdere ontwikkeling

van e-mental health?

2. Uitkomst discussierondes

2.1Discussieronde1:Reacties naar aanleiding van gepresenteerde knelpunten- De gepresenteerde knelpunten worden door iedereen herkend.- Knelpuntenoverzicht schetst een te somber beeld.

Page 168: Programmeringsstudie E-mental Health

166

- Algemeen pleidooi voor versnelling van ontwikkelingen. Zorgverzekeraars kunnen hier een belangrijke rol in hebben door er actief om te vragen.

- Prioritering in aanpak van knelpunten wordt van belang geacht.

Belangrijkste knelpunten- Ontbreken van een kwaliteitskeurmerk voor e-mental health aanbod. - Onvoldoende zicht op effectiviteit/doelmatigheid van het e-mental health aanbod. - Geen volledige acceptatie van e-mental health door beroepsgroepen.

2.2Discussieronde2:Wat is nodig om EMH een impuls te geven? - Terreinafbakening waar e-mental health wel/niet werkt. - Experimenteerruimte. Proeftuinen. Zorgverzekeraar kan in proeftuin bijvoorbeeld bij

groep klanten die van e-mental health aanbod gebruik maakt de kostenreductie bere-kenen.

- Verdere ontwikkeling begeleid door onderzoek. Er is een nieuw onderzoeksdesign noodzakelijk voor innovatieve trajecten dat in brede kring wordt aanvaard; het klassieke onderzoeksmodel (RCT) lijkt onverenigbaar met de gewenste versnelling in e-mental health ontwikkelingen.

- Bussines model. Dit moet helderheid verschaffen in de ‘economics’ van e-mental health aanbod, waaronder de vraag wie wat precies financiert.

- Transparant stepped care model. In dit model moet onderscheid gemaakt worden tus-sen informatie, preventie, behandeling. Ieder segment van het model behoeft een ei-gen bussines model.

- Opleiding voor ggz-professionals in de uitvoering van e-mental health interventies.

2.3Discussieronde3:Welke rol kunnen aanwezige organisaties spelen bij de ontwikkeling van EMH?

Jellinek- Wil bijdragen aan de ontwikkeling van stepped care aanbod op gebied van e-mental

health en aan effectonderzoek.- Heeft nodig voor verdere ontwikkeling: uitvoering van assessment retest onderzoek.CTG- Ziet in principe geen beletsels om e-mental health aanbod op te nemen in DBC’s. - Wil kosteneffectief aanbod contracteren. Agis - Meewerken aan de ontwikkeling van kosteneffectief e-mental health aanbod. - Wil daarbij preventie ook meenemen.- Wil ‘nek durven uitsteken’ voor experimenteel aanbod.Tactus - Wil zich samen met andere stakeholders inzetten voor structurele financiering van e-

mental health aanbod.- Wil tevens probleem van anonimiteit van de polishouder mee helpen oplossen.

Page 169: Programmeringsstudie E-mental Health

167

Praten online - Wil toewerken naar virtuele gecertificeerde portal voor e-mental health aanbod. - Wil toewerken naar gezamenlijk aanbod vanuit de ggz.- Zowel voor verzekeraars als voor aanbieders is er sprake van concurrentie in vrije markt.

Praten online houdt rekening met buitenlandse concurrenten.Inspectie voor gezondheidszorg- Is in eerste instantie restrictief ten opzichte van e-mental health.- Centrale vraag waar het IGZ om gaat: is het verantwoorde zorg?- Gezien bovenstaande is de ontwikkeling van kwaliteitskeurmerk van groot belang (ont-

wikkeld door beroepsgroepen zelf en patiënten)CVZ- Uitgangspunt: opname van duurzame en toegankelijke zorg in het basispakket - Voor opname in het basispakket moet zorgaanbod voldoen aan kwaliteitscriteria- Centrale vraag is: wat is de evidentie van e-mental health aanbod.- Kwaliteitskeurmerk voor e-mental health is van belang voor opname in pakket. - Wil bijdragen in het zoeken naar een manier van pakketbeheer waarbij e-mental he-

alth aanbod een plek kan krijgen. Wil meewerken aan oplossing van knelpunten die opname in pakket kunnen belemmeren, waaronder het punt van anonimiteit.

