+ All Categories
Home > Documents > Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een...

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een...

Date post: 11-Aug-2020
Category:
Upload: others
View: 10 times
Download: 0 times
Share this document with a friend
88
JAARVERSLAG 2014 Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group
Transcript
Page 1: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

JAARVERSLAG 2014

Stichting PensioenfondsSligro Food Group

Page 2: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

Jaarverslag 2014Stichting Pensioenfonds

Sligro Food Group

Page 3: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

3

INHOUD

VOORWOORD 5

ORGANISATIE 7Meerjarenoverzicht 9

BESTUURSVERSLAG 2014 11Algemene pensioenontwikkelingen in 2014 13

Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2014 16

Nieuw Financieel Toetsingskader 21

De financiële positie van ons fonds 23

Verzekerdenbestand 27

Beleggingen 28

Risicoparagraaf 31

Vooruitblik op 2015 36

VISITATIECOMMISSIE 39

VERANTWOORDINGSORGAAN 43

JAARREKENING 47Balans per 31 december 48

Staat van baten en lasten 50

Kasstroomoverzicht 52

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 53

Waardering 53

Beleggingen 54

Toelichting 58

Toelichting op de staat van baten en lasten 63

Risicoparagraaf 69

OVERIGE GEGEVENS 79Resultaatbestemming 79

Gebeurtenissen na balansdatum 79

Actuariële verklaring 81

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 83

Beleggingsoverzicht 85

Page 4: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

VOORWOORD

Page 5: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

5

In allerlei opzichten was het een spectaculair jaar voor

ons pensioenfonds. De rente daalde zeer scherp en dat

heeft veel bijgedragen aan een hoog rendement op onze

bezittingen van ongeveer 30%. Toch was dat maar net

voldoende om de financiële positie van ons fonds niet te

laten verslechteren. De dalende rente leidt immers ook

tot een sterke toename van de pensioenverplichtingen.

Het herstelplan is begin oktober 2014 beëindigd en het

was ook mogelijk om de pensioenen (weer) met 1% te

verhogen voor de actieve deelnemers. De inactieve deel-

nemers hebben deze indexatie niet gekregen. Voor hen

staat er nog 4% ‘op de lat’ als bijdrage in de extra herstel-

maatregelen.

In 2014 hebben we ook de besluitvorming afgerond voor

de nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Daar-

voor is begin dit jaar een extra Pensioen-sliM verschenen.

Daarmee hebben we met alle partijen de beste oplossing

gevonden binnen de kaders van de wettelijke mogelijk-

heden en beperkingen. Vanaf 2015 hebben we nog maar

één pensioenregeling. Dit vereenvoudigt de communica-

tie en leidt tot kostenbesparingen.

Het bestuur en onze externe adviseurs hebben het afge-

lopen jaar veel tijd besteed om dit allemaal in goede ba-

nen te leiden. Het werk zal er in 2015 zeker niet minder

op worden. De invoering van de nieuwe regeling en het

voldoen aan de nieuwe regels van de toezichthouder

(nFTK) zal weer veel tijd vergen van alle betrokkenen.

Ik adviseer de deelnemers de extra Pensioen-sliM en de

UPO goed te lezen, want pensioen is toch vooral jullie

eigen verantwoordelijkheid!

Persoonlijk wil ik daar nog aan toevoegen dat ik blij ben

dat ik voorzitter mag blijven van ons pensioenfonds, nu

ik mijn functie als CFO van Sligro Food Group heb over-

gedragen aan Rob van der Sluijs. Doordat ik daarvoor nu

meer tijd ter beschikking heb, ben ik nog beter in staat

om samen met mijn collega-bestuurders de belangen

van iedereen die bij ons fonds betrokken is te behartigen.

Ik citeer daarbij het voorwoord van Koen Slippens uit het

jaarverslag 2014 van Sligro Food Group N.V.: “Wij vinden

het ook Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen dat

onze werknemers na een leven lang werken ook na hun

pensioen in hun eigen levensonderhoud kunnen voor-

zien en er geen groentetuintje bij moeten nemen, als ze

dat niet willen”.

