+ All Categories
Home > Documents > pure.tue.nl · 1 2 3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord DEEL I Inleiding 2.1 2.2 2.3 Studie en stage 2 .1.1 2...

pure.tue.nl · 1 2 3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord DEEL I Inleiding 2.1 2.2 2.3 Studie en stage 2 .1.1 2...

Date post: 20-Oct-2020
Category:
Upload: others
View: 0 times
Download: 0 times
Share this document with a friend
159
Eindhoven University of Technology MASTER De evaluatie van een landbouw-kredietprogramma in de regio Cusco, Peru : met bijzondere aandacht voor de toegepaste automatische gegevensverwerking Stadhouders, Joris H.T. Award date: 1987 Link to publication Disclaimer This document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Student theses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the document as presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the required minimum study period may vary in duration. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
Transcript
  • Eindhoven University of Technology

    MASTER

    De evaluatie van een landbouw-kredietprogramma in de regio Cusco, Peru : met bijzondereaandacht voor de toegepaste automatische gegevensverwerking

    Stadhouders, Joris H.T.

    Award date:1987

    Link to publication

    DisclaimerThis document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Studenttheses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the documentas presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the requiredminimum study period may vary in duration.

    General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

    • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

    https://research.tue.nl/nl/studentthesis/de-evaluatie-van-een-landbouwkredietprogramma-in-de-regio-cusco-peru--met-bijzondere-aandacht-voor-de-toegepaste-automatische-gegevensverwerking(a4d0b051-1afd-44a0-8c00-e8e1f9c5e50f).html

  • DE EVALUATIE VAN EEN

    LANDBOUW-KREDIETPROGRAMMA

    IN DE REGIO CUSCO, PERU

    Met bijzondere aandacht voor

    de toegepaste automatische

    gegevens-verwerking

    AFSTUDEERVERSLAG

    Technische Universiteit Eindhoven

    Faculteit der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen

    Variant Technologische Ontwikkelingskunde

    Begeleiders:

    Prof. Dr. C.J.L. Berthelet

    Drs. J.F. Baartmans

    J.H.T. Stadhouders

    Juli 1987

  • 1

    2

    3

    INHOUDSOPGAVE

    Voorwoord

    DEEL I

    Inleiding

    2.1

    2.2

    2.3

    Studie en stage

    2 .1.1 2 .1. 2 2 .1. 3 2 .1. 4

    Opleiding Voorbereiding Werkzaamheden op Proderrn Afronding

    Het Proderm-projekt

    2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4

    Ontstaan en doelstelling Doelgroep Werkzaamheden Organisatie

    Wegwijzer deel I

    De evaluatie van het landbouw-kredietprogramma

    3.1

    3.2

    3.3

    Het landbouw-kredietprogramma

    3 .1.1 3 .1. 2 3 .1. 3

    Doel van het kredietprogramma Ontwikkeling van het kredietprogramma Werkwijze van het kredietprogramma

    De afdeling "Seguimiento y Evaluaci6n"

    3.2.1 3.2.2

    Werkzaamheden Medewerkers en werkwijze

    De evaluatie van het landbouw-kredietprogramma 1985-1986

    3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6

    3.3.7 3.3.8 3.3.9 3.3.10 3.3.11 3.3.12

    3.3.13 3.3.14

    Inleiding Taak binnen de evaluatie Vergaring van de gegevens Specifikaties van de apparatuur Keuze van de apparatuur en programmatuur Materiaal geschikt maken veer automatische verwerking Ontwerpen van het systeem en de bestanden Invoeren van de gegevens Opzetten van de programma's Extra programma's Resultaten Negatieve en positieve aspekten van de uitvoering Tijdsbesteding Adviezen veer volgende campagnes

    6

    8

    8

    8 8 8 9

    9

    9 10 16 16

    17

    19

    19

    19 19 20

    21

    21 22

    22

    22 22 23 23 24

    24 24 25 25 26 27

    27 28 29

  • 4

    5

    6

    7

    8

    De enquete onder boerenfamilies

    4.1

    4.2

    4.3

    Het beleid van Proderm

    Middelen om tot het beleid te komen

    De familie-enquete

    4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7

    4.3.8 4.3.9 4.3.10 4.3.11 4.3.12

    4.3.13 4.3.14

    Werkwijze De afdeling "Promoci6n y Capacitaci6n" De afdeling "Planificaci6n" Taak binnen de familie-enquete Het materiaal Keuze van de apparatuur en programmatuur Materiaal geschikt maken voor automatische verwerking Ontwerpen van het systeem en de bestanden Invoeren van het materiaal Opzetten van de programma's Resultaten Negatieve en positieve aspekten van de uitvoering Tijdsbesteding Adviezen voor het uitvoeren van enquetes

    De evaluatie van de afdeling "Procesamiento de datos"

    5.1

    5.2

    De afdeling "Procesamiento de datos"

    De evaluatie

    5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4

    5.2.5

    Inleiding Uitvoering van het ondezoek Uitwerking van de gegevens en verslaggeving Negatieve en positieve aspekten bij de uitvoering Tijdsbesteding

    Aanbevelingen voor Proderm's automatiseringsbeleid

    De betekenis van de stage

    DEEL II

    Rapportage over het landbouw-kredietprogramma 1985-1986

    8.1 Motivering voor het kredietprogramma aan de hand van de literatuur

    8 .1.1 8 .1. 2 8 .1. 3 8 .1. 4

    Probleemstelling Achtergronden van de problematiek Maatregelen Proderm en het krediet-programma in de landbouw

    32

    32

    32

    32

    32 34 34 34 34 35

    35 36 39 40 41

    41 43 43

    46

    46

    46

    46 47 47

    48 48

    49

    50

    52

    52

    52 52 54

    54

  • 8.2

    8.3

    8.4

    8.5

    8.6

    8.7

    De evaluatie-methode van het kredietprogramma 1985-1986

    De basisgegevens

    8.3.1 8.3.2 8.3.3

    Verleende kredieten en fysieke gegevens Financi~le gegevens over inputs Uitgaven en inkomsten

    De verkregen oogst-resultaten

    8.4.1

    8.4.2

    8.4.3 8.4.4 8.4.5

    Individuele kredieten voor konsumptie-aardappel Associatieve kredieten voor konsumptie-aardappel Pootgoed-kredieten Kredieten in "drainage-gebied" Kredieten voor andere gewassen

    De technische assistentie

    De kontrole-groep

    8.6.1 8.6.2

    Gebruik van inputs Rendement en kwaliteit van de oogst

    Ekonomische evaluatie

    8.7.1 8.7.2 8.7.3 8.7.4 8.7.5 8.7.6 8.7.7

    Kredieten voor konsumptie-aardappel Pootgoed-kredieten Kredieten in "drainage-gebied" Kredieten voor andere gewassen Rente Inning van geleende gelden Kosten-baten analyse

    8.8 Kanttekeningen bij de evaluatie-methode

    8.9 Voornaamste resultaten van de evaluatie van het krediet-programma 1985-1986

    8.10 Konklusies en aanbevelingen

    8.10.1 8.10.2

    (einde DEEL II)

    9 Literatuur

    10 Bijlagen

    De campagne 1985-1986 De toekomst

    2.1 Afstudeervoorstel en taakomschrijving

    2.2 Tussencolloquium

    55

    56

    56 58 59

    61

    61

    66 66 71 71

    72

    73

    74 75

    77

    77 80 82 83 83 83 84

    86

    87

    88

    88 89

    90

    91

    92

    97

  • (vervolg Bijlagen)

    2.3 Ant a

    2.4 Paruro

    2.5 Acoma yo

    2.6 Canas

    2.7 Canchis

    2.8 Per capita ink omen

    3.1 Redenen voor aardappel-krediet

    3.2 Enkele fiches kredietnemers en niet-kredietnemers

    3.3 Enke1e kode-fiches kredietnemers en niet-krediet-nemers

    3.4

    3.5

    3.6

    3.7

    4.1

    4.2

    4.3

    4.4

    4.5

    4.6

    5.1

    5.2

    5.3

    5.4

    5.5

    8.1

    Berekening rendement en standaard-afwijking

    Rendement per kredietnemer

    Enkele computer-resultaten

    Voorstel voor nieuw kode-fiche

    Een deel van de kodelijst

    Enkele ontwerpen van bestanden

    Geanalyseerde comunidades

    Handleiding voor het invoeren en veranderen van gegevens

    Analyse-mogelijkheden

    Deel van de lijst van 1500 variabelen

    Bestaande en gewenste automatisering

    Benodigde computer-tijd per afdeling

    Verdeling van computer-tijd bij drie mogelijke computer-konfiguraties

    Prijs-vergelijking

    Technische specifikaties

    Kosten-baten analyse van het landbouw-krediet-programma, campagne 1985-1986

    100

    101

    102

    103

    104

    105

    106

    107

    112

    117

    118

    119

    124

    125

    128

    131

    132

    136

    137

    141

    147

    150

    154

    156

    158

  • 1 VOORWOORD

    In de periode van juni 1986 tot en met maart 1987 ben ik als stagiair werkzaam geweest op het bilateraal platte-landsontwikkelingsprojekt Proderm bij de stad Cusco, in de hooglanden van Peru. De stage past in het kader van mijn afstuderen in de "Technologische Ontwikkelings-kunde" aan de Technische Universiteit Eindhoven.

    op Proderm had ik een taak in de volgende aktiviteiten 1. het evalueren van het kredietprogramma 1985-1986 in

    de landbouw, de zg. landbouwcampagne, 2. het uitwerken van een enquete onder boerenfamilies in

    de regio, 3. het onderzoeken van het huidige en mogelijke funk-

    tioneren van de afdeling "Procesamiento de Datos" (gegevensverwerking) binnen het projekt.

    Vanuit Eindhoven word ik begeleid door de heer Prof. Dr. Chris Berthelet, hoogleraar in de problematiek van ontwikkelingslanden. Ter plekke in Cusco was mijn bege-leider (voor bovengenoemde punten 1. en 3.) de heer Drs. Han Baartmans, hoofdmedewerker van de afdeling "Segui-miento y Evaluacion" van het projekt.

    Dit verslag bestaat uit twee delen.

    Het eerste deel (hoofdstuk 2 t.e.m. 7) is een weergave van mijn voornaamste werkzaamheden bij Proderm; het stage-verslag. Het gaat hierbij om werkzaamheden waar-voor ik de hoofd-verantwoordelijke was. Ter inleiding worden in hoofdstuk 2 het kader van mijn stage en de achtergronden van het Proderm-projekt in de regio Cusco besproken. In de drie daaropvolgende hoofdstukken (3, 4 en 5) komen achtereenvolgens aan de orde : mijn taak bij de evaluatie van het kredietprogramma in de landbouw, de uitwerking van de enquete onder boerenfamilies en het onderzoek naar het funktioneren van de afdeling gege-vensverwerking. In hoofdstuk 6 worden aanbevelingen gedaan over de door Proderm te voeren automatiserings-politiek. Tenslotte wordt in hoofdstuk 7 in het kort ingegaan op de betekenis die de stage heeft gehad.

    Het tweede deel (hoofdstuk 8) behelst de uiteindelijke rapportage over het kredietprogramma 1985-1986. Aller-eerst bespreken we de achtergronden van Proderm's kredietprogramma aan de hand van de literatuur. Vervol-gens gaan we in op de evaluatie van het kredietprogramma 1985-1986 de evaluatie-methode en (uitgebreid) de resultaten. Tenslotte worden konklusies getrokken en aanbevelingen gedaan.

    Velen hebben ertoe bijgedragen dat m1Jn stageperiode in Peru een leerzame en zinvolle tijd is geworden. De vol-gende personen bedank ik met name: Han Baartmans, Hugo Boada, Maria-Rosa Castelo, Joop Mulder, Wendell Nufiez del Prado, Martha Serna en Patricia Valdivia. De familie Callo-Peralta bedank ik voor de verleende gastvrijheid.

