+ All Categories
Home > Documents > Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog Mathieu Gijbels

Date post: 28-Nov-2014
Category:
Upload: nv-mathieu-gijbels
View: 664 times
Download: 3 times
Share this document with a friend
Description:
Welkom op de renovatieblog van Mathieu Gijbels. De renovatieblog is een blog van Mathieu Gijbels over het renoveren van bedrijfsgebouwen. In deze white paper hebben we alle blogartikelen van de renovatieblog gebundeld. Veel leesplezier!
85
1 RENOVATIEBLOG Nv Mathieu Gijbels Auteur renovatieblog: Joël Melaerts Commercieel directeur en renovatiespecialist nv Mathieu Gijbels renovatieblog.gijbels.be [email protected]
Transcript
Page 1: Renovatieblog Mathieu Gijbels

1

RENOVATIEBLOGNv Mathieu Gijbels

Auteur renovatieblog: Joël MelaertsCommercieel directeur en renovatiespecialist nv Mathieu [email protected]

Page 2: Renovatieblog Mathieu Gijbels

RENOVATIEBLOG. QUID?Renovatieblog over bedrijfsgebouwenIn 2011 startte onze commercieel directeur en renovatiespecialist, Joël Melaerts, met een renovatieblog voor Mathieu Gijbels. Een blog 100% gewijd aan de renovatie van bedrijfsgebouwen. Waarom deze blog? Gewoon omdat we over zoveel informatie beschikken die een antwoord biedt op vragen van onze klanten die wij heel vaak tegenkomen.

Tegenwoordig wordt voortdurend gekeken hoe we nieuwe gebouwen energiezuiniger en performanter kunnen maken. Men vergeet hierbij dat nieuwe gebouwen slechts een minderheid vormen van het totale patrimonium. We kunnen dus veel grotere winsten boeken door bestaande gebouwen grondig aan te pakken. Het energieaspect speelt hierin een belangrijke, maar zeker niet de enige rol. Het renoveren van een bedrijfsgebouw doe je ook voor je personeel, voor je klanten én bovenal voor de rendabiliteit van je bedrijf. Of dat geld kost? Uiteraard, maar niet renoveren kost je veel meer geld.

Doel renovatieblogMet deze renovatie blog hebben we slechts één doel voor ogen. U nuttige en concrete informatie verschaffen over waarom en hoe de renovatie van een bedrijfsgebouw moet aangepakt worden. Dat zullen we doen aan de hand van nuttige tips, technisch advies, getuigenissen, enz.

Vragen suggesties, kritische opmerkingen, alles is welkom! Samen kunnen we van deze renovatie blog een nuttig werkinstrument maken volledig in het teken van de renovatie van bedrijfsgebouwen.

Contacteer ons gerust via [email protected] op +32 (0) 89 819 100 of via de sociale netwerken.

Renovatieblog: introductie

twitter.com/mathieugijbels

facebook.com/nvMathieuGijbels

Page 3: Renovatieblog Mathieu Gijbels

“Wat mag je in deze presentatie nu allemaal verwachten? Wel, we hebben al mijn gepubliceerde blogartikels voor je verzameld en gebundeld in deze presentatie. En uiteraard zullen we deze presentatie ook regelmatig updaten met de

nieuwste blogartikels.

We wensen je alvast veel leesplezier!”

Joël Melaerts.

“Wat mag je in deze white paper nu allemaal verwachten?

Wel, we hebben al mijn gepubliceerde blogartikels voor jeverzameld en gebundeld in deze white paper. En uiteraard

zullen we deze ook regelmatig updaten met de

nieuwste blogartikels.We wensen je alvast veel leesplezier!”

Joël Melaerts.

Page 4: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: inhoudsopgave

EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG. Pag 5.1OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING? Pag 7.2WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS HET OOK PASSIEF KAN? Pag 10.3SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN TWEEDE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING. Pag 13.4

INHOUDSOPGAVE

HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN HITTE – DEEL 1. Pag 15.5HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN HITTE – DEEL 2. Pag 18.6

Page 5: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: inhoudsopgave

ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF EERSTE STAPPEN ZETTEN?. Pag 21.7OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN WATERTOREN Pag 26.8AFBREKEN OF NIET AFBREKEN? Pag 28.9OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN IS WETEN. Pag 30.10

INHOUDSOPGAVE

GEEN VENTILATIE IS BETER EN GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE. Pag 32.11WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE? Pag 34.12

Page 6: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: inhoudsopgave

PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?. Pag 38.13BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE Pag 41.14HOE VOORKOMEN DAT PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN EYECATCHER TOT DOORN IN HET OOG? Pag 44.15MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW?. Pag 46.16

INHOUDSOPGAVE

WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN? Pag 48.17WAAROM DE STRENGERE EPB-NORMEN NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN. Pag 52.18

Page 7: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: inhoudsopgave

OPTOPPEN, MAG HET EEN VERDIEPING MEER ZIJN? Pag 7419DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL? Pag 58.20BOUWTEAMS: MEER SNELHEID, MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES Pag 61.21WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW? Pag 6322

INHOUDSOPGAVE

NIEUWE BLIKVANGER OP HET INDUSTRIETERREIN TE LUMMEN Pag 67.23QUICK TE FLEMALLE KAAPT MERCURIUS PRIJS VAN COMEOS WEG. Pag 71.24

Page 8: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: inhoudsopgave

EEN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES. Pag 55.25GEVELRENOVATIE: EEN ‘MAKE OVER’ DIE GEZIEN MAG WORDEN Pag 77.26INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW Pag 81.27

INHOUDSOPGAVE

Page 9: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: Een renovatie betaalt zich op verschillende manier terug

Waarom renoveren?Er zijn duizend en een redenen om te renoveren, maar er is voor veel ondernemers één belangrijke reden om het niet te doen: de kostprijs. Nochtans mag je dat niet te kortzichtig bekijken, want een renovatie verdien je op verschillende manieren terug. Eerst en vooral al door subsidies van de overheid. Een niet te onderschatten cadeau dat je misloopt wanneer je geen werk maakt van een verbetering van je gebouwenpatrimonium. Fiscaal doe je er ook je voordeel mee.

Zeker als je van de renovatie ook gebruik maakt om je energieverbruik in te dammen – en waarom zou je dat niet doen? – maak je aanspraak op een hele rist fiscale premies en subidies. Het zijn er zo veel en per regio, provincie en gemeente zijn de verschillen zo groot dat het als bouwheer niet evident is om het bos tussen de bomen te zien. Als je voor je renovatie in zee gaat met een betrouwbare partner, zal hij je daar zeker in kunnen adviseren. Bij Mathieu Gijbels beschouwen we het alleszins als onze taak om onze klanten te gidsen in dat hele kluwen van subsidies en premies.

Een heel handig hulpmiddel om in één oogopslag te zien waar je eventueel recht op hebt is de website www.energiesparen.be. Via deze link kom je op module terecht. In de linkse kolom wel eerst aangeven of je een KMO of een industrieel bedrijf vertegenwoordigt. Als je vervolgens je gemeente of postnummer invult en op zoeken klikt, krijg je het overzicht van alle mogelijke subsidies met een link naar meer uitleg hierover.

1. EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG.

Page 10: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: Een renovatie betaalt zich op verschillende manier terug

Hogere waarde van je bedrijfsgebouwOp langere termijn vertaalt de renovatie zich ook nog in een hogere waarde van je gebouw. In de meeste gevallen zal de hogere prijs die je krijgt bij de verkoop zelfs merkelijk hoger liggen dan het investeringsbedrag voor de renovatie. Toegegeven, dit laatste argument speelt voor de meeste bedrijfsleiders geen doorslaggevende rol, simpelweg omdat ze niet van plan zijn hun pand te verkopen, zeker niet wanneer dat pas gerenoveerd is. Wat ze hierbij uit het oog verliezen is dat je zeker vanuit bedrijfseconomisch standpunt alles op lange termijn moet zien en dat je onmogelijk kan voorzien wat de toekomst brengen zal. Wordt het bedrijf op termijn overgenomen door een grotere groep, krijgt het bedrijf door pech of door veranderende marktsituaties een serieuze knauw of – laat het ons hopen – gaat het zo goed met de zaken dat de onderneming uit zijn voegen barst zodat je toch op zoek moet naar een nieuwe locatie?

In al deze gevallen – en dat komt meer voor dan men denkt – zullen de waarde en de mogelijkheden van het gebouw een belangrijk item worden bij eender welk scenario. Als je dan kan uitpakken met een performant bedrijfsgebouw dat vrij recent een kwaliteitsvolle renovatie ondergaan heeft, zal je veel sterker in je schoenen staan en zal je gemakkelijk de kosten van de investering kunnen verzilveren.

Tel al die factoren op en je kan maar één ding besluiten: renoveren kost op korte termijn geld, maar niet renoveren kost je nog veel meer op lange termijn.

1. EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG.

Page 11: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?

Open landschapskantorenVroeger had een bediende vaak, al dan niet samen met een collega, zijn/haar eigen kantoor waardoor iedereen min of meer op zijn eigen eiland leefde. Daar is men de jongste decennia wat van afgestapt door te opteren voor open landschapskantoren. Het leidde tot meer openheid en onderlinge contacten, maar er zijn ook nadelen aan verbonden waardoor sommigen willen teruggrijpen naar de oude indeling.Nuttig dus om de twee opties naast elkaar te plaatsen en om te kijken of er geen gulden middenweg is of een optie die de voordelen van de twee combineert.

2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING?

Page 12: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?

De voordelen van een landschapskantoor liggen voor de hand

Een betere bereikbaarheid van de medewerkers

Lichtinval; als je werkt met automatische sturing van de verlichting > levert het een behoorlijke besparing op van verbruik

Een compactere bezetting en dus betere benutting van de ruimte; 10 à 15%

Een vlottere onderlinge communicatie. Verder zijn ook meerdere mensen op de hoogte van verschillendelopende dossiers.

Gemakkelijker sterke en directe mondelinge interacties zijn mogelijk

Een lagere inrichtingskost: 15 à 20%

De aanwezigheid van medewerkers kan in een oogopslag worden vastgesteld.

2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING?

Page 13: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Anderzijds mag je ook niet blind – of doof – blijven voor de nadelen

Landschapskantoren resulteren in een grotere geluidsoverlast vanwege de vele geluidsbronnen (telefoon, gesprekken, printers en faxen,…).

Elke bediende heeft slechts een beperkte persoonlijke ruimte en velen vinden het vermoeiend om ergeconcentreerd te werken.

De werkplekken zien er op het eerste gezicht ‘gelijkwaardig’ uit, maar schijn bedriegt. Sommige werkplekkenbevinden zich vlak bij een doorgang, andere vlak bij een raam, de ene zone heeft meer te kampen met lawaaidan de andere, de ene werkplek is frisser dan de andere, de privacy is beter bij de ene werkplek dan bij de andere, enz.

Het credo van “iedereen gelijk” gaat dus niet altijd op voor landschapskantoren en dat kan tot onderlingetwisten leiden. Veel meer dan bij de traditionele kantoren, vermits het veel gemakkelijker is om in eenlandschapskantoor van plaats te verwisselen dan wanneer twee collega’s moeten wisselen van kantoor.

Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?

2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING?

Page 14: Renovatieblog Mathieu Gijbels

The best of both worldsIdeaal is dat je van elke optie de voordelen overhoudt en de nadelen tracht uit te schakelen en dat is tot op zekere hoogte mogelijk. Een klassieke kantoorverdeling kan wel degelijk gecombineerd worden met het landschapskantoor.

Gebruik glazen scheidingswandenIn plaats van ondoorzichtige scheidingswanden kan er met glazen wanden gewerkt worden. Het doorzicht en de lichttoetreding blijven behouden, er is een stillere werkomgeving en het is mogelijk om vertrouwelijke gesprekken te voeren zonder luistervinken. Bijkomend voordeel is dat voor de verwarming en de verlichting de ruimten afzonderlijk regelbaar zijn. Dit principe hebben we bijvoorbeeld toegepast bij onze klant Drukkerij VD in Temse waarvoor we het kantoorgedeelte mochten renoveren.

Kortom, het landschapskantoor blijft actueel maar wordt aangepast binnen zijn context.

Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?

2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING?

Foto’s: Drukkerij VD, Temse

Page 15: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Passieve renovatieEen tijd geleden heb ik een interessant artikel gelezen in De Tijd over een kantoorgebouw op de Louizalaan in Brussel dat op passieve wijze gerenoveerd werd. Het toont aan dat het inzicht en de wil om energiezuinig en passief te bouwen (of verbouwen) vaak niet aanwezig is bij het begin van een project, maar wel gaandeweg de kop opsteekt. En dat de kloof tussen een ‘traditionele’ renovatie en een groene passief renovatie niet zo groot is als men vaak denkt.

In het voorbeeld uit het artikel van De Tijd zag de eigenaar het project vooral als een opsmukbeurt van de gevel en een opwaardering van de toiletten en het sanitair. Het architectenbureau A2M dat steevast de kaart van passiefbouw trekt, heeft hem ervan kunnen overtuigen de lat hoger te leggen en te gaan voor een passief renovatie. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar nu beseft de eigenaar dat hij op termijn – en zelfs niet zo’n heel lange termijn – winnaar is door de architect te volgen in zijn denkwijze.

Zeker in dit geval viel de meerkost voor passiefbouw best mee omdat het gebouw aan twee zijden geflankeerd wordt door andere bedrijfsgebouwen. Deze gebouwen vormen een warmte- en koudebuffer voor elkaar en bezorgen elkaar gratis warmte en koelte. Een heel verschil natuurlijk met vrijstaande gebouwen die meer energie vergen om een aangenaam klimaat te creëren.

Renovatieblog: Waarom gewoon renoveren als het ook passief kan?

3. WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS HET OOK PASSIEF KAN?

Page 16: Renovatieblog Mathieu Gijbels

IsolatiedikteWaar normaal de isolatiedikte moet opgedreven worden van 15 tot 20 à 30 cm om aan de passiefstandaard te voldoen, bleek hier een dikte van 15 cm in combinatie met een degelijke dubbele beglazing – driedubbele was niet nodig – en een ventilatiesysteem met warmteterugwinning voldoende om er een passief gebouw van te maken.Projectontwikkelaar Widnell berekende dat de meerkost voor de passiefbouw slechts 10 à 15% bedraagt ten opzichte van een traditionele renovatie en dat deze investering zich gemakkelijk terugverdient op 5 à 10 jaar.

Toekomstige normenEen belangrijke troef van deze aanpak die zeker niet uit het oog verloren mag worden, is dat dit gebouw nu al voldoet aan de normen die binnen 10 à 15 jaar opgelegd zullen worden. Er zal met andere woorden geen extra investering nodig zijn om het gebouw aan te passen aan nieuwe eisen. Wat wel zo zal zijn voor veel gebouwen die nu net aan de huidige normen voldoen.Waasland Automotive, "The Green Drive“

Vooruit denken en duurzaam bouwen vereist dat je als eigenaar, ontwerper en aannemer de lat zo hoog mogelijk moet leggen. De meerprijs hiervan weegt niet op tegen de onmiskenbare voordelen op lange termijn.

Renovatieblog: Waarom gewoon renoveren als het ook passief kan?

3. WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS HET OOK PASSIEF KAN?

Page 17: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Meten is wetenMeten is weten en dat leidt – hopelijk – ook tot handelen. Zeker zo voor verlichting, een zwaar onderschatte post binnen het energiehuishouden van bedrijfsgebouwen. Een goede tip voor de overheid om bedrijfsleiders te stimuleren om te investeren in energiezuinige verlichting? Laat ze bij de eindafrekening bij benadering weten hoeveel euro’s zij uitgegeven hebben aan verlichting.

Jij zou wellicht ook versteld staan van het bedrag dat je jaarlijks moet ophoesten om voldoende licht in jouw gebouw te brengen. Het Nederlandse Senter Novem heeft berekend hoeveel procent van het totale energieverbruik naar verlichting gaat. Voor kantoren is dat maar liefst 22% en voor scholen kan dit oplopen tot 27%.