Namens het bestuur,

Huub van Rozendaal, voorzitter

VOORWOORD

Page 6: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader
Page 7: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

7

ORGANISATIEPER 1 JANUARI 2015

Bestuur H. van Rozendaal voorzitter,

namens werkgever

J. Cooijmans secretaris,

namens werknemers

R. van der Sluijs plaatsvervangend voorzitter,

namens werkgever

W. Jansen plaatsvervangend secretaris,

namens werknemers

A. Dijkstra namens pensioengerechtigden

Visitatiecommissie W. Beckers voorzitter

C. van Gils

A. Rademakers

Verantwoordingsorgaan G. van der Veeken namens werkgever (voorzitter)

D. van der Does namens werknemers

H. Klinge namens pensioengerechtigden

Organisatie Communicatiecommissie: J. Cooijmans, W. Jansen, Communicatie/DTP AZL N.V.

Commissie Risicomanagement

en Uitbesteding: R. van der Sluijs, A. Dijkstra

Beleggingscommissie: H. van Rozendaal, R. van der Sluijs, CVP Advies B.V.

Accountant: KPMG Accountants N.V., Utrecht

Adviserend actuaris: Aon Consulting Nederland cv, Eindhoven

Waarmerkend actuaris: Towers Watson Netherlands B.V., Purmerend

Administrateur: AZL N.V., Heerlen

Herverzekeraar: Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. N.V., Rotterdam

Vermogensbeheerder: NN Investment Partners, Den Haag

Page 8: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader
Page 9: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

9

Meerjarenoverzicht

bedragen x € 1.000 2014 2013 2012 2011 2010

Aantallen

Actieve deelnemers 4.114 3.945 3.870 3.837 3.709

Gewezen deelnemers 3.463 3.370 3.264 3.183 4.129

Pensioengerechtigden 644 571 512 458 393

Totaal 8.221 7.886 7.646 7.478 8.231

Financiële gegevens

(in duizenden euro)

Beleggingen voor risico pensioenfonds

Belegd vermogen 274.682 199.834 177.049 143.253 120.002

Rendement op basis van total return 30,3% 5,1% 15,4% 8,4% 11,5%

Reserves

Vrije reserve 28.859 11.733 -6.600 -2.711 3.934

Reserve beleggingsrisico's 28.746 24.624 24.219 6.898 5.394

Toeslagenreserve 0 0 0 0 1.723

Totaal reserves 57.605 36.357 17.619 4.187 11.051

Technische voorzieningen

Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds 215.505 161.762 157.674 137.392 107.375

Voorziening toekomstige arbeidsongeschikten 729 677 634 566 512

Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 843 907 984 950 874

Totaal technische voorzieningen 217.077 163.346 159.292 138.908 108.761

Premiebijdragen van werkgevers

en werknemers (1) 16.115 16.419 15.631 14.579 19.265

Pensioenuitkeringen (2) 2.687 3.159 3.631 4.628 3.442

Dekkingsgraad

Aanwezig (3) 126,6% 122,4% 111,1% 103,0% 110,2%

Vereist 113,4% 115,2% 115,3% 115,8% 117,3%

1 De premiebijdrage 2010 is inclusief een eenmalige bijdrage van de werkgever in verband met een extra herstelmaatregel van € 6 miljoen.

In de periode 2011-2013 inclusief de extra 2%-punt herstelpremie van de werknemers.

2 De pensioenuitkeringen dalen door de afloop van het prepensioen.

3 De dekkingsgraad is als volgt berekend: (Reserves + Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds) / Voorziening

pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.

Page 10: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

BESTUURSVERSLAG 2014

Page 11: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

11

BESTUURSVERSLAG 2014

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group (hierna: ons

fonds) is opgericht per notariële akte op 19 juli 2001. Het

is een ondernemingspensioenfonds en voert de pen-

sioenregelingen uit van een deel van de bedrijven van

Sligro Food Group Nederland B.V. (hierna Sligro Food

Group).

DoelstellingOns fonds heeft als doel:

• het toekennen van pensioenaanspraken;

• het uitkeren of doen uitkeren van pensioenen;

• het treffen van andere gewenste voorzieningen voor

de (ex-)werknemers en hun nabestaanden;

• het doen van uitkeringen met een ideële of sociale

strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden

zoals nader geregeld in de statuten en de reglemen-

ten van ons fonds.

De onderneming en werknemers financieren de pen-

sioenvoorziening. De afspraken over de financiering en

de uitvoering van de pensioenregeling zijn vastgelegd in

een uitvoeringsovereenkomst tussen ons fonds en de

onderneming.

