+ All Categories
Home > Documents > Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of...

Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of...

Date post: 13-Sep-2020
Category:
Upload: others
View: 2 times
Download: 0 times
Share this document with a friend
40
Rita Thijs - cocoon 2440 Internet of Actions Nieuws uit de faculteit Overvolle jobbeurzen Ingenieur in Industrie 4.0 Stage in The Factory of the Future Nieuwe labs in Brugge Intrapreneurship in Gent Studententeam bouwt robot Student-assistent op de campus Speuren naar scheuren Viermaandelijks maart-april-mei-juni 2019 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 P919663 Magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen KU Leuven NR. 10 - JUNI 2019
Transcript
Page 1: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Rita Thijs - cocoon2440

Internet of Actions

• Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie 4.0 • Stage in The Factory of

the Future • Nieuwe labs in Brugge • Intrapreneurship in Gent • Studententeam bouwt robot • Student-assistent op de

campus • Speuren naar scheuren

Viermaandelijks • maart-april-mei-juni 2019 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663

Magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen KU Leuven

NR. 10 - JUNI 2019

Page 2: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

FLACRA: ROBOTS ALS TEAMGENOTEN

COLOFON ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen Redactieraad: Anja Huysmans, voorzitter, Hilde Bonte, Niels De Brier, Greet Langie, Hilde Lauwereys, Bart Lievens, Yves Persoons, Sofie Pollin, Inge Van Cauter, Louis van Hoye, Rens Vervaeke Eindredactie: Yves Persoons Redactiesecretariaat: Inge Van Cauter Redactieadres ConnectING Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203 3001 Heverlee 053 72 71 86 (secretariaat) [email protected] www.iiw.kuleuven.be Foto's: Yasmina Besseghir, Benjamin Brolet, Joren De Weerdt, Julie Feyaerts, Han Haitjema, Tom Talloen, Johan Van Droogenbroeck, Filip Van Loock Grafisch ontwerp:

www.altera.be Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten 100% klimaatneutrale drukkerij

www.vanderpoorten.be

INHOUD

• Woord vooraf 3 • Nieuws uit de faculteit 4 • Nieuws van de campussen 12 • Onderwijsontwikkeling in de kijker 17 • Studenten in de kijker 24 • Docent in de kijker 28 • Onderzoek in de kijker 29 • Wetenschapscommunicatie 31 • Alumnus in de kijker 36 • Nieuws van alumni 38 • Faculty worldwide 39

2

vlnr.: Michiel Caboot, Jan Wens, Jesse Illegems (teamleader), Bauke Chaerle en Robbe Recour

Page 3: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Doorheen dit nummer loopt een rode draad. Die van Industrie 4.0 en van ‘The Factory of the Future’. Industrie 4.0 kennen we als de verzamelnaam van innovatieve

technologieën die verband houden met digitalisering, connectiviteit en intelligente producten, systemen en processen. En de ‘Factories of the Future’ zijn de bedrijven die de uitdagingen van de vierde industriële revolutie aangaan. In dit nummer is Peter Demuynck, algemeen directeur van Agoria-Vlaanderen, te gast. Hij sprak voor alumni van onze faculteit over de industrieel ingenieur in Industrie 4.0. Agoria kent jaarlijks de ‘Faculty of the Future Awards’ uit. In 2019 viel Robert Bosch Produktie-Tienen in de prijzen. Gilles Buelens, student in het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs, realiseerde er een opmerkelijk in-company project tijdens zijn innovatie stage. Zijn verhaal is een schoolvoorbeeld van werkplekleren. ‘University-business cooperation’ was ook het thema van de 2019 Engineering Deans Convention van de Europese ingenieurs -federatie SEFI die de drie ingenieursfaculteiten eind mei in Leuven organiseerden. Het kwam eveneens uitgebreid aan bod tijdens het ‘Innovatie & Ondernemerschap’-event dat we samen het consultancybedrijf KPMG-Belgium in februari opzetten. De bedrijfswereld is verder actief betrokken bij de ITN (Innovative Training Networks)-projecten over veilige autonome systemen en elektronisch risicomanagement op Campus Brugge. Nog in Brugge werden de voorbije maanden 3 nieuwe laboratoria geopend met als doel de banden met het regionale bedrijfsleven te versterken. In Geel ontpopte Cocoon2440 zich tot een bruisend technologiecentrum waar ondernemers thuis zijn. Een andere opstap naar Industrie 4.0 is innovatie in onderzoek. Ook hier speelt onze faculteit in de eerste klasse. Getuige hiervan de Onderzoeksgroep voor Technologie en Kwaliteit van Dierlijke Producten op de Technologiecampus Gent. Sterk onderzoeks -gebaseerd is ook de nieuwe internationale masteropleiding: Master of Science in Civil Engineering Technology in Gent. En tijdens de Research Day Chemical & Biochemical Engineering and Biosciences in Gent lieten onderzoekers van alle campussen zien wat ze in hun mars hadden. De snelheid waarmee Industrie 4.0 zich doorzet, is afhankelijk van omgevingsfactoren. Eén daarvan is de beschikbaarheid van gekwalificeerde én geschikte medewerkers.

Het is geen toeval dat de jobbeurzen op elk van onze campussen werden overrompeld door bedrijven op zoek naar ingenieurs -talent. Het wijst ons alvast op de verantwoordelijkheid die in dat verband op onze schouders rust. De voortrekkers in Industrie 4.0 zijn genetwerkte bedrijven die internationaal opereren. Op deze trend anticiperen we o.m. via nieuwe samenwerkingsakkoorden met de Lund University (Zweden) en universiteiten in India en Maleisië. Tijdens de International Days op de campussen De Nayer, Geel en Diepenbeek werden studenten ertoe aangezet om over het muurtje te kijken. De derdejaars bachelor van Campus Groep T trokken helemaal naar China om er de Grote Muur te bestormen. De transitie naar Industrie 4.0 blijft uiteraard ook niet zonder gevolgen voor de ingenieursopleiding. Er zal meer dan ooit ingezet moeten worden op innovatie en de ontwikkeling van professional skills. Inzake ondernemerschap zijn we alvast op de goede weg met het Postgraduaat Innoverend Ondernemen en de ambitieuze projecten van de studententeams. Het Agoria Solar Team organiseerde in mei de 15de editie van de Solar Olympics voor scholenteams. En op de Technologiecampus Gent bouwt het studententeam FLACRA multi-inzetbare slimme robots. Nog in Gent leren de toekomstige ingenieurs ondernemen binnen de onderneming. En Campus De Nayer schakelt masterstudenten in als student-assistent in de bacheloropleiding Bouwkunde. Volgens Koen Van Beneden, General Manager-Personal Systems bij HP en alumnus in de kijker, wordt de werkplek in de ‘Factory of the Future’ een ‘belevenisruimte’ en het ingenieursberoep een ‘amazing engineering experience’. Als we in de opleiding hierop kunnen anticiperen, worden we beslist ‘The Faculty of the Future’.

Prof. Bert Lauwers, Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

WOORD VOORAF

3CONNECTING

KLAAR VOOR INDUSTRIE 4.0?

Page 4: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

From 26 till 28 May 2019 the deans, directors and department

heads of the European Faculties in Engineering gathered in

Leuven for their 11th annual networking event organized by

the three engineering faculties of KU Leuven in collaboration

with the European Society for Engineering Education (SEFI).

At Group T Campus, the higher engineering education leaders

were welcomed by Prof. Bert Lauwers, Dean of the Faculty of

Engineering Technology and Conference Chair.

The 2019 Engineering Deans Convention focused on university-business cooperation in engineering

institutes. The central theme was ‘crossing borders’. The main purpose was to discuss how and where both entities can meet and exchange ideas, knowledge and human capital. Multiple dimensions of this border concept were explored from the perspective of the students, the faculty staff, the business professionals and the curriculum. From a student’s perspective, the border is often perceived as a unidirectional temporal barrier wherein industry employment is the logical capstone of the educational career. However, the border can also be considered as a hybrid constellation wherein faculty staff collaborate with business professionals who can in turn take an active role in the education of future engineers. Finally, from a curriculum per spective, parties on both sides of the border need to agree on the key and the peripheral content of the engineering curriculum. According to the deans, determining who is predominantly responsible for teaching specific and professional skills can only succeed in a meaningful dialogue between both parties.

Engaging programme More than 80 participants enjoyed an engaging programme with interactive break-out sessions and inspiring key notes (Prof. Luc Sels-Rector KU Leuven; Prof. Todd Davey-Director University Industry Innovation Network; Prof. Laurent Champaney-President Paristech; Saskia Van Uffelen-Digital Champion Belgium). In a vivid panel discussion, professionally moderated by Prof. Tinne De Laet, university representatives (Prof. Laurent

Champaney, Prof. Gerald Farnell, Prof. Jo Van Caneghem) and industrial entre -preneurs (Ivo Christiaens-HR VP Siemens Belgium) debated on how engineering education may benefit from an increased level of collaboration and co-creation between both partners. Agreement The Convention in Leuven created many opportunities for networking and sharing experiences. Existing informal contacts were confirmed or institutionalized in official agreements and partnerships. For the Faculty of Engineering Technology and the Sciences & Technology Group of KU Leuven, the Convention has resulted in the signing of three agreements on the exchange of students and staff with Lund University, a world top 100 university in Sweden.

Maarten Pinxten

ENGINEERING FACULTIES OF KU LEUVEN HOST EUROPEAN CONVENTION OF ENGINEERING DEANS 2019

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

4

Page 5: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

5CONNECTING

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

KU LEUVEN AND VELLORE INSTITUTE OF TECHNOLOGY SIGN COOPERATION AGREEMENT

On 15th April 2019, Prof. Luc Sels, Rector of KU Leuven and Prof. Sekar Viswanathan,

Vice-President of the Indian Vellore Institute of Technology (VIT) signed a Memorandum of

Understanding in Leuven. Both parties agreed to intensify the cooperation in engineering

education and research and to start up exchange and twinning programmes.

Prior to the signing ceremony, Vice-President Viswanathan and Prof. Sandhya Pentareddy,

Executive Director at VIT were welcomed at Group T Campus by Prof. Koen Eneman, Campus Chair, Prof Abhishek Dutta and Wim Polet, Director of The International Office. VIT is a young private university with four campuses in Vellore (Tamil Nadu), Chennai, Bhopal and Amravati Andhra Pradesh. At these campuses, more than 25,000 students enrolled in 20 undergraduate programmes, 34 postgraduate, 4 integrated MS courses and 4 doctoral programmes in Engineering, Technology, Applied Sciences and Management. VIT was among the first universities in India to implement the Fully Flexible Credit System (FFCS), which gives the students the flexibility to make their own timetables by choosing the subjects and the faculties under whose guidance they want to study. Recently, VIT received the honorary title ‘N°.1 Indian Private Institution of Innovation’. With over 250 International Cooperation Agreements, VIT has a strong presence across the globe. In the International Transfer Programme, students study two years at VIT and two years in a partner university and get a degree from it. During the visit in Leuven, further possibilities to co-operate were discussed, such as collaboration with the VIT Graduate School in research on Artificial Intelligence, participation of KU Leuven at the VIT Higher Education Fair, the exchange of visiting professors, a Semester Abroad Programme for final year bachelors, study tours for students and the start up of a Dutch language introductory course at VIT.

Worth noting is also that VIT has its own Formula Racing Team. Pravega Racing is the official Formula Student Combustion Team of VIT. It designs and manufactures F1 prototype race cars to participate at Formula Student, the world’s largest engineering competition.

Yves Persoons

Prof. Sekar Viswanathan, Vice-President of the Indian Vellore Institute of Technology (VIT) and Prof. Luc Sels, Rector of KU Leuven

Page 6: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

KPMG & FIIW: PARTNERS IN INNOVATIE

6

Dat in disruptieve tijden je organisatie staat of valt met

innovatie, is inmiddels voldoende bekend. Maar waar moet je

best op focussen? Hoe zorg je ervoor dat nieuwe ideeën

opborrelen en samenkomen? Hoe raken ze überhaupt van

de grond? Wat is het belang van een ecosysteem daarbij?

En wat te doen als je ‘from scratch’ wil beginnen? En – last

but not least – is je huidige businessmodel wel future proof?

Deze en vele andere vragen kwamen aan bod tijdens het

event ‘Innovatie en Ondernemerschap’ op 21 maart 2019

in het nieuwe KPMG-complex bij Brussels Airport.

Daniël Pairon, partner van het consultancybedrijf KPMG Belgium, zette meteen de toon: “We be -

schouwen dit event enkel als geslaagd als ieder van de 120 aanwezigen na afloop met een innovatief idee voor zijn of haar organisatie het pand verlaat”. Dat deze doelstelling moeiteloos gehaald zou worden, stond eigenlijk al op voor -hand vast. De vijf parallelle werksessies en zes themasessies bestreken een zodanig brede waaier van topics over innovatie -management, digitale transformatie en globalisering dat het imposante KPMG-gebouw zich in een mum van tijd tot de

nok vulde met creatieve ideeën. Tijdens de netwerk -momenten was de innovatie haast te snijden. Win-win Het jaarlijkse event rond ‘Innovatie en onder nemer -schap’ is de ‘hoogmis’ van de samenwerking tussen KPMG Innovation Advisory en de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Decaan prof. Bert Lauwers formuleerde het

als volgt: “We delen niet alleen dezelfde passie, we bedienen ook dezelfde klanten. KPMG adviseert en ondersteunt bedrijven bij de inschatting van hun innovatie maturiteit en het uittekenen van de nodige roadmaps om relevant te blijven in de markt. Wij – als ingenieursfaculteit – hebben als taak innovatieve ingenieurs op te leiden die deze processen in de bedrijven mee vorm en inhoud kunnen geven. Maar er is meer.

De innovatieve ingesteldheid begint eerst en vooral bij jezelf, in eigen huis. Het betekent evenzeer over het muurtje kijken, naar het werkveld. Of – nog beter – de muurtjes slopen en van je campus een werkveld maken en het werkveld beschouwen als een verlengstuk van je campus. Daar begint de echte innovatie. Onbeslagen komen we in dat verband niet op het ijs. Initiatieven zoals het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs, Technovation Hub en WingsPro zijn schoolvoorbeelden van hoe de interactie met ondernemingen een win-win kan zijn, ook op het gebied van innovatie”. Werksessies In de werksessies werd telkens een specifiek aspect van het creëren en managen van innovatie voor het voetlicht gebracht met aandacht voor de tools en expertise die daarbij ingezet kunnen worden. Zo handelde de sessie ‘Ideation’ over het ontwikkelen en verzamelen van innovatieve ideeën aan de hand van een gestructureerd proces. ‘Innovation Assessment’ ging dieper in op welke middelen een beroep gedaan kan worden om de innovatieve mindset bij de mede -werkers aan te zwengelen.