Tijd dus om daar wat aan te doen. Zeker als je jouw bedrijfsgebouw gaat renoveren, zou het zonde zijn om ook je verlichtingsplan niet aan een grondige analyse te onderwerpen. Als er al een ‘verlichtingsplan’ bestaat, want verlichting is jammer genoeg een aspect dat al te vaak niet op een systematische wijze benaderd wordt, maar eerder als een aaneenschakeling van one shots.

Aanpak?Beseffen dat je op vlak van energie en geld kan uitsparen, is al een eerste belangrijke stap in de goede richting. Maar hoe ga je dit concreet aanpakken? Is de overschakeling op spaarlampen dé enige zaligmakende oplossing? Absoluut niet. Het staat natuurlijk buiten kijf dat je heel wat energie kan besparen met spaarlampen, maar anderzijds zijn er ook nadelen aan spaarlampen verbonden en mag je alle spaarlampen niet allemaal over dezelfde kam scheren.

Renovatieblog: Spaarlampen vormen slechts een tweede stap in besparing op verlichting.

4. SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN 2DE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING.

Page 18: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Gebruik daglicht optimaalEr is echter nog een belangrijke reden waarom je niet alle heil mag verwachten van spaarlampen. Veel beter dan te kiezen voor energiezuinige verlichting, is de nood aan verlichting zo veel mogelijk uit te schakelen. Hiermee wil ik zeker niet zeggen dat je je werknemers in het (schemer)donker moet plaatsen. Zeker niet. Een efficiënte verlichting van de werkvloer is een conditio sine qua non en moet ongeacht het energieaspect dé eerste vereiste blijven. Energiebesparing mag nooit ten koste van het comfort van je werknemers gaan.Waar ik wel op doel is dat je kunstverlichting overbodig kan maken door optimaal gebruik te maken van daglicht. De goedkoopste energie is en blijft de energie die je niet nodig hebt.

Dat zou zeker bij een renovatie een belangrijk uitgangspunt moeten zijn. Zorg dat de vertrekken waar de belangrijkste activiteiten zich ontplooien zo veel mogelijk kunnen profiteren van het daglicht. Aan zuidgevels mag je hier natuurlijk ook weer niet te ver in gaan om oververhitting te vermijden.Zeker aan de noordzijde en in iets mindere mate ook aan de west- en oostgevel hoef je niet te vrezen voor oververhitting en kan je via een weloverwogen inplanting van de glaspartijen veel daglicht naar binnen halen. Vergeet ook het dak niet om daglicht naar binnen te halen. Dat kan bijvoorbeeld met lichtstraten.

Renovatieblog: Spaarlampen vormen slechts een tweede stap in besparing op verlichting.

4. SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN 2DE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING.

Page 19: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Productiviteit neemt af bij onaangenaam hoge temperaturenDiverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de productiviteit en de motivatie danig afnemen bij onaangename hoge temperaturen. Vroeger lag de oplossing voor de hand: een airco-installatie moest soelaas bieden. Gelukkig heeft de groeiende aandacht voor duurzaam bouwen ons doen inzien dat dit allesbehalve het enige correcte antwoord is. Traditionele airconditioning is immers symptoombestrijdend, is een energievreter en kan mogelijk klachten bij de werknemers (zoals hoofdpijn, irritatie van de ogen, de neus of de keel, …) met zich mee brengen (het sick building symdroom).

Zoals altijd en zeker vanuit het standpunt van duurzaam en energiezuinig bouwen, is voorkomen beter dan genezen. En dat is niet eens zo moeilijk. Enige portie gezond verstand zet je zelf op weg naar enkele alternatieve oplossingen die zeker zo efficiënt zijn en geen of minder energie vergen.

Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.

5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 1

Page 20: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Productiviteit neemt af bij onaangenaam hoge temperaturenHoe kunnen we warmtewinsten beperken, en oververhitting vermijden?

Beperk de zonnewinsten doorheen de ramen

Beperk de oppervlakte van de ramen, vooral op het zuiden. Glazen gevels zorgen inderdaad voor veel daglicht, maar aan de zuidkant is het misschien beter om wat op de rem te gaan staan.Hou rekening met de oriëntatie van de ramen. Voor kantoren zijn ramen op het oosten het meest aangewezen. Aangezien de zon in het oosten opkomt, heb je in de voormiddag de zon op het kantoor gericht. Door het feit dat de zon naar het zuiden draait, heb je later op de dag minder last van opwarming in het kantoor. De ramen op het noorden richten is minder aangewezen. In de zomer warmt het kantoor inderdaad minder op, maar in de winter kan je niet meer profiteren van de gratis warmtewinsten door bezonning.

Kies een aangepaste glassoort

Bij zonwerende beglazing wordt een deel van de zonnestraling weerkaatst of geabsorbeerd. Een dergelijke beglazing laat echter vaak ook minder daglicht door. De keuze voor het glastype is dus een compromis tussen beperkte zontoetreding met bijhorende opwarming (ZTA of g-waarde = zonnetoetredingsfactor) en voldoende lichtinval (LTA = lichttransmissiefactor). Het is ook een compromis tussen het beperken van oververhitting in de zomer en profiteren van (gratis) zonnewinsten in de winter.

Zorg voor een goede beschaduwing van de ramen:

Luifels – screens buiten – loofbomen. In de zomer staat de zon hoog en houdt een luifel al te opdringerige zonnestralen tegen. In de winter kan je toch genieten van gratis zonnewarmte omdat de zon dan laag staat en onder de luifel door kan schijnen. Hou er wel rekening mee dat luifels omwille van de bestaande structuur of omwille van stedenbouwkundige voorschriften niet altijd mogelijk zijn. In de plaats daarvan kan je gebruik maken van buitenzonnewering.

Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.

5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 1

Page 21: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Wist je dat…Een efficiënte buitenzonwering de binnentemperatuur op hete dagen met 5 graden kan laten zakken! Om datzelfde resultaat te boeken, zou een airco-installatie massa’s energie verbruiken. Buitenzonnewering houdt de zon tegen voor hij de binnenruimte bereikt. Dat is niet zo bij binnenzonnewering die de zon en de warmte pas tegenhoudt als hij al binnengedrongen is. Een goede zonwering staat of valt met een gebruiksvriendelijke regeling. Als je de zonwering laat sturen door een zonnesensor, kan je er zeker van zijn dat hij op tijd in werking zal treden, wat niet het geval is bij een puur manuele bediening. Anderzijds mag je ook niet overdrijven in de automatisering. Veel werknemers vinden het frustrerend als niet zij maar de weersomstandigheden baas zijn over de bediening van de zonwering.

Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.

5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 1

Page 22: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Hoe kunnen we warmtewinsten beperken, en oververhitting vermijden?

Beperk indirecte warmtewinsten:

De straling door bezonning wordt door de ondoorzichtige bouwdelen (buitengevels, dak, …) geabsorbeerd.- Isoleer de bouwdelen zo goed mogelijk. Dit geldt vooral voor het dak, dat vaak de grootste oppervlakte heeft, en het minst goed geïsoleerd wordt.- Vermijd donkere, warmte-absorberende materialen. Dit geldt opnieuw vooral voor het dak: zwarte bitumineuze dakbedekkingen kunnen door zonnestraling temperaturen tot 80° bereiken! Dit kan je vermijden door een keienlaag op de roofing, of door voor een lichtgekleurde of zelfs reflecterende dakbedekking te kiezen.

Beperk interne warmtewinsten:

In een kantoorgebouw zijn de belangrijkste interne warmtewinsten:- Verlichting: beperk de warmtewinsten door een correcte dimensionering, juiste keuze van armaturen en een doorgedreven regeling (aanwezigheidsdetectie, daglichtcompensatie).- Personeel (100W/persoon): zorg in de mate van het mogelijke voor een goede spreiding van het personeel.- Apparatuur: kies voor energiezuinige apparaten en zorg voor een goed beheer.

Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.

6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 2

Page 23: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Verwerk warmteoverschottenHoe massiever je gebouw, hoe meer warmte je kan bufferen. Vergelijk het met een caravan en een kerk. In een caravan mag je ’s nachts de ramen open zetten, maar zodra de zon de kop opsteekt, is het koelingseffect weg en kan het er broeiend heet worden. Niet zo in een oude kerk waar de zware en dikke muren de warmte en de koude langzaam kunnen opslaan en ’s nachts terug afgeven waardoor de temperaturen veel gematigder zijn.In lichte (staal)constructies zijn de betonnen vloeren vaak de enige massieve bouwdelen. In vloeren en plafonds kan de warmte van overdag tijdelijk worden opgeslagen. Door ’s nachts intensief te ventileren met koele buitenlucht wordt deze warmte terug afgevoerd. Dit werkt efficiënter naarmate de betonnen vloeren meer in contact zijn met de koele lucht. Valse plafonds of tapijten kunnen dit contact verhinderen. Werk in dit geval bvb met halfopen of geen plafonds.

Punten om in het oog te houden

Voor structurele aanpassingen aan gevels, waarbij het uitzicht verandert, moet steeds een vergunning aangevraagd worden. Als luifels, zonwering… niet kunnen geplaatst worden is het steeds mogelijk, mits bouwvergunning, om te werken met een voorzetconstructie.

Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.

6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 2

Page 24: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Verwerk warmteoverschottenHoe massiever je gebouw, hoe meer warmte je kan bufferen. Vergelijk het met een caravan en een kerk. In een caravan mag je ’s nachts de ramen open zetten, maar zodra de zon de kop opsteekt, is het koelingseffect weg en kan het er broeiend heet worden. Niet zo in een oude kerk waar de zware en dikke muren de warmte en de koude langzaam kunnen opslaan en ’s nachts terug afgeven waardoor de temperaturen veel gematigder zijn.In lichte (staal)constructies zijn de betonnen vloeren vaak de enige massieve bouwdelen. In vloeren en plafonds kan de warmte van overdag tijdelijk worden opgeslagen. Door ’s nachts intensief te ventileren met koele buitenlucht wordt deze warmte terug afgevoerd. Dit werkt efficiënter naarmate de betonnen vloeren meer in contact zijn met de koele lucht. Valse plafonds of tapijten kunnen dit contact verhinderen. Werk in dit geval bvb met halfopen of geen plafonds.

Punten om in het oog te houden

Voor structurele aanpassingen aan gevels, waarbij het uitzicht verandert, moet steeds een vergunning aangevraagd worden. Als luifels, zonwering… niet kunnen geplaatst worden is het steeds mogelijk, mits bouwvergunning, om te werken met een voorzetconstructie.

Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.

6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 2

Page 25: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Meten is wetenJe krijgt pas een duidelijk zicht op de energiezuinigheid van je gebouw als je alles in kaart brengt. Je kan hiervoor een energieaudit laten uitvoeren door een gespecialiseerd bureau. Als dat correct gebeurt met kennis van zaken, en het energiehuishouden is voor verbetering vatbaar, zal je dat ongetwijfeld meer opbrengen dan wat je hiervoor moet betalen.

Niemand kent jouw gebouw echter beter dan jijzelf en daarom raden we je aan dat je voor jezelf al eens een energieaudit maakt van je gebouw. Je merkt dan al snel of het nuttig is om er extra specialisten bij te halen en jouw werk zal zeker van pas komen als basis bij de gesprekken.Hoe ga je hiervoor te werk? Wat kan je zelf doen en wat kan je het best overlaten aan een specialist of studiebureau?

Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.

7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?

Page 26: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Eerste stap:Stel je de vraag of de verlichting, verwarming en koeling, ventilatie en waterverbruik een aanzienlijke financiële impact hebben of dat ze een struikelblok vormen in het goed functioneren van het bedrijf? Als dat zo is, moet je sowieso deze onderdelen aandachtig onder de loep nemen. De basisinformatie die je nodig hebt, is een duidelijk overzicht van alle kosten per jaar. Zodat je weet wat je gebouw je kost. In absolute cijfers en tov de totale kosten van je bedrijf.

Verlichting:

Is er permanente kunstverlichting nodig om onder eender welke klimaatomstandigheid de bedrijfsactiviteit te kunnen blijven uitoefenen? In dat geval is een optimalisatie van de verlichting en de daglichttoetreding een aanrader. Je kan de elektriciteitsbehoefte sterk inperken door te zorgen voor meer daglicht, door te opteren voor aangepaste verlichtingsarmaturen, of door eenvoudige aanwezigheidsdetectoren te plaatsen.

Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.

7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?

Page 27: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Binnenklimaat:Is het binnenklimaat soms te warm in de zomer en te koud in de winter? Bij erg extreme koude of hitte kan je dat door de vingers zien, maar als dat regelmatig het geval is, is er ongetwijfeld nood aan extra isolatie, efficiëntere zonwering en eventueel koeling. Neem zeker niet te snel je toevlucht tot traditionele airconditioningsystemen. Het zal allicht een goede remedie zijn, maar daarmee pak je het probleem bij de bron niet aan. Bovendien verbruikt airco veel energie.

Luchtkwaliteit en luchtdichtheidWaait de wind doorheen de lokalen bij de minste windvlaag, zelfs bij gesloten ramen en deuren? Dat wijst er op dat het gebouw onvoldoende ‘winddicht’ is en dat de ‘luchtlekken’ gedicht moeten worden. Vb een onderzoek met een infraroodcamera kan je reeds snel een inzicht geven op de warmteverliezen (zie bv www.orionscan.be).

Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.

7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?

Page 28: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Onderzoek werking ventilatiesysteemGeeft de binnenlucht een onfrisse geur af? In dat geval moet je de werking van je ventilatiesysteem aan een nader onderzoek onderwerpen. Regelmatige reiniging van het bestaande verluchtingssysteem kan veel problemen oplossen.Als je op een van de bovenstaande vragen bevestigend geantwoord hebt, zal je dat onderdeel verder moeten bekijken. In sommige gevallen ligt de oplossing voor de hand en kan je het euvel verhelpen door een ‘eenvoudige ingreep’ (vb. een relighting, bijkomende isolatie, vervanging van de beglazing,…) en is er geen tussenkomst vereist van gespecialiseerde ‘studiemensen’.

Kan er geen eenduidige oplossing geformuleerd worden, gaat het meestal om een vertakte problematiek. Hier zal enkel mits bijkomend onderzoek en studie uitsluitsel kunnen gegeven worden over de beste oplossing. De oplossing zal een afgewogen compromis zijn omdat er met veel parameters moet rekening gehouden worden die vaak met elkaar in conflict treden: de onderbreking of beperking van de bestaande bedrijfsactiviteit, de terugverdientijd van de investering, de fasering van de werken, de overlast, de globale impact op de eigen en omgevingsactiviteit, de kostprijs,…

Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.

7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?

Page 29: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Out-of-the-box: Wonen in een watertorenOnlangs werden de genomineerden bekendgemaakt van het World Festival of Interiors dat in november plaats vindt in Barcelona. Uit de 143 inzendingen uit 29 verschillende landen werden enkele tientallen projecten genomineerd. Hierbij ook één Belgisch project: de transformatie van een watertoren tot woning in Steenokkerzeel door Bham Design Studio. Via deze link kan je zien dat het jonge bureau die nominatie niet gestolen heeft. http://www.archdaily.com/76199/chateau-deau-bham-design-studio/

Zie je je zelf al zitten in die ronde maar toch strakke woonkamer met prachtig zicht op de omgeving? Dat uitzicht zal je nooit kunnen evenaren in een ‘gewone’ woning. Of het Belgisch bureau ook met de hoofdprijs aan de haal gaat, moeten we nog afwachten. De ontwerpers zijn er alleszins in geslaagd om te laten zien hoe boeiend het kan zijn om out-of-the-box te denken. Zij zagen dit bouwwerk niet meer louter als een watertoren maar wel als een bouwwerk met een rijke geschiedenis die veel opportuniteiten biedt.

Renovatieblog: Out-of-the-box: Wonen in een watertoren.

8. OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN WATERTOREN

Page 30: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Daar kunnen veel bouwheren en ontwerpers een voorbeeld aan nemen bij de renovatie van een bedrijfsgebouw. Blijf je niet vastpinnen op het verleden, maar denk na over wat er mogelijk is met bepaalde ruimtes. En durf daarbij afwijken van de voor de hand liggende oplossingen. Want precies dat kan leiden tot verfrissende ideeën. Mooi voorbeeld daarvan bevindt zich in De Silo in Hasselt waar a2o Architecten gehuisvest is. Een oude maalderij werd omgebouwd tot een polyvalent gebouw dat nu de thuishaven vormt van diverse creatieve bedrijven. De silo’s in het oorspronkelijke gebouw leken op het eerste gezicht “a pain in the ass” om er een open kantoorruimte van te maken. Maar de architecten hebben er bewust voor gekozen de silo’s intact te laten en er hier en daar openingen in te creëren. Nu vormen ze de blikvangers van het interieur en vormen ze een mooie verwijzing naar het rijke verleden van dit opmerkelijk gebouw.

Ik besef wel dat die watertoren en maalderij twee extreme voorbeelden zijn, maar toch. Ik ben ervan overtuigd dat er in elk renovatieproject mogelijkheden genoeg zijn om out-of-the-box te denken om te komen tot originele oplossingen die een extra dimensie kunnen geven aan het project.

Renovatieblog: Out-of-the-box: Wonen in een watertoren.

8. OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN WATERTOREN

Page 31: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Wetgeving wordt alsmaar strengerWat als de voedselinspectie een kijkje zou nemen in de snackbar waar we in onze jonge tijd onze frieten gingen eten? Ongetwijfeld zou dat niet goed aflopen, vermits de wetgever alsmaar strenger wordt. Voor bedrijfsgebouwen is dat zeker ook het geval.De eisen van enkele decennia geleden zijn lachwekkend als je ze vergelijkt met de hoge normen van vandaag. Zeker op het vlak van energie.

Heeft het dan nog wel zin om een oud gebouw te gaan renoveren? Kan je het niet beter met de grond gelijk maken en een nieuw performant gebouw neerpoten? In sommige gevallen zeker wel. Vraag dat maar aan Stephane Beel. Hij was een tijd geleden te gast bij Jan Hautekiet op Radio 1 en verkondigde dat dat het BRT-gebouw zo afgeleefd is dat afbreken voor hem de beste optie was.

Toch mag je dat zeker niet veralgemenen. Je mag trouwens ook niet vergeten dat afbreken en iets nieuws bouwen niet goed scoort op het vlak van duurzaamheid als we puur kijken naar het materiaalverbruik en het afvalprobleem. Vraag is of dat al dan niet opweegt tegen de betere energetische kwaliteiten van een nieuw gebouw.

Renovatieblog: Afbreken of niet afbreken?

9. AFBREKEN OF NIET AF BREKEN?

Page 32: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Ook nieuwbouw heeft zijn beperkingenNieuwbouw is trouwens niet altijd mogelijk én heeft zijn beperkingen. Voor veel bedrijven is het ook simpelweg onmogelijk om tijdelijk de activiteiten stop te zetten of elders te laten plaatsvinden wegens bouwwerken. Ze zijn dan verplicht om in fases te bouwen. Renovatie is dan de ideale oplossing. Hou ook rekening met de vergunning. Als je een gebouw afbreekt, is het lang niet zeker dat je een vergunning krijgt om een nieuw gebouw neer te zetten op dezelfde site. Voor renovaties schept dit veel minder problemen.Het kostenplaatje speelt natuurlijk ook een heel belangrijke rol. Bij een renovatie ben je in veel gevallen – maar zeker niet altijd – goedkoper af en kan je de kosten gemakkelijker in tijd spreiden. Dat moet je evenwel altijd op lange termijn bekijken. Op korte termijn zal renovatie meestal wel goedkoper zijn, maar op lange termijn helt de balans vaak over naar nieuwbouw omdat je minder energie gaat verbruiken en minder kosten hebt op het vlak van onderhoud.

Hoe dan ook, renoveren is heel duurzaam als je er in slaagt een oud gebouw flexibel en polyvalent te maken. Als aannemer vinden wij een renovatie in sommige gevallen zelfs een iets grotere uitdaging dan een nieuwbouw. Je vertrekt van iets bestaand dat allesbehalve perfect is en je wil dat bestaande gebouw beter maken. Doordat je in fases bouwt, ben je vaak aan het werk als de bouwheer werkt. Je leeft bijna samen met je klant en dat is niet altijd even gemakkelijk. Een geslaagde renovatie geeft veel voldoening, omdat je leert werken met al die beperkingen.

Renovatieblog: Afbreken of niet afbreken?

9. AFBREKEN OF NIET AF BREKEN?

Page 33: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Kritische blikNu overal te pas maar meer nog te onpas de term duurzaamheid opduikt, is het nuttig om dit alles met een kritische bril te bekijken. Dat werd mooi in de verf gezet tijdens een seminarie op de beurs Project Build waarin 4 studiebureaus een case kwamen toelichten waarin nieuwe technieken toegepast werden. Niet een case die nog moest opgestart worden of die nog maar net in gebruik was, maar wel een case van enkele jaren geleden waarvan ook cijfermateriaal en meetgegevens beschikbaar waren.Het is zonder meer nuttig om te investeren in energiezuinige technieken, maar wordt de beloofde besparing ook daadwerkelijk gerealiseerd en hoe zit het met de reële terugverdientijd? Dat kom je alleen maar te weten door daadwerkelijk metingen uit te voeren.

Het hoeft niet te verwonderen dat in de cases de cijfergegevens meer dan bevredigend waren. Anders hadden de ingenieurs hun werk immers niet goed gedaan en dan zouden ze wel een andere case belicht hebben. Hoe dan ook bleken er hier en daar toch bepaalde cijfers te verschillen van de prognose. Op zich geen ramp. Integendeel. Door dit op het spoor te komen, konden ze op zoek gaan naar de oorzaak om dit bij te stellen en die ervaring komt zeker ook van pas bij een volgend project.

Renovatieblog: Ook voor renoveren geldt: meten is weten

10. OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN IS WETEN

Page 34: Renovatieblog Mathieu Gijbels

De ingenieurs gaven aan dat het allesbehalve evident is om daadwerkelijk dergelijke cijfergegevens te genereren. Blijkbaar is het principe van Meten is weten nog veel meer uitzondering dan regel. Als je gaat verbouwen, is het in de eerste plaats je eigen keuze om dergelijke metingen te laten uitvoeren. En daar knelt volgens de ingenieurs vaak het schoentje. De investering om de verschillende installaties te voorzien van de nodige meetapparatuur, zien veel bouwheren niet zo zitten. Nochtans vergt het niet zo’n grote meerkost als je dit van in het begin inplant. Het komt er vooral op aan om bepaalde installaties uit te rusten met de nodige meettoestellen en die te koppelen aan de nodige software. Informeer er zeker naar bij de architect, ingenieur en installateur als je grootscheepse verbouwingen gaat uitvoeren.

De ingenieur of installateur kunnen je het best concrete tips geven van welke meettoestellen relevant zijn voor jouw situatie. Wat zeker ook een aanrader is, is een thermografische foto laten nemen, zowel voor als na de werken. Daarmee kan je duidelijk zien waar de isolatie en luchtdichtheid te wensen over laten zodat je daar de nodige aanpassingen kan doorvoeren. Dat is minstens zo belangrijk als het nameten van de verschillende installaties. Dankzij een luchtdichte isolatieschil heb je veel minder energie nodig om de ruimte op temperatuur te houden en dat is nog velen malen efficiënter dan een energiezuinige hvac-installatie.

Wat kan je zelf doen?Maar zelf kan je ook al een aantal dingen meten. Voorbeelden hiervan zijn het KwH-verbruik, waterverbruik, of het verbruik van stookolie tijdens een bepaalde periode. Bekijk zeker ook de mogelijkheid om verbruikmeters te plaatsen. Het zijn enkele simpele tips die je gemakkelijk kan toepassen.

Renovatieblog: Ook voor renoveren geldt: meten is weten

10. OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN IS WETEN

Page 35: Renovatieblog Mathieu Gijbels

VentilatiesystemenOp zoek naar een nieuwe wending in jouw carrière? Waarom ga je dan geen ventilatiesystemen plaatsen? Er is veel vraag naar en je hoeft er geen specifiek diploma voor te hebben! Neem dit natuurlijk niet te letterlijk. Ik wil er alleen maar mee aanhalen dat de wetgeving qua ventilatie op dit moment schromelijk te kort schiet. Nochtans zijn de risico’s van verkeerd ontworpen of slecht onderhouden ventilatiesystemen niet te onderschatten. Vraag dat maar aan de bewoners van de Haagse Spoorwijk in Nederland waar honderden mensen ziek geworden zijn door problemen met de ventilatie? Het kwam onlangs nog ruim aan bod in de Nederlandse media en ook Knack gebruikte het als kapstok om op de gevaren te wijzen in ons land.

De problematiek rond ventilatie is relatief jong. Vroeger, toen er nog niet zo degelijk en luchtdicht geïsoleerd werd, zorgden kieren en spleten ervoor dat de lucht in een gebouw enkele keren per dag volledig vervangen wordt door zuivere lucht. Zoals er nu geïsoleerd wordt kan de aanwezige lucht niet weg en kan er geen nieuwe lucht binnen. Tenzij je natuurlijk een ventilatiesysteem plaatst.

De aangehaalde problemen mag je dus zeker niet zien als een aanval tegen ventilatie op zich. Ventilatie is vandaag een absolute must, maar het moet gebeuren volgens de regels van de kunst en daar wringt het schoentje. Iedereen mag vandaag een ventilatiesysteem plaatsen. Het systeem hoeft na plaatsing ook niet gecontroleerd te worden zoals dat wel het geval is voor elektriciteits- of gasaansluitingen. Dat opent natuurlijk de deuren voor cowboys die wel lage prijzen kunnen voorleggen, maar hun vak niet voldoende au sérieux nemen. Trap voor de renovatie van jouw bedrijfsgebouw niet in die val en ga enkel in zee met bedrijven die degelijke realisaties kunnen voorleggen.

Renovatieblog: Geen ventilatie is beter en gezonder dan slechte ventilatie

11. GEEN VENTILATIE IS BETER EN GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE

Page 36: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Degelijk onderhoud is cruciaalEven cruciaal als een goede plaatsing is een degelijk onderhoud. Onvoldoende onderhouden filters en kanalen vormen na verloop van tijd een broeihaard voor bacteriën en schimmels. Gevolg: het ventilatiesysteem resulteert in een ongezonde binnenlucht terwijl je het juist hebt laten plaatsen om de lucht te zuiveren. Maak dus duidelijke afspraken met de plaatsers dat hij één keer per jaar het systeem komt onderhouden en waar nodig de instellingen komt aanpassen. Dat laatste is immers van cruciaal belang om tocht- en geluidsproblemen te vermijden.Als afsluiter nog enkele suggesties voor de wetgever. Wordt het niet tijd om de plaatsing van ventilatiesystemen enkel over te laten aan gekwalificeerde installateurs? Zou het geen goed idee zijn om net zoals bij gas en elektriciteit na plaatsing een verplichte controle te laten uitvoeren? En wat te denken over het onderhoud? Vverplicht een jaarlijkse controle van een gasinstallatie. Misschien terecht, maar de risico’s van verkeerd onderhouden ventilatiesystemen zijn minstens zo groot.

Hopelijk hebben sommige wetgevers ook al de weg gevonden naar deze renovatieblog en komen ze mede hierdoor tot het besef dat een aanpassing van de ventilatiewetgeving zich opdringt.

Renovatieblog: Geen ventilatie is beter en gezonder dan slechte ventilatie

11. GEEN VENTILATIE IS BETER EN GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE

Page 37: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Waarom zomer- en winteruur?Wanneer we klok een uurtje terug mogen draaien zijn de meesten onder ons in hun nopjes dat ze een uurtje langer onder de lakens mochten blijven liggen, maar niemand staat er nog bij stil waarom ooit het zomer- en winteruur ingevoerd werd.

Dat heeft alles te maken met energiebesparing. Door de lichturen maximaal te laten samenvallen met de uren dat mensen wakker zijn, zou men kunnen bezuinigen op (elektrische) verlichting. Ik wil me niet in de discussie mengen over de vraag of er daadwerkelijk mee bespaard wordt, maar het geeft wel aan dat er heel wat energiewinsten te boeken zijn door de nood aan kunstlicht in te perken. Jammer en vreemd genoeg is men zich daar te weinig van bewust in deze tijden waarin met al het mogelijke doet om energie te besparen. Zeker als je je bedrijfsgebouw gaat renoveren, is het een absolute must om voldoende aandacht te besteden aan de verlichting.

Van de theorie naar de praktijk. Hoe doe je dat concreet? Eerst en vooral door kunstverlichting zo veel mogelijk overbodig te maken. Dat is in de eerste plaats een taak van de architect. Hij moet er in zijn ontwerp voor zorgen dat er zo veel mogelijk – maar ook weer niet te veel – daglicht naar binnen kan. Niet alleen omwille van de energiebesparing, maar zeker ook voor het werkklimaat. Mensen functioneren nu eenmaal beter bij daglicht dan bij kunstlicht. Daglicht naar binnen halen, heeft voor een groot deel te maken met de inplanting van de ramen, maar vergeet niet dat je ook met koepels en daglichtsystemen voor heel wat daglicht kan zorgen waar geen energie voor vereist is. Die lichttunnels worden trouwens steeds performanter. Een absolute aanrader dus wanneer je gaat verbouwen.

Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?

12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE?

Page 38: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Verder kan je ook veel besparen op daglicht door de lampen niet onnodig te laten branden. Wat voor zin heeft het bijvoorbeeld de refter te verlichten als daar enkel tijdens de middaguren personeel aanwezig is? Daarom is het een absolute aanrader om samen met de architecten en ingenieur een slim verlichtingsplan uit te dokteren waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van aanwezigheidsdetectie.

Installeer zuinige armaturenEen andere remedie om energieverspilling door verlichting tegen te gaan is het vervangen van oude energievreters door zuinigere armaturen. Je architect, ingenieur of aannemer kan je daar zeker in adviseren, maar eventueel kan je ook een beroep doen op firma’s die gespecialiseerd zijn in relighting-projecten. Als zij hun werk goed doen, heb je de kosten die je aan hen moet betalen en de kosten voor het vervangen van de armaturen, op enkele jaren tijd terugverdiend dankzij een verlaging van de stroomfactuur.

Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?

12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE?

Page 39: Renovatieblog Mathieu Gijbels

LightCatcher van EcoNationEn last but not least wil ik je graag laten kennismaken met een zeer innovatief en duurzaam daglichtsysteem, namelijk LightCatchers. LightCatchers zijn actieve, intelligente lichtkoepels die tot 3.650 uur gratis daglicht kunnen verspreiden in je gebouw (http://www.econation.be).Naast een aanzienlijke energiebepsaring zorgen LightCatchers ook voor een aangenamer werkklimaat dankzij het natuurlijk daglicht.

De voordelen van LightCatchers worden duidelijk geïllustreerd in volgend filmpje. http://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=S9uZIJifpskMeer informatie over de LightCatchers vind je op www.econation.be.

Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?

12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE?

LightCatcher van EcoNation

Page 40: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Zonne-energie opwekken voor je bedrijfsgebouwHeb je ook kritiek moeten slikken omdat je grotendeels op kosten van de belastingbetaler zonnepanelen hebt laten plaatsen op jouw huis? Of behoor je tot de andere groep die kritiek gespuid heeft op de talrijke bezitters van pv-panelen? In beide gevallen kan ik jouw ergernis begrijpen. De subsidies die de overheid veil had voor de stimulans van zonne-energie stonden niet in verhouding tot de ecologische winsten die daarmee geboekt konden worden. Geen wonder dus dat veel particulieren die kans niet lieten liggen.