    Joris stadhouders Eindhoven, juli 1987

    6

  • DEEL I

    VERSLAG VAN DE VOORNAAMSTE STAGE-WERKZAAMHEDEN

  • 2

    2.1

    2 .1.1

    2 .1. 2

    2 .1. 3

    Inleiding

    Studie en stage

    Opleiding

    "Technologische Ontwikkelingskunde" is een afstudeer-variant binnen de studierichting "Techniek en Maat-schappij" aan de Technische Universiteit Eindhoven. De variant bestaat uit een technische komponent naar keuze (werktuigbouwkunde, bouwkunde, bedrijfskunde, etc.) en een sociaal-ekonomische komponent gericht op de problematiek van ontwikkelingslanden. In mijn geval heeft de technische komponent betrekking op de informa-tica en de statistiek. Een stage van ongeveer een half jaar, bij voorkeur in het buitenland, is een verplicht onderdeel binnen de variant. Tijdens de stage moeten de technische aspekten in een ontwikkelingskontekst aan de orde komen. De stage wordt met een verslaggeving afgesloten.

    Voorbereiding

    In het najaar van 1985 ben ik in kontakt gekomen met het Proderm-projekt te Cusco, Peru. Na een korte brief-wisseling met de leiding bleek dat een stagiair met mijn achtergrond welkom was. De afdeling "Seguimiento y Evaluaci6n" (deze afdeling evalueert de aktiviteiten van het projekt) ken bij het verzamelen en verwerken van gegevens van het kredietprogramma in landbouw (*) iemand gebruiken die kennis had van automatische gegevens-verwerking en toegepaste statistiek.

    In het voorjaar van 1986 heb ik literatuur bestudeerd: zuid-Amerika en Peru in het algemeen en de landbouw-problematiek van Peru in het bijzonder. Bovendien heb ik enkele publikaties van Proderm doorgenomen. In april 1986 zijn met mijn beide begeleiders defini-tieve stageafspraken gemaakt. Eind mei 1986 vertrok ik naar Cusco.

    Werkzaamheden op Proderm

    De maanden juni, juli en augustus heb ik besteed aan het verwerken (verzamelen was reeds gebeurd) van de gegevens van het kredietprogramma 1985-1986 in de landbouw, de zg. landbouwcampagne (**), en van de gegevens onder een controlegroep (d.w.z. onder niet-kredietnemers). Dit waren werkzaamheden voor de afdeling "Seguimiento y Evaluaci6n", overeenkomstig de stageafspraken. In opdracht van de leiding van het projekt werd vervol-gens in de maand september door mij, in samenwerking met

    (*) Landbouw is eigenlijk het geheel van aktiviteiten in akkerbouw, tuinbouw en veeteelt. In het vervolg zullen we landbouw zowel in die betekenis als in de meer beperkte betekenis van akkerbouw tegenkomen. De kontekst zal duidelijk maken welke betekenis is bedoeld. (**) In dit verslag wordt met "landbouwcampagne" Pro-derm•s landbouw-kredietprogramma aangeduid.

    8

  • 2 .1. 4

    2.2

    2.2.1

    Hugo Boada, hoofd van de afdeling "Seguimiento y Evalua-ci6n", het funktioneren binnen Proderm onderzocht van de "Unidad de Procesamiento de Datos" (afgekort UPD ; afde-ling gegevensverwerking). De maand oktober heb ik, weer volgens de stageafspraken, voor de afdeling "Seguimiento y Evaluaci6n" berekeningen gemaakt van de geschatte financi@le effekten voor de boeren ten gevolge van het kredietprogramma in de land-bouw. Vervolgens heb ik voor de afdeling "Planificaci6n" (planning en beleid) een enquete onder boerenfamilies uitgewerkt (de data verzameld, gesystematiseerd, gekodi-ficeerd; het materiaal ingevoerd in de computer; de programma's geschreven om de resultaten uit te rekenen en weer te geven). Dit heb ik in de maanden november, december en januari gedaan. De maand februari was een vakantiemaand. In de maand maart heb ik een nieuw evaluatiesysteem voor de landbouwcampagne op de computer gezet. Voortaan kunnen gegevens makkelijk worden ingevoerd en kan de gewenste informatie snel worden verkregen. Kortom, het is een gebruiksvriendelijk systeem.

    Mijn aktiviteiten op Proderm hebben een andere inhoud gekregen dan aanvankelijk in de bedoeling lag (oorspron-kelijke plannen, zie bijlage 2.1). Enerzijds zijn de oorspronkelijke plannen gedeeltelijk niet uitgevoerd (data verzamelen, analyse uitvoeren met de resultaten), anderzijds zijn ze uitgebreid (opzetten van een nieuw evaluatiesysteem) of zijn er nieuwe aktiviteiten bijge-komen (onderzoeken van UPD, uitwerken van de enquete onder boerenfamilies) . Reden hiervoor is dat tijdens mijn stage door Proderm nieuwe wensen werden geuit ten aanzien van mijn werkzaamheden op het projekt.

    In de hoofdstukken 3, 4 en 5 zal ik nader ingaan op mijn rol in de volgende aktiviteiten : - het landbouwkredietprogramma, - de enquete onder boerenfamilies, - het onderzoek betreffende UPD.

    Afronding

    De studie wordt afgerond met deze skriptie (over de stage en de onderzoeksresultaten) en met een voordracht over de stage, het zg. eind-colloquium (*).

    Het Proderm-projekt (**)

    ontstaan en doelstelling

    Het "Proyecto de desarrollo en microregiones" (vertaling microregionaal ontwikkelingsprojekt, afgekort tot

    PRODERM) is een samenwerkingsovereenkomst tussen Peru en Nederland en is ontstaan in 1979. Sinds 1977 was er het

    (*) Voor de Nederlandse sektie op het Proderm-projekt heb ik over mijn stage (tot dan toe) in december 1986 reeds een voordracht gehouden (zie bijlage 2.2). (**) Gebruikte literatuur: [1], [2], [3], [4] en [9].

    9

  • 2.2.2

    voorlichtings- en vormingsprojekt Cencira-Holanda (*). Dit was eveneens een overeenkomst tussen Peru en Neder-land. Het richtte zich op de landbouw- en veeteelt-aktiviteiten van de boerenbevolking rond Cusco. Proderm werd opgericht omdat men het belangrijk vond de voor-lichting te koppelen aan het konkreet toepassen van de nieuwe kennis bij de boeren op het gebied van technieken en produktie, bijv. het gebruik van kunstmest en de introduktie van verbeterd fokvee. Inmiddels is Cencira opgeheven. Proderm werd tot 1983 van middelen voorzien door de Nederlandse overheid. Vanaf 1984 worden de akti-viteiten van het projekt financieel ondersteund door de Europese Gemeenschap (EG) en is het projekt voor de begeleiding uitbesteed aan het Nederlands Ekonomisch Instituut (NEI) te Rotterdam. De Peruaanse counterpart in het projekt is de Corporaci6n Departamental de Desarrollo del Cusco (CordeCusco "departementale korporatie ter ontwikkeling van Cusco", de Peruaanse overheid op departementaal nivo) . De aktiviteiten van Proderm passen in Peru's overheidsbeleid inzake de ontwikkeling van het zg. Trapecio Andino. Met deze term worden de armste rurale gebieden van Peru aangeduid, gebieden in de Andes die extra aandacht moeten krijgen in de plattelandsontwikkeling. Het ligt in het beleid van de huidige regeringspartij (APRA) om in dit gebied te plannen volgens de zg. microregio's (**). De problemen in de microregio's moeten "integraal" worden aangepakt. Proderm neemt deel in de plannen en de uitvoering ervan. Hiertoe heeft Proderm binnen de vier micro-regie's in totaal zeven zg. "Areas de concentra-ci6n" vastgesteld, deelgebieden waar de komende jaren de aktiviteiten van Proderm zullen worden gekoncentreerd.

    De doelstellingen van Proderm zijn : - verhogen van de produktie en produktiviteit in land-

    bouw en veeteelt door het introduceren van techno-logische veranderingen die de opbrengsten kunnen verhogen (irrigatie, krediet voor kunstmest, etc.),

    - scheppen van nieuwe vormen van werkgelegenheid door het opstarten van kleine bedrijven (dakpannen, meel, stoelen, etc.),

    - verbeteren van de leefomstandigheden van de boeren-bevolking door het aanbrengen van sociale infra-struktuur (scholen, waterleiding, etc.).

    Doelgroep

    - Werkterrein

    Het werkterrein van Proderm betreft de boerengemeen-schappen, ofwel "comunidades campesinas", van de provin-cies Anta, Paruro, Acomayo, Canas en Canchis van het

    (*) Centro nacional de capacitaci6n e investigaci6n para la reforma agraria. (**) Een microregio is een arm gebied rond ~~n of enkele centra in de Andes van Peru, wat grootte betreft over-eenkomend met een Nederlandse provincie en wat karak-teristieken betreft goed te typeren (bijv. overwegend veeteelt, veel mijnbouw, scheve grondverdeling).

    10

  • departement Cusco in Peru. De totale oppervlakte van het gebied is ca. 10,000 km2 ; bijna een derde van de opper-vlakte van Nederland. Zie figuur 2.1 voor Peru, figuur 2.2 voor Cusco en bijlagen 2.3 t.e.m. 2.7 voor de micro-regie's Anta, Paruro, Acomayo en Canas-Canchis.

    De bevolking van de 4 provincies is overwegend ruraal, 75% van de 120,000 inwoners, en behoort tot de armste van Peru. Het gemiddeld jaarinkomen per hoofd van de bevolking is ongeveer 75$ (zie bijlage 2.8). Jaarlijks groeit de bevolking met 2%. De boerenfamilies in het gebied zijn hoofdzakelijk georganiseerd in "comunidades campesinas", boeren-gemeenschappen met een bepaalde autonomie. Van de ruim 300 comunidades in het gebied is ca. 40% bij Proderm betrokken.

    Het gebied rend Cusco is hoog (tussen 2500 en 4000 meter) en bergachtig en een groat deel van het gebied is hierdoor niet geschikt voor landbouw of de mechanisatie ervan. Daarom meet de grand zo intensief mogelijk worden benut. De belangrijkste verbouwde gewassen zijn aardap-pels, mais, gerst, bonen, wortels, erwten, uien en inheemse knollen (oca, olluco). De gewaskeuze hangt af van hoogte, temperatuur en neerslag : in de hoogste delen wortel- en knolgewassen (bijv. aardappels), lager gerst, tarwe, e.d. en waar neerslag en temperatuur geed zijn mais. Op grotere hoogte wordt ook quinhua geteeld, een inheems graan. Lager in het gebied komt fruit voor : appels, peren, kersen en pruimen. Natuurlijk hangen de verdelingen ook samen met het klimaat ter plekke, de aanwezigheid van water voor irrigatie e.d •. De boeren-familie kent naast landbouw ook aktiviteiten in vee-teelt. Men houdt runderen, schapen en varkens, in de hogere delen bovendien alpaca's en lama's. Het kleinvee dat men houdt zijn kippen, konijnen en cavia's (cavia dient als lekkernij). Ondanks de kleine temperatuur-verschillen tussen zomer en winter zijn de aktiviteiten van de boerenfamilie sterk seizoensgebonden ; seizoen slaat dan op de periode met of zonder regen. Zo wordt er geoogst in april, aan het einde van het regen-seizoen (van november tot en met maart).

    De belangrijkste bronnen van inkomsten van de boeren-familie komen uit de verkoop van vee , gewassen en wol, uit de verkoop van ambachtelijke produkten en uit het tijdelijk werk in andere gebieden (stad, kust, oerwoud) . De deelname aan de geldekonomie is beperkt. Dit betekent niet dat de boerenfamilie alleen produceert voor de eigen konsumptie. Van het totale produkt (goederen en diensten) van de boer is dit naar schatting 50%. De overige 50% behoort dus tot de marktekonomie. Slechts 15% hiervan is geldekonomie, 35% is ruilekonomie. Oat laatste houdt in dat men ruilt tegen andere produkten (goederen of diensten), in de comunidad of op de regio-nale markt. Het ruilen van goederen heet "trueque".