Daniël Pairon, Global Lead van KPMG Asset Management

Prof. Bert Lauwers, decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

Page 7: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

7CONNECTING

Dat bij een ‘start-up oprichten’ niet alleen centen en mensen komen kijken maar ook een flinke injectie innovatie werd duidelijk in de gelijknamige sessie. ‘Idea Implementation & Ecosystem’ focuste dan weer op het belang van een sterk en wijdvertakt netwerk. En in ‘Entre preneur -ship’ kon je aan de hand van een eenvoudige test je ‘bosi’ DNA bepalen en de implicaties ervan voor je onder -nemerschap en de samenstelling van je ‘dream team’. Themasessies De themasessies hadden elk een eigen technologische insteek. ‘RPA’ belichtte het belang van Intelligent Automation en de kritische factoren bij de implementatie ervan. In ‘Artificial Intelligence & Chatbot’ passeerden enkele praktische use cases de revue evenals de ‘opportunity quick scan’ die vertrekt vanuit de concrete probleemstelling en niet onmiddellijk vanuit de technologie. Wat zich allemaal achter de schermen van het fenomeen bitcoins afspeelt, werd zichtbaar gemaakt tijdens de sessie ‘Blockchain’. Dat naar mate de digitalisering verder oprukt de veiligheids -risico’s evenredig toenemen, werd met behulp van live demo’s aangetoond in

de sessie ‘Cyber Security’. Een ander zorgenkind van de innoverende ondernemer is de ‘Intellectual Property’. Wat kan je wel of niet beschermen? En hoe verdedig je je tegen kapers op de kust die het gemunt hebben op je creatieve ideeën en toepassingen? ‘Robotics’ tenslotte liet zien hoe robots zich almaar meer ‘meester’ maken van de leef- en werkomgeving van de mens, maar ook van de maakindustrie, de landbouw, voeding en farmaceutica, logistiek en de medische en zorgsector. Relevant Het laatste woord was voor de keynote spreker in de figuur van Christophe Mouton, CEO van het AZ Maria Middelares uit Gent, en lid van het selecte clubje van 50 Belgen die volgens de Financieel Economische Tijd je leven kunnen redden. De forse opmars van digital health is ook binnen én buiten de ziekenhuizen niet te stuiten. In die mate dat anticiperen op de nieuwste ontwikkelingen een conditio

sine qua non is geworden om nog een reden van bestaan te hebben. Wat daar allemaal komt bij kijken, vatte de CEO gebald samen in één zin: ‘Innovatie is relevant blijven’. Van de relevantie van ‘Innovatie en Ondernemerschap’ was alvast elk van de deelnemers overtuigd. Het wordt uitkijken naar de editie 2020.

Yves Persoons

Christophe Mouton, CEO van het AZ Maria Middelares Gent

Page 8: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Ingenieur mag dan wel aanzien worden als het

meest aantrekkelijke beroep in België, toch kampen

de ondernemingen meer dan ooit met een tekort

aan jong en geschikt ingenieurstalent. Dat de

‘war for talent’ een nieuw hoogtepunt heeft bereikt,

bleek duidelijk uit de jobbeurzen van de Faculteit

Industriële Ingenieurswetenschappen in het voorjaar

van 2019. Op alle campussen meldde zich een

recordaantal standhouders aan.

Ingenieurs zijn al langer gegeerd op de arbeidsmarkt, maar wat we dit jaar hebben meegemaakt is ongezien”,

aldus prof. Koen Eneman, voorzitter van Campus Groep T. “Alles wijst erop dat de jacht op jong technisch talent de komende jaren alleen nog zal toenemen. De digitale revolutie en de ontwikkeling van nieuwe intelligente technologieën zullen niet alleen ons leven, werken en consumeren ingrijpend veranderen, ook de bedrijven zullen hun producten en processen moeten herdenken. Bij alle aspecten van deze transitie zijn op de een of andere manier ingenieurs betrokken”. Virtuele beurs De blikvanger was op 12 maart de jobbeurs Technologie, ICT, Engineering en Management op Campus De Nayer, een gemeenschappelijk initiatief van de campus en de Thomas More hogeschool. Met 317 topbedrijven die hun vacatures en stageplaatsen voorstelden aan meer dan 1000 studenten, alumni en werk -zoekenden is de beurs in Sint-Katelijne- Waver uitgegroeid tot de grootste in haar soort. Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, gaf de aftrap. “Met de keuze voor management en STEM zijn de studenten zeker van een boeiende job en wacht hun een mooie toekomst”.

Nieuw dit jaar was dat ook de graduaatsstudenten Elektriciteit, Elektro mechanica en ICT van de partij waren. Deze opleidingen worden nu nog aangeboden door CVO TSM op Campus De Nayer, maar vanaf september 2019 maken ze deel uit van Thomas More. Alle bedrijven schreven zich ook in voor de virtuele beurs. “Sommige kozen er bewust voor om enkel de virtuele toer op te gaan, andere waren ertoe genood -zaakt wegens plaatsgebrek in onze etagetent van 3300m2”, merkt organisator Leo Schoeters van Thomas More op. Meet an engineer Op 27 februari 2019 was het verzamelen geblazen in Geel op de campus van de KU Leuven en Thomas More. 205 bedrijven uit Vlaanderen en Nederland stelden hun vacatures voor. “De beschikbare plaatsen in de landbouwhal van Thomas More vlogen de deur uit”, aldus prof. Geert Van Ham. “Zelfs met 40 extra standplaatsen t.o.v. de vorige editie was er niet voldoende ruimte om alle aanvragen positief te beantwoorden”. “Naast de algemene jobbeurs organiseerden we op 4 april ook een ‘meet an engineer’ event voor de eerste- en tweedejaars

bachelors en de masters”, vervolgt prof. Van Ham. “De studenten konden hierbij in tijdsloten van 20 minuten een informeel gesprek met een ingenieur voeren. Voor de eerste- en tweedejaars bachelors is dat een goede voorbereiding op de keuze van hun afstudeerrichting. Voor de masters is het een niet te missen opstap naar de arbeidsmarkt. Aan de ‘meet an engineer’ namen nog eens 50 bedrijven deel, van wie er verschillende eerder al op de jobbeurs aanwezig waren”. Op de Technologiecampus Gent zat de jobbeurs van 1 maart al na 10 dagen na de opening van de inschrijvingen compleet vol. “Met 140 bedrijven zaten we echt aan ons plafond”, vertellen de organisatoren Elisabeth Platteeuw en Griet Maes.

8

BEDRIJVEN BESTORMEN CAMPUSSEN

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

Page 9: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

“Daarom hebben we de kandidaat-deelnemers de kans gegeven om op de website van de campus een pagina te kopen waar ze een bedrijfsomgeving konden creëren, tags selecteren, de gewenste profielen ingeven en vacatures plaatsen. Dat was onze versie van de virtuele beurs. Maar dan nog bleven er nog 100 wachtenden op de lijst staan”. Opmerkelijk op Technologiecampus Gent was ook het aantal bedrijfspresentaties: 60 in totaal verdeeld over telkens vier parallelsessies”. Tweedaagse De nieuwe Campus Brugge barstte op 25 maart uit zijn voegen. “Meer dan 80 bedrijven met vaak grote standen kunnen we gewoon niet aan, tenzij we de halve campus ontruimen”, stelt organisator

Isabelle Vervenne. “Anderzijds heeft een gelimiteerd aantal deelnemers ook zijn voordelen. Er zijn geen wachtrijen aan de stands waardoor er meer tijd is voor persoonlijk contact”. Op de jobbeurs in Brugge waren ook de laatstejaars professionele bachelors van de Vives hogeschool uitgenodigd evenals de alumni. De derdejaars bachelors konden op zoek gaan naar een interessant onderwerp voor hun masterproef. En wie na zijn ingenieurs -opleiding nog verder wil studeren, vond eveneens ruimschoots zijn gading. Op 12 en 13 februari beet Campus Groep T in Leuven de spits af. Daar was het aantal aanvragen zo groot dat de jobbeurs met een dag moest worden verlengd. En dan nog was er snel opnieuw een wachtlijst.

“Wat veel bedrijven naar Leuven heeft gelokt, is het internationale karakter van onze campus”, meent prof. Eneman. “Onze jobdagen zijn geen Vlaams onder -onsje. De aanwezigheid van buitenlandse ingenieursstudenten – meer dan 20% van onze populatie is internationaal, goed voor meer dan 40 nationaliteiten – maakt het evenement automatisch grensover -schrijdend. De internationale studenten vormen immers een interessante doelgroep voor ondernemingen die internationaal (willen) opereren. Daarom vind je op onze jobdagen opvallend veel multinationals, al moet gezegd worden dat ook de Leuvense bedrijfswereld met tal van hightech spin-offs van de KU Leuven sterk vertegenwoordigd was.”

Yves Persoons

9CONNECTING

Page 10: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

10

Structural design and structural innovation

are the cornerstones of the new master’s

programme.

The Master of Science in Civil Engineering Technology is a one-year programme (60 ICTS). Students are required to take 6 compulsory courses and 18 ICTS elective courses,

allowing them to focus on technologies such as Dredging, BIM, Acoustics, Coastal and River Engineering, Sustainable Materials Engineering, Precast Concrete and Dynamics of Structures. Students will also complete a professional competence module (internship) to work on a scientific project, resulting in a master’s thesis. The project can be carried out in one of the research labs at the campus or in an approved workplace. After graduation, a wide spectrum of professional opportunities opens for degree holders. Graduates in Civil Engineering Technology can get started in various functions including design, calculation, consultancy, sales, quality inspection and research. Depending on their interest and ambition, their scope can range from technical expert to consultancy and executive functions. Ghent Technology Campus is the only campus in the Faculty of Engineering Technology that offers this master’s programme in English.

Rik Saey https://iiw.kuleuven.be/english/programmes/MA/

civil-engineering-technology

From 25 February until 3 March 2019, Prof. Kaharudin Dimyati, Dean and Prof. Hazlie Mokhlis, Deputy Dean of the Faculty of Engineering of the University of Malaya

(UM) visited Group T Leuven Campus. They were welcomed by Prof. Bert Lauwers, Dean of the Faculty of Engineering Technology and Prof. Koen Eneman, Campus Chair. Founded in 1905 as the King Edward VII College of Medicine, UM is Malaysia’s oldest university. Its name derives from the term ‘Malaya’ as the country was known back then. Today, UM is an international renowned institution of higher learning in research, innovation and teaching. The QS World University ranking ranked UM at the 86th place in the world and the 19th in Asia. UM is situated in the southwest of Kuala Lumpur, the capital of Malaysia. The university has more than 20,000 students and 2,500 faculty members, divided into 12 faculties, 2 academies and 3 centres. UM has produced many notable alumni, among them two Prime Ministers who have contributed significantly to the development of the country. After a campus tour and the presentation of the Faculty of Engineering Technology, the UM delegation visited imec, the Arenberg Doctoral School, the Malaysian Embassy in Brussels and Sluys International, the only Malaysian flavour company in Western Europe. Furthermore, the possibilities of starting up a double degree bachelor’s programme and academic exchange were discussed.

Yves Persoons

NEW AT GHENT TECHNOLOGY CAMPUS MASTER OF SCIENCE IN CIVIL ENGINEERING TECHNOLOGY

MALAYSIA’S TOP-RANKED UNIVERSITY VISITS GROUP T LEUVEN CAMPUS

NIEUWS UIT DE FACULTEIT FACULTY WORLDWIDE

fltr: Prof. Sabine Vercruysse; Prof. Kaharudin Dimyati, University of Malaya, Faculty of Engineering, Dean; Prof. Hazlie Mokhlis, UM, Faculty of Engineering, Deputy Dean (Undergraduate Programs), Prof. Bert Lauwers

Page 11: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

11CONNECTING

De 4de editie van de Onderzoeksdag Chemie, Biochemie en

Biowetenschappen op 19 maart 2019 was een schot in de

roos. Meer dan 250 derdejaars bachelor- en schakelstudenten

namen op de Technologiecampus Gent een frisse duik in het

rijk gevulde onderzoeksaanbod van de multicampusfaculteit

Industriële Ingenieurswetenschappen. Het werd een dag die

overliep van informatie en inspiratie.

Vier plenaire presentaties, 22 lezingen en een doorlopende infomarkt waren de ingrediënten van deze

hoogdag. Onderzoekers en professoren van alle campussen waren present in Gent om het talrijk opgekomen publiek warm te maken voor de wondere wereld van het (bio)chemisch en biowetenschappelijk onderzoek. Speciaal in de kijker stonden de zgn. onderzoeksgebaseerde multi campus -modules. Dit zijn opleidingsonderdelen, elk goed voor 6 studiepunten, die nauw aansluiten bij het onderzoek dat op de verschillende campussen gebeurt. Masterstudenten kunnen zulke module in hun curriculum opnemen als keuzevak. Een unieke kans om buiten de vertrouwde comfortzone van de eigen campus te treden, de opleiding te personaliseren en kennis te maken met de onderzoeks -infrastructuur en -apparatuur elders. Caleidoscopisch De dag begon met een voorstelling van de 10 multicampusmodules door prof. Hans Rediers, die in 2013-2014 het initiatief lanceerde. Vervolgens was het de beurt aan de professoren Raf Dewil, Hans Rediers en Jo Van Caneghem om de onderzoeksexpertise van de clusters ‘Sustainable Chemical Process Technology’, ‘Bioengineering Technology’ en ‘Materials Technology’ uit de doeken te doen.

Na de plenaire sessies zwermden de studenten uit over de 22 lezingen verzorgd door doctorandi en postdocs. Het leverde een caleidoscopisch beeld op van de onderzoeksbedrijvigheid op de verschillende campussen: van niet- of laag-alcoholisch bier, insecten, biocontrole en voedselveiligheid over de valorisatie van afvalstromen tot (bio)reactoren en allerhande eenheidsoperaties. De kers op de taart was de doorlopende infomarkt waar al wie nog vragen had ruim zijn/haar gading vond.

Affirmatief De resultaten van de bevraging na afloop behoeven weinig toelichting. De infomarkt en de introductiesessies werden als heel informatief ervaren. De diversiteit van het onderzoek op de diverse campussen maakte ook een stevige indruk. En op de vraag of het initiatief voor herhaling vatbaar is, was het antwoord unaniem affirmatief. Algemene conclusie: het smaakt naar (nog) meer.

Dorine Bruneel Ilse Van de Voorde Ann Van Vossel

ONDERZOEKSDAG CHEMIE/BIOCHEMIE & BIOWETENSCHAPPEN SMAAKT NAAR (NOG) MEER

NIEUWS UIT DE FACULTEIT

Page 12: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

De Internationale Week op Campus Diepenbeek stond dit jaar (25 tot 29 maart) helemaal in het teken van

de stad van de toekomst. Een brandend actueel thema, gelet op de verdichting van de stedelijke gebieden, de vergrijzing van de bevolking, de problemen inzake veiligheid, mobiliteit, ruimtelijke ordening, enz. Een Smart City is een stad die gebruik maakt van slimme technologieën en geïntegreerde data om de levens -kwaliteit van zijn inwoners te verbeteren en de stedelijke processen en diensten te optimaliseren met respect voor de econo -mische, sociale en duur zame aspecten. Campus Diepenbeek en de UCLL-hoge -school grepen de internationale week aan om hun studenten kennis te laten maken met praktijkvoorbeelden van slimme transformaties en evoluties op het gebied

van data, duurzame energie, veiligheid, transport, infrastructuur, zorgverstrekking, nutsvoorzieningen, telecommunicatie, onderwijs, enz. “Onze ingenieursstudenten hebben lezingen en seminaries bijgewoond in het kader van het opleidingsonderdeel Levenslang leren”, aldus internationaal coördinator Greet Raymaekers die samen met Chris Huybrechts van UCLL het evenement op het getouw zette. “De buitenlandse gasten waren studenten Elektromechanica en Elektronica van Spaanse en Italiaanse universiteiten waarmee we samenwerken in het kader van Erasmus. Verder waren er ook ingenieursstudenten van het Brusselse Institut Supérieur Industriel en studenten management van UCLL van de partij. Ze werden ingedeeld in groepen om te werken rond het thema ‘Smart City –

Smart Campus’. Engineering en management vormden een uitstekende mix om dit complexe onderwerp vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Op basis van de lezingen en eigen ervaringen ontwierpen de teams hun ideale ‘smart campus’. Voor extra-inspiratie zorgde een bezoek aan het onderzoekscentrum EnergyVille in Genk waar een rondleiding en een lezing over duurzame energie op het programma stonden”. De internationale week werd afgesloten met een presentatie van resultaten en de uitreiking van de awards en de deel -nemingscertificaten aan de studenten.