Ontwikkelingen binnen de organisatie van ons fondsHet Bestuur van ons fonds (hierna het Bestuur) is verant-

woordelijk voor de uitvoering van de pensioen regeling

die de onderneming toezegt (pensioenovereenkomst).

Het Bestuur bestaat uit twee bestuurders die worden

voorgedragen door Sligro Food Group, twee bestuurders

die voorgedragen worden door de Ondernemingsraad

namens de werknemers en uit één bestuurslid dat voor-

gedragen wordt door en uit de pensioengerechtigden.

De bestuursleden namens de werknemers en namens de

pensioengerechtigden vormen samen de werknemers-

bestuursleden. Om de paritaire samenstelling te handha-

ven, is het stem gewicht van de drie werknemersbe-

stuursleden gelijk aan het stem gewicht van de twee

werkgeversbestuursleden. De bestuursleden die in dienst

zijn van Sligro Food Group ontvangen voor hun werk-

zaamheden voor ons fonds geen vergoeding. De vergoe-

ding van de overige bestuursleden wordt besproken in

de toelichting op de staat van baten en lasten.

De voorzitter van de Visitatiecommissie, de heer  Geerdink,

is na de visitatie over 2013 om gezondheidsredenen te-

ruggetreden. Het Bestuur heeft in de bestuursvergade-

ring van 6 oktober de heer Beckers benoemd tot voorzit-

ter van de Visitatiecommissie. De heer Beckers start met

zijn werkzaamheden bij de visitatie over 2014.

Het vermogensbeheer is één van de belangrijkste taken

van het Bestuur. Om hieraan meer en beter aandacht te

besteden heeft het Bestuur een Beleggingscommissie

ingesteld. Twee bestuursleden hebben zitting in deze

commissie. De Beleggingscommissie adviseert het

Bestuur over het te voeren beleggingsbeleid. Een onaf-

hankelijke, externe deskundige staat de commissie hierin

bij. De Beleggingscommissie zorgt ook voor de uitvoe-

ring van bestuursbesluiten. Bovendien zien de

commissie leden erop toe dat NN Investment Partners

(hierna NN IP) het vermogensbeheer goed uitvoert.

In 2013 is een Commissie Risicomanagement ingesteld.

Deze commissie is verantwoordelijk voor de opzet en

monitoring van het integrale risicomanagement en advi-

seert hierover aan het Bestuur. De commissie toetst in

2014 ook het uitbestedingsbeleid.

Ons fonds heeft vanaf 1 januari 2015 een nieuwe pen-

sioenregeling. Een tijdelijke commissie, Commissie Nieu-

we Pensioenregeling, wordt in het leven geroepen om de

voorbereidingen voor het Bestuur uit te voeren.

Het Bestuur kwam in het verslagjaar vijf maal bijeen (op

17 maart, 13 mei, 12 juni, 6 oktober en 4 december). De

vergadering op 13 mei is specifiek aan het thema Wijzi-

ging naar een nieuwe pensioenregeling gewijd. Hierbij

heeft het Bestuur uitgebreid stilgestaan bij de toekomst

Page 12: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

12

en de aanpassing van de pensioenregeling van ons

fonds. Aanleidingen hiervoor:

1. het gewijzigde fiscale kader per 1 januari 2015;

2. de politieke besluitvorming over het nieuw Financieel

Toetsingskader (hierna FTK);

3. de afloop van het kapitaalcontract met Nationale-

Nederlanden per 1 januari 2016;

4. de boekhoudeisen voor pensioen bij de onderne-

ming.

Verder was er tijdens de bestuursvergadering in oktober

een themabespreking waarbij ook het Verantwoordings-

orgaan aanwezig was. De ontwikkelingen van het nieuw

FTK zijn hierin besproken. In het hoofdstuk Fondsspeci-

fieke ontwikkelingen in 2014 staat welke activiteiten het

Bestuur in het verslagjaar heeft uitgevoerd.

UitbestedingAls pensioenuitvoeringsorganisatie van ons fonds zorgt

AZL N.V. (hierna AZL) onder meer voor de volgende za-

ken:

• de pensioen- en deelnemersadministratie en

deelnemerscommunicatie;

• actuariële rapportage;

• rapportages richting toezichthouders;

• de financiële administratie; en

• de bestuursondersteuning en advisering.