    Men is in hoge mate zelfvoorzienend. Men konstrueert zelf het huis, maakt zelf het gereedschap, verbouwt zelf geneesmiddelen (c.q. geneeskrachtige kruiden), etc .•

    11

  • fig uur 2...1

    N·M BRA.Sil

    I

    PERU .schoal 1 : 12.'Soo~ooo

  • N.M

    TUNtN

    AYACUCHO

    HET bEPARTEMENT CUSCO .sc.hQol I ; .f 300)000

    lj///IJ. wer kjehicd ftock.rm

    LORETO

    MAbRE: bE DIOS

    PUNO

    1\REQUIPA

  • De bewoners van de comunidades gebruiken weliswaar oude maar nog funktionele technische middelen. Zo gebruikt men handploegen (chaquitaclla's) van een zeer oud type. Men trekt profijt van oude irrigatiekanalen of men maakt nieuwe volgens oud principe bij. Men verbouwt op soms eeuwenoude terrassen. Helaas bouwt men weinig nieuwe terrassen; terrasbouw en herbebossing zouden de enorme erosie in het gebied tegen kunnen gaan. De organisatievormen en werkverbanden binnen de comunidades zijn gebaseerd op van oudsher tradities. Zo kent men de "ayni", een vorm kerige arbeid binnen de comunidad.

    - Historie

    en tussen bestaande

    van weder-

    De geschiedenis van het gebied is indrukwekkend. Cusco was in de 15e en begin 16e eeuw het centrum van het Inka-imperium dat zich over grote delen van de Andes uitstrekte. Het rijk kenmerkte zich door een strakke organisatie en planning. Technieken in huizen- en terrasbouw hadden een hoog nivo. Door de aanleg van terrassen en irrigatiekanalen kon men een grote bevel-king in leven houden. Hierbij had de Inka-bevolking de voorkeur boven de als horigen of slaven ge!nkorporeerde andere volkeren.

    In 1531 begon de verovering van Peru door Spanje. Rela-tief snel werd Cusco ingenomen, door nog geen 200 Span-jaarden. De Inka's van Cusco waren namelijk in oorlog met die van Quito, dreigden die te verliezen en zagen de Spanjaarden als geallieerden. Teen bleek dat die iets anders van plan waren, was het pleit al beslecht, mede door het overwicht aan materieel (paarden, kanonnen en geweren). De komst van de Spanjaarden ontwrichtte de Inka-maatschappij. Er kwamen ziekten het land binnen waartegen de indianen niet bestand waren (pokken en tyfus) . De indianen werden gedwongen op de plantages en in de mijnen te gaan werken. In bijna 300 jaar nam de bevolking op het grondgebied van het huidige Peru af van 10 miljoen (1531) naar 2 miljoen (1821).

    Onder leiding van San Martin werd Peru in 1821 onafhan-kelijk van Spanje. Dit veranderde echter weinig aan de levensomstandigheden van de bevolking : de sociale klas-se van mijneigenaren, grootgrondbezitters en handelaren oefende de macht uit. Na een impasse in de 19e eeuw (verloren oorlog vanwege salpetermijnen tegen Chili) kwamen er impulsen voor de ekonomie in de 20e. De export van mineralen (zilver en koper) en agrarische produkten (suiker, wol en katoen) nam snel toe als gevolg van de grote vraag op de wereldmarkt. Industrie, mijnen en steden ontwikkelden zich. In de landbouwsektor kwamen de veeteelthaci~nda's en suikerplantages op. Deze onder-nemingen waren vaak in buitenlands eigendom (in feite nu nog) . De boeren werkten in dienst van de landeigenaar op de plantages of haci~nda's in de lage, vruchtbare, warme gedeelten (valleien) of ze werkten zelfstandig op schrale grond in de hoge onvruchtbare, koude gedeelten (hoogvlakte). In beide gevallen betekende dit een laag inkomen voor de boeren. In de 50-er en begin 60-er jaren had Peru de scheefste verdeling in grondeigendom ter

    14

  • wereld: 0,4% van de grondbezitters (met bedrijven groter dan 500 Ha.) beschikte over 76% van het landbouwareaal, 83,2% van de grondbezitters (met een terrein kleiner dan 5 Ha.) beschikte over nog geen 6%. Tegen deze ongelijke grondverdeling protesteerden de boeren met stakingen en landbezettingen.

    In 1968 voerden linkse militairen een staatsgreep uit. Een van de belangrijkste maatregelen van de nieuwe rege-ring was de landhervorming ("reforma agraria"). De grootgrondbezitters werden onteigend. De grond werd toegewezen aan staatsbedrijven, ko6peraties, comuni-dades, of individuele boeren. De "reforma agraria" heeft echter niet het beoogde sukses gehad. De voornaamste reden is dat de begunstigden de waarde van de nieuwe eigendommen moesten terug-betalen, via de staat aan de oude eigenaren. Er ontstond een schuld van de agrarische sektor ("deuda agraria"). De schuld was een rem op de kapitaalvorming en leidde zelfs tot kapitaalonttrekking. Behalve een gebrek aan kapitaal bestond er ook een gebrek aan kennis bij de begunstigden om de toegewezen grond te beheren. Een andere belangrijke reden voor het mislukken van de "reforma agraria" is het in beheer geven van grote delen van de grond aan nieuwe staats-organisaties. In feite ontstond hierdoor eenzelfde struktuur als voorheen. De rol die eerst de haci!nda of plantage speelde, ging nu deze staats-onderneming spelen ; met de "gamonal" op de plaats van de "hacendado". Eind 70-er jaren werd het weer toegestaan om (toegewezen) grond te verkopen. Daarmee werd het fiasco van de land-hervorming definitief.

    - Huidige situatie

    Nog steeds is er sprake van een scheve grondverdeling. Het ontbreekt de boeren aan kennis en kapitaal om hun situatie te verbeteren. De opbrengsten zijn vaak amper voldoende voor de eigen konsumptie. Met ruilhandel kan men soms nog tot een enigszins gevarieerd pakket eerste levensbehoeften komen. De gezondheidstoestand op het platteland rond Cusco is alarmerend : de kindersterfte is 15%, de konsumptie van calorie!n is 70% van het minimaal benodigde, van eiwitten en vitaminen is dit nog geen 40%. Velen lijden aan t.b.c .• Er is een enorm gebrek aan onderwijs : 60% van de bevolking ouder dan 15 jaar is analfabeet. De kennis van het Spaans, de voer-taal in de urbane centra, in de media, op de scholen, etc., is gering, vooral bij de vrouwen. Men spreekt overwegend het Quechua, de oude indiaanse taal. Vanwege de slechte omstandigheden op het platteland trekken velen naar elders (Cusco, Lima, de kust of het oerwoud) in de hoop op een betere toekomst.

    - Afbakening van het werkterrein

    Proderm wil zich binnen haar werkgebied richten op de "comunidades campesinas" en de arme boeren die er leven. Dit gaat dan om de boeren die weinig of geen middelen ter beschikking hebben en een lager produktienivo hebben dan het provinciaal gemiddelde.

    15

  • 2.2.3

    2.2.4

    Werkzaamheden

    Een belangrijk facet van het werk van Proderm vormt de aandacht voor aktiviteiten in landbouw en veeteelt. Proderm !evert kredieten in natura ; voor landbouw jaar-lijks ongeveer 1200 kredieten (kunstmest, pesticiden, pootgoed), voor veeteelt jaarlijks ongeveer 600 kredie-ten (preparaten voor de behandeling van vee, zaden voor grasland, fokvee). Omdat het de invoer van nieuwe tech-nologie betreft, gaat het krediet vergezeld van een intensieve technische begeleiding. Ter ondersteuning van het kredietprogramma zijn er winkeltjes (zg. "Fondos Rotativos") om voornoemde inputs te kopen en bestaat er een programma om beter pootgoed te leveren. De laatste jaren voert Proderm meerdere werken in irrigatie en drainage uit, in samenwerking met de comunidades. Dit vergroot de mogelijkheden in de landbouw (bijv. twee oogsten per jaar) en vermindert de risiko's (bijv. irri-gatie bij onverwachte droogte in de regentijd).

    Een ander belangrijk facet van het werk van Proderm is het begeleiden van de opzet en uitvoering van klein-schalige industri@le produktie (dakpannenfabriekje, broodbakkerij, stoelenfabriekje, graanmolen, keramiek-fabriekje, textielfabriekje, etc.). Bij de bouw en orga-nisatie worden de comunidades sterk betrokken. Zij gaan op den duur ook het beheer voeren van de bedrijfjes. Er wordt gebruik gemaakt van plaatselijke hulpbronnen en de verkoop van de produktie is op de plaatselijke markt gericht.

    Een laatste facet van belang in het werk van Proderm Z1Jn de werken in sociale infrastruktuur (scholen, dorpslokalen, medische posten, drinkwater, etc.). Ook hier participeert de plaatselijke bevolking in de bouw en is ze bij de organisatie betrokken.

    Organisatie

    Proderm is in het kader van het Nederlands ontwikke-lingsbeleid partieel uitbesteed aan het Nederlands Eko-nomisch Instituut (NEI) te Rotterdam. Het NEI !evert een deel van het Nederlandse personeel en begeleidt het projekt. Tot eind 1984 deed dit de Nederlandse overheid. De Peruaanse counterpart in het projekt is de "Corpora-ci6n Departamental de Desarrollo del Cusco" (Corde-Cusco) , het Peruaanse overheidsapparaat op departemen-taal nivo. De EG financiert de overheadkosten en de infrastruktuur van het projekt. Nederland neemt het kredietprogramma en de personele kosten van de Nederlan-ders voor haar rekening. Peru betaalt het personeel aan Peruaanse zijde.

    In het projekt werken circa 150 Peruanen, afgezien van de ingehuurde "mano de obra" (arbeidskracht) die bij diverse werken van infrastruktuur wordt ingezet. Er Z1Jn enkele Peruanen als consultant in tijdelijke Nederlandse dienst.

    16

  • In het projekt werken 9 Nederlanders. Hiervan zijn er - 4 in dienst van NEI (waarvan 2 als long-term en 2 als

    short-term consultant), - 3 in dienst van de Nederlandse overheid (via DGIS, het

    Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking, 2 assistent-deskundigen en 1 deskundige) ,

    - 1 in dienst van Peru (suppletie-deskundige) - 1 in dienst van SNV (vrijwilliger). Het projekt biedt de mogelijkheid voor Nederlandse studenten om een stage te lopen. Naast direktie en diverse ondersteunende afdelingen en diensten (zie figuur 2.7 en 2.8) bestaan er 6 afdelingen die zich met de inhoudelijke uitvoering van het werk in het veld bezig houden : - Promoci6n y Capacitaci6n, - Agricola, - Ganaderia, - Comercializaci6n, - Pequenos Proyectos Productivos, - Ingenieria. (resp. voorlichting, landbouw, veeteelt, kommerciali-sering, kleine bedrijfjes en infrastruktuur).

    De beleidsvoering van Proderm bevindt zich momenteel in een overgangsfase. De aktiviteiten moeten niet meer per afdeling vanuit het hoofdkantoor worden opgezet, maar meer "integraal" (d.w.z. alle afdelingen samen) voor de zg. Areas de concentraci6n,. Dit zijn de gebieden binnen de microregio's waar Proderm's speciale aandacht naar toe gaat. Elk van de 4 microregio's kent 1 of 2 "Areas de concentraci6n". Er zijn er 7 in totaal. Om de werkzaamheden enigszins ge!ntegreerd te laten verlopen, is er in elke microregio een ko6rdinator benoemd.

    2.3 Wegwijzer deel I

    Na deze inleiding over studie en stage en het Proderm-projekt zullen in de volgende 5 hoofdstukken van deel I aan de orde komen : - (in 3) de evaluatie van het landbouw-kredietprogramma

    1985-1986, - (in 4) de enquete onder boerenfamilies, - (in 5) de evaluatie van de afdeling "Procesamiento de

    Datos", - (in 6) aanbevelingen over het automatiserings-beleid, - (in 7) de betekenis van de stage.