Yves Persoons

SMART CITY & SMART CAMPUS IN DIEPENBEEK

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

12

Page 13: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

Voor een internationale ervaring hoef je niet per se naar het

buitenland. Van 18 tot 22 maart streken gerenommeerde

professoren en onderzoekers van over de hele wereld neer

in Sint-Katelijne-Waver en Geel om gastcolleges te geven

en tegelijk een aparte internationale sfeer te creëren.

Peter Arras (Campus De Nayer) en prof. Peter Karsmakers

(Campus Geel) doen het verhaal.

Op Campus De Nayer verwel -komde gastheer Peter Arras 22 internationale collega’s uit tien

verschillende landen. “De meesten van hen kwamen van onze partner -universiteiten en waren hier op een staff training week of in het kader van een uitwisseling. Hun programma bestond voor het grootste gedeelte uit het verzorgen van gastcolleges voor onze studenten. Die bestreken een brede waaier van topics gaande van smart manufacturing en machine learning tot food processing en nanomaterials. Tijdens de internationale week organiseerden we op de campus ook een intensieve cursus over embedded systems waar een twintigtal studenten van de Fach -hoch schule Dortmund aan deelnamen.

Uiteraard deden we ook een beroep op talent uit eigen huis. Zo verzorgden de collega’s Toon Goedemé, Maria Pozo Romero en Sergio Alvarez-Pérez seminaries over resp. image processing, voedingstechnologie en biotechnologie”. Succes “Overigens was niet alleen technologie aan de orde”, vervolgt Peter. “Op het programma stonden ook sessies over digitale innovatie en ondernemerschap. Campusvoorzitter prof. Jan Ivens sprak over Internationalization@Campus De Nayer en Yannick Van Aelst van het bekende bouwbedrijf Besix onderhield het publiek over het opzetten van inter nationale projecten en het leven als expat”. Dat Peter Arras met recht en reden van een succes kan spreken, blijkt uit de cijfers.

Aan de keynote sessies namen de 250 studenten uit de eerste en tweede bachelor -fase deel en bij de andere lezingen bestond het publiek uit 350 derde bachelors en masters. De internationale week werd in sfeer en met smaak afgesloten met een BBQ inclusief cantus van de studentenkringen Elektro mechanica en Elektronica-ICT. Ontvangst Positieve geluiden waren ook te horen op Campus Geel bij monde van prof. Karsmakers en Patricia Van Genechten. “Bij ons stonden lezingen op het programma over o.m. het Internet of Things en Cloud-based Artificial Intelligence. Daarbij mikten we in eerste instantie op de masterstudenten Elektronica-ICT. Als afsluiter werden onze gasten officieel ontvangen op het stadhuis door burgemeester Vera Celis”.

Yves Persoons

CAMPUSSEN DE NAYER EN GEEL KLEUREN INTERNATIONAAL

13CONNECTING

Prof. Peter Karsmakers en Patricia Van GenechtenPeter Arras en Ann Bezuglaya van ZNTU (Zaporizhzhia National Technical University) uit Oekraïne

Page 14: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Rita Thijs

COCOON2440 ONTPOPT ZICH TOT BRUISEND TECHNOLOGIECENTRUM

Als de cocon opengaat, slaat een veelkleurige vlinder de vleugels uit. Een betere metafoor is

voor cocoon2440 nauwelijks te vinden. Sinds de officiële inhuldiging op 4 oktober 2018 gonst

het in het nieuwe pand in de Stationsstraat van Geel van co-working, co-creation en

ondernemerschap. Maar wie is de drijvende kracht achter de hele onderneming? Een portret

van Rita Thijs, coördinator, business coach en veelzijdige duizendpoot van cocoon2440.

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

14

Page 15: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Tijdens de openingsceremonie gaf rector Luc Sels aan de organisatoren de wijze raad ‘het project de tijd te geven om te groeien’. Veel tijd heeft Rita Thijs alvast niet nodig

gehad om het centrum onmiddellijk op volle toeren te laten draaien. Het ene evenement volgt het andere op, afgewisseld met workshops over 3D-printen, scannen, drones, thermo -forming voor patissiers en een resem STEM-initiatieven voor scholen en jongeren. En ook de ondernemers uit de regio, het brede publiek en – last but not least – de ingenieursstudenten van Campus Geel hebben hun weg naar de Stationsstraat 24 gevonden. Perfecte mix Onbeslagen kwam de coördinator en business coach niet op het ijs. Rita verdiende eerder al haar sporen in het bedrijfsleven en is sinds 2007 ook zelf ondernemer. Voeg daarbij haar opleiding in Elektronica en je krijgt een perfecte mix van technologie en management én het geknipte profiel voor een beheerder van een startend technologiecentrum. Rita begon haar loopbaan als computertechnicus bij Digital, maar realiseerde zich snel dat ze meer in haar mars had. Dus zette ze spoedig de eerste stappen in een management -functie. Bij het netwerkbedrijf Ungermann-Bass kon ze haar vleugels al breder uitslaan. Tot ze bij Cisco onmiddellijk aan de slag kon als Europees directeur. “De vijftien jaar bij Cisco zijn een bijzonder vruchtbare periode geweest”, verduidelijkt Rita. ”En dat zowel voor het bedrijf als voor mezelf. De Silicon Valley ervaring en de vrijheid om Cisco Europa mee op de kaart te zetten, gaf veel voldoening. Zo kon ik bijvoorbeeld de hele support -afdeling van scratch uitbouwen, het Europese support centrum naar Brussel halen en mij commercieel uitleven in contract onder -handelingen met de grote spelers in het veld, zoals HP en Alcatel. Ik kon ook een nieuwe afdeling opstarten die zich specifiek richtte op het middensegment van het netwerkgebeuren en tevens het certificatieprogramma ontwikkelen dat inmiddels in alle Cisco-vestigingen worldwide gebruikt wordt”. In 2007 vond Rita dat de tijd rijp was om zelf een duik te nemen in het ondernemen. Ze werd zelfstandige en adviseerde tal van KMO’s bij hun intrede in de online business en e-commerce. Ze trad eveneens op als crisismanager voor bedrijven in slechte papieren. Technologie-management-educatie “Met het cocoon2440 project van KU Leuven diende zich een nieuwe uitdaging aan”, vervolgt Rita. “Wat mij in de job van coördinator en business coach bijzonder aansprak, was niet alleen de aandacht voor technologie en management, maar ook – en vooral – het educatieve aspect. Ons product is onderwijs en vorming in brede zin en onze klanten bestrijken een brede range van jongeren en leraren over ingenieursstudenten, docenten en onderzoekers tot ondernemers en het brede publiek. Voor elk van deze doelgroepen een aantrekkelijk aanbod

creëren veronderstelt een flinke dosis inventiviteit en inlevings -vermogen. Maar – en dat is het punt – mijn functie raakt rechtstreeks de kern van de missie van onze faculteit. Die ziet technologie niet als een doel op zichzelf, maar als een tool voor en door mensen. Dat betekent dat de technologie ook gemanaged moet worden. En – zoals bekend – zijn technologieoverdracht en management niet mogelijk zonder een goed geoliede communicatie, of – in ons geval – educatie. Een professionele coördinator en business coach is bijgevolg niet alleen een technoloog en een manager maar ook een communicator/ educator. Het educatieve aspect heeft bovendien niet alleen betrekking op de organisatie als zodanig en op de klanten in het bijzonder, maar ook op jezelf. Je bent elke dag opnieuw lerende tussen de lerenden. Zo blijf je alert voor de nieuwe ontwikkelingen in de technologie, in het werkveld en in de samenleving. cocoon2440 is geen besloten werkplaats, maar een open learning community”. Op stapel Inmiddels zijn we negen maanden verder en staat bij cocoon2440 een hele reeks nieuwe projecten op stapel. Zo is het centrum nauw betrokken bij de ontwikkeling van een alternatieve masterproef waarin de valorisatie van de resultaten expliciet aan bod komt. Campus Brugge en Campus De Nayer stappen mee in het pilootproject. In Brugge wordt onderzocht hoe restanten of overschotten van vlas gebruikt kunnen worden in kunststoffen. In Mechelen experimenteert men met bacteriën om tomaten -ziektes ecologisch te bestrijden. In het kader van het postgraduaat Innoverend Ondernemen is het ambitieuze plan opgevat om over vier jaar een minisatelliet te lanceren waarbij een wetenschappelijke proef wordt uitgevoerd in de ruimte. Een tweede project dat ook aansluit bij het onderzoekswerk op Campus Geel is het ‘internet of actions’-project om via sensoren data te verzamelen en algoritmes te ontwikkelen. Economiestudenten van de Antwerpse KU Leuven campus werken aan een economisch model van co-working ruimtes voor de stad Geel. En recent heeft een Spaanse doctoraatsstudent zijn intrek in het pand genomen. In samenwerking met de Hooibeekhoeve ontwikkelt hij ten behoeve van de melkveesector een toestel om de kwaliteit en de samenstelling van melk te meten. Barst cocoon2440 binnenkort uit zijn voegen? Dat is voor Rita vooralsnog geen zorg: “We zijn een open leer- en werkomgeving. Het is hier een continu komen en gaan van mensen en projecten, van bezoekers en passanten, van jong en oud. Gelegen in het hart van Vlaanderens ‘Barmhartige Stede’ zijn we een ontmoetingsplaats voor iedereen met een warm hart voor wetenschap en technologie”.

Yves Persoons

15CONNECTING

Page 16: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN

In Brugge lijkt er geen houden meer aan. De campus opende

de voorbije maanden niet minder dan drie gloednieuwe

laboratoria. De nauwe banden met de regionale bedrijfs -

wereld, de overheid en de andere kennisinstellingen spelen

hierbij een belangrijke rol. De focus ligt op het versterken

van die sectoren waarin West-Vlaanderen reële

groeimogelijkheden heeft.

Op 5 februari opende het onder -zoekslab ‘Nieuwe Materialen’ de deuren. Met deze infrastructuur

– gefinancierd door o.m. het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) – wil Campus Brugge een voor -trekkersrol spelen op het gebied van duur- zame kunststofverwerking en -recyclage. Ook de andere West-Vlaamse KU Leuven Campus KULAK doet mee. Beide campussen hebben inzake polymeren al

heel wat expertise in huis, zowel wat de materiaalkarakterisering als de verwerkings mogelijkheden betreft. Dankzij de financiële injectie kunnen de krachten nu gebundeld worden. In Brugge installeerde de onder zoeks -groep Propolis van prof. Frederik Desplentere alvast twee geavanceerde toestellen om onderzoek te verrichten dat tegemoetkomt aan de ecologische behoeften van bedrijven uit de regio. Van ultieme machine … Op 23 mei opende de Fabriek voor de Toekomst Machine -bouw & Mechatronica twee nieuwe innovatielabs op Campus Brugge. Deze installaties willen een antwoord bieden op de

technologische uitdagingen waarmee de ondernemers in hun productie-omgeving gecon -fronteerd worden: autonome

machines, collaboratieve robots, sensoren, Internet of Things, Industy 4.0, enz. “Het innovatielab ‘The Ultimate Machine’ ontwerpt, optimaliseert en valideert machines, voertuigen en robots onder invloed van temperatuur, trillingen en storingen allerhande en vormt ze – indien gewenst – om tot autonome of semi -autonome ‘cyber-physical systems’”, legt prof. Davy Pissoort van de M-Group uit.

“Wij ontwerpen en sturen de machine optimaal aan, testen deze op omgevings -factoren, voeren structurele analyses uit via simulaties met virtuele sensoren of prototypen het idee van de klant. Bij deze tests kijken we naar de wisselwerking tussen de machine en de omgeving. Performantie, betrouwbaarheid en functionele veiligheid zijn daarbij cruciaal. Deze ‘dependability’ wordt zowel via hard- als via softwaretechnieken ondersteund. Zulke machine is in staat om zelf te detecteren wanneer iets niet correct verloopt en kan dan de nodige ingrepen doen”. … tot ultieme fabriek Prof. Mark Versteyhe van de M-Group geeft tekst en uitleg bij ‘The Ultimate Factory’. “Ons lab is een conceptfabriek die bestaat uit een aantal zelf -organiserende plug & produce systemen. Dit zijn machines die flexibel aan- en afgekoppeld kunnen worden in een productieomgeving. De conceptfabriek omvat zowel ingeburgerde als nieuwe processen. Ze beschikt o.m. over een klein logistiek systeem, gedistribueerde sensor- en actuatorsystemen, industriële controllers, een joining module en com -mu nicatiemodules. We passen innovatieve algoritmes toe om in deze geconnecteerde omgeving maximale systeem prestaties te realiseren. De concept fabriek wil op die manier een proeftuin zijn om de nieuwste innovaties uit Industrie 4.0 op een eenvoudige manier te testen”. Campusvoorzitter prof. Frederik Desplentere doet alvast een oproep aan de onder -nemers: “Wij zijn constant op zoek naar nieuwe partners. We kunnen zorgen voor inbedding van nieuwe kennis in uw bedrijf om zo de weg vrij te maken voor innovatie en de creatie van maximale meerwaarde”.

Yves Persoons

CAMPUS BRUGGE SPEELT NIEUWE TROEVEN UIT

16

Hilde Crevits, Vlaams minister van Onderwijs, Jean de Bethune, voorzitter POM West-Vlaanderen en prof. Gerard Govers, vicerector KU Leuven

Page 17: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

17CONNECTING

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

DE INDUSTRIEEL INGENIEUR IN INDUSTRIE 4.0Inzake Industrie 4.0 moeten onderwijs, kennis instellingen

en overheid dringend de handen in elkaar slaan. En ook

de ingenieurs zelf kunnen niet wachten tot de transitiestorm

overwaait”, aldus Peter Demuynck, algemeen directeur

van Agoria Vlaanderen, tijdens een druk bijgewoonde

alumnibijeenkomst op Campus Groep T.

Vlaanderen beroept zich graag op zijn innovatievermogen, maar voor tal van uitdagingen dient dringend

een tandje te worden bijgestoken. Eén daarvan is Industrie 4.0, ook wel ‘Smart Industry’ genoemd. Het is het equivalent van het Internet of Things dat ervoor moet zorgen dat alle machines, producten en diensten op een netwerk aangesloten zijn en zowel binnen als buiten het bedrijf informatie delen en uitwisselen voor optimale productie, voor -spelbaar onderhoud en klantspecifiek maatwerk. Peter Demuynck verwijst in dat verband naar de ‘Factory of the Future’-actie van Agoria.

Intelligent en geavanceerd Onder ‘Factory of the Future’ verstaat Peter Demuynck een fabriek die op een intelligente manier veranderende vragen kan beantwoorden en zichzelf daartoe kan reorganiseren met gebruik van intelligente technologieën en geavanceerde netwerken. De voorwaarden hiervoor zijn o.m. het gebruik van state-of-the-art productie -technologieën, het samenbrengen van systeem- en ontwerpdenken, de digitali -sering van alle operationele processen, de actieve betrokkenheid van alle medewerkers en het vertrekken vanuit de marktvraag.