Dat geldt zeker ook voor bedrijfsleiders. De elektriciteitsbehoefte van een bedrijfsgebouw is veel groter, je hebt meestal met een plat dak te maken waardoor de plaatsing gemakkelijker verloopt én – niet onbelangrijk – het doet geen afbreuk aan de esthetische kwaliteiten van het gebouw. En dat kan jammer genoeg niet gezegd worden van alle pv-panelen op particuliere woningen.

Zeker als je bedrijfsgebouw al goed en luchtdicht geïsoleerd is en als je ook andere vlakken geïnvesteerd hebt in duurzame technieken (verlichting, verwarming en koeling,….), blijft het opportuun om je dakruimte te benutten om zonne-energie op te wekken.

En dat zeg ik niet – of toch maar een klein beetje – omdat wij met Mathieu Gijbels ingestapt zijn in de firma Greenco. Greenco (www.greenco.be) is gespecialiseerd in dienstverlening, distributie, engineering, uitvoering en nazorg van pv-installaties en andere vormen van duurzame energie.

Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?

13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?

Page 41: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Bezint eer ge begintDat engineering daar ook bij hoort vinden wij van cruciaal belang, hoewel dat aspect vaak over het hoofd gezien wordt bij pv-installaties. Bezint eer ge begint. Een cliché van hier tot in China, maar wel een dat je niet naast je neer mag leggen als je een zonnedak wilt installeren op je bedrijfsgebouw.Eerst en vooral moet je immers nagaan of het dak daar wel voor geschikt is en of het niet te veel technische problemen met zich meebrengt. De stabiliteit – kan het dak die constructie dragen - is hierbij een cruciaal aandachtspunt, maar zeker niet het enige. Ga ook na hoe het zit met de doorvoer van de leidingen want dat kan problemen geven met onder meer de luchtdichtheid.

Verder moet je je zeker ook de vraag stellen welk systeem het interessantst is voor jouw gebouw. Pv-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde pv-cellen? Wat dat betreft, ‘hebt elk voordeel zijn nadeel’ om Johan Cruyff nog maar eens te parafraseren. Met de traditionele panelen haal je zeker de grootste opbrengsten. Deze techniek heeft zijn waarde al bewezen en het soort pv-cellen dat hiervoor gebruikt wordt garanderen een hogere opbrengst dan de pv-cellen die geïntegreerd worden in dakbanen.

Ben je er echter wel zeker van dat je die panelen kan plaatsen zonder dat je de dakstructuur moet versterken? En hoe zit het met de vereiste bouwvergunning? Ga ook na hoeveel oppervlakte van je dak je daadwerkelijk kan benutten? Dat ligt hoger bij de dakbanen dan bij de pv-panelen.

Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?

13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?

Page 42: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Verder hebben die dakbanen met geïntegreerde pv-cellen ook het voordeel dat je ze gemakkelijk in elke richting kan plaatsen, dat je meer oppervlakte kan benutten, dat ze de esthetiek van je dak niet beïnvloeden en dat je gemakkelijk op het dak kan lopen zonder dat er obstakels in de weg staan. Veel hangt ook af van de staat van jouw dak. Als de dakdichting toch aan vernieuwing toe is, heb je voor een relatief kleine meerprijs ook een zonnedak door te opteren voor banen met geïntegreerde pv-cellen.

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het wel niet zo dat deze dakbanen rechtstreeks op de isolatie geplaatst kunnen worden zoals gewone dakbanen. Eerst moet je een speciale dakdichtingslaag plaatsen en daarop kan je de banen met de pv-cellen plaatsen.

Een ander aandachtspunt waar nog te weinig bij stilgestaan wordt, is de vereiste dakhelling. Om goed te zijn, zou het plat dak een helling van 5° moeten hebben als je er dakbanen met pv-cellen op wilt plaatsen. Dat is nodig om het rendement te verzekeren. Anders zal er bij eventuele kleine verzakkingen – wat moeilijk uit te sluiten is – door stilstaand water een soort film op de banen komen te liggen waardoor het rendement van de pv-cellen sterk gaat dalen. Je kan dat wel opvangen door meerdere keren per jaar de dakhuid te laten reinigen, maar dat vergt dan weer veel tijd en geld.

Welk van de twee het interessantst is, daar kunnen we geen antwoord op geven. Dat hangt van situatie tot situatie af. Laat je daar zeker goed in adviseren. Bij Mathieu Gijbels en Greenco zijn we alleszins bereid om op al uw vragen hierover te antwoorden.

Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?

13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?

Page 43: Renovatieblog Mathieu Gijbels

BrandveiligheidHoe complexer hoe liever. Uit lopende band-werk valt er niet zoveel eer te halen. Uit complexe opdrachten die overleg, teamwork en knowhow eisen, des te meer. Dat is een van de boeiende aspecten van renovaties. Vandaar ook dat het een van onze speerpunten vormt waarin wij graag onze meerwaarde naar voren schuiven.

Dat geldt ook voor brandveiligheid. Niet toevallig hebben we met Mathieu Gijbels ook rond dit complexe thema een aparte microsite (www.brandveiligbouwen.be ) ontwikkeld waar we u graag mee laten kennismaken. Brandveiligheid is ook zo’n thema waar iedereen binnen het bouwproces wel enigszins bij betrokken is, maar die voor niemand – met uitzondering van de brandweer – de core business vormt.

Vaak wordt brandveiligheid gezien als een noodzakelijk kwaad dat de bouw of de renovatie alleen maar complexer en vooral duurder maakt. Het enige waar men echt om geeft is dat de brandweercommandant zo snel mogelijk groen licht geeft voor alle voorgestelde werken.

Een visie die zeker wel te begrijpen is. Brand is zoiets als een dodelijk verkeersongeval: het zal iedereen overkomen, behalve mezelf. De realiteit wijst uit dat dit larie is en dat er ondanks alle genomen voorzorgsmaatregelen elk jaar weer veel bedrijfsleiders het slachtoffer worden van een brand. Dat dit rampzalige gevolgen kan hebben voor het bedrijf in kwestie hoeft geen betoog.

Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe

14. BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE

Page 44: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Ik heb pas nog gelezen dat meer dan 50% van de bedrijven die door brand getroffen worden, binnen een jaar de boeken neerlegt. Een beangstigend cijfer dat ons tot nadenken moet stemmen. Brandveilig bouwen of renoveren is dus geen overbodige luxe, maar een bittere noodzaak.

Anderzijds is het natuurlijk een illusie dat je dankzij de juiste voorzorgsmaatregelen het risico van een brand volledig zou kunnen uitschakelen. Een brand is nooit uit te sluiten, maar je kan het risico wel verminderen en –zeker zo belangrijk – je kan je dusdanig indekken dat een eventuele brand geen al te rampzalige gevolgen hoeft te hebben voor je bedrijf.

Enkele richtlijnen met betrekking tot brandveiligheidProbeer sowieso altijd een brand te voorkomen. Denk aan de branddriehoek: zorg ervoor dat de drie elementen van de driehoek niet tegelijkertijd kunnen voorkomen. (Branddriehoek: een brand kan enkel plaatsvinden bij een gelijktijdige aanwezigheid van drie elementen: zuurstof, brandbare materiale en een warmtebron.

Wanneer er dan toch een brand zou ontstaan, probeer dan de schade door de brand te beperken. Denk aan actieve en passieve maatregelen zoals een rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA), Sprinklers, compartimentering… Door een efficiënte compartimentering zorg je er bijvoorbeeld voor dat de brand gedurende een bepaalde tijd binnen een bepaalde zone blijft zodat de brandweer de tijd heeft om erger te voorkomen. Er zijn voldoende materialen op de markt waarmee je dit kan realiseren.

Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe

14. BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE

Page 45: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Zoals bij veel aspecten in de bouw is het ook hier weer een absolute aanrader om hier op tijd over na te denken. Vanaf de eerste ontwerpen gemaakt zijn, moet er ook nagedacht worden over de brandveiligheid. Hoe sneller je dit integreert in het bouwproces, hoe eleganter, hoe efficiënter en hoe goedkoper de brandwerende maatregelen die je moet nemen.

Dat is bij renovatie nog meer het geval dan bij nieuwbouw. Eigenaardig is wel dat er voor renovaties in feite nog geen wetgeving inzake brandveiligheid bestaat. Het is dus louter aan de brandweer om te bepalen aan welke eisen voldaan moet worden. Denk er aan, een brandweercommandant is ook maar een mens. Pak het dus diplomatisch aan. Met het been stijf te houden, kom je niet verder. Het is altijd een kwestie van geven en nemen om tot een goed compromis te komen dat enerzijds voldoende brandveilig is, maar waarvan anderzijds de extra kosten ook niet de pan uit swingen.

En last but not least voorzie je best ook een degelijke brandpolis op maat van jouw bedrijf. Zorg zeker dat niet alle cruciale bedrijfsgegevens maar op één plaats opgeslagen zijn en dus definitief verloren zijn als er bijvoorbeeld een brand optreedt in het serverlokaal.

Goed advies is cruciaalVermits brandveiligheid zoals al aangehaald een heel complex begrip is, komt het er in de eerste plaats op aan om je hierin goed te laten adviseren en begeleiden. Je architect kan je daar zeker bij helpen, maar je kan van hem ook niet verwachten dat hij 100% specialist ter zake is. Daarom ook hebben wij bij Mathieu Gijbels een ingenieur in huis die zich volledig toespitst op alles wat met brandveiligheid te maken heeft. Enkel zo kunnen we er zeker van zijn dat we onze klanten het juiste advies geven.

Meer info? Neem zeker een kijkje op www.brandveiligbouwen.be.

Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe

14. BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE

Page 46: Renovatieblog Mathieu Gijbels

PleisterwerkHou je van een egale, homogene en strakke gevel? In dat geval kan gevelpleisterwerk een interessante optie vormen voor de gevel van jouw bedrijfsgebouw. Ook wanneer je de gevel aan de buitenzijde wilt isoleren – een zeer goede manier van isoleren trouwens – kan gevelpleisterwerk een goede oplossing vormen. De meesten zijn niet ten onrechte in de wolken van het eindresultaat, maar zijn ze dat ook nog na enkele jaren wanneer de nefaste invloeden van weer en wind hun sporen hebben nagelaten? In de praktijk zien we maar al te vaak gevels die ontsierd worden door zwarte lijnen en vochtplekken op het gevelpleister. Die problemen zijn zeker niet eigen aan het materiaal, maar hebben alles te maken met de detaillering van de gevel.

Als je je zinnen hebt gezet op gevelpleisterwerk, moet je toch eerst nagaan of dat in jouw geval de ideale oplossing is. Staan er veel grote bomen rond je bedrijfsgebouw? Staat je gebouw in een industriële omgeving waardoor de gevel veelvuldig wordt blootgesteld aan industriële afvoergassen? In dat geval is gevelpleisterwerk geen ideale oplossing. Tenzij je er nadien een waterwerende beschermingslaag op laat plaatsen en die na verloop van tijd eens vernieuwt. Dat is trouwens sowieso een aanrader voor gevelpleisterwerk. Het vergt een extra investering, maar je wordt wel gespaard van storende zwarte lijnen of vlekken op je gevel.

Renovatieblog: Hoe voorkomen dat pleisterwerk transformeert van eyecatcher tot doorn in het oog?

15. HOE VOORKOMEN DAT PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN EYECATHER TOT DOOR IN HET OOG?

Page 47: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Waterwerende beschermingslaag of niet, het is sowieso een must om de nodige aandacht te besteden aan de detaillering van de gevel. Grote boosdoeners zijn alle uitsteeksels in de gevel: ventilatieroosters, vensterbladen, verlichtingsarmaturen,…. Als deze een beetje uit de gevel naar voren steken, gaat het water langs de zijkanten naar beneden sijpelen en dat resulteert in druiplijnen. Om dat te voorkomen zorg je er ofwel voor dat ze één vlak vormen met de gevel ofwel zorg je ervoor dat het water niet langs de zijkanten maar langs het midden naar beneden druipt. Aan raamdorpsels is het daarom belangrijk een ophoogje aan de zijkanten te plaatsen.Ander zorgenkind voor gevelpleisterwerk is de dakrand. Hier doet zich hetzelfde fenomeen voor. Als de dakrand niet ver genoeg uitsteekt, ga je bovenaan druiplijnen krijgen.Het is dus van cruciaal belang dat vóór het gevelpleisterwerk aangebracht wordt de gevel en de dakrand onderworpen worden aan een grondige inspectie. Dat is de taak van de plaatser van het gevelpleisterwerk en de architect.

GevelplintDenk er ook aan dat je beter gevelpleisterwerk niet helemaal tot beneden kan laten doorlopen. De onderste halve meter zou namelijk te snel ontsierd worden door opspattend water. Daarom voorzie je best in een gevelplint van blauwe steen, kwartskorrels, donkere baksteen, een donkere pleisterlaag of andere materialen die goed bestand zijn tegen opspattend water. Vergeet evenwel niet dat deze gevelplint ook een potentiële koudebrug vormt die een nefaste invloed kan hebben op de isolatiewaarde. Gelukkig bestaan er vandaag talrijke efficiënte hulpmiddelen om dat risico uit te schakelen.

Renovatieblog: Hoe voorkomen dat pleisterwerk transformeert van eyecatcher tot doorn in het oog?

15. HOE VOORKOMEN DAT PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN EYECATHER TOT DOOR IN HET OOG?

Page 48: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Ik voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw.” Er zijn nog zekerheden in het leven. De eerste sneeuwvlokken hadden nog niet de grond bereikt, of het prachtige en sfeervolle lied van Jan De Wilde werd de ether in gestuurd.In 2011 hadden we daar niet zo lang op moeten wachten en kreeg de eerste sneeuw nadien het gezelschap van tonnen andere sneeuw. Niet iedereen houdt er even goede herinneringen aan over. Denken we maar aan de strooidiensten die zout te kort kwamen en zeker aan de eigenaars van de gebouwen van wie het dak instortte door een te dikke sneeuwlaag. Gelukkig zijn hier nauwelijks slachtoffers bij gevallen. Vooral bij de ingestorte kerk van Lutselus in Diepenbeek had het veel erger kunnen aflopen.

Terecht stelden velen zich toen de vraag of ook hun gebouw gevaar liep. Heel zeker kan je er niet van zijn – ook met Pasen kan het nog hevig sneeuwen – maar waarschijnlijk zal het niet zo’n vaart lopen als vorig jaar. Wat zeker niet wil zeggen dat je niet hoeft stil te staan bij potentiële gevaren van hevige sneeuwval.

Volgens Gert Janssen, hoofd engineering bij Mathieu Gijbels en tevens onze stabiliteitsspecialist, kan vooral de opvolging van sneeuw–, vries – en dooicycli voor gevaar zorgen. Zolang de sneeuw (in een niet al te dikke laag) blijft liggen en de temperatuur onder nul blijft, is er weinig gevaar. Wel als de sneeuw begint te dooien. Als het langzaam dooit en de sneeuw tijd heeft om via de afvoerbuizen afgevoerd te worden, hoef je je weinig zorgen te maken. Wel als het snel na het dooien terug begint te vriezen. Dan verandert het dooiwater in ijs en zullen de afvoerbuizen verstopt geraken. Als er dan een nieuwe laag sneeuw valt en het weer begint te dooien, kan dat ijswater niet weg en krijg je een ophoping van sneeuw en ijs met alle gevaren vandien. De oplossing hiervoor ligt voor de hand. Controleer regelmatig de afvoeren en zorg dat die open blijven.

Gert geeft ook nog aan dat het risico groter is bij platte daken. Om problemen met sneeuw te voorkomen raadt hij ontwerpers aan om bij platte daken toch een minimale dakhelling van 2% aan te houden in plaats van de 1% die vaak gehanteerd wordt.

Renovatieblog: Moet je bang zijn voor de sneeuw op jouw bedrijfsgebouw?

16. MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW?

Page 49: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Ijs gevaarlijker voor stabiliteit dan sneeuwOmdat ijs (gedooide en terug bevroren sneeuw) zwaarder is dan vers gevallen sneeuw, is ijs gevaarlijker voor de stabiliteit dan sneeuw. Ook de combinatie van sneeuw en ijs is gevaarlijker dan enkel sneeuw. Hoe meer sneeuw er omgezet wordt in ijs, hoe gevaarlijker met andere woorden. Ook als er zich ijs ophoopt door een verstopte afvoer, heb je een groter gevaar. Ga dus zeker niet alleen af op de dikte van de sneeuwlaag, want dit kan een onterecht gevoel van veiligheid creëren.

We geven je een concreet voorbeeld:10 cm sneeuw = ongeveer 20 kg belasting / m21 cm ijs = ongeveer 9 kg belasting / m2Indien er nu bijvoorbeeld op een luifel een sneeuwlaag ligt van 60 cm hoog met onderaan 2cm ijs, bedraagt de belasting 138 kg/m2 en en moet er dus zeker geruimd worden.Opgelet: de wettelijk vastgelegde normen voor de draagkracht van een dak in België verschillen per regio. Zo berekenen we de draagkracht van onze daken zoals het hoort. Rekening houdend met de ligging van het pand kan de belasting oplopen tot 100 kg per m² in Hoog België. Net omdat er daar meer sneeuwt valt.

Uiteraard hoef je de strijd tegen de sneeuw- en ijsvorsten niet alleen aan te binden. Onze service & onderhoud afdeling helpt je hier graag bij. Onder het motto ‘Voorkomen is beter dan genezen’ – ieder dak heeft immers zijn belastingsgrens – kan je preventief laten sneeuwruimen door onze serviceploegen. Onverwachts veel sneeuw gevallen? Ook voor dringende interventies staan onze ploegen paraat.

Meer info? Contacteer ons op +32(0)89 890 200.

Renovatieblog: Moet je bang zijn voor de sneeuw op jouw bedrijfsgebouw?

16. MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW?

Page 50: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Het lijkt de evidentie zelf dat we een aparte installatie (vb. een cv-ketel) gebruiken om ons bedrijfsgebouw te koelen en te warmen en daarnaast ook stroom aftappen van het net of zelf via pv-panelen opwekken. Nochtans kan het ook anders. Met een warmtekrachtkoppeling of kortweg WKK kan je tegelijkertijd warmte en stroom opwekken. Vroeger werd die techniek enkel toegepast voor industriële gebouwen, maar met de introductie van micro- en mini-WKK’s , zijn er ook steeds meer kmo’s die de techniek aanwenden om hun energieverbruik tot een minimum te beperken. De moeite waard dus om de mogelijkheden van naderbij te bekijken als je renovatieplannen hebt voor jouw bedrijfsgebouw.

WKK-installatiesJe kan met een WKK-installatie veel energie besparen, maar anderzijds mag je het wel niet zien als de enig zaligmakende duurzame en energiezuinige oplossing. Niet in elk project komen de voordelen van WKK tot hun recht en veel meer nog dan bij klassieke HVAC- of stroominstallaties is het van cruciaal belang om in zee te gaan met specialisten ter zake. Onze technische mensen kunnen jullie daar zeker raad in geven.

Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?

17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?

Page 51: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Wat is WKK … en waarom?Een WKK-installatie zorgt voor een gelijktijdige opwekking van warmte en elektriciteit. In een WKK-installatie wordt de hoogwaardige warmte (1200°C) die vrijkomt bij het verbranden van de brandstof eerst gebruikt voor het produceren van elektriciteit. Hierna blijft de laagwaardige restwarmte (waarvan de temperatuur kan gaan van 80 °C tot 500 °C) over, en deze wordt dan gebruikt om te voldoen aan de warmtevraag.Het grote voordeel van deze gelijktijdige opwekking is dat dit kan met minder primaire energie (brandstof), dan wanneer ze gescheiden opgewekt worden. Bij de klassieke grootschalige elektriciteitsopwekking gaat namelijk een groot gedeelte van de energie verloren als afvalwarmte. Door elektriciteit decentraal te produceren, zijn er bovendien minder transportverliezen op het elektriciteitsnet. Men kan stellen dat een WKK-installatie, die lokaal bij de gebruiker staat, een slimme en efficiënte manier is om warmte en elektriciteit te produceren, die ervoor kan zorgen dat de totale energiefactuur zal dalen. Op voorwaarde dat de installatie correct werd gedimensioneerd.

StappenplanBij de beslissing of en in welke WKK-installatie je gaat investeren, mag je zeker niet over één nacht ijs gaan. Goed geïnformeerd is half gewonnen. Wat dat betreft is het nuttig om weten dat je hiervoor terecht kan bij de vzw COGEN Vlaanderen die onder meer als opdracht heeft u en andere mogelijke gebruikers, ontwerpers of ingenieurs wegwijs maken in de WKK-wereld. Op de website www.cogenvlaanderen.be vind je dan ook veel nuttige informatie waaronder de WKK-wegwijzer met een stappenplan dat je uitlegt waarom WKK al dan niet een goede oplossing kan zijn voor jouw bedrijfsgebouw en hoe je zo’n project best aanpakt.Een punt dat je zeker moet bestuderen is de warmte- en elektriciteitsvraag van jouw bedrijf. Er moet immers voldoende vraag zijn naar warmte én stroom om de investering rendabel te maken. Hou er in dit verband ook rekening mee dat andere energiezuinige maatregelen dit sterk kunnen beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld al pv-panelen geplaatst heb en (bijna) alle stroom zelf opwekt, heeft een WKK-installatie voor jou weinig zin.

Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?

17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?

Page 52: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Economisch rendabel?Of een WKK economisch rendabel is, hangt niet alleen af van de besparing op de energiekosten, maar zeker ook van de overheidssteun, hetgeen zich vooral vertaalt in warmtekrachtcertificaten. Deze certificaten ontvang je per 1.000 kWh primaire energiebesparing en leveren vandaag een minimumsteun van 31 euro per certificaat op. De certificaten dragen in belangrijke mate bij tot de rendabiliteit van een WKK-project, maar anderzijds is een WKK-installatie niet zo zwaar steunbehoevend als bijvoorbeeld zonnepanelen.Bij de opmaak van de financiële analyse moet je zeker ook rekening houden met de onderhoudskost. Die is in veel gevallen namelijk groter dan bij een traditionele. Hou er ook rekening mee dat een WKK-installatie groter is en meer geluid produceert dan een gewone cv-ketel. Dat kan ook extra kosten met zich meebrengen.

Micro-WKK (µWKK) en mini-WKKDat WKK sterk aan populariteit zal winnen de volgende jaren, heeft zeker ook te maken met de introductie van de micro-WKK, een WKK met een elektrisch vermogen kleiner dan 50 kW. Daarnaast heb je ook de mini-WKK’s met een vermogen tussen 5 en 50 kWe .Voor de micro-WKK’s wordt in de eerste plaats gemikt op middelgrote verbruikers zoals kmo’s, scholen, rvt’s en sportinstellingen. De meeste van deze micro-WKK’s werken op aardgas, maar er bestaan ook toestellen die functioneren op koolzaad of andere alternatieve energiebronnen.De mini-WKK’s zijn vooral gericht op bedrijven en middelgrote stroomgebruikers. Ze worden onder meer geplaatst bij kmo’s en bedrijven die laagspanningsklanten zijn en momenteel aan een hoog tarief elektriciteit kopen waardoor ze heel wat kunnen besparen met een mini-WKK .

Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?

17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?

Page 53: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Ideaal in combinatie met elektrisch wagenparkEen veel gehoord probleem bij (micro-)WKK’s is dat er niet voldoende vraag is naar elektrische stroom waardoor de voordelen van het systeem niet voldoende tot hun recht komen om financieel haalbaar te worden. Door de geproduceerde stroom aan te wenden voor het laden van elektrische voertuigen kan je van dit nadeel een voordeel maken. De link tussen energiebesparing en mobiliteit is nog niet ingeburgerd, maar biedt zeker een mooi toekomstperspectief. Zo kan je niet twee (elektriciteit en warmte) maar drie vliegen slaan in één klap.

Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?

17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?

Page 54: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Strengere EPB-normenDe laatste jaren lijken EPB-normen almaar strenger te worden. De isolatiemethodes van weleer volstaan niet langer: gebouwen moeten in de toekomst zo energieneutraal mogelijk ontworpen en gebouwd worden en dienen dus ook goed geïsoleerd te zijn. Met alle bouwtechnische en financiële gevolgen vandien.Sinds het begin van 2012 zijn de EPB-normen weer een tikkeltje strenger geformuleerd. In Vlaanderen zijn er op het vlak van isolatie twee belangrijke wijzigingen te noteren.Ten eerste zijn de maximale U-waarden verkleind, waardoor er dus simpelweg beter geïsoleerd moet worden. De U-waarde geeft immers aan hoeveel warmte een bepaalde wandconstructie doorlaat. Hoe kleiner de vooropgestelde U-waarde, hoe minder warmte een wand mag doorlaten en hoe beter hij geïsoleerd moet zijn.

Striktere isolatie-eisen voor industriële gebouwenTen tweede zijn de isolatie-eisen voor industriële gebouwen vanaf dit jaar een stuk strikter.Voorheen had je als bouwer van een industrieel gebouw een keuze: ofwel moest elk bouwdeel (vloeren, daken, muren, enz.) voldoen aan de richtlijnen omtrent de maximale U-waarde, ofwel moest je gebouw in z’n globaliteit een goede K-waarde hebben. De K-waarde van een gebouw is een maat voor de globale isolatiekwaliteit van dat gebouw: hoe kleiner de K-waarde, hoe beter de isolatiekwaliteit. De meesten kozen voor de tweede optie. De inherente compactheid van de meeste industriële gebouwen maakt immers dat het vooropgestelde K-peil relatief makkelijk te bereiken is. Helaas hebben we sinds 1 januari van dit jaar geen keuze meer, en moeten we zowel op individueel-ruimtelijk als op globaal vlak aan de norm voldoen. Aangezien we dus nog meer en beter zullen moeten isoleren, betekent dit in sommige gevallen alweer een forse financiële inspanning extra…

Renovatieblog: Waarom de strengere EPB-normen niet meteen een drama hoeven zijn.

18. WAAROM DE STENGERE EPB-NORMEN NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN

Page 55: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Ik zeg wel: in sommige gevallen. De nadelige financiële gevolgen hebben immers vooral betrekking op bouwheren, aannemers en architecten die met betonwanden werken. Wanden met PIR-isolatie moeten vanaf dit jaar uitgerust zijn met een isolatielaag van minstens negen centimeter. Wanneer je dan met betonpanelen gaat werken, zullen die al makkelijk vijfentwintig centimeter dik zijn. Als je weet dat zulke betonpanelen voorheen maximaal twintig centimeter dik waren, besef je meteen dat dit wel eens een dure operatie zou kunnen worden. En of dit alles nog niet voldoende is, zullen ze vanaf 2014 ongeveer dertig centimeter dik moeten zijn! De norm zal dan immers weer wat strenger worden en een isolatielaag van minstens twaalf centimeter voorschrijven. De meerkost zit bij betonpanelen met andere woorden niet in de dikkere isolatielaag, maar in de toegenomen dikte van het beton en de ophanging van het buitenste betonblad aan het binnenste. We moeten goed nadenken hoe we deze problematiek zullen aanpakken…

Staalstructuur en sandwichpanelen?En wat dan met bouwheren en aannemers die voor een staalstructuur en sandwichpanelen opteren? Wel, die zullen volgens ons veel minder lijden onder deze evolutie. Sandwichpanelen hoeven – ondanks de uitgebreide isolatielaag – niet zoveel dikker te worden, wat maakt dat de prijsstijging binnen proportie zal blijven. Wil dit zeggen dat sandwichpanelen vanaf nu altijd de beste oplossing zijn? Neen… In gebouwen waar er een zekere thermische demping of inertie vereist is, blijft een beetje beton wenselijk. Ook in luchtdichte gebouwen kan beton zeker van pas komen. De prijs van de kleeffolies die je moet gebruiken om sandwichpanelen luchtdicht te maken, maakt de extra kost voor de betonpanelen een flink stuk minder hoog. Wanneer het niet per se nodig is om een bijzonder luchtdicht gebouw met thermische demping- of inertiekwaliteiten te realiseren, kan je volgens ons toch maar best opteren voor sandwichpanelen

Renovatieblog: Waarom de strengere EPB-normen niet meteen een drama hoeven zijn.

18. WAAROM DE STENGERE EPB-NORMEN NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN

Page 56: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Studentenkoten in hartje AntwerpenToch fijn om af en toe een opdracht binnen te krijgen die totaal uit de band springt. Zo heeft onze klant Co-Life uit Antwerpen ons ingeschakeld om zijn bestaand bedrijfsgebouw om te bouwen tot een reeks studentenkoten. Een niet alledaagse opdracht die het nodige denk- en meetwerk vergt, maar anderzijds ook heel boeiend en vooral heel leerrijk, ook voor andere opdrachten.Vanaf de start van het ontwerp van dergelijke opdrachten, merk je dat daar veel meer bij komt kijken dan hier en daar een tussenwand plaatsen. Je mag immers niet vergeten dat de student vandaag meer luxe en comfort wenst dan zijn lotgenoot van enkele decennia geleden.

Vroeger zou men er misschien niet zo lang over nagedacht hebben en zou men meteen enkele profielen geplaatst hebben met daartegen een enkele gipskartonplaat. Zo simpel maken we er ons vandaag niet meer van af. Gipskarton biedt het enorme voordeel dat het een flexibel materiaal is waarmee je gemakkelijk en relatief snel één ruimte in meer units kan verdelen. Gipskarton heeft evenwel enkele nadelen en als je daar geen rekening mee houdt zal dit nefast zijn voor de kwaliteit en dus ook voor de vraagprijs van die koten. Door het lage gewicht zijn de platen bijvoorbeeld niet zo vormvast en zullen ze mee bewegen met elke druk die er op de wand uitgeoefend wordt. Dat kan je evenwel gemakkelijk opvangen door te werken met een dubbele beplating. Dat vergt niet zo’n grote meerprijs – de profielen moeten toch geplaatst worden – maar resulteert wel in een veel stabielere wand.

Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes

19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES

Page 57: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Dubbele beplating in combinatie met geluiddempend materiaalEen dubbele beplating zal in combinatie met een geluiddempend materiaal (vb. minerale wol) bovendien ook een ander nadeel van gipskarton uit de wereld helpen: de zwakke geluidsisolatie. Als het over geluidsisolatie gaat, wordt vaak de massawet aangehaald. Hoe zwaarder het materiaal, hoe beter de geluidsisolatie. Daarom zal beton veel meer het geluid tegenhouden dan hout. Er is echter ook de massa– veer-massawet waarbij de gipsplaten de massa vormen en de minerale wol de veer. Het geluid doet de eerste plaat trillen. Die trillingen worden grotendeels opgevangen door de minerale wol (de veer) en in erg verzwakte vorm doorgegeven aan de tweede plaat (massa). Daar kan je heel ver in gaan door een iets dikkere wollaag te gebruiken, door bijkomende platen te plaatsen maar zeker ook door de ontdubbeling van de metalstuds. Op een andere manier zijn de akoestische eigenschappen van gipskartonwanden zelfs beter dan deze van betonwanden. Deze laatste zijn immers keihard en zullen geluid erg veel reflecteren, waardoor de akoestische kwaliteiten van de ruimte waarin de geluidsbron staat, niet erg hoog zullen zijn. Dit heb je bij gipskarton veel minder.

Een degelijke geluidsisolatie heeft trouwens niet alleen te maken met de juiste technieken en materialen, maar zeker ook met een correct ontwerp. Dat bleek zeker ook uit dit project. De goedkoopste en meest gebruikte methode is de dekvloer (chape) volledig in één keer te plaatsen en daarop de profielen. Daar zijn we hier vanaf geweken en hebben we ervoor geopteerd om kamer per kamer de dekvloer aan te leggen met daaronder een akoestische isolatie die opgetrokken werd tegen de wanden. Hiermee wordt het risico op mogelijke contactgeluiden tot een minimum beperkt.