    17

  • Figuur 2.8

    CENTRALE ORGANISATIE-STRUKTUUR VAN PRODERM

    I Gegevens-verwerking

    I Microregio Ant a

    Corde-Cusco

    I Direktieraad

    l Direktie

    I Administratie

    j

    kh l d' '·. Boe ou 1ng MagaZ1Jn Personeels-

    I

    Beleid I

    zaken

    I Evaluatie

    I . Plann1ng Technische

    assistentie

    I Landbouw Veeteelt

    . I . M1croreg1o Acoma yo

    I Voor-lichting

    I . Commerc1a- Kleine

    bedrijven lisering

    I Microregio Paruro

    I Microregio Canas-Canchis

    Infra-struktuur

    Figuur 2.9

    MICRO-REGIONALE ORGANISATIE-STRUKTUUR VAN PRODERM

    Landbouw Veeteelt

    Ko6rdinatie (micro-regie)

    Voor-lichting

    Commercia-lisering

    18

    Kleine bedrijfjes

    Infra-struktuur

  • 3

    3.1

    3 .1.1

    3 .1. 2

    De evaluatie van het landbouw-kredietprogramma 1985-1986

    In dit hoofdstuk worden de uitvoering van de en de hierin door mij verrichte werkzaamheden Voor een bespreking van de resultaten van de wordt verwezen naar hoofdstuk 8.

    Het landbouw-kredietprogramma (*)

    Doel van het kredietprogramma

    evaluatie besproken. evaluatie

    De boeren in de omgeving van Cusco hebben te kampen met grote problemen in de landbouwproduktie. Ten eerste is de opbrengst ieder jaar erg onzeker. Dit is hoofd-zakelijk te wijten aan klimaatfaktoren. Hagel, vorst en droogte kunnen grote schade toebrengen aan de gewassen. Ten tweede is de opbrengst sowieso laag. Het gebrek aan inputs, als kunstmest en goed pootgoed, en de hierbij noodzakelijke technische assistentie beperken in hoge mate de produktie.

    Het begeleid krediet ("Cr~dito supervisado") is het voornaamste middel waarmee de afdeling "Agricola" (land-bouw) deze laatste beperkingen wil tegengaan. Dit kre-diet is in natura (pootgoed, kunstmest, en pesticiden) en gaat vergezeld van begeleiding, zodat het produktie-proces op adekwate wijze beheerst kan worden.

    In het vervolg van dit verslag zullen gebruiken als verzamelnaam voor pootgoed, pesticiden.

    Ontwikkeling van het kredietprogramma

    we "inputs" kunstmest en

    Proderm is in 1979 met het kredietprogramma in landbouw begonnen. Het krediet bestond toen uit kunstmest, pesti-ciden en geld (voor pootgoed en arbeid). Het krediet was (en is nog) hoofdzakelijk voor de verbouw van aard-appels, zowel de hybride als de natieve vari!teiten. De aardappel als gewas biedt verreweg de voorkeur boven andere gewassen wat het verlenen van krediet betreft (zie bijlage 3.1). Aanvankelijk richtte men zich op de aardappel voor de konsumptie. Omdat het pootgoed van de plaatselijke markt en van overheids-instanties van slechte kwaliteit is, is Proderm kredieten gaan verlenen aan verbouwers van pootgoed. In het algemeen zijn de kredieten in konsumptie-aardappel (papa comercial) voor individuele boeren (cr~dito individual), de kredieten in pootgoed (semilla) voor groepen uit ~~n comunidad (cr~dito asociativo). Het krediet bestaat uit pootgoed, kunstmest, pesticiden en technische begeleiding. Een krediet wordt doorgaans gegeven voor 1 of 2 topo; een topo is een terrein ter grootte van ongeveer ~~n derde hektare. Een boer kan ten hoogste drie jaar een krediet van Proderm ontvangen. Voor een overzicht over de aantallen landbouwkredieten van Proderm : zie tabel 3.1.

    (*) Gebruikte literatuur: [10]

    19

  • 3 .1. 3

    Tabel 3.1

    LANDBOUWKREDIETEN VAN PRODERM PER CAMPAGNE

    Jaar Oppervlakte Aantal kredieten

    (Ha.) (No.) 1979-80 613.7 176 1980-81 589.2 166 1981-82 432.8 245 1982-83 903.5 1,140 1983-84 1,351.1 1,372 1984-85 741.0 1,117 1985-86 701.3 1,264

    Werkwijze van het kredietprogramma

    - Registreren en selekteren van kredietnemers

    De voor een bepaald gebied (binnen de microregio) verantwoordelijke "t~cnico" (technisch medewerker) van "Agricola" (landbouw) inventariseert kandidaat-krediet-nemers binnen de comunidades. Deze informatie gaat naar de afdelingen "Agricola" en "Cr~ditos" (kredieten) op het hoofdkantoor.

    De lijsten worden gekorrigeerd, dat wil zeggen dat bekeken wordt of de kandidaten niet reeds een krediet hebben lopen bij de zg. "Banco Agrario" (boeren-leenbank) , of dat ze niet al eerder kredietnemer van Proderm waren. zo zijn er nog enkele kriteria een kredietnemer mag in totaal niet meer dan 5 Ha. bebouw-bare grond hebben en moet aangesloten zijn bij de comunidad waar zij of hij woont.

    Vervolgens worden offici@le aanvragen gedaan voor het krediet, voorzien van de nodige dokumentatie over de boer. Deze worden opnieuw door "Agricola" en "Cr~ditos" gecheckt en definitieve lijsten van kredietnemers worden opgesteld.

    - Opmaken van de kontrakten

    Proderm en de kredietnemer ondertekenen een kontrakt. Daarnaast wordt ook bij de "Banco Agrario" een kontrakt getekend. Formeel is dit namelijk de instantie die de financi@n van het kredietprogramma beheert. Volgens de Peruaanse wet mogen alleen banken leningen afsluiten. In de praktijk echter stelt Proderm zelf het krediet-programma op en voert Proderm het zelf ook uit.

    - Uitvoeren van het krediet

    De "t~cnicos" van "Agricola" in de microregio werken het programma uit van de verdeling van pootgoed, kunstmest en pesticiden, zowel per kredietnemer als per comunidad. Deze lijsten worden door de microregionale verantwoorde-lijke van "Agricola" gekontroleerd. Vervolgens krijgen de zg. "Fondos Rotativos" (roterende fondsen, winkels

    20

  • 3.2

    3.2.1

    van inputs in microregionale centra) de 1ijsten van inputs voor de campagne. Per kredietnemer wordt een leverings-nota opgesteld, zowel voor het "Fondo Rota-tive" a1s voor de kredietnemer. Bij levering van de in-puts aan het "Fondo Rotative" moet de nota worden onder-tekend, en nogmaals bij ontvangst door de kredietnemer. Van de nota gaan kopie!n naar het "Fondo Rotative" en naar Proderm, de kredietnemer krijgt het origineel.

    - Leveren van de produkten

    De afde1ing "Comercializaci6n" (kommercialisering) zorgt voor de inkoop van pootgoed, pesticiden en kunstmest en voor de levering hiervan aan de "Fondos Rotativos" in de microregionale centra. In het algemeen is daar ook het pootgoed opgeslagen, in een voorraadschuur. De krediet-nemers halen bij het "Fondo Rotative" hun inputs af.

    - Verlenen van technische assistentie

    Tijdens de groeitijd van de gewassen (c.q. de aar-dappels) komt de "t~cnico" een viertal keer langs om assistentie en advies te verlenen. Dat is bij het zaaien of poten (siembra), bij het opkomen van het gewas (emergencia), bij het groeien van het gewas (creci-miento) en bij het oogsten (cosecha). Er worden dan allerlei aanwijzingen gegeven, bijvoorbeeld over de toepassing van pesticiden.

    - Evalueren van het krediet

    Bij de bezoeken van de "t~cnicos" aan de kredietnemers worden fiches ingevuld over voortgang en resultaten. Aan de hand hiervan kunnen eventueel nog maatregelen genomen worden. Het laatste fiche, over de oogst, is van bijzonder belang om tot een evaluatie te komen over de campagne. Het uitvoeren van de evaluatie valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling "Seguimiento y Evaluaci6n" van Proderm.

    - Terugbetalen van het krediet

    De kredietnemers betalen het krediet na de oogst (terug) aan Proderm. De hoogte van de rente hangt af van de microregio en kan per jaar verschillen. Voor wie het krediet niet kan terugbetalen is er een aparte regeling.

    - Plannen voor de nieuwe campagne

    Aan de hand van de evaluaties van de laatste campagnes, de prioriteiten in het beleid en het budget voor het nieuwe jaar, stelt de afdeling "Agricola" met de afdeling "Planificaci6n" (planning en beleid) een plan op voor de volgende landbouwcampagne.

    De afdeling "Seguimiento y Evaluaci6n"

    Werkzaamheden

    De afdeling "Seguimiento y Evaluaci6n" bestaat sinds april 1985 en heeft tot taak de uitgevoerde aktiviteiten

    21

  • 3.2.2

    3.3

    3.3.1

    3.3.2

    van Proderm te evalueren. De belangrijkste werkzaamheden tot nu toe waren het evalueren van de landbouwcampagne 1984-1985, het evalueren van de aktiviteiten in sociale infrastruktuur (1979-1985) en het evalueren van het funktioneren van de afdeling "Comercializaci6n" (1983-1985). Momenteel is men bezig met de evaluatie van de veeteeltcampagnes en de evaluatie van de kleine bedrijf-jes. De evaluatie van de landbouwcampagne 1985-1986 is recentelijk (april 1987) afgesloten.

    Werknemers en werkwijze

    De afdeling heeft vier medewerkers, waarvan een Peruaans hoofd en een Nederlandse assistent-deskundige. Indivi-dueel of groepsgewijs worden de evaluaties uitgevoerd. Daarbij vindt er regelmatig overleg plaats. Waar nodig wordt door de andere medewerkers geassisteerd. De mede-werkers beschikken over werkervaring in het veld, opge-daan bij andere afdelingen en andere organisaties.

    De evaluatie van het landbouwkredietprogramma 1985-1986

    Inleiding

    Een van de belangrijkste aktiviteiten van "Seguimiento y Evaluaci6n" in 1986 is de evaluatie van de landbouw-campagne 1985-1986. De evaluatie wil vanuit de indivi-duele resultaten van de boeren algemene, beter gezegd: geaggregeerde resultaten over kwantiteit en kwaliteit van de campagne weergeven. Bovendien wil ze een verkla-ring geven voor die resultaten. Tenslotte wil men de financieel-ekonomische effekten van de campagne weer-geven en verklaren, zowel op het nivo van de krediet-nemer als op het nivo van het projekt.

    Voor de evaluatie van de campagne 1985-1986 maakt een onderzoek onder niet-kredietnemers deel uit van de evaluatie. Het vergelijken van de resultaten van boeren met krediet met de resultaten van de boeren zonder krediet !evert een konklusie op over het effekt van het krediet. De groep van niet-kredietnemers funktioneert dus als kontrole-groep. De niet-kredietnemers worden "getrokken" uit een gebied waar veel kredietnemers zijn. De omstandigheden (grond, hoogte, weer, transport, prijzen) zijn zo voor beide groepen nagenoeg gelijk, waardoor rendementsverschillen eerder aan de faktor "al of niet krediet" toegewezen kunnen worden.

    In totaal worden 1125 kredietnemers ge!valueerd (van de 1264 in totaal) op een totaalgebied van 486,5 Ha. (van de 701,3 Ha. in totaal) en worden er 151 niet-krediet-nemers onderzocht op een totaalgebied van 40,9 Ha .•

    Taak binnen de evaluatie

    Mijn taak binnen de evaluatie van de landbouwcampagne is het opzetten van een systeem dat de individuele gegevens van kredietnemers en niet-kredietnemers verwerkt tot resultaten in de gewenste vorm : rendementen, ziektes, kwaliteit van het gewas, etc., opgesplitst naar vari!teit, herkomst pootgoed, etc., per comunidad,

    22

  • 3.3.3

    3.3.4

    microregio en in het totaal.

    Vanwege de hoeveelheid materiaal en de gewenste ningen is het noodzakelijk de gegevens via de te verwerken.

    Vergaring van de gegevens

    bereke-computer

    In mei en juni komen van het veld de fiches binnen van de evaluatie van de oogst, deze worden door de "t~cnicos" meegebracht naar het hoofdkantoor. Omdat de oogst al grotendeels voorbij is kan ik weinig meemaken van de wijze waarop deze fiches worden ingevuld. De informatie van de niet-kredietnemers wordt door "Seguimiento y Evaluaci6n" van het veld gehaald, in samenwerking met de "t~cnicos" van landbouw. Oat gebeurt eveneens rond de oogst-periode (april-juni).