‘Smart Production’ staat voor flexibele, zelflerende en adaptieve productie systemen die snel en soepel kunnen inspelen op de wensen van de almaar veeleisender wordende klant. Sleutelcompetenties In Industrie 4.0 blijven industrieel ingenieurs hoe dan ook onmisbaar, al zullen ze het wel over een andere boeg moeten gooien. Peter Demuynck onderscheidt daar bij vier zgn. “key skills’: probleemoplossend vermogen, kritisch denken, creativiteit en people management. “De industrieel ingenieur is niet meer de klussendoener of dépanneur. Ingenieur verwijst naar ‘genus’ (in- of aangeboren) en ‘genius’ (verstand, talent, vindingrijkheid). Een ingenieur is dus iemand die geroepen is om zijn/haar talenten te ontwikkelen en in te zetten voor zichzelf en de anderen. In die zin is ingenieur meer dan een ‘beroep’, het is ook een roeping. Hierin schuilt precies het onderscheid tussen de ‘klassieke’ en de ‘nieuwe’ ingenieur. Waar de ‘klassieke’ ingenieur in eerste instantie opereert in instrumentele of rationele termen, denkt en handelt de ‘nieuwe’ ingenieur vooral sociaal en strategisch. Wat de ingenieur ook bedenkt, maakt of beslist, wordt in deze gecon -necteerde wereld mee bepaald door andere actoren. Deze wisselwerking vraagt om ingenieurs die zich kunnen inleven in andere denkbeelden en verplaatsen in andermans situatie. Dit veronderstelt empathie, openheid, ethisch bewustzijn en een ruim assortiment van professionele vaardigheden, soms nog een beetje denigrerend ‘soft skills’ genoemd. Volkomen onterecht overigens, want het is precies met deze skills dat de industrieel ingenieurs het verschil maken”.

Yves Persoons

Peter Demuynck

Page 18: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Stage lopen in een fabriek van de toekomst. Het is niet aan iedereen gegeven of besteed.

Aan Gilles Buelens echter wel. In het kader van het Postgraduaat Innoverend Ondernemen

voor Ingenieurs kon hij bij Robert Bosch Produktie in Tienen een in-company project

realiseren waarin hij zich helemaal kon uitleven in de ontwikkeling van een nieuw soort

ruitenwisser. Hubert Verelst, R&D verantwoordelijke wisbladplatformen voor de originele

uitrusting van nieuwe wagens en Stijn Truyens, platformontwikkelaar wisblad bij Bosch

steken hun tevredenheid over Gilles’ passage in het bedrijf niet onder stoelen of banken.

Bosch in Tienen kreeg de eretitel ‘Factory of the Future 2019’ niet zomaar in de schoot geworpen. Het bedrijf is in snel tempo uitgegroeid van een producent van ruitenwisser tot

een toonaangevend ‘Centre of Competence’ waar de nieuwe generaties wisbladen en bijbehorende rubbers en tal van andere producten worden ontwikkeld. Automatisering, digitalisering, en optimalisering van de in-flow productie met een maximale inzet van de nieuwste IT-applicaties zijn de motor van een doorgedreven innovatie- en veranderingsstrategie. “Als ingenieur-stagiair kun je enkel dromen om in zo’n inspirerende omgeving terecht te komen”, stelt Gilles. “ Ik kon meteen aan de slag in één van de hot spots van het moment: de ontwikkeling van een nieuw type van wisblad bestemd voor het ‘ultrahigh segment’ van de auto-industrie, de duurdere merken dus”. Sproeiwisser of wisser-sproeier? Hubert Verelst legt uit waar het om te doen is. “We gaan de functies wissen en sproeien combineren. De sproeivloeistof stroomt langs de wisarm naar de adapter van het wisblad en verspreidt zich langs het wisblad. Zo gaat niet alleen minder vloeistof verloren, ze wordt bij het wissen ook gelijkmatiger over het raamoppervlak verspreid. Dit leidt tot een beter en sneller resultaat zonder dat daarbij het uitzicht van de bestuurder enige hinder ondervindt bij het sproeien”. “Het principe lijkt eenvoudig, maar er komt behoorlijk wat onderzoeks- en ontwerpwerk bij kijken”, vervolgt Stijn Truyens. “ Daar komt nog bij dat we het wisblad ook willen uitrusten met een thermisch element om te voorkomen dat het sproeiwater bevriest. Dat heeft nogal wat consequenties voor o.m. de materiaalkeuze. Zeker als je beseft dat de thermische geleidbaarheid van kunststoffen verre van ideaal is”.

Van ontwerp tot test Veel tijd om naar hartenlust te experimenteren had Gilles niet. In 12 weken – de duur van de stage- moest de klus geklaard zijn. “Na een korte maar intensieve leertijd, ben ik direct met het mechanisch ontwerp van de adapter begonnen”, vertelt Gilles. “Het ontwerp werd door middel van simulaties geoptimaliseerd in samenspraak met de ontwikkelingsafdelingen van Bosch in België, Duitsland, Hongarije en Servië. Voor de bouw van het prototype ben ik gaan aankloppen bij Materialise in Haasrode, de specialist op het gebied van 3D-printen. De tijd die mij nog restte heb ik besteed aan het testen van een aantal exemplaren in diverse omstandigheden. Voor het doorlopen van de andere testcycli was mijn stage helaas te kort”. Inmiddels gaat in Tienen het werk dat Gilles begon onverminderd verder. “Tegen de zomer willen we een A-sample klaar hebben met van het volledige wissysteem die we dan kunnen evalueren op voertuigen in levensechte situaties”, zegt Hubert Verelst. Dat Gilles in de ontwerpfase een belangrijke inbreng heeft gehad, dat staat volgens beide Bosch-ingenieurs als een paal boven water. “ Die pluim kan Gilles en met hem het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs op hun hoed steken”, bevestigt Stijn Truyens. “De student, het bedrijf, de opleiding, iedereen is er op de ene of andere manier beter van geworden”.

Yves Persoons

INNOVATIESTAGE IN ‘THE FACTORY OF THE FUTURE’

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

Gilles Buelens en Stijn Truyens

18

Page 19: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

WAT MAAKT BOSCH TIENEN TOT FACTORY OF THE FUTURE 2019? We vroegen het aan Wim Elsen, vicepresident en verantwoordelijk voor de New Business.

“Factories of the Future investeren in digitalisering, in slimme processen en producten, maar ze gaan ook duurzaam om met energie en materialen en hebben aandacht voor de betrokkenheid en het creatief vermogen van de medewerkers. Deze bedrijven zijn actief op zoek naar nieuwe markten voor hun producten en diensten. In ons geval gaat het om onze uitgebreide materiaalkennis, procesexpertise op het gebied van compounding, extrusie, lakken en onze knowhow inzake automatiseringen R&D. GlassVAC, de accu-ruitenreiniger van Bosch, is daar een goed voorbeeld van. Het rubber voor de wissers van dit apparaat maakt gebruik van dezelfde ‘Power Protection Plus’-technologie die wordt gebruikt voor de autoruitenwissers. Bij deze technologie wordt een polymeercoating over de wislip aangebracht, zodat de wisser zacht en soepel over het oppervlak glijdt en het raam perfect gereinigd wordt”.

Bedrijven die geïnteresseerd zijn in samenwerking met Bosch Tienen vinden meer informatie op:

www.bosch.be/nl/ons-bedrijf/bosch-in-belgië/tienen/

19CONNECTING

Page 20: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Een flexibele woning, een intelligente koelkast, een groen dak,

een CO2 vrij kantoor. Op 26 april 2019 waren deze ontwerpen

te zien tijdens de slotdag van het interdisciplinair project

‘Challenge in Urbanisation’ op de Technologiecampus Gent.

Het was tevens de bekroning van het nieuwe multicampus

en interfacultair opleidingsdeel ‘Intrapreneurship werkt!’.

Initiatiefnemer en drijvende kracht gastprofessor Jean Pierre

Goemaere en zijn collega’s prof. Ignace Martens, Guus Leenders,

Dimitri Coppens en Sien Dieltiens blikken tevreden terug.

Ondernemen is een vlag die vele landingen dekt”, merkt Jean Pierre Goemaere op. “Het verschil

tussen een entrepreneur en een intra -preneur is daar een goed voorbeeld van. Waar tal van entrepreneurs echte publieke figuren zijn, lopen de intrapreneurs veel minder of niet in de kijker. Dat is ook begrijpelijk, want een intrapreneur is

iemand die zich binnen zijn of haar organisatie als een ondernemer gedraagt. Eigenlijk komt het hierop neer. Terwijl de entre pre neurs risico’s nemen door eigen kapitaal in te zetten, nemen de intra preneurs risico’s met iemand anders’ portemonnee. Dat betekent evenwel niet dat de intra -preneurs minder gedreven of succesvol zouden zijn.

Integendeel, vaak zijn het de intrapreneurs die binnen de ‘veilige muren’ van hun organisatie met de meest innovatieve ideeën voor de dag komen. John Chambers, de voormalige CEO van Cisco, voorspelde onlangs nog dat 40% van de huidige wereldwijd bekende bedrijven over 10 jaar niet meer zullen bestaan. Tenzij ze nu massaal inzetten op het creëren van wat hij noemt een ‘intra preneurial company culture’. Chambers vergelijkt het met een ecosysteem of een vruchtbare voedingsbodem waarin innovatie kan ontkiemen en tot ontwikkeling komen. Peter Hinssen, oprichter van nexxwork, stelt onomwonden dat intra preneurs te lang en volkomen onterecht gediend hebben als tweederangs onder nemers”. DRAMCO In het Nederlands wordt ‘intrapreneurship’ vaak ‘ondernemen binnen de onder -neming’ genoemd, naar de gelijknamige bestseller van M. Weggeman, G. Wijnen en R. Kor uit 1977. “De praktijk zelf dateert al van veel vroeger”, vervolgt Jean Pierre Goemaere. “In 1943 zette Lockheed Martin een groep van uitgelezen medewerkers bij elkaar om het P-80 gevechtsvliegtuig te ontwerpen. Deze mensen zouden nu ‘intrapreneurs’ genoemd worden. Steve Jobs deed hetzelfde in zijn MacIntosh team. Met het artikel ‘Here come the Intrapreneurs’ in Time magazine in 1985 werd de term wereldbekend”. Overigens kan ook Jean Pierre Goemaere een intrapreneur genoemd worden. In de toenmalige KAHO Sint-Lieven richtte hij samen met prof. Lieven De Strycker 19 jaar geleden de DRAMCO-groep op die onderzoek verricht op het gebied van draadloze mobiele en embedded communicatie.

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

20

INTRAPRENEURSHIP WERKT OOK!

Gastprofessor Jean Pierre Goemaere

Page 21: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Wat destijds startte als een twee -persoons-initiatief telt nu 17 medewerkers, allemaal entrepreneurs, opgenomen in de Technologie cluster Elektrotechniek (ESAT) van de Gentse technologiecampus. Stad van de toekomst Met het interdisciplinair project ‘Challenges in Urbanization’ leverden Jean Pierre Goemaere en zijn collega’s opnieuw een sterk staaltje van entrepreneurship af. Te meer omdat het de bedoeling is om niet alleen in eigen huis maar ook op de andere campussen van de faculteit samen met de Faculteit Architectuur een eco systeem te creëren waarin het ondernemerschap wortel kan schieten. Het intrapreneurship beschouwen ze daarbij als een opstap naar het echte entrepreneurship. Voor het eerste project kozen de organisatoren voor een brandend actueel thema: de stad van de toekomst. “In 2050 leeft twee derde van de tegen dan 9 miljard tellende wereldbevolking in de steden”, verduidelijkt Jean Pierre Goemaere. “Er zijn nu al tientallen megasteden met meer dan 10 miljoen inwoners en dat aantal groeit gestaag. Maar hoe blijven zulke mastodonten leefbaar, duurzaam, veilig en productief? Dat was het onderwerp tijdens de eerste projectdag van de vier teams.

De brainstormoefening resulteerde in vier min of meer afgeleide projectthema’s: flexibele woningbouw, groenbekleding op schuine daken, beperken van de voedselverspilling door het gebruik van intelligente koelkasten en gezondere kantoorruimtes. Deze onder werpen sloten wonderwel goed aan bij de trends die je ook in de vakliteratuur aantreft: de stad van de toekomst stoot weinig CO2 uit, is verticaal en is heringericht en groen”. Proof of concept Jean Pierre Goemaere vertelt hoe alles verder in zijn werk ging. “De eerste project week stond in het teken van input in de vorm van flankerend onderwijs. Acht sprekers uit gespecialiseerde onder -nemingen of onderzoekscentra verzorgden presentaties over de noden i.v.m. de voorgestelde thema’s, de trends in de toekomst, maar ook over project -management, marketing en design. Tijdens de praktische workshops leerden de teamleden hoe ze een goed idee konden vertalen naar een werkbaar proof of concept. In de tweede projectweek gingen de teams aan de slag om aan hun concept handen en voeten te geven. Daarbij konden ze rekenen op vier collega-business coaches. Tevens waren er nog gastcolleges over ‘product -ontwikkeling’ en ‘presenteren en pitchen’.

Aan het einde van week 2 kwamen de teams voor de dag met een schaalmodel, een 3D-tekening, een prototype of een proefopstelling. Op 4 april stonden ze met een poster op het netwerkevent ‘Imagineering the City: hoeveel ruimte biedt het klimaat nog aan de mens’ in het Gentse stadsmuseum. Vervolgens waren er nog twee weken om het project te finaliseren voor de slotdag van 26 april op de campus”. Goesting Voor het interdisciplinair project ‘Intrapreneurship werkt!’ werden op de Technologiecampus Gent twee weken in de masteropleiding gereserveerd. Ook de derde bachelors konden bij wijze van voorafname deelnemen. “Een compacte aaneengesloten periode is veel productiever in termen van competentie-ontwikkeling en teambuilding dan een gespreide formule”, aldus Jean Pierre Goemaere. “Het leidt ook tot kwalitatief betere eind -producten en de voldoening is zowel bij de studenten als de coaches beduidend groter. En dat is precies wat we beogen. Intrapreneurship staat of valt met de ‘goesting’ die het opwekt. Die ‘goesting’ leer je niet uit een boekje, die ontkiemt en komt al doende tot wasdom”.

Yves Persoons

Gastprofessor Jean Pierre Goemaere, prof. Ignace Martens, Guus Leenders en de studenten van het interdisciplinair project ‘Challenges in Urbanization’

21CONNECTING

Page 22: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER

22

De beste manier om iets te leren is er les over

te geven. Wat de Romeinse filosoof Lucius

Anneaus Seneca 2000 jaar geleden al wist,

is inmiddels overtuigend aangetoond in

cognitief psychologisch en onderwijskundig

onderzoek. Dit academiejaar brengen

student-assistenten van Campus De Nayer

Seneca’s ‘docendo discimus’ in de praktijk

in de bachelor opleiding Bouwkunde.

Meteen een primeur in de Faculteit

Industriële Ingenieurswetenschappen.

Prof. Ann Van Gysel, programma -directeur Bouwkunde en verantwoor - delijke van de Technologiecluster

Bouw op Campus De Nayer, doet het verhaal: “Zoals bekend, voert onze faculteit de interactie met het werkveld hoog in het vaandel. Welnu, het student-assistentschap gaat ervan uit dat je ook op je eigen campus aan werkplek leren kunt doen, in labs of oefensessies bijvoorbeeld. Voeg daarbij de groeiende vraag van de docenten naar bijkomende ondersteuning en de noodzaak om dringend vrijgekomen onderwijs -opdrachten in te vullen en je belandt haast automatisch bij de oplossing. Veel moeite was alvast niet nodig om onze campus -voorzitter voor de idee te winnen. En met de assistentie van Ann Nestor – evenement -organisator onderwijs professionalisering – van de Dienst Onderwijsondersteuning van de faculteit werd het voorstel snel en efficiënt geconcretiseerd en geïmple -menteerd. Sinds februari zijn de eerste drie student-assistenten aan de slag als jobstudent in de opleiding Bouwkunde”. Extra skills “In tal van buitenlandse universiteiten zijn student-assistenten al langer ingeburgerd”, vervolgt prof. Van Gysel. “De voordelen van

het systeem zijn dan ook legio. Enerzijds wordt het aantal onderwijsopdrachten van de betrokken docenten verminderd of in ieder geval aanvullend ondersteund. En anderzijds is het voor de student-assistenten een uitgelezen opportuniteit om niet alleen de inhoudelijke kennis nog beter onder de knie te krijgen maar ook ervaring op te doen in communicatie, klasmanagement en tal van andere sociale vaardigheden. Alleen al de capaciteit om een complexe materie bevattelijk uit te kunnen leggen aan een leek of buitenstaander, is een verworvenheid die tal van ingenieurs nog te weinig beheersen. Maar ook de studenten zelf zijn gebaat bij de aanwezigheid van een hogerejaars tijdens een oefenzitting of practicum. De drempel ligt lager, de contacten en informatie-uitwisseling gebeuren informeler en voor de student-assistent is het gemakkelijk om zich te verplaatsen in de situatie van de student. Een paar jaar eerder zaten zij immers in hetzelfde schuitje”.