Samengevat kan je dus stellen dat de geluidsisolatie van gipskartonwanden niet slechter is dan deze van betonwanden; ze werkt alleen op een andere manier.

Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes

19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES

Page 58: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Sanitair en leidingenEen ander punt om over na te denken zijn het sanitair en de leidingen. Vermits je hier met aparte eindgebruikers zit, is het nuttig om na te denken hoe we alles het best kunnen groeperen, zowel met betrekking tot het comfort als tot de installatiekost en het verbruik. Een voorbeeldje. Je kan alles in serie schakelen, maar dan zal de student met het ‘verste kot’ wel lang moeten wachten tot er warm water uit zijn douche komt. Niet aangenaam voor hem, maar ook niet energiezuinig. Daarom kan het interessanter zijn om het warmwatercircuit te decentraliseren en te verdelen over meerdere boilers. Omdat de doorsnee student net als de doorsnee mens pas op zijn energieverbruik gaat letten als hij daar zelf rechtstreeks moet voor betalen, zouden we voor elk kot een aparte water-, stroom en gasmeter kunnen plaatsen. Met andere woorden: de verbruiker betaalt. Het lijkt ver gezocht, maar we zijn ervan overtuigd dat we daarmee het energieverbruik drastisch kunnen inperken. De student zelf zal er misschien niet rechtstreeks beter van worden, maar wel de generaties die na hem komen. Het systeem dat we uiteindelijk gebruikt hebben om het warm water te verdelen telkens naar 4 kamers heet Aqua Micro. Dit wordt wel vaker voor koten gebruikt en functioneert zeer goed.

Dit zijn maar enkele voorbeelden van de vragen die naar boven borrelden bij deze renovatieopdracht. De open discussies die we hierover voeren, zullen niet alleen nuttig zijn voor dit project, maar zeker ook voor totaal andere opdrachten. Het zijn dergelijke kruisbestuivingen die het renoveren van gebouwen zo boeiend maken.

Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes

19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES

Page 59: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Staal of beton?In het dagelijkse leven staan we vaak voor verscheurende keuzes: kopen of huren? Nemen we digitale tv van Belgacom of gaan we toch maar voor Telenet? Deze beslissingen zijn des te moeilijker, omdat er geen “juiste” en “foute” keuzes bestaan: beide opties hebben hun voor- en nadelen. Met bouw- en renovatieprojecten is het niet anders. Dikwijls moeten we de keuze maken tussen een staal- of betonstructuur, beide met hun specifieke voor- en nadelen. Een tijdje geleden was ik nog getuige van een discussie over deze kwestie tussen twee van onze ingenieurs. De technische finesses zal ik u besparen, maar ik vond hun betoog toch te interessant om u te onthouden.

Bij het bespreken van de plannen verwonderde een van de ingenieurs zich erover dat de brandwanden tussen de compartimenten getekend waren met een enkele rij betonnen kolommen in plaats van met een ontdubbelde staalstructuur, met een aparte set kolommen per compartiment dus. De tweede ingenieur verklaarde dat dit zo gedaan was om een veiliger, beter werkende, brandwand te bekomen: beton is immers een brandveilig materiaal dat bij hoge temperaturen veel minder snel bezwijkt dan staal. Ingenieur één was het daar echter niet mee eens en kwam prompt met een aantal waterdichte argumenten op de proppen.

Ten eerste is het zo dat betonnen kolommen een brandweerstand van twee uur moeten krijgen. Daar tegenover staat dat de brandweerstand van de stalen vakwerken die eraan bevestigd zijn veel kleiner is (ongeveer 15 minuten). Wanneer een brand woedt in één van de compartimenten, gaan de vakwerken dus hun sterkte verliezen en doorbuigen. Gevolg: ze gaan aan de kolommen trekken, met krachten die zo groot kunnen worden dat ze de kolommen en zelfs de brandwand beschadigen. En u begrijpt dat de bedoeling van een brandwand juist is dat hij blijft rechtstaan bij brand.

Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?

20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL?

Page 60: Renovatieblog Mathieu Gijbels

SmeltankersDit probleem kan weliswaar verholpen worden door te werken met smeltankers. Dat wil zeggen dat de verbindingen tussen de brandwand en de kolommen smelten bij hoge temperatuur, zodat de structuur kan bezwijken zonder de wanden mee te sleuren. Het nadeel daarvan is echter dat de wand, die zich tegenover de brandwand bevindt, en de brandwand zelf, bij brand niet meer bij elkaar gehouden worden door het vakwerk van het dak. Hierdoor kan de tegenoverliggende kolom naar buiten vallen met alle bijhorende risico’s voor naburige compartimenten en gebouwen. En dan hebben we het nog niet over het gevaar voor de mensen die misschien nog in het gebouw zijn en voor de brandweerlui, die langs buiten staan te blussen en nietsvermoedend een wand op hun hoofd kunnen krijgen. Stel u voor dat deze buitenwand opgebouwd is uit betonnen panelen! Smeltankers lossen dus één probleem op, maar creëren een ander en zijn dus zeker nog niet ideaal.

Ten tweede zullen de betonnen kolommen bij brand in één compartiment aan die kant sterk opwarmen. De warme kant zal langer worden dan de koude zijde en de kolommen zullen kromtrekken. Hierdoor gaan ze druk uitoefenen op de structuren van de naburige compartimenten en worden deze naburige structuren extra belast. Dit geldt ook voor de funderingen van deze structuren. Doorgaans worden deze constructies hier niet op berekend, aangezien het begroten van dit soort krachten erg complex is. Dit kan enkel met gespecialiseerde software, die de meeste studiebureaus niet in hun bezit hebben. De veroorzaakte schade is dus erg moeilijk te voorspellen en opnieuw: het doel van een brandwand is juist om de rest van het gebouw te vrijwaren.

En ten overvloede voegde hij er nog aan toe dat bij betonnen kolommen de stalen vakwerken zwaarder, en dus duurder, moeten zijn dan bij stalen kolommen, aangezien de inklemming van de vakwerken op de betonnen kolommen minder eenvoudig is.

Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?

20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL?

Page 61: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Daar had ingenieur twee even niet van terug. Toch gaf hij zich niet zomaar gewonnen: is het immers niet zo, dat de werking van een ontdubbelde staalstructuur met smeltankers ook niet altijd even vlekkeloos is? In theorie wordt altijd uitgegaan van een volledig ontwikkelde brand, waarbij het hele compartiment dus in lichterlaaie staat en het overal even heet is. Maar wat wanneer het bijvoorbeeld om een plaatselijk brandje gaat, of een brand waarbij niet zulke extreme temperaturen ontwikkeld worden? Sommige kolommen zullen verzwakken en zelfs bezwijken, maar als de smeltankers niet heet genoeg worden om te smelten, zullen de kolommen toch de brandwand (of een deel ervan) meesleuren in hun val.

Maar ook daar had ingenieur één een antwoord op. Aangezien de smeltankers gemaakt zijn uit een soort plastic, kunnen ze weinig krachten opnemen en zullen ze dus breken voor een kolom de kans krijgt om de brandwand om te trekken.

Beide ingenieurs waren overtuigd van hun standpunt. Uiteindelijk werden ze het eens over de beste manier om een absoluut veilige brandwand te bouwen: de structuur én de brandwand ontdubbelen. Er worden dan twee brandwanden tegen elkaar geplaatst, die elk met gewone ankers aan hun eigen stel kolommen bevestigd zijn. Het materiaal van de kolommen doet er dan niet toe. Dit was volgens hen de enige zekere manier om twee compartimenten te scheiden; helaas ook de duurste.

De discussie is nog niet afgelopen…

Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?

20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL?

Page 62: Renovatieblog Mathieu Gijbels

AansprakelijkheidEen tijd geleden hield NAV in de prachtige zaal van de Gentse Handelsbeurs zijn allereerste architectencongres. NAV had enkele sprekers uitgenodigd om te debatteren over een aantal heikele zaken. Een van de hete hangijzers was de aansprakelijkheid van architecten en de verplichte verzekering bij bouw- en zeker renovatiewerken.Waarom moeten alleen de architecten en niet de aannemers zich verplicht verzekeren, vroegen velen zich af. Een terechte vraag, maar ik kan beamen dat wij net als andere gereputeerde aannemers die hun vak au sérieux nemen sowieso verzekerd zijn. Bij kleinere aannemersbedrijven is dat natuurlijk minder het geval.

Veel belangrijker dan het wettelijk verplicht maken van een verzekering is ervoor te zorgen dat het risico op fouten tot het minimum beperkt wordt. Gemakkelijker gezegd dan gedaan zal u zeggen, maar Marc Dillen van de Confederatie Bouw haalde wat dit betreft de ideale remedie aan waar ik me volledig bij kan aansluiten: stap af van de traditionele verdeling architect – aannemer, maar werk van in het begin samen met de bouwheer als bouwteam. Zie elkaar niet als concurrenten, als een partij die het de ander moeilijk kan maken, maar zie elkaar als spelers van hetzelfde team die met vereende krachten het bouw- of renovatieproject tot een goed einde moeten brengen.

Voorwaarde is natuurlijk dat je elkaar moet kunnen vertrouwen en niet werkt met verborgen agenda’s. Als dat wederzijds vertrouwen er is, is er eigenlijk geen enkele reden om niet als bouwteam samen te werken. Een goede zaak voor de architect en de aannemer, maar in de allereerste plaats voor de bouwheer, de opdrachtgever.

Renovatieblog: Bouwteams: meer snelheid, minder risico’s. Ook bij renovaties.

21. BOUWTEAMS: MEER SNELHEID, MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES.

Page 63: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Dat hebben wij al vaak ondervonden. Meer dan eens is gebleken dat bepaalde eisen van een bouwheer enkel en alleen op te lossen zijn door een bouwteam. Als je zit met een krappe planning en de bouwheer wil het plan wat laten bijsturen is het gewoonweg onmogelijk om daarvoor de traditionele procedure te volgen. Het vergt gewoon te veel tijd om daarvoor een dossier op te stellen, een lastenboek en een prijsaanvraag op te stellen. Zo’n vragen zijn enkel op te lossen met een bouwteamformule. Onlangs hebben we het nog meegemaakt dat een klant een grote machine verwachtte vanuit Italië. Die machine moest op een bepaalde dag operationeel zijn en dat was bij aanvang niet zo ingepland. Op zo’n moment moet je met het bouwteam kunnen samenzitten om hiervoor een oplossing uit te dokteren en daar zijn we ook in geslaagd.

Dubbel interessant bij renovatiesBij Mathieu Gijbels hebben we zowel in nieuwbouwprojecten als bij renovaties ervaring opgebouwd met bouwteams. Voor beide scenario’s zijn we sterk voorstander van deze formule, maar bij renovaties komen de pluspunten nog eens extra goed tot hun recht. Precies omdat veel elementen onmogelijk op voorhand te voorzien en in te plannen zijn. Als ontwerper kan je dan trachten om zoveel mogelijk potentiële risico’s op te nemen in het lastenboek zodat je zeker ingedekt bent bij eventuele verrassingen en meerwerken. Het spreekt voor zich dat daar een hoge totaalprijs tegenover staat.Waarom het moeilijk maken, waarom niet open kaart spelen met elkaar? Veel beter is het te focussen op gezamenlijke oplossingen voor allerhande uitdagingen die je onderweg zal tegenkomen dan te trachten alles op voorhand vast te leggen, hetgeen toch een utopie is. Het is ook zinloos om op voorhand veel studiewerk te steken in zaken waarvoor nog te veel vraagtekens bestaan. Veel interessanter is het om deze dingen in bouwteamformule te bekijken. Belangrijk hierbij is wel dat de punten waarover nog onzekerheid bestaat duidelijk opgelijst worden voor alle partijen zodat ten gepaste tijde hiervoor een oplossing gevonden wordt en een correcte prijsraming.

Renovatieblog: Bouwteams: meer snelheid, minder risico’s. Ook bij renovaties.

21. BOUWTEAMS: MEER SNELHEID, MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES.

Page 64: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Duurzaamheid en energiezuinigheidKen jij een bedrijfsleider die niet beweert dat de renovatie van zijn bedrijfsgebouw op een zeer duurzame en energiezuinige wijze gebeurde? Ik niet. Duurzaamheid en energiezuinigheid worden vandaag zo vaak te pas en te onpas gebruikt dat weinigen er nog enig geloof of enige waarde aan hechten. En dat is natuurlijk zonde als je daadwerkelijk alles uit de kast gehaald hebt om de footprint van jouw gebouw door een doordachte renovatie in te perken. In dat geval kan het nuttig zijn om een label aan te vragen voor jouw renovatie. Het meest bekende label van het moment is BREEAM.

BREEAM?BREEAM is een internationaal certificaat. Het staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is ontwikkeld door het gerenommeerde Britse BRE. Aan de hand van verschillende criteria, verdeeld over 9 categorieën (ecologie, management, comfort, energie, vervuiling,…) wordt op een objectieve manier de duurzaamheid van een gebouw geëvalueerd.Elk van deze criteria wordt afgetoetst aan de lokale regelgeving en de standaard marktprestaties, waarna het gebouw een classificatie verkrijgt, variërend van “pass” (voldoende) tot “outstanding” (uitmuntend). De certificatie gebeurt zowel in de ontwerpfase als in de uitvoering. Dit biedt het voordeel dat er nog kan bijgestuurd worden om tot een betere classificatie te komen.

Door de combinatie van lokale regelgeving en het BREEAM-beoordelingsschema blijft een objectieve vergelijking met gelijkaardige buitenlandse projecten mogelijk. Binnen het internationale aspect van BREEAM zijn er al specifieke beoordelingsschema’s uitgewerkt voor retail, kantoren en industrie.

Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?

22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW?

Page 65: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Het BREEAM-label heeft dus zeker zijn nut. Niet alleen omdat je daarmee kan bewijzen dat je renovatie daadwerkelijk op duurzame wijze gebeurd is, maar meer nog omdat het jou, de ontwerpers, de ingenieurs en andere betrokkenen doet nadenken over bepaalde keuzemogelijkheden. Wat dat betreft, kan je het vergelijken met het ISO-label. Dat label bewijst niet zozeer dat het ene bedrijf beter is dan het andere, maar het verplicht de bedrijfsleiders wel om alles tot in de puntjes uit te schrijven én om over alles tweemaal na te denken.

KostprijsEen BREEAM-label is op zich zeker een enorm pluspunt, met eigenlijk maar één nadeel: de kostprijs. Het zal je wellicht verplichten om voor bepaalde opties de lat op vlak van duurzaamheid nog wat hoger te leggen. Dat is op zich geen probleem, omdat je die meerkost in veel gevallen ook terug verdient. In de meeste gevallen, maar niet altijd. BREEAM is immers gefocust op duurzaamheid in de breedste betekenis van het woord en geeft bijvoorbeeld ook punten voor de inplanting van het gebouw, de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de fietsvoorzieningen, enz. Op deze factoren heb je weinig of geen vat waardoor je voor dat item heel lage punten kunt scoren. Met als gevolg dat je punten moet zien te scoren op andere plaatsen om in aanmerking te komen voor het label. Dat kan leiden tot minder verstandige ingrepen die zich niet terug betalen.Duurzaamheid kijkt ook naar de herkomst en de recycleerbaarheid van de materialen. Materialen die goed scoren op dit vlak zijn door de band duurder dan gelijkaardige materialen die een minder goede score halen. Investeren in deze materialen is zeker vanuit maatschappelijk oogpunt gerechtvaardigd en kunnen we alleen maar aanmoedigen, maar weet wel dat die meerprijs zich nu nog niet zal vertalen in bijvoorbeeld een lagere energieprijs zoals wel het geval is bij investering in isolatie of energiezuinige alternatieven. Het is echter erg waarschijnlijk dat er in de nabije toekomst een belasting komt op CO2-uitstoot, en wellicht ook op de CO2-uitstoot die er opgetreden is tijdens de productie en het transport van (bouw)materialen. Wanneer dit werkelijkheid wordt, wordt het natuurlijk wel interessant om te investeren in recycleerbare materialen en zal hier ook een terugverdientijd tegenover staan.

Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?

22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW?

Page 66: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Een andere kost die je niet uit het oog mag verliezen is het studiewerk dat gepaard gaat met het label. Je moet in zee gaan met een studiebureau dat gecertificeerd is voor het BREEAM-label en die uren moeten natuurlijk ook betaald worden. Die analyses zullen zeker nuttig en weldoordacht zijn maar resulteren niet noodzakelijkerwijze in een lager verbruik. Dat geldt ook voor de grote papierwinkel die bij het BREEAM-label komt kijken. Zo moet je bijvoorbeeld bijhouden hoeveel kilometer elke vrachtwagen aflegt, hoeveel hij verbruikt, enz. Niet te onderschatten administratiekosten dus en daarvoor geldt natuurlijk geen terugverdientijd.Waarmee ik zeker niet wil zeggen dat BREEAM geen nut zou hebben. Integendeel. Zeker als je ooit je bedrijfsgebouw zou willen verkopen, heb je een enorme troef in handen.

Alleen moet je goed afwegen of je bereid bent de meerkost van dit label te betalen. Denk er ook aan dat je in het geval van een renovatie sowieso ‘een streepje achter’ hebt op een nieuwbouw omdat de bestaande situatie je heel wat beperkingen kan opleggen. Aan de inplanting kan je bijvoorbeeld niets veranderen met een renovatie. Het is daarom ook moeilijker om bij renovatie een BREEAM-label of een ander label te halen dan bij een nieuwbouw.Daarom is het zeker bij renovaties uitermate belangrijk om zowel voor het ontwerp als voor het studiewerk en de uitvoering in zee te gaan met betrouwbare partners die je op weg kunnen zetten naar het BREEAM- of een ander label. Als aannemer willen en kunnen we met Mathieu Gijbels jullie daar zeker mee helpen.

Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?

22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW?

Page 67: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Andere labelsBehalve BREEAM zijn er natuurlijk ook nog andere labels. Op internationaal vlak vormt het Amerikaanse LEED de grote concurrent van BREEAM. De twee zijn perfect vergelijkbaar, maar in ons land en in Europa lijkt BREEAM toch de overhand te halen.

Maar het hoeven niet altijd Amerikaanse of Britse labels te zijn die je kan nastreven, we hebben ook onze eigen labels. Het sterrensysteem van de Vlaamse overheid zit bijvoorbeeld erg goed in elkaar, maar is ontwikkeld voor overheidsgebouwen. Dat kan je dus niet aanvragen voor jouw bedrijfsgebouw. Ook interessant is het passiefhuislabel, maar dat heeft enkel zin als je overweegt een passief gebouw te realiseren. Het is een veel enger label dat enkel focust op energiezuinigheid, de isolatiegraad en de luchtdichtheid maar bijvoorbeeld geen rekening houdt met de herkomst van de materialen, de inplanting van het gebouw.Ten slotte is er ook nog het Valideo-label. Een poging van enkele Belgische overheidsdiensten om een eigen variant van BREEAM te ontwikkelen. Zonder veel succes. Omwille van de bureaucratie en de ingewikkelde Belgische wetgeving en ondermaatse onderlinge communicatie, is het bij goede bedoelingen gebleven en lijkt Valideo een langzame dood te sterven.

Benieuwd welke meerwaarde het BREEAM label voor uw project kan betekenen? Klik dan hier voor een video over de toepassing van het BREEAM label bij het Bedrijventerrein Scherpenhoek te Boom.

Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?

22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW?

Page 68: Renovatieblog Mathieu Gijbels

In deze renovatieblog breng ik normaal gezien alleen artikels die aansluiten bij het centrale thema van deze blog, het renoveren van bedrijfsgebouwen. Maar graag zou ik vandaag eens een uitzondering daarop willen maken. Het gebeurt nu eenmaal niet elke dag dat een project van Mathieu Gijbels genomineerd wordt voor de Staalbouwwedstrijd. Onlangs viel deze eer ons te beurt met het nieuwe administratieve centrum van EFC te Lummen.

EFCEFC, een bedrijf met talrijke Europese referenties in lucht- en vloeistoffiltratie, investeert voortdurend in innovatie. Het onopvallende bedrijfsgebouw stond in schril contrast met de bedrijfsgeest. Op hun terrein aan de oprit naar de E313 ontwierp Atech architecten een markant nieuw kantoorgebouw dat hun dynamiek zou visualiseren. Mathieu Gijbels nv bracht de constructie tot een goed einde.Het bestaande L-vormige gebouw, dat zowel kantoren als magazijn huisvestte, was na twintig jaar intensief gebruik aan een grondig onderhoud en uitbreiding toe. De L-vorm werd vervolledigd tot een vierkant en dient nu enkel als magazijn. Aan de straatzijde werd een nieuw administratief gebouw ingeplant, dat met zijn drie verdiepingen boven de omgeving uit rijst. Het was dan ook de bedoeling een ‘baken’ te bouwen, dat vanop de aanpalende wegen goed zichtbaar zou zijn.

Renovatieblog: Nieuwe blikvanger op het industrieterrein te Lummen

23. NIEUWE BLIKVANGER OP HET INDUSTRIETERREIN TE LUMMEN

Page 69: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Renovatieblog: Nieuwe blikvanger op het industrieterrein te Lummen

23. NIEUWE BLIKVANGER OP HET INDUSTRIETERREIN TE LUMMEN

EFC, Lummen

Page 70: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Kubus als basisvolumeHet basisvolume is een kubus, waarvan verschillende delen vervolgens in- en uitgeschoven zijn. Deze verschuiving suggereert beweging en refereert naar de voorbijzoevende auto’s op de snelweg. Het is echter niet enkel een esthetische beslissing: op deze manier worden de binnenruimtes gemoduleerd om grotere vergaderruimtes en kleinere kantoren te bekomen. Bovendien worden oversteken gecreëerd die dienen als balkons voor de bovenliggende en zonwering voor de onderliggende ruimtes. De gevelbrede raampartijen geven het geheel een luchtige look en zorgen voor overvloedig natuurlijk daglicht in de kantoren.Binnenin zijn de kantoren geschikt rond een centrale trap- en liftkoker, zodat het plaatsverlies voor circulatie minimaal is. Ook hier is openheid troef: de verschillende ruimtes zijn hoogstens van elkaar gescheiden door een plafondhoge glazen deur. Zowel in het interieur als in de gevel is gespeeld met wit, zwart en rood, de drie kleuren uit het logo van EFC. Zo is de trap- en liftkoker bv. rood geschilderd. De gevel is een mix van wit pleisterwerk en zwarte gevelpanelen, met rode accenten. Zwarte gevelpanelen vergen wel extra aandacht naar afwerking toe, aangezien ze thermisch zwaar belast zijn. Om de lijnen strak en recht te houden, werden de hoeken verstevigd met galva plaatjes.

Staal als constructiemateriaalVoor een dergelijk gebouw met een vrij grote hoogte en diverse overkragingen was staal als constructiemateriaal een logische keuze. Eender welk ander materiaal zou tot een zware en logge vormgeving hebben geleid, wat nu precies niet de bedoeling was. De draagstructuur bestaat uit balken en kolommen in standaard secties en is achteruit geplaatst ten opzichte van de gevel, zodat de glaspartijen over de volledige breedte kunnen doorlopen. Ook de buitenwanden zijn opgebouwd rond een staalstructuur, aan de buitenzijde bekleed met sandwichpanelen van 8 cm dikte en de respectievelijke afwerkingslagen, en aan de binnenzijde met 5 cm rotswol en gipskartonplaten. Het dak is eveneens een staalstructuur met steeldeck.

Renovatieblog: Nieuwe blikvanger op het industrieterrein te Lummen

23. NIEUWE BLIKVANGER OP HET INDUSTRIETERREIN TE LUMMEN

Page 71: Renovatieblog Mathieu Gijbels

De stabiliteitwordt verzekerd door de structuur van stalen balken en kolommen, ingeklemd in de fundering, in combinatie met de vaste kern van de betonnen trap- en liftkoker en de betonnen vloerplaten, die dienst doen als stijve schijven. Doordat de gevels sterk beglaasd zijn, kunnen slechts weinig krachten rechtstreeks verticaal afgeleid worden – enkel in de voorgevel is op één plaats een verband geplaatst. Via de vloeren worden de krachten van de gevels naar de verticale constructie-elementen geleid. De vloeren zijn niet bovenop, maar tussen de profielen geplaatst. Dit levert niet alleen plaatswinst op, maar heeft als bijkomend voordeel dat minder brandwerende behandeling nodig is, aangezien een kleiner deel van de profielen zichtbaar is. Voor de brandveiligheid zijn verder alle zichtbare kolommen uitgevoerd als holle ronde kokers, die volgestort zijn met beton. De niet-zichtbare profielen zijn brandwerend afgekast. Het gebouw is verdeeld in twee compartimenten: de onderste drie verdiepingen vormen één compartiment, de bovenste verdieping het tweede.

Fotovoltaïsche panelenFotovoltaïsche panelen op het dak van het magazijn leveren voldoende stroom voor de ventilatie en de verlichting, die volledig gebeurt met energiezuinige TL-buizen en LEDs. Het gebouw is mechanisch geventileerd met warmteterugwinning en mogelijkheid tot nachtkoeling. Een gasgestookte warmtepomp produceert de warmte of koelte. Buitenzonwering is enkel voorzien in de twee zuid-zuidwest georiënteerde ruimtes. In de andere kantoren is dit onnodig, aangezien ze eerder noordgericht zijn of een grote oversteek boven de ramen hebben. Het beton van de vloeren en trapkoker zorgt bovendien voor een grotere thermische inertie van het gebouw dan bij een zuivere staalbouw het geval is.

Dit alles zorgt ervoor dat er geen airconditioning nodig was – behalve voor het serverlokaal. Ook in de zomer blijft het gebouw aangenaam fris.

Renovatieblog: Nieuwe blikvanger op het industrieterrein te Lummen

23. NIEUWE BLIKVANGER OP HET INDUSTRIETERREIN TE LUMMEN

Page 72: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Eigen lof stinkt. Toch kan ik het niet laten om vandaag een kort blogbericht te schrijven over een recent project van Mathieu Gijbels waar we – terecht denk ik – zeer fier op zijn. Namelijk de nieuwe vestiging van Quick te Flémalle. De bekende hamburgerketen Quick kaapte immers deze week de prestigieuze Mercuriusprijs van Comeosweg.Comeos (voorheen Fedis) vertegenwoordigt de Belgische handel en diensten aan particulieren en bedrijven, en is actief in 18 sectoren, zowel klein- als groothandel. Dit jaar ging Comeos op zoek naar het retailgebouw dat het best geïntegreerd is in zijn omgeving. De jury heeft zowel de architecturale en esthetische aspecten als integratie in zijn omgeving en duurzaamheid beoordeeld.Quick Flémalle

Uit de vele ingezonden dossiers werden er 7 weerhouden. De eerste prijs ging naar de nieuwe Quick vestiging te Flémalle. De tweede en derde plaats waren voor de Colruyt-winkel in Wépion en De Standaard Boekhandel winkel in Turnhout. De Quick vestiging in Flémalle is de eerste in rij volgens een gloednieuw bouwconcept genaamd Qubic.

Qubic conceptMathieu Gijbels heeft overigens actief aan het engineeren en optimaliseren van dit Qubic concept bijgedragen. Het ontwerp van de Quick vestiging in Flémalle kwam van de hand van architectenbureau Lahon& Partners.

Renovatieblog: Quick te Flémalle kaapt Mercurius prijs van Comeos weg.

24. QUICK TE FLEMALLE KAAPT MERCURIUS PRIJS VAN COMEOS WEG

Page 73: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Quick, Flémalle

24. QUICK TE FLEMALLE KAAPT MERCURIUS PRIJS VAN COMEOS WEG

Renovatieblog: Quick te Flémalle kaapt Mercurius prijs van Comeos weg.

Page 74: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Ruimte wordt steeds schaarserWaarom in de breedte als het ook in de hoogte kan? Ruimte wordt schaarser en schaarser. Vandaar dat het voor bedrijven steeds moeilijker wordt om in de breedte uit te breiden. Elke bedrijfsleider weet dat uitwijken naar een andere locatie niet altijd de meest geschikte oplossing is. Daarom kan optoppen een mooi alternatief vormen.

Nooit van optoppen gehoord? Dat hoeft niet te verbazen. Het is namelijk specifiek vakjargon voor het toevoegen van één of meerdere bouwlagen bovenop een bestaand gebouw. Met andere woorden: een ‘uitbreiding in de hoogte’, al dan niet gesteund op nieuwe funderingen. Dat laatste is niet onbelangrijk. Niet elke structuur laat het toe om een extra bouwlaag toe te voegen. Als dat zo is, plaatsen we een nieuwe structuur rond de bestaande. Uiteraard beschikken we bij Mathieu Gijbels over een eigen studiedienst om dergelijke vraagstukken te onderzoeken.

Een vraag die je ook moet stellen, is of er geen gloednieuwe gevel geplaatst moet worden. Dat is niet altijd noodzakelijk. Maar toch krijgen de meeste gevels wel een ‘make over’ in functie van de uitbreiding.Bespreek zeker voor de start van het project ook met je aannemer of je je bedrijfsactiviteiten wel kan verderzetten tijdens de optoppingswerken. Want theoretisch kan dit wel, maar in de praktijk is dat soms toch moeilijk. Het koppelen van de nieuwe constructie op de bestaande geeft namelijk veel kans op lekkages tijdens de uitvoering ervan. En verder moeten er openingen worden gemaakt in het bestaande dak of in de bestaande tussenvloer (trapopeningen, doorgangen voor leidingen,…).

Renovatieblog: Optoppen, mag het een verdieping meer zijn?

25. OPTOPPEN, MAG HET EEN VERDIEPING MEER ZIJN?

Page 75: Renovatieblog Mathieu Gijbels

In praktijk is het daarom de beste oplossing om een tijdelijke werkplek te voorzien tot de optopping water- en winddicht is. En dan is het belangrijk dat je hiervan op de hoogte bent vooraleer de werken starten. Dan kan je daarvoor de nodige maatregelen treffen. En daar helpen wij je natuurlijk bij. Zo kunnen we een tijdelijke werkplek creëren door één of meerdere bureau containers te voorzien. Of we hebben het ook al meegemaakt dat er een gebouw leeg stond (naast het perceel van de bouwheer) en dat werd dan gedurende enkele maanden gehuurd door onze klant. Voor elk probleem bestaat er wel een oplossing.

Voordelen van optoppenMaar laten we het nu eens hebben over de voordelen van optoppen. Deze liggen voor de hand. Eerst en vooral kan je op een efficiënte manier meer ruimte creëren op het perceel. Doordat we in veel gevallen de bestaande funderingen en structuren kunnen hergebruiken, besparen we ook op de hoeveelheid gebruikte materialen. Een duurzame manier van bouwen dus.

Duurzaam, het modewoord is weer gevallen, maar dat is bij optoppen zeker op zijn plaats. Niet alleen omwille van het efficiënt ruimtegebruik en het geringer aantal bouwmaterialen, maar zeker ook omwille van de compactheid van een opgetopt bedrijfsgebouw. Een compact gebouw verbruikt immers veel minder energie dan een langgerekt gebouw. Zeker in de retailsector zijn de meeste bedrijfsgebouwen allesbehalve compact. Denk maar aan alle winkels en showrooms waarbij alles uitgestald wordt op één bouwlaag, verspreid over een bijzonder grote oppervlakte. Dat werkt enorme energieverliezen in de hand. Een bijkomende bouwlaag zal het gebouw veel compacter maken waardoor er veel minder energie verloren zal gaan dan wanneer er in de breedte zou uitgebreid worden.