    Het materiaal bestaat uit twee soorten fiches, ~~n voor de kredietnemers en ~~n voor de niet-kredietnemers (zie bijlage 3.2).

    Er zijn 1125 kredietnemers ge~valueerd, verspreid over 88 comunidades in de 4 microregio's. Het gaat per kredietnemer steeds om hoogstens 75 gegevens. Er zijn 151 niet-kredietnemers onderzocht, verspreid over 17 comunidades in de 4 microregio's. Het gaat per niet-kredietnemer steeds om hoogstens 117 gegevens (*).

    Belangrijk is dat er snel resultaten moeten komen. Op de eerste plaats voor de afdeling "Agricola", voor hun "t~cnicos" in het veld, in de tweede plaats voor de evaluatie-missie die begin augustus zal komen.

    Specifikaties van de apparatuur

    Voor de gegevensverwerking beschikt Proderm sinds begin 1986 over een computer Tandy-2000 met harde schijf (werkt met MS-DOS operating system), over een computer Tandy-6000 met harde schijf (werkt met XENIX operating system) en over een op de Tandy-6000 aan te sluiten terminal. Er is al enkele jaren een derde computer(tje), een Tandy-TRS-80.

    De TRS-80 is traag en heeft weinig kapaciteit. De beide overige (nieuwe!) machines zijn relatief snel maar hebben het bezwaar dat ze niet IBM-compatible Z1Jn. Software van IBM-compatibles is makkelijk te verkrijgen voor een lage prijs of gratis. In het geval van de Tandy's betekent het dat de eigen, specifiek aan het type apparaat gebonden, software moet worden gekocht. Dit stuit op financi~le bezwaren. Voor beide apparaten beschikken we wel over versies van de programmeertaal BASIC.

    (*) Aan de niet-kredietnemers vragen we meer dan aan de kredietnemers. Er ontbreken daar immers nog de gegevens van het gebruik van inputs. Wat de kredietnemers betreft zijn die gegevens al bekend uit de krediet-registratie.

    23

  • 3.3.5

    3.3.6

    3.3.7

    Keuze van de apparatuur en programrnatuur

    Omdat er snel met de gegevensverwerking moet worden begonnen, kan er niet gewacht worden op een eventuele oplossing in de vorm van een IBM-compatibele computer. Er moet gekozen worden voor de Tandy-6000 of de Tandy-2000 (de Tandy-TRS-80 heeft te weinig kapaciteit) en er zal een BASIC-programmma voor de gegevensverwerking moeten worden gebruikt. Het systeem van inputs van het krediet staat op de Tandy-6000. Omdat deze gegevens in een later stadium aan die van de evaluatie moeten worden gekoppeld, wordt de Tandy-6000 gekozen om de gegevens van de evaluatie op te zetten. Deze machine is bovendien minder bezet voor andere doeleinden dan de Tandy-2000. Voor het verwerken van de gegevens gebruiken we een lokaal beschikbaar BASIC-programma ("Gendesis"); het kent spaans-talige instrukties op het scherm en met een klein aantal aanpassingen funktioneert het redelijk. Later moeten dan de berekeningen op grond van de gege-vens (aggregaties e.d.) in BASIC worden geprogrammeerd.

    Materiaal geschikt maken voor automatische verwerking

    Om het materiaal geschikt te maken voor later gebruik in computerprogramrna's moeten de waarden van enkele varia-belen worden gekodificeerd : de vari~teit van het gewas (steeds de aardappel) , de herkomst van het pootgoed, en de aanwezigheid van ziektes in het gewas. De overige gegevens zijn getallen en daarom direkt bruikbaar. Terwille van een vlotte en korrekte invoer in de computer worden de gegevens per kredietnemer (of niet-kredietnemer) op een apart kode-formulier gezet (zie bijlage 3.3).

    Ontwerpen van het systeem en de bestanden

    De gegevens van de evaluatie van kredietnemers en de gegevens van het onderzoek onder niet-kredietnemers worden in bestanden georganiseerd volgens de comunidades waar de "al of niet krediet ontvangende boeren" toe behoren. Deze indeling komt overeen met de indeling in het reeds bestaande systeem van krediet-registratie (de levering van inputs). Dit is voordelig want later zal terwille van een financi~le evaluatie per boer nog een koppeling tussen "ontvangen krediet" en "bereikt resultaat" moeten worden gemaakt.

    De genoemde indeling van 1264 kredietnemers en 151 niet-kredietnemers is praktisch en overzichtelijk. We krijgen 88 bestanden van kredietnemers en 17 bestanden van niet-kredietnemers, dus gemiddeld nog geen 14 boeren per bestand.

    Het probleem is nu nog dat er 105 (88 + 17) bestanden in ~~n directory staan. Dit wordt opgelost door de bestanden van de evaluatie van kredietnemers in sub-directories te zetten, volgens de indeling in de 4 microregio's. (Resultaat 20 A 30 bestanden per directory). Ook dit is overeenkomstig de indeling in de krediet-registratie.

    24

  • Ant a (b)

    In ~~n opzicht wijkt het evaluatiesysteem af van het systeem van kredietregistratie. De kredietregistratie werkt per kredietnemer, kredietnemers zijn de registers in de bestanden. Niet bekend is dan hoe er de inputs over de terreinen van een boer zijn verdeeld. Bij de evaluatie willen we echter iets weten over de fysieke resultaten (het rendement naar herkomst pootgoed, vari@teit van het gewas, e.d.). Daarom werken we in de evaluatie per bebouwd terrein en niet per boer. Als registers 1n de bestanden nemen we terreinen. Per kredietnemer worden 1 A 4 terreinen ge@valueerd. In een register wordt wel, met een kode, verwezen naar de boer.

    Figuur 3.2

    HET SYSTEEM VAN KREDIETREGISTRATIE EN EVALUATIE OP DE TANDY-6000

    Cr~ditos

    Paruro (b)

    Acoma yo (b)

    Systeembeheerder

    Canas-Canchis

    (b)

    Ant a (c)

    Evaluaci6n

    Paruro (c)

    Acoma yo (c)

    Canas-Canchis

    (c)

    (a): de gegevens van de niet-kredietnemers, de bestanden zijn de comunidades en de registers daarin zijn de terreinen.

    (b): de gegevens van de kredietnemers (inputs), de bestanden zijn de comunidades en de registers daarin zijn de kredietnemers.

    (c): de gegevens van de kredietnemers (resultaten oogst), de bestanden zijn de comunidades en de registers daarin zijn de terreinen.

    3.3.8 Invoeren van de gegevens

    3.3.9

    De gegevens worden ingevoerd volgens de kodefiches. Variabelen en invoer zijn zichtbaar gemaakt op het scherm. Belangrijke verbeteringen in "Gendesis" met betrekking tot de data-invoer worden aangebracht : moge-lijkheden om direkt van register te wisselen, om het scherm sneller te laten lopen, en om direkt van regel in het register te veranderen. Het programma "Gendesis" wordt steeds meer gebruiksvriendelijk.

    Het gaat bij de evaluatie van het kredietprogramma om 1797 terreinen (met hoogstens 32 variabelen per ter-rein). Bij het onderzoek onder niet-kredietnemers gaat het om 263 terreinen (met hoogstens 45 variabelen per terrein) .

    Opzetten van de programma's

    Wat om te beginnen belangrijk is, is een programma om de data-invoer te kontroleren. Dit houdt in : de invoer zichtbaar maken op het scherm en mogelijke fouten (b.v. een oppervlakte van meer dan 3 Ha.) of onmogelijke data (b.v. een niet-bestaande kode) aangeven. Met behulp van dit programma wordt onjuiste data-invoer gedetekteerd.

    25

  • 3.3.10

    Later wordt met "Gendesis" de korrektie aangebracht.

    Nu eerst zijn de programma's van belang die de uiteinde-lijke resultaten moeten berekenen en weergeven. Per comunidad, microregio en in het totaal wil men de vol-gende informatie.

    Van de kredietnemers over de totale oppervlakte :

    a- rendement per vari~teit en herkomst van het pootgoed, b- rendement per vari~teit en kwaliteitsklasse van de

    opbrengst, c- rendement per "aantal jaar kredietnemer", d- rendement voor "al of niet schade door het weer".

    Van de niet-kredietnemers over de totale oppervlakte

    e-

    f-g-h-

    gebruik van pesticiden, rendement per rendement per rendement per

    de soorten pootgoed, kunstmest,

    vari~teit, herkomst van het pootgoed, kwaliteitsklasse van de opbrengst.

    Onder rendement verstaan we de (gemiddelde) produktie per oppervlakte-eenheid (meestal in ton per hektare).

    Bij de rendementen wordt ook steeds het aantal ge~valueerde terreinen en de totale oppervlakte gegeven. Er wordt (bij a-) de standaardafwijking bepaald van de rendementen. In bijlage 3.4 wordt ingegaan op de W1JZe waarop rendement en standaard-afwijking worden berekend.

    Vervolgens wordt nog apart het gemiddeld rendement en de afwijking hierin berekend per kredietnemer. Wat dit betekent en waarom dit gebeurt wordt in bijlage 3.5 beschreven.

    Extra programma's

    In een later stadium wordt een overzicht "geprogram-meerd" van de per comunidad, per microregio en in het totaal door de kredietnemers gebruikte hoeveelheid inputs met een onderscheid naar de soorten pootgoed, naar de soorten kunstmest en naar de soorten pesticiden. Hierbij worden de data gebruikt die reeds eerder waren ingevoerd in het kredietprogramma.

    Tenslotte wordt per kredietnemer een schatting gemaakt van de invloed van het krediet op de financi~n. De volgende vragen spelen hier mee : - Kan de kredietnemer het krediet terug betalen ? - Hoe vaak zou zij of hij de volgende keer zelf de

    inputs voor de campagne kunnen betalen ? De schattingen worden, behalve op individueel nivo, ook gemaakt per comunidad, per microregio en in totaal. Daarnaast wordt bekeken welk gevolg op de resultaten variaties in de aannames veroorzaken (b.v. een hogere of lagere prijs voor het pootgoed of een hogere of lagere prijs in de verkoop). Bij deze programma's moeten de data van de inputs gekoppeld worden aan data van de resultaten van de oogst.

    26

  • 3.3.11

    3.3.12

    Resultaten

    Enkele resultaten zijn, zoals de computer ze weergaf, opgenomen in bijlage 3.6. De resultaten zijn de basis voor de rapportage over de landbouwcampagne 1985-1986. Op de inhoud van dit (interne) Proderm-rapport wordt in hoofdstuk 8 uitgebreid ingegaan. In het najaar van 1987 verschijnt in Peru een publikatie over de campagne.

    Negatieve en positieve aspekten van de uitvoering

    - Negatieve aspekten

    Het voorgaande is niet zo eenvoudig verlopen als een globale lezing zou doen veronderstellen. Op de voornaam-ste hindernissen wordt nu ingegaan.

    Voor de medewerker van UPD (computerafdeling) was het moeilijk te aksepteren dat daar opeens een Nederlandse student met die net nieuw binnengekomen computers ging werken. Bovendien zou ik UPD de maanden erna nog moeten gaan evalueren.

    In het begin moest er veel worden uitgeprobeerd want ik had geen kennis van het "operating system" XENIX en evenmin had ik ervaring met het programmeren in BASIC.

    Een ander probleem was de toelevering van data er kwamen nog voortdurend veranderingen in de data, er waren nog extra comunidades, er moesten nog enkele groe-pen data apart worden gezet (onder andere evaluatie-gegevens van pootgoed-kredieten en van kredieten in andere gewassen dan aardappels).

    Er zijn typfouten gemaakt in het eerste stadium van de data-invoer en die moesten er dus worden uitgehaald: hiervoor zijn speciale check-programma's geschreven.

    Het opbouwen van het systeem en het maken van de pro-gramma's verliep niet soepel. Het gevolg was een romme-lige struktuur met ondoorzichtelijke programma's. Het kostte later veel tijd om enkele noodzakelijke verande-ringen in programma's en struktuur aan te brengen.