LEREND WERKEN & WERKEND LEREN

Vlnr.: Michiel Bienens, Sander Janssens, Kathleen Lauwens, Toon Vandenbergh en Dennie Jansen

Page 23: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

23CONNECTING

Rekrutering Dennie Jansen en Inge Deygers, beiden docent Bouwkunde, en doctoraats studente Kathleen Lauwens waren onmiddellijk gewonnen voor het co-teaching concept. Inge staat in voor het lab ‘Bouwkunde 1’, Dennie voor het lab ‘CAD-technieken’ en Kathleen voor het lab ‘GIS en data -beheer’. Allemaal onderwijs opdrachten in de tweede bachelor die behoren tot het domeinspecifieke programma. Deze keuze is uiteraard niet toevallig: deze drie labs lenen er zich goed toe om gemotiveerde masterstudenten in te schakelen. “In overleg met prof. Van Gysel en Ann Nestor hebben we een hele rekruterings -procedure opgezet”, vertelt Dennie. “Die begon met een informele informatie -sessie, gevolgd door een ‘officiële’ vacature met kandidaatstelling en sollicitatie gesprekken en eindigde met de aanwerving en de ondertekening van het arbeidscontract”. “Ook al kenden we de kandidaten persoonlijk, toch gebeurde de beoordeling en selectie objectief op basis van heldere criteria”, vervolgt Kathleen. “Eenmaal geselecteerd, werden de gelukkigen ook niet onmiddellijk in het lab gedropt. Ze kregen vooraf een training van de Dienst Onderwijsondersteuning over lesgeven en een aantal didactische principes. Voor het werken in laboratoria was er een speciale sessie over veilig -heid”. Feedback Michiel Bienens, Toon Vandenbergh en Sander Janssens, alle drie master studenten Bouwkunde, haalden met succes de eind - meet. In het tweede semester verzorgden zij resp. 21, 27,5 en 24 contacturen, telkens samen met de docent.

“Dat laatste is wel belangrijk”, stipt Dennie aan. “Het is niet de bedoeling dat de student-assistenten onze plaats innemen. We blijven dus present tijdens alle sessies. Vooraf spreken we wel duidelijk af wie welke taak of onderdeel voor zijn rekening neemt, zodat zij ook inhoudelijk een bijdrage kunnen leveren”.

Vanuit het triumviraat komen alvast enkel positieve reacties. “Voor mij was het een buitenkans om mij verder te bekwamen in 3D software”, aldus Michiel. “Ik volgde eerder al een professionele bachelor en heb dus al behoorlijk wat praktijkervaring. Die komt nu goed van pas om de praktische kant van het modelleren aan de bachelors voor te schotelen. Ik werk bovendien geregeld in een bouwbedrijf en ook daar zijn deze vaardigheden goed inzetbaar”. Eenzelfde verhaal horen we van Toon. “Thuis hebben we een bouwbedrijf, dus weet ik hoe belangrijk goede en duidelijke instructies geven op de werf is.

Wat mij wel opvalt, is dat de studenten geneigd zijn om vlugger een tip of aanbeveling van ons voor waar aan te nemen dan van de docent”. Voor Sander was het dan weer in eerste instantie om de nieuwe ervaring op te doen. “Met les krijgen zijn we allemaal

vertrouwd. Ik wou wel eens weten hoe het voelt om aan de andere kant van de barrière te staan. Mijn indruk is dat er eigenlijk van barrières in ons geval weinig of geen sprake is”. Co-creatie Dat de student-assistenten automatisch de opdracht van de docenten zouden verlichten, be -hoeft volgens Dennie en Kathleen enige nuancering. “Co-teaching is niet synoniem van delegeren en de student-assistenten zijn geen voorgeprogrammeerde co-robots”, meent Dennie. “De formule vergt een andere aanpak en bijgevolg een herstructureren en deels

herdenken van je vak”. Kathleen apprecieert dan weer de inbreng en de feedback van de student-assistenten. “Zij staan veel dichter bij de studenten en weten uit ervaring waar en wanneer er zich knelpunten zullen voor doen. Dit maakt dat je als docent beter kunt anticiperen en korter op de bal kunt spelen”. Prof. Van Gysel besluit als volgt: “Co-teaching impliceert ook vormen van co-creatie. Of – om het plaatje volledig te maken – co-teaching is about co-creation towards a common purpose”.

Yves Persoons

We learn…

10% of what we read

20% of what we hear

30% of what we see

50% of what we see and hear

70% of what we discuss

80% of what we experience

95% of what we teach others

William Glasser

Page 24: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

STUDENTEN IN DE KIJKER

Ze zijn zeer slim, uiterst precies en kunnen uren blijven

doorgaan. Daarbij hebben we het niet alleen over de boys

van het FLACRA-team, maar ook over de producten die

ze ontwikkelen en bouwen: flexibele, autonome en

samenwerkende robots die hand-en-spandiensten

kunnen verrichten op tal van gebieden.

FLACRA staat voor ‘Flexible, Autonomous & Cooperative Robot Applications’. Het team bestaat uit

vier masterstudenten Elektromechanica van de Technologiecampus Gent en project -leider Jesse Illegems, die innoverend ondernemen studeert in het gelijknamige postgraduaat. In de Technovation Hub van de Faculteit Industriële Ingenieurs -wetenschappen bevindt FLACRA zich in het gezelschap van andere innovatieve en ondernemende studententeams zoals het Solar Team, Formula Electric Belgium, CORE en Innovived. Samen werken Terug naar de robots. Etymologisch is het woord afgeleid van het Tsjechische ‘robota’, dat ‘werk’ of ‘verplichte arbeid’ betekent. Het zal wel geen toeval zijn dat het Nederlandse woord ‘arbeid’ dezelfde Indo-Europese wortel heeft. Vandaag de dag is een robot een programmeerbare machine die informatie verwerkt en ook de meest uiteenlopende fysieke taken kan uitvoeren. In combinatie met artificiële intelligentie kan een robot een zich voort -durend uitbreidende zelfstandigheid krijgen. “De robots die wij ontwikkelen, zijn inder -daad mobiel en autonoom, maar wat zij ook kunnen is samenwerken”, legt Jesse uit. “Met de mens uiteraard maar ook met elkaar. Concreet betekent dit dat onze robots in groep verschillende taken kunnen uitvoeren of indien nodig de krachten kunnen bundelen om complexe of zware opdrachten aan te pakken.

Je kunt het vergelijken met een mieren -kolonie in het klein. Eén robot staat in voor de navigatie en coördinatie. De werk -robots klaren de klus”. Van scratch hoefden Jesse en zijn makkers niet te beginnen. Van het vorige FLACRA-team erfden ze een prototype om verder te perfectioneren. “We hebben ons in eerste instantie beziggehouden met de ontwikkeling van een navigatie -systeem”, vervolgt Jesse. “Dat testen we nu uit in diverse omgevingen en situaties. Daarnaast werken we ook aan een nieuw prototype dat we ten behoeve van toekomstige klanten een meer sexy look willen geven. Daarin kun je heel ver gaan: van humanoïde robots die op mensen lijken tot heuse ‘androïden’ die nauwelijks van mensen te onder scheiden zijn. Wij zijn al heel tevreden als we kunnen uitpakken met een aan trekkelijke en futuristisch ogende look. Belangrijk is ook dat onze robot modulair is opgebouwd zodat je er naargelang van de taak of de situatie gemakkelijk componenten op kunt plaatsen. Dat komt niet alleen de perso na li -sering van het eindproduct, maar ook de gebruiks -vriendelijkheid ten goede”.

Breed inzetbaar Wat de implementatie betreft, mikken Jesse en zijn teamgenoten in eerste instantie op de woonzorgcentra en de ziekenhuizen. “In de ouderenzorg bijvoorbeeld kunnen onze robots nuttige diensten bewijzen. In hospitalen kunnen ze materiaal aanvoeren of maaltijden bezorgen zodat het personeel meer tijd heeft voor de patiënten. Maar ook de security heeft belangstelling. Onze robots kunnen patrouilleren in gebouwen, bedrijfs ruimtes en op parkings. Uitgerust met warmte-, geluids- en bewegings -detectoren detecteren ze veel sneller onregelmatigheden dan een bewaker. Die hoeft trouwens niet meer op ronde, maar kan veilig in zijn kantoor de robots via scherm volgen. Nog gemakkelijker wordt het als de robots verbonden zijn met een alarmsysteem. Ook in de domotica liggen de toepassingen voor de hand: volautomatische stofzuigers en grasmaaiers zijn al op de markt”. “Maar er is nog veel meer mogelijk”, aldus Jesse. “In Japan opende in 2015 het allereerste ‘Weird Hotel’ dat volledig

GENTS STUDENTENTEAM BOUWT BEHULPZAME ROBOT

24

Jesse Illegems, teamleider van FLACRA

Page 25: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

gerund wordt door robots. Bij de super -marktketen Walmart in de VS worden zelfrijdende robots ingezet die autonoom de winkelrekken scannen en ontbrekende prijsetiketten of verkeerd geplaatste producten signaleren. In het Chinese Kunshan bedienen robots de klanten in restaurants. En in Dubai wordt geëxpe -rimenteerd met zelfrijdende robocops die drukbezochte straten, pleinen en winkel -centra surveilleren. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de toepassingen in de ruimtevaart en de militaire sector. Volgens sommige weten schappers zullen door de exponentiële groei van de computercapaciteit robots omstreeks 2030 in staat zijn om volledig zelfstandig de ontwikkeling, de productie en het beheer van robots in handen te nemen”. Interactie met werkveld Wat FLACRA eveneens gemeen heeft met de andere studentenprojecten van de faculteit is de samenwerking met gespecialiseerde bedrijven en dat niet alleen als financiële sponsor maar ook voor logistieke support en het leveren van knowhow en uitrusting. Jesse noemt in dat verband SSI Schäfer, Würth Elektronik en Schunk. “We zijn ook in gesprek met Flanders Make, het onderzoekscentrum dat maakbedrijven ondersteunt bij innovatie trajecten. Uit een recente studie van deze organisatie is gebleken dat 90% van de bedrijven zich goed bewust is van de transformatie-impact van Industrie 4.0 op hun business. Ruim de helft heeft al een strategisch plan klaar. Het gebruik van flexibele, autonome en coöperatieve robots staat overal hoog op het to-do lijstje. De FLACRA-teams na ons zullen nog weten wat te doen alvorens hun robots het project overnemen”.

Yves Persoons

Sinds 2014 pakt het Formula Electric Belgium Team elk

jaar opnieuw uit met een gloednieuwe, nog performantere

elektrische racewagen. Met deze auto neemt het team

in de zomermaanden deel aan de Formula Student

Competitions; dat zijn internationale wedstrijden waarin

de beste universiteitsteams van over de hele wereld

het tegen elkaar opnemen.

Sinds september 2018 zijn 21 ingenieursstudenten van de Campussen Groep T en De

Nayer en studenten van de Thomas More hogeschool druk in de weer met het ontwerpen en bouwen van hun nieuwste creatie: de Umicore Eclipse. In februari 2019 kregen pers en publiek het eerste digitale ontwerp te zien. Op 29 mei werd de nieuwe wagen officieel voorgesteld in Autoworld in Brussel en is de Eclipse klaar voor het grote werk op de Europese racecircuits. Over de naam van de nieuwe racewagen is al heel wat gespeculeerd. Eclipsen kennen we uit de astronomie als een verschijnsel waarbij een ster en twee of meer andere hemellichamen in een lijn komen te staan waardoor de

schaduw van de ene de andere bedekt. Het woord is vanuit het Oudgrieks via het Latijn en het Frans in het Nederlands geslopen. Maar wat is het verband met een futuristische supersnelle elektrische race car? Pr-verantwoordelijke Jelle Segers heeft zich in de etymologie verdiept en geeft het antwoord. “Het woord ‘eclips’ is een naamwoordelijke afleiding van het Griekse werkwoord ‘ekleipo’ – verduisteren – dat op zijn beurt afstamt van ‘leipo’: achterlaten. Welnu, dat is precies wat we beogen tijdens de Formula Student Competions: onze concurrenten in de schaduw zetten en hen ver achter ons laten. Hopelijk wordt 2019 het jaar van de Eclipse”.

Yves Persoons

UMICORE ECLIPSE KLAAR VOOR BLITSE START

25CONNECTING

Page 26: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

STUDENT IN DE KIJKER

26

“My semester at Olin College of Engineering was for sure the highlight of

my study in engineering technology at KU Leuven. I believe universities,

professors and students have so much to get out of this new educational

concept. I am very grateful to Group T Campus to give me such an

opportunity”, declared Gwendal Plumier after his return to Leuven.

“I can recommend all my fellow students to go there and enjoy

the Olin way of teaching and learning”.

Franklin W. Olin College of Engineering is a young undergraduate college in Needham (Massachusetts). In the engineering community, it is famous for its dynamic, small

size, project-based curriculum. In 2019, Olin College appeared again in Princeton Review’s list of top colleges. Olin made the top ten in 6 different categories, including ‘Professors get High Marks’ and ‘Best Classroom Experience’. “Warm welcome “I found Olin College on my institute’s website, where there is a list of partner universities by country”, Gwendal continues. “As I always dreamed to study in the United States, I applied for Olin. Since I believe that engineering includes much more than just mathematics and scientific courses, I was immediately fascinated by the Olin approach, experimenting with new forms of engineering education. I chose three project-based courses, which is a learning method not widely offered at Belgian universities”. From the first day on campus, Gwendal felt warmly welcomed to the Olin community. “Consequently, I met many students very quickly. I really liked the suite life with fellow students. It has offered me the opportunity to become familiar with American culture and way of life”. Project-based learning “Much of Olin College’s curriculum is built around hands-on engineering and design projects”, Gwendal tells. “One of my projects, for instance, consisted of developing a tether that would allow a runner who is blind to communicate with his guide in trails and road runs. Long discussions with my team mates, prototypes and many trials resulted in a successful device and a manual enabling visual disabled people and their surroundings to build their own tether”.

“I also had the chance to work with design programs from the Adobe Creative suite, as well as science-related material, such as electron microscopes” Classes are often taught by two professors, side-by-side. A so-called ‘Ninja’ – this is a student – is at your disposal for assistance if needed. You can take integrated course blocks that teach engineering, calculus and physics by exploring the relationships among the three subjects. At the beginning of the first year, students receive training in Olin’s machine shop for project-based work. For example, if you take the course ‘Design Nature’ you are required to design and build mechanical toys based on biological systems, such as the click beetle’s jumping mechanism.” “Another major advantage of studying at Olin is that you can make free use of all kinds of equipment, varying from professional cameras to textile screen printing machines. The university library is open 24 hours a day and activities are organized there every Wednesday to share knowledge with your fellow students. From Photoshop to programming, you will learn from everyone around a nice pizza”. Learning by doing and vice versa “Classes often take a do-learn format, with the application of concepts being taught before the formal introduction of the underlying theory. Other distinctive features of the Olin’s academic culture are freedom and trust.