Externe adviseur- Kan bijdrage leveren aan het samenbrengen van belangen en aan het opstellen van

bussines modellen. Parnassia- Ziet een knelpunt maar ook een uitdaging in de vraag hoe samenhang te creëren op

e-mental health gebied in een concurrerende omgeving. - Constateert dat korte en lange termijnbelangen elkaar kruisen.- Wil bijdrage leveren aan creëren van samenhang, maar constateert ook dat zorgaanbie-

ders vanwege de concurrentie momenteel geen enkel risico kunnen nemen.VWS- Kan bijdragen aan de agendasetting. - Kan bijdrage leveren in het aanbrengen van prioritering in knelpunten.- Kan subsidietraject inzetten op het gebied van e-mental health.- Kan eraan bijdragen de kwaliteit van het e-mental health aanbod boven tafel te krijgen.GGZ Nederland - Uitgangspunt is: aanbieden van kosteneffectief en laadrempelige hulp aan mensen.- Kan bijdragen aan de agendasetting. - Kan bijdrage leveren aan de ondersteuning van kennisuitwisseling rond e-mental

health in het veld. Momenteel is het een ‘booming’ onderwerp.- Kan bijdrage leveren aan het wegnemen van belemmeringen op het gebeid van

e-mental health.Altrecht- Wil met e-mental health meer massa krijgen; bereik doelgroepen vergroten.- Wil bijdrage leveren aan de ontwikkeling van empowermentprogramma’s naast zorg-

gerichte programma’s. - Heeft behoefte aan en kan bijdrage leveren in de kennisuitwisseling.

Page 170: Programmeringsstudie E-mental Health

168

ZonMw - De lopende ZonMw programma’s kunnen meewerken aan oplossing van knelpunten.- Wil methodologische kwesties aanpakken; deze mogen geen belemmering meer vor-

men voor wetenschappelijk onderzoek naar innovaties.Zorgverzekeraars Nederland - Uitgangspunt: basisniveau van psychische hulp beschikbaar stellen voor iedereen. E-

mental health kan daar bijdrage aan leveren. - Wil ervoor pleiten dat projectfinanciering wordt omgezet in structurele financiering van

e-mental health aanbod. Achmea- Beschouwt Internet als een hefboom voor ontwikkelen van diensten tegen lagere kos-

ten. Achmea wil investeren in die ontwikkeling. - Wat betreft het probleem van anonimiteit: hier bestaan oplossingen voor. Persoonsge-

gevens zijn namelijk niet noodzakelijk; wel een account. NPCF- Veel aangesloten verenigingen.- Aanvankelijk veel sites inzake lotgenotencontact; nu toename sites met inhoudelijke

kennis over ziektebeelden.- Wil bijdragen aan de publiek – private samenwerking.

Page 171: Programmeringsstudie E-mental Health
Page 172: Programmeringsstudie E-mental Health

De laatste decennia heeft de ontwikkeling van effectieve behandelvormen voor depressie, angststoornissen en alcoholverslaving een hoge vlucht genomen. Ook het gebruik van internet bij behandeling wordt steeds groter. Behalve veel informatie is er op het internet een ruim aanbod van kennis- en zelftesten. Internetgebruikers kunnen chatten met hulpverleners. En mensen die echt hulp willen kunnen bij steeds meer aanbieders terecht voor een online behandeling.

In opdracht van het ministerie van VWS heeft het Trimbos-instituut een programmeringsstudie gemaakt over deze vormen van behandeling. De studie biedt een totaaloverzicht van het Nederlandstalige e-mental health aanbod plus een overzicht van de wetenschappelijke onderbouwing hiervan in termen van (kosten) effectiviteit.

Tevens is een berekening gemaakt van de kosten van effectieve e-mental health interventies in relatie tot het aantal gewonnen gezonde levensjaren. Uit deze berekeningen blijkt dat de kosten van deze interventies relatief laag zijn, zeker in vergelijking met de hoge maatschappelijke kosten die psychische stoornissen jaarlijks genereren.

Met deze studie wil het Trimbos-instituut een aanzet geven tot de verdere ontwikkeling van e-mental health.

Programmeringsstudie E-Mental Health

Trimbos-intituutI.COM Information CentreDa Costakade �5PO Box 7�53500 AS Utrechtthe Netherlands (+31)30 - �97 11 00www.trimbos.nl


Recommended