    De haast die er was gaf weinig gelegenheid om bepaalde zaken (zoals XENIX) diepgaander te bestuderen.

    Er kwamen herhaaldelijk verzoeken om nieuwe informatie van de zijde van "Seguimiento y Evaluaci6n". Hierdoor moesten de programma's erg improvisorisch worden aange-past. De volgorde die in dit verslag wordt aangehouden is dan ook in werkelijkheid niet zo strak aan te houden geweest. Overigens is dat op zich niet zo•n negatief punt : de kunst is om een informatie-verzorgend systeem te maken dat flexibel is, d.w.z. dat nieuwe gegevens op kan nemen, gegevens eenvoudig kan veranderen en nieuwe informatie snel kan spuien.

    De grootste problemen ontstonden bij het uitvoeren van de programma's op basis van de reeds ingevoerde de gegevens van het kredietprogramma (de inputs). Er bleken

    27

  • 3.3.13

    veel fouten in deze gegevens voor te komen. Krediet-nemers kwamen twee of drie keer voor, of stonden bij een verkeerde comunidad. Comunidades die apart hoorden te staan, stonden bij elkaar. Gegevens van bijvoorbeeld kunstmest ontbraken in het geheel bij een kredietnemer of de kode van de kredietnemer was niet ingevuld. De kode is van belang om de gegevens van inputs en van resultaten (d.w.z. de opbrengst) van 66n kredietnemer bij elkaar te zoeken. Het opsporen en verbeteren nam veel tijd in beslag en benodigde veelvuldig overleg met de afdeling "Cr~ditos".

    Tenslotte was er het probleem van de nieuwe omgeving en mijn onbekendheid ermee: mijn (aanvankelijk) onvoldoende kennis van het Spaans die soms een goede kommunikatie in de weg stond, de preciese doelen van de evaluatie die mij nog niet duidelijk waren, de voor een derde-wereld-land typische zaken als het wegvallen van de netspanning en het uitvallen van materieel (en geen reparatie in de buurt) ; zaken die na enige tijd verdwenen of waarop ik na verloop van tijd meer kon anticiperen.

    - Positieve aspekten

    Gelukkig waren er ook omstandigheden die het werk in positieve zin be!nvloedden.

    Er was in principe voortdurend de beschikking over de Tandy-6000 en ook was er voldoende naslagwerk over de apparatuur.

    Het operating system XENIX en de programmeertaal BASIC kennen voldoende verwantschap met het mij bekende opera-ting system MS-DOS en met de mij bekende taal PASCAL om snel resultaten te krijgen.

    De toegeleverde data waren van uitstekende kwaliteit. Eenheden waren duidelijk aangegeven, de data waren ondubbelzinnig en waar gegevens ontbraken was aangegeven hoe dat dan wel moest worden ge!nterpreteerd.

    "Seguimiento y Evaluaci6n" leverde de data en was tege-lijk ook "vrager" van de resultaten. Men wist waar men naar toe wilde.

    Mijn taak was duidelijk, heid had ik alle vrijheid. lijk als dat wenselijk was.

    binnen mijn verantwoordelijk-Er was direkt overleg moge-

    Het resultaat dat er (op tijd) uitrolde was de gewenste informatie als gevolg van teamwerk.

    Tijdsbesteding

    In het geheel is door mij 4 maanden (juni, juli, augustus, oktober) gewerkt aan de landbouwcampagne.

    28

  • 3.3.14 Adviezen voor volgende campagnes

    Om bij vlotte kunnen be lang

    de evaluatie van komende landbouwcampagnes op en simpele wijze over de gewenste resultaten te beschikken, zijn de volgende opmerkingen van

    over de organisatie van de gegevensverwerking.

    - De registratie van kredieten (inputs) dient een opzet te hebben die direkte koppeling aan de evaluatie-gegevens mogelijk maakt. Dat houdt het volgende in : - de gegevens over inputs van ~~n kredietnemer komen

    in ~~n register bij elkaar, - aan elke kredietnemer wordt de juiste kode

    toegekend, - de gegevens worden georganiseerd in bestanden

    volgens de comunidades, - bijzondere kredieten, d.w.z. kredieten die niet

    slaan op "konsumptie-aardappel van individuele boeren", worden uit voornoemde bestanden gehouden,

    - voor de bijzondere kredieten (afgekort: BK) komen aparte bestanden naar soort gewas en krediet.

    - Het gehele systeem van krediet-registratie en -evalu-atie zal bestaan uit twee deelsystemen waartussen onderlinge kommunikatie mogelijk is, dat wil zeggen dat de informatie uit het ene systeem ook binnen het andere kan worden gebruikt. Voor het eerste systeem berust de verantwoordelijkheid bij "Cr~ditos" voor het tweede bij "Seguimiento y Evaluaci6n".

    Figuur 3.2

    HOOFDSYSTEEM

    Systeembeheerder

    Cr~ditos Seguimiento y Evaluaci6n

    Figuur 3.3

    DEELSYSTEEM SEGUIMIENTO Y EVALUACION

    Seguimiento y Evaluaci6n

    Evaluatie kredieten Onderzoeken

    Anta Acomayo Paruro Canas-Canchis I lx-kJedietnemers

    Niet-kredietnemers

    29

  • Figuur 3.4

    DEELSYSTEEM CREDITOS

    Cr~ditos

    Ant a Acoma yo Paruro Canas-Canchis

    Voor elk jaar, d.w.z. elke campagne, kunnen we een-zelfde opzet kiezen. We krijgen dan deze situatie :

    Figuur 3.5

    SYSTEEM VOOR MEERDERE CAMPAGNES

    1984-1985 I

    Cr. S.E.

    Systeembeheerder

    1985-1986 I

    Cr. S.E.

    1986-1987 I

    I Cr. S.E.

    We kunnen de jaren ook binnen de deelsystemen verwerken. Dan krijgen we, in het geval van bijv. Cr~ditos deze situatie :

    Figuur 3.6

    AANGEPAST SYSTEEM VOOR MEERDERE CAMPAGNES

    1984-1985 I I

    BK A Ac P CC

    Cr~ditos

    1985-1986 I I

    BK A Ac P CC

    30

    1986-1987 I

    I I I I BK A Ac P CC

  • - Bij de registratie en evaluatie van veeteelt-kredieten kan voor eenzelfde opzet gekozen worden als hiervoor.

    - De fiches van het evaluatie-systeem dienen kompakter van opzet te worden. daarmee wordt later namelijk de registerlengte in de bestanden kleiner. Zo hoeven op de fiches niet alle mogelijke ziektes en niet alle mogelijke pesticides vermeld te staan. Er kan volstaan worden met een kode voor de ziekte die voorkomt of voor de pesticide die is gebruikt. Met een volgende variabele wordt dan de mate of hoeveelheid aangeduid. Dit scheelt veel ruimte omdat normaal gesproken slechts een klein deel van alle mogelijke ziekten voorkomt en slechts een klein deel van alle mogelijke pesticiden wordt gebruikt (zie bijlage 3.7).

    - Het hele systeem moet op IBM-compatible PC's komen te staan. We kunnen de gegevens met behulp van standaardpakketten (DBaseiii-plus) heel simpel opslaan en kunnen met zo'n pakket later ook de eenvoudige analyses uitvoeren. Met behulp van een standaard statistisch pakket zijn dan verdergaande analyses ook mogelijk.

    - De analyses moeten door on-ervaren computer-bedieners uitgevoerd kunnen worden. Dit betekent dat er tekst en uitleg op het scherm komt te staan en dat de analyse-mogelijkheden ook op het scherm aangeboden worden. Van vaak uit te voeren analyses met zekere data-sets wor-den de resultaten apart opgeslagen in een bestand, zodat ze direkt kunnen worden uitgeprint (d.w.z. zonder n6g eens de hele zaak uit te rekenen).

    - Van alle informatie en programma's dienen back-up's te worden gemaakt.

    - Voor de opzet en het onderhoud van de data-sets kunnen verschillende personen verantwoordelijk zijn, echter per data-set slechts ~~n persoon.

    - Er zal spaans-talige dokumentatie moeten worden samen-gesteld over de automatische verwerking van de gege-vens van de landbouwcampagne, met hierin tekst en uitleg over : - het bedienen van computer en printer, - het inbrengen van data, - het korrigeren van data, - het uitvoeren van analyses.

    31

  • 4. De enquete onder boerenfamilies

    In dit hoofdstuk worden de uitwerking van de enquete en de hierbij door mij verrichte werkzaamheden besproken. Slechts in het kort worden de achtergronden van de enquete aangegeven. Er wordt niet ingegaan op de resultaten. De werkzaamheden (i.t.t. die welke worden genoemd in Voorwoord ad 1. en ad 3.) stonden onder de super-visie van de afdeling "Planificaci6n".

    4.1 Het beleid van Proderm

    De beleidsvoering van Proderm bevindt zich op het moment in een overgangsfase. Men wil naar een integrale, micro-regionale aanpak van het projekt, zie 2.2.4.

    4.2 Middelen om tot het beleid te komen

    4.3

    4.3.1

    Om het nieuwe beleid vorm te geven heeft Proderm in het jaar 1986 een drietal speciale aktiviteiten gekend.

    Ten eerste zijn er 3-daagse bijeenkomsten georganiseerd waarbij "t~cnicos" en boeren van een bepaalde micro-regie met elkaar konden aangeven welke veranderingen in hun comunidades wenselijk zouden zijn op de korte ter-mijn (genaamd: "eventos de planificaci6n participativa", vert.: bijeenkomsten van participatieve planning).

    Ten tweede is er algemene informatie verzameld over de comunidades waar Proderm werkt. Daarmee zijn brochures samengesteld, de zg. "gu!as comunales" (gidsen van de comunidades) , met allerlei informatie over voorzieningen (voorraadschuren, drinkwater, wegen, scholen) en alge-mene zaken (aantal families, voornaamste bezigheden, samenstelling bevolking, historie).

    Ten derde is er een enquete onder boerenfamilies gehou-den ("encuesta familiar"). Het plaatje van de boeren-familie komt hierin naar voren : familie-samenstelling, land, vee, migratie, gewassen, opbrengsten, uitgaven, produktie, werktuigen, etc.(*).

    Met behulp van de informatie uit "eventos", "encuesta" wil Proderm een beleidsinvulling dit hoofdstuk wordt de uitwerking van de besproken.

    De familie-enquete

    Werkwijze

    "guias" en maken. In "encuesta"

    In de gebieden waar Proderm aktief is of aktief wil worden, de zg. "Areas de concentraci6n", neemt een "t~cnico" van "Promoci6n y Capacitaci6n'' (promotor) in

    (*) Normaliter wordt bij dergelijke enquetes gesproken van "huishoudens". Omdat op het platteland rond Cusco een huishouden doorgaans een familie is, worden de termen "familie" en "familie-enquete" gehanteerd.

    32

  • het gebied de enquete af. Uit elk van de 7 "Areas de concentraci6n" worden 2 A 3 comunidades genomen. In totaal komt men aan 18 comunidades. Per comunidad worden vervolgens ongeveer 25 families "getrokken", verspreid over 3 verschillende strata : rijk, arm, en ertussenin (*). Per comunidad geldt een gemiddelde van 20 "getrok-ken" families. In principe is de trekking uit elke stratum aselekt (**). Het aantal variabelen is ongeveer 1500, maar niet alle variabelen zijn voor elke familie relevant.

    De informatie die aan de families wordt gevraagd heeft betrekking op de volgende onderwerpen

    - samenstelling van de familie - migratie - bezigheden van de familie - inkomsten uit werk - grondbezit - grondgebruik - opbrengsten van de gewassen - arbeid per gewas - consumptie, ruil en inkomsten van de gewassen - bestemming landbouwproduktie - kosten van de huur en aanschaf van werktuigen - hoeveelheid en kosten van inputs - financiering van de landbouwcampagne - veebezit - geboorte en sterfte van vee - koop en verkoop van vee - produktie van melk, kaas, wol en vezels - kosten van preparaten voor behandeling van vee - bestemming veeverkoop - financiering van de veeteeltcampagne - technische assistentie in landbouw en veeteelt - uitgaven aan voeding, kleding, transport, onderwijs - uitgaven aan belangrijke produkten (b.v. meel, kaarsen,

    zout, olie, batterijen)

    Het afnemen van de enquete duurt 3 A 5 uur per familie. De ingevulde enquetes worden naar de centrale afdeling van "Promoci6n y Capacitaci6n" gebracht in Cusco.