Samengevat: wanneer uitbreidingsmogelijkheden door plaatsgebrek beperkt zijn, vormt optoppen een efficiënte en duurzame oplossing om uw gebouw weer een eigentijdse en uniforme uitstraling mee te geven en toch op dezelfde locatie te blijven. Toppie!

Renovatieblog: Optoppen, mag het een verdieping meer zijn?

25. OPTOPPEN, MAG HET EEN VERDIEPING MEER ZIJN?

Page 76: Renovatieblog Mathieu Gijbels

25. OPTOPPEN, MAG HET EEN VERDIEPING MEER ZIJN?

Roto Frank, Nijvel: ‘na’ fotoRoto Frank, Nijvel: ‘voor’ foto

Renovatieblog: Optoppen, mag het een verdieping meer zijn?

Page 77: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Voor en naOp TV kan je er bijna niet naast kijken: de make overs met de voor- en nabeelden. Altijd ben ik weer verbaasd over het eindresultaat. Met relatief weinig ingrijpende inspanningen, maar op basis van goed en persoonlijk advies, en efficiënte tips & tricks worden verbluffende resultaten behaald zonder dat er plastische chirurgie aan te pas komt.Het uiterlijk bepaalt vaak (je kunt dat jammer vinden, maar het is nu eenmaal niet anders) de eerste indruk die mensen van je krijgen. En dat geldt ook zo voor de gevel van je bedrijfsgebouw. Je gebouw mag functioneel optimaal georganiseerd zijn, het kan uitblinken op energetisch vlak, het kan de perfecte ligging hebben, als de gevel geen geschikt uithangbord voor jouw bedrijf is, snij je in je eigen vlees als je er niets aan doet.

Hoe kan je van je werknemers verwachten dat ze fier blijven op hun bedrijf wanneer ze hun vrienden en familie een aftands gebouw moeten tonen? Kan je het (potentiële) sollicitanten kwalijk nemen dat ze liever op een ander gaan werken omdat de werkomgeving niets goed doet voorspellen? Om nog maar te zwijgen van de klanten die zich soms meer door hun ogen laten leiden bij hun koopgedrag dan door hun portemonnee. Akkoord, in een discount winkel nemen consumenten de minder aantrekkelijke winkelomgeving erbij om te kunnen profiteren van de lage prijzen. Maar dat maakt uiteraard deel uit van de strategie van die discounter, en consumenten weten dat ook. Ze verwachten niet anders. Wil je als bedrijf echter een meerwaarde en een hogere service bieden en daar een andere prijs voor vragen, verlangen kopers toch een bepaald niveau van comfort en uitstraling. Of dit nu in een B2C of een B2B omgeving is. Dat blijft gelijk.

Renovatieblog: Gevelrenovatie: een ‘make over’ die gezien mag worden.

26. GEVELRENOVATIE: EEN ‘MAKE OVER’ DIE GEZIEN MAG WORDEN

Page 78: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Goed gevoelEen goed verzorgde gevel geeft je klanten al voor ze binnen stappen een goed gevoel. En dat is toch waar het om draait, niet? Klanten weten dat hun emoties een rol spelen. Een goed gevoel vertaalt zich nu eenmaal vaker tot een aankoop. Dat is geen sprookje, maar pure realiteit. Maar dat wist je natuurlijk al .Nu horen we je denken dat een gevelrenovatie gelijk staat aan een louter esthetische ingreep. Dat klopt uiteraard niet helemaal. In sommige gevallen is een gevelrenovatie gewoon pure noodzaak omdat er teveel littekens in de bestaande gevels zichtbaar zijn. Deze littekens kunnen ontstaan door bijkomende raamopeningen te creëren of door het dichten van bestaande raamopeningen tijdens de renovatiewerken. We lossen dit dan op door een nieuwe gevelbekleding ervoor te plaatsen.

BudgetvriendelijkVerder kan een gevelrenovatie een budgetvriendelijke manier zijn om je bedrijfsgebouw opnieuw te laten stralen. Let wel, ik zeg ‘kan zijn’, want uiteraard hangt dit af van je eigen wensen. Ook hier zijn er uiteraard verschillende budgettaire mogelijkheden. Bijkomend voordeel van een gevelrenovatie is de snelheid. Je zou versteld staan hoe snel de werkzaamheden kunnen vorderen. Bovendien kan je – mits een goede planning – als bedrijf gewoon verder blijven werken in het gebouw tijdens de renovatiewerken. Ook niet onbelangrijk natuurlijk.En last but not least kan een gevelrenovatie ook een energiebesparende maatregel zijn. Door te kiezen voor geïsoleerde panelen of door een extra isolatielaag voor de gevelbekleding aan te brengen, kan je namelijk veel energie besparen. De gevel is en blijft immers een van de belangrijkste vlakken waar warmteverliezen optreden. Zorg dan wel voor een luchtdicht en doorlopend isolatieschild dat nergens onderbroken is door koudebruggen. Die zijn immers nefast voor de isolatiewaarde van de gevel.

Renovatieblog: Gevelrenovatie: een ‘make over’ die gezien mag worden.

26. GEVELRENOVATIE: EEN ‘MAKE OVER’ DIE GEZIEN MAG WORDEN

Page 79: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Volstaat een gevelrenovatie?Belangrijke kanttekening hierbij is dat je je wel de vraag moet stellen of een gevelrenovatie volstaat. Als er voldoende ruimte is, als de indeling van de ruimtes naar wens is, en als het gebouw een behoorlijk E-peil kan voorleggen, is het niet noodzakelijk om het volledige gebouw te renoveren en volstaat een gevelrenovatie om je gebouw terug te laten stralen. Wanneer echter aan één van bovenstaande voorwaarden niet voldaan is, kan je waarschijnlijk best de zaken in een groter perspectief zien en overwegen om het volledige gebouw onder handen nemen. Geen gemakkelijke beslissing, maar met onze ervaring in renovaties van bedrijfsgebouwen kunnen we je daar degelijk en objectief advies in verlenen.

EPB-normenOver isolatiewaarde gesproken. Velen vragen zich af of je voor een gevelrenovatie moet voldoen aan de EPB-normen. Dat is niet zo. Enkel het bij te bouwen deel of de nieuw geplaatste elementen moeten voldoen. Je hoeft dus niet heel je gebouw aan te passen. Wel is het zo dat bij renovatiewerkzaamheden het ideale moment is om er over na te denken hoe je oude, helemaal niet meer performante bouwelementen kunt vervangen of verbeteren.Niet alleen de isolatiewaarde, ook de vergunningsplicht roept heel wat vragen op bij bedrijfsleiders. Hier is de wet niet zo eenduidig. In het kader van onderhoud- en instandhoudingswerken is een vergunning niet verplicht, maar dat geldt dus enkel voor het uitvoeren van werkzaamheden om verdere schade te beperken en is enkel van tel bij gebruik van dezelfde, weliswaar te vernieuwen, gevelmaterialen. Als bijvoorbeeld je gevelpleister scheuren en barsten toont, mag je die vernieuwen zonder eerst een vergunning aan te vragen. Vanaf het ogenblik echter dat je gevelmaterialen aanpast en raamopeningen groter of kleiner maakt moet je wel degelijk een bouwvergunning aanvragen.

Renovatieblog: Gevelrenovatie: een ‘make over’ die gezien mag worden.

26. GEVELRENOVATIE: EEN ‘MAKE OVER’ DIE GEZIEN MAG WORDEN

Page 80: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Salva Carro, Vilvoorde: ‘na’ fotoSalva Carro, Vilvoorde: ‘voor’ foto

Renovatieblog: Gevelrenovatie: een ‘make over’ die gezien mag worden.

26. GEVELRENOVATIE: EEN ‘MAKE OVER’ DIE GEZIEN MAG WORDEN

Page 81: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Functionaliteit De gevel van jouw bedrijfsgebouw ziet er verzorgd en eigentijds uit? Prima! Maar hoe zit het binnen de muren van je gebouw? Via een interne renovatie kan je de functionaliteit van je bedrijfsgebouw op een hoger niveau tillen. Als de muren en de indeling van de ruimtes de workflow belemmeren, is het tijd om in te grijpen. Het komt er dan op aan de indeling en de workflow optimaal op elkaar af te stemmen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want in de praktijk is het bijzonder moeilijk om je een andere indeling voor de geest te halen als je al zo lang in dezelfde vertrouwde omgeving gewerkt hebt. Bepaalde muren lijken voor jou een evidentie, maar is dat wel zo?Gelukkig kunnen wij als renovatiespecialist samen met jouw architect als het ware door de muren heen kijken. Als buitenstaander kunnen we tabula rasa maken van een bepaalde ruimte en kijken hoe we door een beperkt aantal ingrepen de ruimte efficiënter kunnen indelen.

Structurele elementenStructurele elementen die voor jou onoverkomelijk lijken, zijn voor ons vaak een peulschil. Een muur is sneller weggekapt dan je denkt en met gipskarton kan je heel snel en flexibel de ruimte zo indelen dat er geen onnodige afstanden moeten afgelegd worden tussen de verschillende afdelingen van een gebouw. Een kleine ingreep kan hierdoor verregaande gevolgen hebben. Stel bijvoorbeeld dat de verpakkingsafdeling door een of meerdere muren gescheiden is van de laadzone en de magazijniers dus verplicht zijn om met de heftruck te manoeuvreren van de ene naar de andere plek. Laat het nog beperkt zijn tot tien meter en enkele seconden, maar als je dat gaat optellen resulteert dit in veel arbeidsuren. De kosten om die muur uit te breken heb je met andere woorden snel terugverdiend.

Renovatieblog: Interne renovaties effenen de weg naar een betere work flow.

27. INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW

Page 82: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Positieve invloed op productiviteit en creativiteitEen interne renovatie en een herindeling van de ruimtes heeft zonder meer een positieve invloed op de productiviteit en creativiteit van de mensen die er werken. Dat is heus geen reclameslogan. Als we na verloop van tijd eens op bezoek gaan bij onze klanten, krijgen we heel vaak te horen dat ze het positieve effect van de renovatie, zowel op de klanten als op het personeel, onderschat hadden. Dat doet natuurlijk deugd om te horen. Een interne renovatie hoeft toch niet per se een last te zijn?! Het biedt je ook de kans om het eens anders aan te pakken, om je klanten en medewerkers te verrassen met speciale acties tijdens en na de werkzaamheden. Ook wat de inrichting zelf betreft, kan je verrassend uit te hoek komen. Waarom geen leuk behang met een mooi motief op één of meerdere muren in plaats van het inmiddels klassieke eentonige schilderwerk? Of waarom geen quasi onverslijtbaar tapijt in plaats van altijd weer tegels? Tapijten komen de akoestiek ten goede en geven je kantoor een warme uitstraling. Strakke en harde materialen ogen natuurlijk fris, maar dienen wel steeds gecombineerd te worden met ingrepen om de akoestiek te verbeteren. Kortom: de mogelijkheden zijn legio…

Loft-filosofieBij een interne renovatie zijn er meestal meer muren die er aan moeten geloven dan nieuwe muren die er bij komen. De tijd van allemaal afzonderlijke hokjes voor elk onderdeel van het bedrijf is voorbij. De loft-filosofie voor modern wonen, heeft ook zijn intrede gedaan in de bedrijfsgebouwen. Waarom alles strikt afscheiden door muren? Vandaag mogen arbeiders en bedienden, kaderleden, administratieve krachten, en het salesteam,… zien waar iedereen mee bezig is en dat leidt sowieso tot meer openheid en meer interne contacten. Langs de andere kant mogen we ook niet blind zijn voor de nadelen van landschapskantoren. Gebrek aan privacy en lawaaioverlast om er maar enkele te noemen. Maar dit is uiteraard een aparte discussie, en daarvoor verwijs ik je graag naar een eerder gepubliceerd blogartikel http://blog.gijbels.be/2011/04/open-landschapskantoor-of-traditionele-kantoorverdeling/.

Renovatieblog: Interne renovaties effenen de weg naar een betere work flow.

27. INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW

Page 83: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Hoe begin je aan een interne verbouwing?Allemaal mooi gezegd, zal je denken, maar hoe begin je in godsnaam aan zo’n interne verbouwing? Eerst en vooral door goed na te denken over wat je wil en vooral over wat je niet wil. Het is – ook voor het functioneren van je bedrijf – belangrijk om bijzonder doordacht te werk te gaan. Grosso modo heb je twee opties: renoveren in fases, waarbij elke ruimte afzonderlijk aangepakt wordt en er dus de nodige interne wijzigingen nodig zijn, of het bedrijfsgebouw even sluiten en meteen alles in één keer doen. Werken in fases vereist een uitstekende voorbereiding en duurt wat langer, maar zorgt er wel voor dat je als bedrijf kan blijven opereren vanuit hetzelfde gebouw. Denk in dit geval wel steeds aan het plaatsen van voorlopige scheidingswanden om stof- en geluidshinder tegen te gaan. Plan de werken bovendien zo dat de meest lawaaierige taken voor of na de werkuren kunnen worden uitgevoerd. Opteer je daarentegen voor de korte pijn, namelijk een volledige renovatie van je bedrijfsgebouw, probeer dit dan in een vakantieperiode te doen. Als dit onmogelijk is, moet je je creativiteit laten spreken. Waarom zou je de bureaus niet tijdelijk onderbrengen in containers en een tent als showroom gebruiken? Het is eens iets anders…

De juiste partners maken het verschilTen tweede is het uiterst belangrijk om je te laten omringen door de juiste mensen. Zowel mensen van het bedrijf die een goed zicht hebben op de workflow en de interne organisatie als door externe partijen die ervaring hebben met dit soort dingen. Soms is het niet noodzakelijk om hiervoor een architect of interieurarchitect in te schakelen, maar ik zou dit toch zeker overwegen. Goede ontwerpers komen vaak met minder voor de hand liggende oplossingen op de proppen waar je zelf nooit aan gedacht zou hebben. Het is ook hun taak om te zorgen dat aan alle technische aspecten de nodige aandacht besteed wordt. Denken we maar aan een degelijke ventilatie. Een punt dat jammer genoeg nog te vaak over het hoofd gezien wordt.

Renovatieblog: Interne renovaties effenen de weg naar een betere work flow.

27. INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW

Page 84: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Turn key aannemer is aan te radenBehalve de ontwerper speelt natuurlijk ook de aannemer een belangrijke rol. Ik schrijf bewust aannemer en niet aannemers. Vaak denken mensen dat het interessant is om voor elke post op zoek te gaan naar een aparte aannemer om zo de kosten te drukken. Maar zowel voor nieuwbouw, als voor renovaties en zeker als het over bedrijfsgebouwen gaat, lijkt me dit geen ideale formule. Je komt zo veel verrassingen tegen bij renovaties waardoor het bijzonder moeilijk is om alles op voorhand correct in te schatten en in te plannen. Als je één turnkey aannemer inschakelt , hoef je je daar geen zorgen over te maken en zal hij al die zorgen van je wegnemen. De werken zullen zich daardoor ook veel sneller opvolgen en qua kostprijs weet je beter waar je aan toe bent dan wanneer je alles aan meerdere partijen zou uitbesteden.

Er zijn veel betrouwbare aannemers waar je een beroep op kan doen voor zo’n renovatie. Ons bedrijf hoort daar uiteraard ook bij. En als het toegelaten is om toch even reclame te maken voor Mathieu Gijbels, wil ik onze belangrijkste troef aanhalen: een bedrijfsgebouw renoveren is een vak apart en het is een vak waar wij ons al decennia in gespecialiseerd hebben.

Renovatieblog: Interne renovaties effenen de weg naar een betere work flow.

27. INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW

Page 85: Renovatieblog Mathieu Gijbels

Carglass® Learning & Development Center, Hasselt, ‘NA’ foto

Carglass® Learning & Development Center, Hasselt, ‘Voor’ foto

Renovatieblog: Interne renovaties effenen de weg naar een betere work flow.

27. INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW


Recommended