AMAZING OLIN

Page 27: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

27CONNECTING

Students often take exams on their own time, without the supervision of proctors. I did not have to take any exams; I was evaluated on my projects and on a daily basis. Preparation was needed for every class. In general, the academic atmosphere is highly informal. Entrepreneurship “Furthermore, Olin has an expansive view of entrepreneurship”, Gwendal continues. “Throughout the curriculum the teaching of engineering is connected to entrepreneurship encouraging students to put the customers and their needs at the forefront of everything they undertake. During my stay at Olin, I had the opportunity to follow a course on ‘Entrepreneurship & Opportunities’ at Babson College, ranked the most prestigious entrepreneurship college in the United States”. Students’ life Gwendal soon discovered that learning is not limited to the classroom. “As Olin College constitutes a bid and sound community, learning happens everywhere: in group experiences,

faculty-led classes, student-led independent studies and co-curriculars where students from different majors work together. Learning also happens in student clubs and organizations – ranging from highly structured engineering competition teams to service organizations, social clubs and sport teams – in exploring the boundaries of knowledge and innovation working on research projects with faculty members- and – last but not least – by pursuing new ideas and passions through independent studies. Believe me; learning in all of these contexts is fun. It let students work on things they are excited about. These activities inspire creativity and equip students to use what they have learned. At the end of each semester, student work is celebrated at the Olin Expo, a real happening where students share the project they are most excited about. All this makes the workload quite intense, but at the same time, it is challenging you permanently. In short, the Olin experience has exceeded all my expectations”.

Yves Persoons

Gwendal Plumier

Page 28: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

De laatste tijd zijn de kerncentrales niet uit het nieuws te

branden. Betondegradatie in de bunkergebouwen, lekkende

koelwatercircuits, scheurtjes in de reactorkuipen van Doel 3

en Tihange 2, … Met alle gevolgen van dien voor de

elektriciteitscapaciteit en ’s lands energievoorziening. Om nog

te zwijgen over het flankerend politiek gehakketak. In één

specifiek dossier in deze complexe materie heeft prof.

René Boonen (Campus Groep T) zich de voorbije jaren stevig

vastgebeten. Dat van de scheurtjes in de reactorkuipen.

Zijn bevindingen werden hem lang niet altijd door iedereen

in evenveel dank afgenomen. Het verhaal van prof. Boonen

heeft dan ook alles van een detective story.

We schrijven 2012. Toen raakte via de pers bekend dat in de reactorkuipen van Doel 3 en

Tihange 2 scheurtjes waren ontdekt en de centrales bijgevolg werden stilgelegd. Bij Doel 3 ging het het om 8000 scheurtjes in het reactorvat. In 2014 bij een nieuwe inspectieronde werden er zowaar 13.000 scheurtjes gevonden. Toen een jaar later het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) het licht op groen zette voor de heropstart van de reactoren, ging bij prof. Boonen een rood knipperlichtje branden. Gedreven door een aanstekelijke vorm van ‘engineering curiosity’ trok hij op onderzoek om een antwoord te vinden op een aantal prangende vragen zoals: waar komen die scheurtjes vandaan, vanwaar die plotse toename in korte tijd, hoe is er gemeten, enz. De berichten in de pers brachten alvast weinig of geen informatie. Het luidde voor prof. Boonen het begin in van een echte queeste doorheen duizenden pagina’s rapporten, verslagen en statistieken. Deze documenten en berichten stonden gelukkig allemaal in een speciaal dossier op de FANC-website en in principe dus toegankelijk voor ieder.

Alleen hebben slechts weinigen de energie opgebracht om zich doorheen zo’n berg informatie te worstelen. Prof. Boonen's onderzoek richtte zich op vier aspecten die betrekking hadden op de scheurvorming. Dat waren achter een volgens het productieproces, de concentratie van waterstof in het staal van het reactorvat, mechanische restspanningen die tijdens de productie optreden en ten slotte de berekeningswijze die is gehanteerd om de integriteit van de reactorvaten aan te tonen. Productieproces De eerste vraag die zich stelde, betrof het ontstaan van die scheurtjes. Die waren er volgens de beschikbare documenten altijd al geweest. Ze zouden hun oorsprong vinden in het productieproces van de stalen kuipen. Bij wijze van hypothese werd waterstofgas opgelost in het staal als de oorzaak van de scheurvorming aan -gewezen. “Dit is een bekend verschijnsel”, aldus prof. Boonen “Het probleem betrof echter de hoeveelheid waterstof die vereist is om het ontstaan van zoveel scheurtjes te verklaren.

Uit mijn berekeningen bleek dat de originele hoeveelheid waterstof gemeten tijdens de fabricage van de kuipen veel te klein was om zoveel scheurtjes van die grootte te veroorzaken, zoals gemeten tijdens de inspectie van 2014. Ik kon maximaal 1500 scheurtjes verklaren, een fractie in vergelijking met de 13.000 die waren gemeten bij de controle van 2014”. Waterstofconcentratie Verder onderzoek drong zich op. Zo kwam prof. Boonen terecht bij de diffusie van waterstof in het staal tijdens de fabricatie. “Als een stalen kuip na het gieten afkoelt, verandert het geleidelijk aan van vloeibare vorm in een vaste stof “, legt prof. Boonen uit. “Tijdens het stollen van het gietstuk treden er grote concentratieverschillen van waterstof tussen de vloeibare en de vaste fase van het staal op. Maar – en dat is het punt – van zodra het gietstuk volledig gestold is, verdwijnen die concentratie -verschillen en verdeelt de waterstof zich homogeen over het staal. Ik heb berekend dat de waterstof binnen een dag homogeen verdeeld is wat maakt dat de hoeveelheid waterstof te gering is om het grote aantal scheurtjes te verklaren”. Maar er is meer. De scheurtjes ontstaan enkel tijdens de afkoeling als de temperatuur onder de 200° C daalt. “In de loop van het productieproces zijn er niet één maar wel vier momenten waarbij dat het geval is”, vervolgt prof. Boonen. “Het gieten van de kuip en het voorsmeden gebeurt bij Krupp. Na afkoeling verhuist de kuip naar Rotterdam waar ze opnieuw wordt verhit om te smeden en een zachtgloeibehandeling te ondergaan. Dan is er opnieuw een afkoelingsmoment waarna de kuip wordt afgedraaid tot ze helemaal blank is. Na het afdraaien wordt een eerste ultra -soontest uitgevoerd, maar daarvan zijn geen gegevens beschikbaar.

SPEUREN NAAR SCHEUREN: DE STUDIE VAN PROF. RENE BOONEN

DOCENT IN DE KIJKER

28

Page 29: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Daarna krijgt de kuip een nieuwe warmtebehandeling om het staal op de uiteindelijke sterkte te brengen met twee afkoelmomenten. Dan wordt de kuip op maat gedraaid en een tweede ultrasoontest uitgevoerd. De uitslag van deze test maakte melding van ‘geen rapporteerbare defecten’. Voor alle duidelijkheid: de productie van deze kuipen dateert van 1974. Als er toen geen gewag gemaakt werd van een probleem, ga je je afvragen: wat is er tussen 1974 en 2014 gebeurd om zoveel scheurtjes te kunnen verklaren”. Restspanning Deze vraag bracht prof. Boonen in een volgende fase van zijn speurwerk: het onderzoek van de restspanningen, die ertoe zouden kunnen leiden dat het materiaal gaat scheuren of barsten. “Krimpspanningen, afkoelspanningen, thermische spanningen onder druk konden we alvast uitsluiten”, verduidelijkt prof. Boonen. “In elk van deze gevallen zouden de scheurtjes loodrecht op de wandrichting staan en niet tangentiaal de omtrek volgen zoals nu het geval is. Blijven over: smeedspanningen en materiaal transformatiespanningen. Die kunnen scheurtjes in alle richtingen veroorzaken. Deze twee soorten rest -spanningen samen genereren slechts een maximaal effect van amper 15% van de toelaatbare materiaalspanning”. Er is trouwens nog meer aan de hand. Hoe is het te verklaren dat op een paar jaar tijd zulk een groot verschil in het aantal scheurtjes is gemeten? Volgens prof. Boonen is dit niet logisch. “Aangezien waterstof de aanwezige scheuren verder doet groeien in omvang en geen nieuwe scheuren zou veroorzaken in het blanke metaal, zou hun aantal net niet toenemen.

Minder maar wel groter. Maar dat is in de rapporten niet duidelijk terug te vinden. Een bijkomend probleem is dat in de statistieken van 2016 enkel het aantal scheurtjes is opgenomen, niet de grootte ervan. Een betere maatstaf zou daarom het aantal vierkante meter scheur opper -vlakte zijn”. Sterkteberekening Dan rest er tot slot nog een andere cruciale vraag. Hoe is het te verklaren dat in een streng genormeerde sector als de nucleaire een reactor met 13000 scheurtjes op volle kracht blijft draaien? “Daarmee zijn we bij een laatste heikel punt beland”, meent prof. Boonen. “Dat is de wijze van berekenen. Volgens de normen van de American Society of Mechanical Engineering (ASME), die ook volgens de Belgische wet nageleefd moeten worden, moeten eventuele scheurtjes minimaal 1 inch -25mm- van elkaar verwijderd zijn.

De scheurtjes in het reactorvat liggen echter dichter bij elkaar dan die 1 inch. De norm voorzag niet om dergelijke scheurdichtheden door te rekenen. Om de berekening toch te kunnen uitvoeren, werden de scheurtjes gegroepeerd en die scheurgroepen als equivalente enkel -voudige scheuren doorgerekend. Op deze wijze blijft de structurele integriteit van de reactorkuip van Doel 3 officieel binnen de opgelegde veiligheidsnormen. Voor deze berekeningswijze bestaat er evenwel geen precedent. Nergens in de literatuur is zo’n methode toegepast om de integriteit van een constructie aan te tonen”. Conclusie van al het speurwerk van prof. Boonen: "Tot op heden is op basis van de beschikbare gegevens de exacte oorzaak van de scheurtjes niet eenduidig identificeerbaar".

Yves Persoons

29CONNECTING

Prof. Rene Boonen

Page 30: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

ONDERZOEK IN DE KIJKER

30

In 2012 ontdekte Electrabel, met behulp van een verbeterde

foutdetectietechniek, een groot aantal foutindicaties tijdens

een inspectie van de reactorkuipen van Doel 3 en Tihange 2.

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) is de Belgische nucleaire veiligheids -

autoriteit, die ervoor zorgt dat de uitbating van de kernreactoren op een veilige manier verloopt en die als missie heeft de bevolking, de werknemers en het leef -milieu te beschermen tegen het gevaar van ioniserende straling.

Het FANC en zijn technisch filiaal Bel V namen het dossier in handen en maakten een grondige analyse van de situatie. Gedurende drie en een half jaar werden beide reactoren in een veilige stilstand gehouden. Intussen trof het FANC de nodige maatregelen om alle relevante technische elementen te verzamelen, om vervolgens een volledige analyse van het dossier te kunnen uitvoeren. Het FANC nam bovendien kennis van alle externe adviezen die over het dossier werden uitgebracht, analyseerde die en plaatste ze tegenover alle elementen waarover het beschikte om zijn conclusies te trekken.

Om de technische analyses van Electrabel en het nucleaire onderzoekscentrum SCK-CEN in Mol onafhankelijk te challengen, legde het FANC gedurende de hele evaluatieperiode de meest inter -pellerende elementen voor aan verschillende groepen internationale experts.

Het FANC diende het dossier in bij verscheidene experts die erkend zijn in hun vakgebied en die rechtstreeks werden aanbevolen door het Internationaal Atoomenergie agentschap (IAEA) of door de veiligheidsautoriteiten van andere landen, waaronder de VS en Frankrijk.

Het FANC nam zijn beslissing uiteindelijk zeer nauwlettend en volledig ona f han ke lijk, op basis van alle verzamelde elementen en van de opinies van alle geraadpleegde experts. Al die opinies bevestigden trouwens dat er adequate en relevante antwoorden waren gekomen op de vragen die werden opgeworpen.

Aan het einde van alle onderzoeken con -cludeerde het FANC dat de fout indicaties in de stalen wanden aanwezig zijn sinds de fabricage van de reactorkuipen, dat die foutindicaties gedurende bijna 40 jaar niet veranderd zijn en niet evolueren en dat de kuipen, ondanks de foutindicaties, bestand zijn tegen alle mogelijke incidenten.

Die conclusies kwamen rechtstreeks voort uit de verzamelde informatie over de productie van de kuipen, uit de meer dan 1.000 laboratoriumtesten, uit de kenmerken en de locatie van de foutindicaties in de kuipen en uit de resultaten van de vijf opeenvolgende herinspecties die op de

kuipen werden uitgevoerd sinds de ontdekking van de foutindicaties in 2012, die stuk voor stuk aantoonden dat de foutindicaties niet in aantal of in omvang waren toegenomen.

Het FANC besloot daarom in november 2015 om toestemming te geven voor de heropstart van de reactoren van Doel 3 en Tihange 2. De onafhankelijke analyse die parallel werd uitgevoerd door Vinçotte stemt ook overeen met de conclusies van het FANC.

Omwille van de transparantie tegenover de bevolking maakte het FANC de samen vatting van zijn evaluatie en de verslagen en adviezen van alle geraad -pleegde experts openbaar.

Sinds de beslissing in 2015 werd er geen informatie onder de aandacht van het FANC gebracht die de conclusies van het FANC ter discussie stelt. Er zijn sinds 2015 wel verschillende theorieën naar buiten gebracht die ervan uitgaan dat de foutindicaties toch evolueren. Het FANC heeft die theorieën geanalyseerd en voorgelegd aan internationale experts en Electrabel heeft de theorieën op zijn beurt voorgelegd aan het nucleaire onderzoeks -centrum in Mol. Alle geraadpleegde experts hebben geconcludeerd dat de theorieën waren gebaseerd op verkeerde hypotheses en onvolledige berekeningen.

Het FANC blijft dit dossier van zeer nabij opvolgen en zal niet aarzelen om in te grijpen als daar een gegronde reden voor bestaat.

Op de website van het FANC kan u het informatiedossier over dit onderwerp raadplegen:

https://fanc.fgov.be/nl/ informatiedossiers/kerncentrales- belgie/actualiteit/foutindicaties- de-stalen-wanden-van-de

SPEUREN NAAR SCHEUREN (VERVOLG): ONAFHANKELIJK FANC-ONDERZOEK NAAR FOUTINDICATIES IN STALEN WANDEN VAN REACTORVATEN DOEL 3 EN TIHANGE 2

Page 31: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

WETENSCHAPSCOMMUNICATIE

Op woensdag 8 mei 2019 liep Technopolis in Mechelen vol

voor de finaledag van de 15de editie van de Solar Olympics.

Vierendertig teams uit evenveel secundaire scholen pakten uit

met een origineel gadget dat werkt op zonne-energie.

De voorbije 15 jaar heeft het Agoria Solar Team van de

KU Leuven via deze weg al meer dan 7.500 jongeren actief

gesensibiliseerd voor hernieuwbare energie.