    In overleg met de afdeling "Planificaci6n" wordt de enquete uitgewerkt : gewenste informatie formuleren, materiaal kodificeren en op de computer zetten, program-ma's en uitdraaien maken.

    De uiteindelijke informatie wordt in het "Programa de actividades 1987" (aktiviteiten-programma 1987) en de "Planes de Areas de concentraci6n" (plannen van de aktie-gebieden) gebruikt.

    (*) Dit is uiteraard een relatieve benaming. Achteraf bleek, op grond van de enquete-gegevens zelf, de stratum-indeling bijzonder vaak foutief te zijn geweest.

    (**) In de praktijk werden de te enqueteren families echter door de "promotor" van Proderm of door de leiding van de comunidad uitgezocht.

    33

  • 4.3.2

    4.3.3

    4.3.4.

    4.3.5

    De afdeling "Promoci6n y Capacitaci6n"

    De afdeling "Promocion y Capacitacion" heeft tot taak het volgende te stimuleren

    - dat de boeren in georganiseerde vorm (d.w.z. als groep) aan de projekten van Proderm deelnemen,

    - dat de projekten van Proderm zodanig aan de boeren worden overgedragen, dat die er zelfstandig mee kunnen verder gaan.

    Terwille van het nieuw uit te voeren Proderm-beleid ligt het aksent in de werkzaamheden momenteel op het uitvoe-ren van onderzoek in de comunidades.

    De afdeling kent een Peruaans hoofd, een Nederlandse consultant en 9 medewerkers ("promotores") in het veld. E~n dag in de twee weken zijn de "promotores" in Cusco aanwezig voor overleg.

    De afdeling "Planificaci6n"

    De afdeling "Planificaci6n" heeft tot taak om de plan-nen van het projekt te formuleren en evalueren, zowel voor het projekt als geheel als voor de microregio's. Hierbij moeten korresponderende begrotingen worden gemaakt. Een andere taak van de afdeling is het doen van onderzoek naar voor Proderm relevante zaken, zowel op het nivo van de comunidad als op regionaal nivo (markt-prijzen, bevolkingssamenstelling, hulpbronnen, etc.). Het aksent van de werkzaamheden ligt momenteel sterk op het ontwikkelen van de plannen voor de "Areas de concen-traci6n".

    De afdeling kent vijf medewerkers : een Peruaans hoofd, een Nederlandse hoofdmedewerker en drie Peruaanse mede-werkers.

    Taak binnen de familie-enquete

    Mijn taak binnen de enquete was het uitwerken van de enquete op de computer.

    Het materiaal

    In november komen de door de "promotores" afgenomen en ingevulde enquetes uit het veld binnen. Van belang is dat alle gevraagde informatie voor eind december binnen is, de enquete meet namelijk een rol spelen in de plan-nen voor 1987. Het zal nog tot maart (!) duren voordat alle data van de 18 comunidades binnen zijn. Men heeft de hoeveelheid werk onderschat.

    Er waren veld in Zl.Jn per steeds 20

    reeds fiches gemaakt waar de gegevens uit kompaktere vorm in zouden komen te staan. familie ca. 100 typen fiches mogelijk, A 45 variabelen.

    34

    het Er

    met

  • 4.3.6

    4.3.7.

    Keuze van de apparatuur en programmatuur (*)

    Proderm heeft inmiddels een IBM-compatibele personal computer besteld. Tot de levering heeft Proderm een IBM-compatibele te leen, echter zonder harde schijf. Een belangrijke vraag is nu : gaat de enquete op een van de Tandy's of op het geleende (en straks nieuwe) apparaat ?

    Het is nog niet bekend wat de afdeling "Planificaci6n" uit de enquete wil hebben. Het enige dat bekend is, is dat men alle data in principe wil gebruiken, dus is er minstens een Database-programma (programma voor gege-vensverwerking) met een grote kapaciteit nodig. In aan-merking komen het beschikbare pakket DBaseiii-plus op de geleende machine en "Gendesis" op een van de Tandy's. Het voordeel van DBaseiii-plus is dat de data-invoer vrij soepel kan verlopen. Bovendien is er dan met behulp van kleine programma's al heel wat informatie uit te halen. "Gendesis" gebruiken daarentegen brengt in een later stadium met zich mee dat programma's in BASIC moeten worden geschreven, een tijdrovende bezigheid. Het nadeel van het gebruik van de nieuwe machine is echter dat onzeker is wanneer die komt en de huidige geleende heeft een dubieuze disk-drive en een harde schijf ontbreekt. (Het zal nog tot februari gaan duren voordat besteld exemplaar met harde schijf komt). De Tandy-6000 kan door twee personen tegelijk gebruikt worden, het is een centrale computer met terminal. Daar het om veel data gaat is een terminal erg nuttig. Uiteindelijk wordt voor de Tandy-6000 en Gendesis gekozen : dit geeft de zekerheid dat de data op tijd verwerkt zullen zijn.

    Materiaal geschikt maken voor automatische verwerking

    Het materiaal komt van verscheidene "promotores" die ieder hun eigen methode hebben gebruikt bij het vergaren van de gegevens. Een gevolg hiervan is bijvoorbeeld dat bij dezelfde items vaak verschillende eenheden worden gebruikt. Hierin wordt nu zoveel mogelijk konsistentie aangebracht. Dit houdt bijvoorbeeld in dat alle opper-vlaktematen in "topo" (= 0,33 Ha.) komen te staan. In het oorspronkelijke materiaal worden m2, Ha., en topo door elkaar gebruikt. Een ander gevolg van het feit dat elke "promotor" een eigen methode heeft, is het niet-interpreteerbaar zijn van zg. "missing data". Er moet worden uitgezocht hoe een niet-ingevuld (blanko) item moet worden ge!nterpreteerd : - als "item is niet relevant, want de variabelen (bijv.

    koeien, migratie, wolproduktie) komen bij de familie niet voor",

    - als "men weet geen antwoord, ofwel de waarden van de variabelen (bijv. koeien, migratie, wolproduktie) zijn niet bekend",

    - als "het is niet aan de boerenfamilie gevraagd". Overigens blijkt bij eenzelfde promotor vaak al de interpretatie van "missing data" per vraag te kunnen verschillen.

    (*) De inhoud van de paragrafen 3.3.4 en 3.3.5 wordt bekend verondersteld.

    35

  • 4.3.8

    De enquete kent veel tekstantwoorden. De antwoordmoge-lijkheden worden hier gekodeerd om zo een zinvolle invoer in de computer te waarborgen. Een kode krijgen bijvoorbeeld: namen van kunstmest, namen van pesticiden, plaatsen van verkoop en inkoop van vee, herkomst poot-goed, plaatsen. Deze kodifikatie houdt veelal ook een klassifikatie in. Het gaat er daarbij dan om dat de kode zowel in voldoende mate informatie samenvat als in voldoende mate informatie behouden laat. Voor een deel van de 23 pagina's tellende kodelijst : zie bijlage 4.1.

    Wil men in een later stadium enige statistiek bedrijven op de enquete met de familie als basiseenheid (en dat lijkt men te willen), dan moet de invoer in de computer volgens families gaan. Dat wil zeggen dat er geen gro-tere eenheid (bijv. stratum of comunidad) dan de familie als register van een bestand mag voorkomen.

    Met de voorgaande aanpassingen heeft men in principe het materiaal verwerkingsklaar. Een praktische systeem- en bestandsopbouw zal echter nog enkele eisen gaan stellen.

    Ontwerpen van het systeem en de bestanden

    De enquete is gehouden onder 272 families 18 comunidades, dus gemiddeld zo'n 15 comunidad. Per comunidad zijn de families 3 strata (arm, rijk en ertussenin).

    verspreid over families per verdeeld over

    Per familie kunnen 1500 variabelen voorkomen. Maar voor een familie zijn meestal slechts 300 ! 400 variabelen relevant. Bijvoorbeeld : indien wordt gevraagd naar de lama's (aantal, vr., m., jongen, leeftijden, sterfte) en de familie heeft geen lama's dan zijn de variabelen die slaan op lama's niet relevant (of o ).

    Er moet een systeem worden gemaakt dat op een snelle en overzichtelijke wijze de data-invoer regelt.

    In het simpelste geval worden alle gegevens in 6~n bestand gestopt van 272 * 1500 gegevens, dat wil zeggen 272 registers van 1500 gegevens. Dit is technisch onhaalbaar (past bijv. niet in het geheugen van de computer) en vooral is het praktisch niet werkbaar grote bestanden verminderen de werksnelheid en zijn onoverzichtelijk.

    Het is dus noodzakelijk om de families te groeperen, bijvoorbeeld volgens de comunidades. Dan zouden we 18 bestanden krijgen met elk zo'n 15 registers.

    Praktisch lijkt vervolgens om de 1500 mogelijke data van een familie op te splitsen zodat er geen lange registers voorkomen. Omdat de informatie verdeeld is over circa 100 typen fiches ligt een opdeling in fiches voor de hand. Door bepaalde generalisaties kan het aantal van 100 fiches eerst worden teruggebracht tot 42. Bijvoor-beeld : men kent voor de inventarisatie naar de investe-ringen in werktuigen fiches voor de soorten : schop, handploeg, osseploeg, bijl, zaag, etc .. Per fiche komen twee soorten voor, bijv. handploeg en zaag. Omdat het

    36

  • nummer van de familie

    1 2 3

    nummer van de familie

    1 2 3

    ontwerp van die fiches steeds nagenoeg gelijk is kunnen ze met enkele aanpassingen tot een standaardfiche worden teruggebracht. Op het standaardfiche, in feite het aan-gepaste origineel, hoeft men slechts aan te geven welk werktuig is bedoeld, met behulp van een kode. Hierbij heeft dus een terugkoppeling naar de kodifikatie plaats, zie 4.3.7. We verduidelijken bovenstaand voorbeeld in de figuren 4.1 en 4.2 en de tabel 4.3.

    Figuur 4.1

    ORIGINELE FICHES

    1 osseploegen I spades 1 1------------------------------------------------------l aan lkoop lprijs lplaats I aan lkoop lprijs lplaats 1 I tal lfreq I lv.koop I tal lfreq I lv.koop 1

    I 1 I 1/8 1200 ant a I I I I

    3 1 2

    1/3 1/2 2/5

    20 10

    ant a cusco zelf

    I pikhouwelen I hakken 1 1------------------------------------------------------l aan lkoop lprijs lplaats I aan lkoop lprijs lplaats 1 I tal lfreq I lv.koop I tal lfreq I 1v.koop 1

    I 1 I 1/4 I 2 I I 1 I 2/1

    35 I cusco I 12 lcom.dadl 1 10 I I 2 1/3

    I 1 zelf 1 lcom.dadl

    I zagen, handploegen, etc.

    We vatten de fiches samen in een standaardfiche.

    Figuur 4.2

    STANDAARDFICHE

    nummer kode werktuig van de ------------------------------familie I a an I koop I prijs I plaats I

    I tal I freq I I v.koop I ----------------------------------------------

    1 1 I 1 1/8 1200 3 1 2 I 3 1/3 20 3 2 2 I 1 1/2 10 4 3 2 I 2 2/5 1 1 3 I 1 1/4 35 4 2 I 2 I 2 12 2

    37

  • Het voordeel is nu dat de bestanden veel minder variabelen krijgen; voor het bovenstaande voorbeeld vindt er een verandering van de linkse (oude) naar de rechtse (nieuwe) versie plaats (zie tabel).

    Tabel 4.3

    VARIABELEN-VERMINDERING DOOR STANDAARDISERING FICHES

    Variabelen oude versie

    Nummer comunidad Stratum Nummer van de familie Aantal osseploegen Koopfrequentie osseploegen Prijs Plaats van inkoop Aantal spades Koopfrequentie spades Prijs Plaats van inkoop Aantal pikhouwelen Koopfrequentie pikhouwelen

    Variabelen nieuwe versie

    Nummer comunidad Stratum Nummer van de familie Kode werktuig Aantal Koopfrequentie Prijs Plaats van inkoop

    Zie bijlage 4.2 voor enkele ontwerpen van bestanden. De aanduiding "Cuadro" staat hierin voor "standaardfiche"; zo staat cuadro1 voor standaardfiche 1 en cuadro27f voor standaardfiche 42.

    Het blijkt mogelijk te Z1Jn dat voor de families alle gegevens opgeslagen liggen in 42 typen fiches, de stan-daardfiches. Sommige typen fiches komen als type hoog-stens ~~n maal per familie voor. Bijvoorbeeld : grond-gebruik. Andere typen fiches kunnen per familie meerdere malen voorkomen. Bijvoorbeeld : veebezit. Toelichting (v.b.) : een familie houdt geiten, varkens en schapen. Het fiche dat slaat op veebezit komt daarom 3 maal voor, steeds voorzien van kode voor het soort vee.

    Op voorgaande wijze "hakt" men niet alleen de 1500 data aan stukken, men doet dat ook nog op een handige manier. Het kost weliswaar veel registers extra en bovendien een kode extra, dit weegt niet op tegen de winst in de vorm van korte registers en het niet hoeven opslaan van "niet-relevante" variabelen. Het is zo veel overzichte-lijker en het werkt sneller ; je hoeft niet langs aller-lei variabelen te "lopen" voor je je data in kan voeren. Dit gemak wordt ook illustratief gemaakt in figuren 4.1 en 4.2 en tabel 4.3.

    Overigens heeft het in enkele gevallen zin om tot twee-maal toe het fiche op te delen. Bijvoorbeeld : rende-menten van de gewassen. Hierin is eerst de opsplitsing te maken naar soort gewas. We kodificeren het gewas (gerst, mais, bonen, etc.) en kunnen volstaan met het invoeren van alleen die families die dat gewas hebben

    38

  • (dus niet alle gewassen voor alle families) . Daarna is er een opsplitsing te maken naar de 6 soorten gebied waar het gewas kan worden verbouwd. Een kode geeft hoogte (laagjmiddenjhoog) aan en aard (steiljvlak). We voeren nu alleen die families met hun gegevens in die op dAt soort gebied dAt gewas hebben (doorgaans beslaat de hele comunidad slechts ~~n of twee "soorten gebied'').

    Omdat we een set gegevens van een familie in 42 standaardfiches stoppen, ontstaan in feite 42 bestanden, ofwel bestandsontwerpen. Met het gegeven dat er 18 comunidades zijn levert ons dat 756 ( 18 x 42 ) bestanden. Dit is veel voor ~~n directory. Het is nu zinvol om van elk standaardfiche een subdirectory te maken, zo dat men 42 subdirectories krijgt, elk met 18 bestanden. Het voordeel (ten opzichte van de andere oplossing elke comunidad in haar geheel in een sub-directory) is dat er zo nu per subdirectory slechts ~~n bestandsontwerp bestaat. Zie figuur 4.4 en tabel 4.5.

    Figuur 4.4

    SYSTEEM ENCUESTA FAMILIAR

    Encuesta familiar

    std.-fiche 1 std.-fiche 2 std.-fiche 41 std.-fiche 42

    4.3.9

    Tabel 4.5

    BESTANDEN BINNEN EEN SUB-DIRECTORY (OF STANDAARDFICHE)

    Naam bestand

    C1 (comunidad 1) C2 (comunidad 2)

    C18 (comunidad 18)

    (en overige programma's voor datacontrole, etc.)

    Zie bijlage 4.3 voor een namen-lijst van de 18 comuni-dades waar de familie-enquetes zijn afgenomen

    Invoeren van het materiaal

    In de versie van "Gendesis", zoals die bij de landbouw-campagne was gebruikt, blijken toch nog verbeteringen wenselijk te zijn, vooral wat betreft de overzichtelijk-heid van de gegevens-invoer. De wensen zijn echter niet in de praktijk gebracht, er was geen tijd voor.

    39

  • 4.3.10

    Het invoeren van het materiaal gaat erg vlot omdat de standaardfiches (in feite de oude fiches met ~~n of twee extra kodes en kleine aanpassingen) vanaf papier direkt de bestanden ingetypt kunnen worden.

    Het materiaal wordt ingevoerd in volgorde van standaard-fiche. Indien men in volgorde van comunidad zou werken, meet men immers voortdurend wisselen van bestandsontwerp (ofwel: directory). Nu hoeft men dat slechts te doen als de het materiaal van ~~n standaardfiche in het geheel is ingetypt. In bijlage 4.4 is de handleiding voor het invoeren (en veranderen) van de gegevens te vinden. De aanduiding "cuadro" staat hierin voor "standaardfiche''; zo staat cuadro1 voor standaardfiche 1 en cuadro27f voor standaardfiche 42.

    Opzetten van de programma's

    Evenals bij de landbouwcampagne is het van belang dat de data-invoer wordt gekontroleerd. Voor elk van de 42 sub-directories (of beter standaardfiches) wordt een programma gemaakt waarin onmogelijke kodes en onwaar-schijnlijke data worden zichtbaar gemaakt. Eventuele fouten worden dan met "Gendesis" verbeterd.

    Vervolgens komt het uiteindelijke doel van de automati-sering van de enquete : het uitvoeren van analyses met de data. Begin januari wordt het duidelijker wat "Plani-ficaci6n" uit de enquete wil hebben. Enkele zaken : - opbrengst van de gewassen, grondbezit naar soort

    gebied, naar irrigatiejgeen irrigatie; totalen, - gemiddelde gezinsgrootte, standaardafwijking hierin, - totale hoeveelheid arbeidskracht, - veebezit ; totalen, gemiddeldes, - hoeveelheid arbeid per maand per gewas, - grondbezit en -gebruik, - gebruikte inputs ; pesticiden, kunstmest, natuurlijke

    mest, pootgoed. Men stelt steeds belang in de gegevens van de strata per comunidad en in die van de comunidades als geheel.

    Om de gevraagde informatie te verkrijgen worden program-ma's geschreven. Hierbij wordt het mogelijk gemaakt om zelf de comunidades te kiezen (~~n, een groep of alle).

    Men kan (zie bijlage 4.5) eveneens een keuze maken uit de analyse-mogelijkheden. Voor het uitvoeren van een analyse meet het programma een of meerdere sub-directo-ries "induiken", en daarin de gekozen comunidad(es) aflopen. Technisch het meest eenvoudig is een analyse die plaats kan vinden op grond van de gegevens uit ~~n sub-directory. Worden er twee of meer sub-directories bij betrokken dan is dat technisch moeilijker. Dan moe-ten er namelijk steeds gegevens van ~~n en dezelfde familie uit (bestanden van) verschillende sub-directo-ries bij elkaar worden gezocht (tenzij men de gegevens niet onderling met elkaar in verband wil brengen) .

    Van de belangrijke analyses worden per comunidad de analyse-resultaten als bestand vastgehouden. Dan hoeft

    40

  • 4.3.11

    4.3.12

    men niet nogmaals de berekeningen van de analyse uit te voeren indien men de analyse wil hebben, maar kan de analyse direkt worden uitgeprint. Dergelijke bestanden moeten wel weer opnieuw worden aangemaakt na verande-ringen in de (invoer-)gegevens.

    Resultaten

    De resultaten speelden een rol in het "Plan de activi-dades 1987" (aktiviteitenplan 1987) en werden eveneens gebruikt in de ''Planes de !reas de concentraci6n" (plan-nen voor de aktiegebieden). Met enige verbeteringen kan het materiaal in de toekomst nog van bijzonder nut zijn

    voor het doen van onderzoek, voor het opstellen van plannen en als informatiebron voor mensen die in het veld werken.

    Negatieve en positieve aspekten van de uitvoering

    - Negatieve aspekten

    Het uitwerken van de enquete werd door een aantal zaken bemoeilijkt. Puntsgewijs gaan we op de hoofdzaken in.

    - Kwaliteit van de data

    - Eenheden

    Elke "promotor" gebruikte eigen eenheden; er bleek geen afspraak over de te gebruiken eenheden te bestaan. Zo werd oppervlakte willekeurig in m2, "topo", of Ha. uitgedrukt, bedragen verschenen in "Intis" of "Soles". De gebruikte eenheid zelf was meestal niet aangegeven en moest blijken uit de gegevens.

    - Blanko antwoorden

    Een groot probleem leverde het blanko gelaten item. Het was vaak onduidelijk hoe dit moest worden ge!n-terpreteerd: als "item is voor familie niet rele-vant", 0, etc., of als "item is niet aan familie gevraagd", "familie wist geen antwoord op item", etc .. Zo kende de ene familie geen gegevens over grondgebruik omdat ze geen grond bezat; de andere familie had over grondgebruik geen gegevens omdat haar niets over grond was gevraagd. Voor totalen, gemiddeldes e.d. hebben de twee gevallen een verschillende implikatie. Dit wil zeggen dat er duidelijkheid nodig is over de betekenis van blanko items.

    - Tekstantwoorden

    Veel antwoorden waren in tekstvorm weergegeven. Voor automatische verwerking moesten de tekstantwoorden eerst worden gekodificeerd. Een kode was soms niet te geven, onder andere door dubbelzinnigheden in de antwoorden. Bijvoorbeeld : de waarde van de varia-bele "plaats van verkoop" is "Acomayo". Dit kan de comunidad (kode=1) zijn met die naam, het distrikt

    41

  • (kode=2) met die naam, of de provincie (kode=3) met die naam. Fiches waren soms voorzien van aanteke-ningen van belang, bijv. "oogst mislukt". Dergelijke opmerkingen werden, zo wenselijk, samengevat in een "*" en onder een nieuwe variabele, bijv. "extra informatie" aan het bestand toegevoegd.

    - Onvolledige gegevens

    De enquete kende variabelen die slechts nut krijgen met het v66rkomen van andere. Bijvoorbeeld om inzicht te krijgen in de boeren-ekonomie werden op betreffende fiches de bedragen vermeld die de fami-lie besteedde aan werktuigen, inputs, inkoop van vee e.d .. Omdat Peru een enorme inflatie kent (50% over 1986) zouden terwille van een juiste interpretatie van de bedragen ook datum en jaartal moeten zijn gegeven. oat was meestal niet het geval.

    - Toelevering van de data

    De data van enkele comunidades kwamen te laat binnen.

    - Duidelijkheid doelstelling enquete

    Het duurde tot januari voordat duidelijkheid kwam over de soort informatie die de enquete moest voortbrengen. Veel gegevens hadden, bleek achteraf, niet ingevoerd hoeven worden in de computer (bijv. "aktiviteiten per maand"), andere gegevens hadden terwille van eenvou-digere berekeningen gekombineerd kunnen worden op ~~n fiche (bijv. "arbeid per gewas" en "oppervlakte per gewas", om "arbeid per oppervlakte per gewas" simpel te kunnen uitrekenen). In volgende enquetes zullen de items juist op grond van de gewenste soort informatie moeten worden opgesteld.

    - Ko6rdinatie

    De opzet en uitvoering van de enquete werden geken-merkt door een gebrek aan ko6rdinatie. Vanuit de ori-ginele data waren de fiches direkt ingevuld, zonder kodes. Bij de opzet van deze fiches was geen rekening gehouden met eventuele automatische verwerking. Onder-tussen was iemand op eigen houtje bezig met het aan-leggen van een lijst van alle mogelijke variabelen (dit waren er ongeveer 1500, voor een indruk zie bijlage 4.6). Bij een volgende enquete zullen de betrokkenen regelmatig moeten overleggen. Dan kunnen taken worden verdeeld en op elkaar worden afgestemd. Bekendheid over de soort informatie die uit de enquete moet komen is daarbij wel van essentieel belang.

    Het heeft te lang geduurd voordat de enquete resultaten ging afleveren. Veel zinvolle analyse-mogelijkheden met de data zijn nog onbenut gebleven.

    42

  • 4.3.13

    4.3.14

    - Positieve aspekten

    Voor het intypen van de data was personeel te werven.

    Er was intussen (zie ook 3.3.12.1, 2e alinea} een stimulerende samenwerking tussen de verantwoordelijke voor UPD (afdeling gegevensverwerki


Recommended