In 2004 bouwde een groep onder -nemende ingenieursstudenten van Campus Groep T de eerste Belgische

racewagen op zonne-energie. “De pioniers van toen zagen het onmiddellijk groots”, vertelt Seppe Declerck van het Agoria Solar Team. “Het was hun niet alleen te doen om met hun auto te gaan racen in Australië. Met hun project wilden ze ook jongeren bewustmaken van het klimaatprobleem en van het nut van hernieuwbare energie als alternatief voor de fossiele brandstoffen. Dit was in 2004. Klimaatmarsen en Youth for Climate bestonden toen niet. Anuna De Wever was nog geen drie jaar en Greta Thunberg amper één.” De Solar Olympics sloegen meteen aan. Voor de eerste editie meldden zich 100 scholen aan. Dertig ervan werden geselecteerd om hun voorgesteld gadget effectief te bouwen. Daarvoor ontvingen ze van het Solar Team een zonnepaneel, een batterij en een budget van 100 euro. Tijdens de finaledag demonstreerden de teams hun creatie en reikte de wedstrijd -jury de prijzen uit. “Dit concept doet het nog altijd”, zegt Seppe. “Meer nog, in de meeste scholen die deelnemen, zijn de Solar Olympics geïntegreerd in de STEM-lessen. Bovendien stellen we vast dat zowat 40% van de finalisten na het secundair doorstroomt naar een wetenschappelijke

of technische studierichting aan de universiteit of hogeschool”. Maar er is nog meer. De dodehoek -verklikker voor fietsers ‘Sofalert’ die de ‘gat-in-de-markt’-prijs won in 2017 bevindt zich nu in een testfase en komt dit jaar nog op de markt.

Via crowd funding is een bedrijf ‘Detectin Traffic’ opgericht dat het apparaat commercialiseert. Tijdens de finaledag werd van deze spin-off een demonstratie gegeven. “Inmiddels is ons concept ook ‘overgenomen’ in Nederland”, merkt Seppe fijntjes op. “De Solar Olympics Nederland is een ontwerpwedstrijd voor scholieren uit het voortgezet en beroepsonderwijs van de provincie Zeeland”.

Yves Persoons

SOLAR OLYMPICS: 15 JAAR JONGEREN WARM MAKEN VOOR ZONNE-ENERGIE

31CONNECTING

Page 32: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

ONDERZOEK IN DE KIJKER

32

Slimme technologieën zijn in volle opmars. Maar – eerlijk gezegd – zie je jezelf en je kroost

straks een vliegtuig zonder piloot nemen? Of geopereerd worden door een robot aangestuurd

door een chirurg aan de andere kant van de wereld? En als je twijfelt, wat houdt je dan tegen?

Of – anders gesteld – wat moet er gebeuren om je koudwatervrees te boven te komen en

onbezorgd in de nieuwe wereld van de autonome systemen te stappen? De professoren

Davy Pissoort en Jeroen Boydens van Campus Brugge hebben hierover twee ITN-projecten

opgezet in het kader van de het Marie Sklodowska-Curie programma van de EU.

ITN staat voor Innovative Training Networks. “Het gaat dus niet alleen om onderzoek”, verduidelijkt prof. Pissoort.

“Het is de bedoeling om de zgn. ‘Early-Stage Researchers’ – dit zijn wereldwijd gerekruteerde top-doctoraatsstudenten – die aan een dergelijk project meewerken ook de nodige competenties bij te brengen om interdisciplinair, intersectoraal en internationaal aan de slag te gaan. Rond elk ITN-project is een Europees consortium van zgn. ‘beneficiaries’ actief, bestaande uit gereputeerde universiteiten, onderzoekscentra en hightechbedrijven. In ons geval zijn dat bijvoorbeeld de universiteiten van York, Twente en Hannover, het Fraunhofer Institut en Robert Bosch, Barco, Horiba MIRA, enz. Verder zijn er ook nog tal van partner -organisaties bij betrokken. Daaronder ook ronkende namen als Jaguar Land Rover, Airbus, Statoil, Melexis, Lloyd’s Register EMEA, … In elk van onze projecten hebben we een netwerk van minstens 20 participerende organisaties. Weliswaar heeft ieder een duidelijk omschreven rol en verantwoordelijkheid, maar het managen van een dergelijke onderneming is en blijft een hele klus. Te meer omdat er behoorlijk wat geld mee gemoeid is. Voor beide ITN-projecten samen spreken we al gauw over 7 miljoen euro Europese fondsen”.

Hindenburg “Bij de goedkeuring van onze eerste projectaanvraag heeft het lot – of veeleer het noodlot – ons een handje geholpen”, merkt prof. Boydens op. “Op het moment dat de jury zich over de ingediende dossiers boog, crashte in de VSA een zelfrijdende auto met als trieste balans één dode. Het werd meteen wereldnieuws. Terwijl er elk jaar op de Europese wegen meer dan 20.000 mensen verongelukken, werd het eerste dodelijk ongeval met een autonoom voertuig vergeleken met de Hindenburg-catastrofe in mei 1937 die het lot van de majestueuze luchtschepen definitief bezegelde”. “Maar de toon was wel gezet”, vervolgt prof. Pissoort. ”Zolang autonome systemen buiten het publieke gezichtsveld blijven, is er geen vuiltje aan de lucht. Denk maar aan de ontelbare robots die nu al in de meeste industrieën de dienst uitmaken. Maar als autonome machines eenmaal in het straatbeeld of in het dagelijkse leven opduiken, slaat de onzekerheid omtrent de veiligheid en betrouwbaarheid toe. Niet helemaal onterecht overigens. De bestaande veiligheidsnormen hebben ongetwijfeld hun nut bewezen, maar dit zolang de mens op elk moment kon ingrijpen of overnemen. Dat is veel minder of niet het

geval bij systemen die autonoom functioneren en zich gedragen op basis van vooraf gedefinieerde respons op specifieke situaties. Daar komt nog bij dat autonome systemen ook in staat zijn om te leren uit fouten en die ‘lessen’ met andere systemen te delen. Dat betekent voor de twijfelaars nog meer onzekerheid over hoe het systeem zich zal gedragen in onverwachte situaties”. “Hier raken we de kern van ons Safer Autonomous Systems (SAS)-project”, vertelt prof. Boydens. “Ons doel bestaat erin het vertrouwen van het publiek te winnen door autonome systemen aan -toonbaar veiliger te maken en dat in alle denkbare omstandigheden. Uitgebreid testen ligt voor de hand, maar biedt geen afdoende oplossing. Gewoon omdat het praktisch en financieel niet haalbaar is om alle mogelijke situaties uit te proberen. ‘Virtual model-based testing’ kan hier soelaas bieden. Een ander probleem is dat de wetgeving en – in geval van de zelfrijdende auto’s – de verkeers -infrastructuur nog niet aangepast zijn aan de nieuwe ontwikkelingen”. Werkpakketten Bij het SAS-project zijn verspreid over de Europese partners van het consortium vijftien doctoraatsstudenten betrokken.

VAN VEILIGE AUTONOME SYSTEMEN TOT ELEKTRONISCH RISICOMANAGEMENT

Page 33: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

Zij zijn actief in zes werkpakketten. Drie zijn wetenschappelijk/technisch van aard; de overige houden verband met resp. training, disseminatie en management. In het programma is ook plaats voor drie casestudies. Die handelen o.m. over een zelfrijdend voertuig, een autonome boot, een zelf-opererende tractor, een autonoom olieboorplatform en een vlieg tuig zonder piloot. Verder zijn er nog zeven netwerk-brede evenementen gepland en een reeks workshops, webinars en e-learning modules via een multifunctioneel Open-Source Knowledge Platform. Over vier jaar hopen de Brugse professoren te kunnen uitpakken met een methodologie die als basis kan dienen voor internationale veiligheidsnormen en -reglementering zoals IEC 61 508 en ISO 26262. Risico’s Het tweede MCSA ITN-project luistert naar de naam PETER, wat staat voor ‘Pan-European Training, Research & Education Network on Electromagnetic Risk Management’. Prof. Pissoort beschrijft de probleemstelling als volgt: “Elektro -magnetische interferentie – kort weg EMI – kennen we allemaal als de klank uit een luidspreker verstoord wordt door een binnenkomende gsm-oproep. Op zich is dat niet erg. Problematisch wordt het wel als cruciale hightech apparatuur in auto’s, ziekenhuizen of gewoon bij je thuis gevoelig blijkt te zijn voor EMI. Terwijl bij conventionele apparaten de risico’s meestal visibel zijn, zijn hier onzichtbare krachten aan het werk. Een en ander betekent dat naarmate de apparatuur in complexiteit toeneemt en de gebruiker er meer afhankelijk van wordt, de risico’s navenant groter worden. Ook hier volstaan de gangbare normen en richtlijnen niet

langer, zeker als er meerdere EMI-effecten tegelijk in het spel zijn. Daarom stelt het PETER-consortium zich tot doel om het EMI-management meer risico gebaseerd te maken. Dit vraagt om een inter -disciplinaire aanpak die de hele levenscyclus van het systeem bestrijkt. Daarbij onderscheiden we 3 stappen: toeval- en risicoanalyse, risico-reductie en verificatie en validatie”. Concreet worden er vijftien doctorandi opgeleid in de ontwikkeling van veilige en betrouwbare hightech systemen. Hen wordt geleerd anders te gaan denken. Niet langer in termen van regels maar in termen van risico’s. Out-of-the-box Het PETER-project bestaat uit zeven werkpakketten, waarvan vier van weten -schappelijk/technische aard. Ook hier staan casestudies op het programma afkomstig uit diverse industriële sectoren (maritiem, gezondheidszorg, automotive, energie) en betrekking hebbend op verschillende ontwerpniveaus (geïntegreerde schakelingen, subsystemen, systemen en netwerken van systemen).

“Het is inderdaad de bedoeling dat onze onderzoekers hun bevindingen gaan toepassen in de ondernemingen die deel uitmaken van het consortium”, bevestigt prof. Boydens. “De resultaten moeten niet alleen innovatief zijn maar ook verkoop -baar. Van onze studenten verwachten we tevens een persoonlijk ontwikkelingsplan in functie waarvan ze hun opleidingstraject zelf vorm en inhoud kunnen geven. Aan inspiratie is er alvast geen gebrek: specialisten op het gebied van veiligheid, cyber-security en ethiek fungeren als gastspreker. Een opmerkelijke gast is Robin Van Galen, de coach van het nationale Nederlandse waterpolo dames -team. Zo zie je maar dat we out-of-the-box heel letterlijk nemen”. SAS en PETER mogen dan nog maar pas uit de startblokken zijn, dit belet het Brugse duo niet om al verder te kijken. Ze smeden al volop plannen voor nog ambitieuzere ‘research innovation actions’. “Zolang het Peter Principle niet toeslaat, gaan we door”, lacht prof. Boydens.

Yves Persoons

33CONNECTING

Prof. Jeroen Boydens en Prof. Davy Pissoort

Page 34: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

ONDERZOEK IN DE KIJKER

34

‘Onderzoeksgroep voor Technologie en Kwaliteit van Dierlijke

Producten oftewel TKDP’. Het is inderdaad een hele mondvol,

maar dit zeskoppig team van de Technologiecampus Gent

heeft dan ook – letterlijk en figuurlijk – heel wat vlees in de

kuip. Expertise die de groep maar al te graag deelt met de

vleesverwerkende sector. Recent nog werd een ambitieus

project afgerond dat meer dan 600 slagers een aantal

technieken en principes bijbracht over de bereiding van

kwaliteitsvolle en gezondere charcuterie. Prof. Ilse Fraeye,

hoofd van de onderzoeksgroep en Liselot Steen,

postdoctoraal onderzoekster, geven tekst en uitleg.

TKDP mag dan wel niet onmiddellijk een belletje doen rinkelen bij het brede publiek, in de vlees ver wer -

kende sector – van grote bedrijven tot de slager om de hoek – is het een naam die klinkt als een klok. De Gentse groep kan bogen op een sterke reputatie in het onderzoek naar de verbetering van de processing van vleeswaren, waarbij alles draait rond het afleveren van een kwalitatief hoogstaand eindproduct. De meeste projecten gebeuren in samenwerking met andere onderzoeksinstellingen of industriële partners uit de vleesindustrie, inclusief de producenten en toeleveranciers van bijbehorende ingrediënten. “Onze expertise situeert zich op drie gebieden”, legt prof. Fraeye uit. “Om te beginnen bestuderen we de functionele eigenschappen van de grondstoffen, hulpstoffen en ingrediënten. Dan komt de procesvoering zelf aan bod, dat zijn alle mogelijke bewerkingen van verkleinen, drogen, zouten, roken en fermenteren tot verhitten en afkoelen. En tot slot focussen we op de globale kwaliteit van de eindproducten. Vooral structuur, textuur en stabiliteit zijn belangrijke aandachtspunten in de lopende projecten. Maar ook de andere kwaliteitsaspecten zoals kleur, smaak en nutritionele waarde worden onder de loep genomen”. Mini-vleesfabriek Voor zijn onderzoek en dienstverlening beschikt prof. Fraeye’s team op de campus over een indrukwekkend vleeswaren -technicum – ‘een complete vleesfabriek in het klein’, aldus Liselot – waarin alle types van vleeswaren en aanverwante producten kunnen worden bereid en beoordeeld op hun samenstelling en kwaliteit. De Gentse onderzoeksgroep is ook bedrijvig in de navorming en bijscholing van productieleiders, meestergasten, kwaliteitsverantwoordelijken en – last but not least – de leraren in de slagersscholen.

KWALITEITSVOLLE VLEESWAREN UIT GENTS LAB

Prof. Ilse Fraeye en Liselot Steen

Page 35: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

35CONNECTING

Workshops en seminaries, maar ook een tweejaarlijkse specialisatie-opleiding zorgen voor de disseminatie van de onderzoeks -resultaten in de vleeswarensector. Daarbij is veel aandacht voor de klassieke ‘beenhouwers’. Zij waren dan ook de doelgroep van het VIS-project voor innovatievolgers ‘Vernieuwde charcuterie voor de ambachtelijke slagerij’, een samen -werkingsverband tussen de Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België en de KU Leuven dat werd gefinancierd door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Voedingswaarde In ‘charcuterie’ herken je de Franse woorden ‘chair (vlees) en ‘cuit’ (gekookt). Het verwijst naar een eeuwenoude methode om vlees te conserveren, lang voor de koelkasten hun intrede deden. De Romeinen die in de 1ste eeuw voor Christus in onze contreien arriveerden, waren onmiddellijk verlekkerd op de lokale ‘charcuterie’. In het oude Rome gold de ham uit Gallië als een luxeproduct waarvan de herkomst en de handel gereglementeerd waren als de ‘appellation d’origine controlée’ vandaag de dag. Inmiddels dekt de naam ‘charcuterie’ een veel ruimere lading dan ‘gekookt’ vlees. Het assortiment omvat een schier eindeloos gamma van levensmiddelen die uit rund-, paarden- en varkensvlees of gevogelte vervaardigd zijn en meestal als broodbeleg worden gebruikt. “Wat men er ook moge van beweren, vlees en vleeswaren hebben een uitstekende nutritionele voedingswaarde”, stelt Liselot. “Ze bevatten goed verteerbare eiwitten die rijk zijn aan essentiële aminozuren. Bovendien zijn vleeswaren ook een bron van vitamine B12 en ijzer.

Anderzijds kan niet ontkend worden dat sommige charcuterieproducten vaak onnodig veel vet en zout bevatten. In ons lab hebben we intensief onderzoek verricht naar mogelijkheden om het vet- en zoutgehalte te reduceren. Ze gewoon weglaten, is technologisch jammer genoeg niet haalbaar. Deze ingrediënten dragen namelijk aanzienlijk bij tot de textuur, de microbiële houdbaarheid, stabiliteit en smaak van het eindproduct en kunnen dus niet zomaar gereduceerd worden zonder dat de kwaliteit eronder lijdt. Via een aantal ingrepen in de grondstoffen en het productieproces zijn we erin geslaagd om kwaliteitscharcuterie met minder zout en gezonder vet te fabriceren”. Workshops “Met het VIS-project dat in 2016 van start ging, wilden we onze bevindingen laten doorstromen naar de slagers”, vervolgt Liselot. “Zodat zij in hun toonbank kwaliteits- en smaakvolle vleeswaren kunnen aanbieden met een gezondere samenstelling. Daarbij concentreerden we ons op vier ‘populaire’ productgroepen hier te lande: paté, droge (gefermenteerde) worst, kookworst en zouterijwaren. Over elk van die productgroepen hebben we een workshop georganiseerd op vier verschillende locaties in Vlaanderen. Aan de hand van didactische video’s toonden we de deelnemers hoe ze via eenvoudige ingrepen nieuwe recepturen en technologieën konden implementeren om nog beter te kunnen inspelen op de vraag van de almaar veeleisender wordende klanten. In het vakmagazine ‘De Belgische Beenhouwerij’ publiceerden we elf wetenschappelijke artikels waarin we dieper op de materie ingingen. En uiteraard konden de deelnemers na afloop van de workshops op ons een beroep blijven doen voor advies en support”.

Prof. Fraeye en haar team blikken tevreden terug op een in alle opzichten geslaagd project. “Ongeveer 630 slagers hebben deelgenomen aan onze work -shops. Meer dan 90% verklaarde dat ze met de opgedane kennis en inzichten effectief aan de slag zouden gaan. Ook onze artikelenreeks in het vakblad van de Landsbond dat maandelijks naar 2000 leden verstuurd wordt, kon op veel bijval rekenen. Positief is eveneens de interesse van de leraren uit de slagers -scholen. Zij zullen ervoor zorgen dat ook de toekomstige slagers vertrouwd gemaakt worden met onze bevindingen”. Variatie Over de huidige stemmingmakerij rond vleesproductie- en consumptie, wil Liselot niet veel woorden kwijt. Enkel dit: “Vlees en vleeswaren zijn zeer divers in samen -stelling en voedingswaarde en kunnen dus niet zomaar over dezelfde kam geschoren worden. ‘Variatie’, ‘evenwichtig’ en ‘met mate’ zijn en blijven de hoekstenen van een gezond voedingspatroon. En wat mij betreft, ik zweer nog altijd bij de oude Vlaamse wijsheid “’t is beter bij de slager te gaan dan bij de apotheker”. https://iiw.kuleuven.be/onderzoek/

qualitech4meats/english

Yves Persoons

Page 36: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

ALUMNUS IN DE KIJKER

36

De digitale revolutie en de slimme technologieën zullen niet alleen het leef-, werk- en

consumptiegedrag van de mens ingrijpend veranderen. Ook organisaties zullen hun producten

en processen moeten herdenken of zelfs opnieuw uitvinden. Bij nagenoeg alle aspecten van

deze transitie zijn op de een of andere manier ingenieurs betrokken. Maar hoe zal hun werk

en hun werkplek er dan wel uitzien? Koen van Beneden, General Manager-Personal Systems

bij HP Belux, lichtte tijdens een alumni bijeenkomst op Campus Groep T een aantal tipjes

van de sluier op.

Koen studeerde in 2006 op Campus Groep T af als industrieel ingenieur Elektromechanica. Als preses van

de studentenvereniging Industria en Head of marketing van het tweede Solar team profileerde hij zich snel als een veel -belovende ingenieur-ondernemer. Na een opleiding ‘Innovation and Entre preneur ship’ aan de Stanford University ging hij aan de slag bij HP. Van Sales Representative groeide hij snel door tot Area en vervolgens Country Category Manager. Sinds 2015 is hij General Manager-Personal Systems, verant woordelijk voor de Computing Business van HP in België en de Benelux. Dat Koen zich na meer dan tien jaar nog altijd – en zelfs meer dan ooit – bij HP professioneel kan uitleven, hoeft niet te verbazen. De missie van het bedrijf is hem als het ware op het lijf geschreven. Oordeel zelf: ‘HP creates technology that makes life better for everyone everywhere (…) Through our portfolio of printers, PC’s, mobile devices, solutions and services, we engineer experiences that amaze’. Precies die ‘Engineering Experiences’ worden volgens Koen het kenmerk van de toekomstige werkplek van de ingenieur. Maar er is meer. Wat Koen bij HP eveneens uitermate boeiend vindt, is de participatieve managementcultuur en de

maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin van het bedrijf. “Onze opdracht bestaat erin om niet alleen de klanten van vandaag tevreden te stellen, maar ook die van morgen. Dat doe je niet alleen met een assortiment van kwalitatief hoogstaande producten en bijbehorende service aan te bieden, dat realiseer je ook – en vooral – met innovatieve ideeën”. Authentiek en evenwichtig De huidige manier van werken stuit volgens Koen hoe langer hoe meer op haar limieten. “Van een industrieel tijdperk zijn we in een generatie tijd geëvolueerd naar een kenniseconomie. Alles is gecon -necteerd en iedereen wordt veron dersteld non-stop online te zijn, kwestie van zeker niets te missen en onmiddellijk te kunnen reageren. De gevolgen blijven niet uit: 28% van de Belgen klaagt over stress of aan stress gerelateerde fysieke kwalen, één op tien is geveld door een burn-out of bevindt zich in de risicozone. En in de open kantoren die geconcipieerd zijn om de interactie te bevorderen, is er geen tijd meer voor face-to-face communicatie”. “Geen wonder dat almaar meer mensen voor een andere optie kiezen”, vervolgt Koen. “Vooral bij de jongere generatie – de zgn. generatie Z – zie je een terug -

keer naar authentieke producten en materialen, een meer evenwichtige balans tussen privé- en professioneel leven, naar een andere manier van leven en consumeren waarbij delen belangrijker wordt dan bezitten. ‘Sharing is the new owning’, hoor je hoe langer hoe meer. De technologie speelt daar uiteraard op in. Wist je dat nu al de helft van de Amerikaanse consumenten gebruik maakt van ‘smart assistants’ bij aankopen? Hier heeft quasi iedereen een smart phone op zak met ontelbare apps om het leven te vergemakkelijken. Artificial Intelligence, virtual and augmented reality veranderen in snel tempo de wereld van design en leren. 3D en 4D-printing maken een ver door -gedreven personalisering van producten mogelijk. En het Internet of Things zorgt ervoor dat je leef- en werkomgeving kan anticiperen op je wensen en behoeften. Of – zoals we bij HP zeggen – ‘Technology becomes ambient and anticipatory’. We leven en werken niet langer met de technologie, we functioneren midden en binnen de technologie”. Motivatie en co-creatie In het licht van deze ontwikkelingen staan de bedrijven voor een dubbele opdracht. Ze dienen zichzelf als organisatie opnieuw uit te vinden en vervolgens de werkplek zelf compleet te herdenken.

ENGINEERING EXPERIENCES: DE NIEUWE WERKPLEK VAN DE INGENIEUR

Page 37: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

“Als organisatie zal de onderneming veel meer moeten inzetten op motivatie”, meent Koen. “Waar ten tijde van het mechanisch werken een hoger loon automatisch tot meer en betere prestaties leidde, is dat vandaag de dag geen automatisme meer. Zelfsturing, zelf -ontwikkeling en –realisatie worden belangrijker dan de jaarlijkse bonus. Co-creatie en het samen streven en werken naar een gemeenschappelijk doel krijgen meer gewicht dan renumeratie. Cruciale elementen hierbij zijn ‘trust’ en ‘wholeness’. In het eerste geval krijgen en geven de medewerkers vertrouwen om de vooropgezette doelen te bereiken. In het twee geval is er ruimte om zichzelf te zijn, de eigen talenten mee te laten spelen ook al zijn ze op het eerste gezicht niet onmiddellijk job gerelateerd. Niet zelden ontspringen precies vanuit deze hoek de meest creatieve ideeën”. Multifunctionele zones “De werkplek zelf wordt omgetoverd tot een ‘smart office’”, voorspelt Koen. “Dat wil zeggen dat de communicatie

tussen de medewerkers zowel fysiek als digitaal gefaciliteerd wordt. De traditionele bureaus, kantoren en vergaderlokalen maken plaats voor zones met elk een specifieke focus: creatie, ontwikkeling maar ook recreatie. In de’ multifunction areas’ wordt dan weer alles voor en door iedereen gedeeld. Daarnaast zijn er stille ruimtes – modulair of gedeeld – om na te denken. Vergader -zones kunnen vlug en soepel ingericht of herschikt worden voor holografische meetings waarbij je gesprekspartners aan de andere kant van de wereld mee aan tafel zitten. De klassieke productievloer wordt een workshop waar de laatste ontwikkelingen inzake virtual and augmented reality, machine learning en 3D-printing ingezet worden”. De werkplek van de toekomst hoeft bovendien niet langer een fysieke plaats te zijn waar je elke dag naar toe moet om je job te doen. Je werkplek kan zich evengoed elders bevinden: thuis, in je tuin, op de trein, in de virtuele wereld.

“Het ‘hoffice’ – home office – is nu al in volle opmars”, aldus Koen. “ Zij het vooralsnog gelimiteerd en over ge re gle -menteerd wegens een gebrek aan vertrouwen en het stereotiepe idee dat er niet gewerkt wordt als er geen supervisie van een ‘overste’ is”. “De werkplek van de toekomst, dat wordt een belevens ruimte”, besluit Koen. “Net zoals het werken zelf een belevenis wordt. Iets dat zijn waarde niet alleen ontleent aan de intrinsieke kwaliteit van wat gepresteerd wordt, maar ook aan de omgeving, de goede sfeer, het samen -werken, het wederzijds vertrouwen en – last but not least – de fun. De technologie is al voorhanden om van de werkplek van de ingenieur een belevenisplek te maken. En van het ingenieursberoep een ‘amazing engineering experience’”.

Yves Persoons

CONNECTING 37

Koen Van Beneden

Page 38: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

NIEUWS VAN ALUMNI

38

DOCTORATEN

DOCTORATEN AAN FIIW (FEBRUARI-JUNI)

25/02/2019

Lynn Van den Broeck CAMPUS DE NAYER

Improving the guidance and support of transfer students in engineering: A validated diagnostic test and effective interventions.

• Prof. dr. Greet Langie (promotor) • Prof. dr. Carolien Van Soom (copromotor) • Prof. dr. Marlies Lacante (copromotor) • Prof. dr. ir. Tinne De Laet (copromotor)

26/03/2019

Gert-Jan Bex CAMPUS DIEPENBEEK

Development of 2K injection moulding products and processes of rubbers with thermoplastics.

• Prof. Joost Vennekens (promotor) • Prof. Toon Goedemé (copromotor)

04/04/2019

Wiebe Van Ranst CAMPUS DE NAYER

Real world applications of Artificial Intelligence on constrained hardware

• Prof. dr. Greet Langie (promotor) • Prof. dr. Carolien Van Soom (copromotor) • Prof. dr. Marlies Lacante (copromotor) • Prof. dr. ir. Tinne De Laet (copromotor)

16/05/2019

Enya Wynants CAMPUS GEEL

Microbiological dynamics and safety risks during rearing of insects for food and feed

• Prof. dr. ir. Leen Van Campenhout (promotor) • Prof. dr. ir. Johan Claes (copromotor) • Prof. dr. ir. Annemie Geeraerd (copromotor)

24/05/2019

Kevin Hendrickx CAMPUS DE NAYER

Extraction optimisation for and hygroscopic behaviour of flax fibres in composite applications

• Prof. Jan Ivens (promotor) • Prof. Aart Willem Van Vuure (copromotor) • Prof. Wim Thielemans (copromotor)

11/06/2019

Robin Theunis CAMPUS GEEL

Wireless indoor ranging systems

• Prof. Wim Dehaene (promotor) • Prof. Paul Leroux (co-promotor)

11/06/2019

Nick Sweygers CAMPUS DE NAYER

The microwave-assisted production of 5-hydroxymethylfurfural and furfural from renewable resources

• Prof. Lise Appels (promotor) • Prof. Raf Dewil (co-promotor) • Prof. Geert Potters (co-promotor)

Op 28 maart 2019 werd op Campus Groep T in Leuven het startschot gegeven van de alumniwerking van het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor

Ingenieurs. Sinds 2014 heeft deze opleiding al 207 gedreven KU Leuven ingenieur-ondernemers op de markt gelanceerd. Het programma is inmiddels uitgegroeid tot een inter -universitair initiatief van alle Vlaamse ingenieurs faculteiten. De reünie in Leuven was meer dan een nostalgisch onderonsje. Het was in eerste instantie een netwerk event waar zaken gedaan konden worden. Dat de alumni kick-off plaats had tijdens het Technology in Leuven evenement was uiteraard geen toeval. Tijdens de expo waren innovatieve toepassingen te zien op het gebied van mobiliteit, machine learning, elektrische voertuigen en virtual reality.

Yves Persoons

POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN MOBILISEERT ALUMNI

Blijf in contact

Word lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven of hernieuw je lidmaatschap www.alum.kuleuven.be > Alumninet

https://www.linkedin.com/company/ku-leuven-fiiw/

Bouw aan je kennis. Deel ervaringen. Verruim je netwerk. Blijf verbonden.

Page 39: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

CHINA JOURNEY 2019: DISCOVER – EXPLORE – EXPERIENCE

FACULTY WORLDWIDE

From 4th till 18th April 2019, fifty 3rd stage bachelor’s

students in Engineering Technology and five professors

discovered, explored and experienced China. It was the

20th edition of the now famous Group T Campus Classic.

Since 2000, more than 2,500 students and staff have enjoyed

their unique China experience.

The concept of the China Journey was a success from the get-go: splitting up into travel groups of

20-25 students, a separate itinerary for each group, visits to the cities where KU Leuven-Group T Campus has partner universities, involvement of Chinese students, visits to companies and the cultural and historical highlights but also to the daily life, local gastronomy and nature. Company visits The Team North, guided by Prof. Inge Holsbeeks and Prof. Han Haitjema

explored Chengdu, Xi’an, Hangzhou and Shanghai. Marc Van Aken, Zhibin Sun and Gorik Stevens travelled with the Team South from Chengdu to Guilin, Wuxi and Shanghai. Both teams spent the final days of their journey in Beijing. Special attention was paid to the company visits. At Volvo in Chengdu, Teams North and South were welcomed by the plant manager, a Campus Group T alumnus of all people. After the presentation of the company and the current automobile market in China, the students were shown the complete

assembly line of the new Volvo XC 60. “We were over whelmed by the cleanness, efficiency and the degree of automation”, a student wrote in the travel blog. In Xi’an the Team North visited Xi’an Thiebaut, a company that produces tubes for the pharmaceutical industry. After the briefing by the plant manager, a representative of the consultancy firm Horsten International explained the students how to do business in China. In Wuxi Atlas Copco Compressor Co was on the programme of Team South. The students were welcomed by plant manager Eric Langmans and visited afterwards the production lines of the stationary and the portable air compressors and generators. Heartwarming At Zhejiang University of Technology in Hangzhou, Team North was eagerly awaited by a comprehensive student delegation. After the campus tour, Belgian and Chinese students were challenged to a game of football. The China-Belgium tournament ended at 1-3 to the glory of the KU Leuven team. In Beijing, Team North occurred the unexpected opportunity to visit the home of one of the Chinese students. “We were warmly welcomed into the apartment which was rather small to accommodate more than 20 visitors. The parents offered us fruit and showed us around. It was one of the most heart-warming moments of the trip”, a student wrote in the blog.

Yves Persoons

39CONNECTING

Page 40: Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions · 2019. 6. 28. · Rita Thijs - cocoon2440 Internet of Actions • Nieuws uit de faculteit • Overvolle jobbeurzen • Ingenieur in Industrie

KU Leuven Campus Brugge KU Leuven Technologiecampus Gent KU Leuven Campus Kulak Kortrijk

Het antwoord op complexe strategische

en logistieke uitdagingen

www.kuleuven.be/smartlogistics

FACULTEIT INDUSTRIËLE

INGENIEURSWETENSCHAPPEN

FACULTEIT ECONOMIE EN

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN

postuniversitaircentrum

SEPTEMBER 2019 - MAART 2020

POSTGRADUAAT SMART LOGISTICS


Recommended