NN IP beheert het vermogen van ons fonds. NN IP belegt

dit op basis van richtlijnen voor het vermogens beheer die

het Bestuur heeft vastgesteld. NN IP houdt ons fonds on-

der meer met periodieke rapportages op de hoogte van

de vermogensontwikkeling. AZL en NN  IP beschikken

over een ISAE 3402 (type II) verklaring. Door deze verkla-

ring te overleggen tonen AZL en NN IP aan ons fonds en

aan de accountant van ons fonds aan, dat de uitvoering

van de pensioenregelingen respectievelijk het beheer van

vermogen van ons fonds in control is.

Voor actuariële en overige adviezen doet het Bestuur een

beroep op Aon Consulting Nederland cv en CVP Advies.

Towers Watson Netherlands B.V. voert de actuariële waar-

merking over het verslagjaar 2014 uit. KPMG Accountants

N.V. controleert de jaarrekening over het verslagjaar

2014.

De verzekeringstechnische risico’s die voortvloeien uit de

regelingen zijn voor het grootste deel herverzekerd bij

Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij. N.V. (hier-

na NN). Ons fonds loopt uit hoofde van de kapitaalover-

eenkomst met NN ook zelf risico.

BeleidIn lijn met artikel 3 lid 2 van de statuten werkt het Bestuur

van ons fonds volgens een actuariële en bedrijfstechni-

sche nota (hierna Abtn). Deze geeft integraal inzicht in

het functioneren van ons fonds en beschrijft het te voe-

ren beleid, inclusief de financiële opzet en de grond-

slagen waarop het rust.

De Abtn is vergelijkbaar met een bedrijfsplan. In de Abtn

wordt bijvoorbeeld ook ingegaan op de organisatiestruc-

tuur van ons fonds en op het interne beheersings-

systeem. Ook is er aandacht voor het beleggingsbeleid

van ons fonds en voor de financiële sturingsmiddelen

waarover ons fonds beschikt. De regelingen die ons

fonds voert zijn op hoofdlijnen beschreven in de Abtn.

PensioenregelingDe pensioenregelingen die ons fonds tot 2015 uitvoert,

zijn opgenomen in de volgende pensioenreglementen:

• Pensioenreglement voor werknemers geboren op

of na 1 januari 1950 en werknemers die na

31  december 2005 in dienst treden.

• Pensioenreglement voor werknemers geboren vóór

1 januari 1950.

• Prepensioenreglement voor werknemers geboren

vóór 1 januari 1950.

• Pensioenreglement excedentprepensioenregeling

voor werknemers geboren vóór 1 januari 1950.

• Pensioenspaarreglement voor werknemers geboren

vóór 1 januari 1950.

• Pensioenreglement ANW-hiaat.

Met ingang van 1 januari 2015 voert ons fonds nog één

pensioenregeling uit. De pensioenen van bovenstaande

reglementen zijn omgezet naar de nieuwe pensioen-

regeling, behalve de pensioenen uit de pensioenspaar-

regeling en de ANW-hiaatregeling. De pensioenen van

deze regelingen worden buiten ons fonds voortgezet. In

het hoofdstuk Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2014

leest u meer over de nieuwe pensioenregeling.

Het nieuwe pensioenreglement, maar ook de oude regle-

menten, statuten en veel andere informatie zijn opgeno-

men op de website van ons fonds:

www.pf-sligrofoodgroup.nl. U vindt daar ook dit jaarver-

slag en jaarverslagen over eerdere jaren. De ontwikkeling

van de dekkingsgraad wordt maandelijks op de website

gepubliceerd. Als u als deelnemer bij ons fonds betrok-

ken bent, kunt u online toegang krijgen tot uw persoon-

lijke gegevens. Wij nodigen u van harte uit kennis te ne-

men van alle online beschikbare informatie die u kan

helpen om uw pensioeninzicht te vergroten.

Page 13: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

13

Algemene pensioenontwikkelingen in 2014

Nieuw Financieel Toetsings kader eindelijk gerealiseerdHet jaar 2014 stond in het teken van de invoering van een

nieuw FTK. Nadat het wetsvoorstel in december aan-

vaard werd, kwam definitief een einde aan een lange

discussie over de herziening van het pensioenstelsel.

Deze discussie heeft de afgelopen 4 jaar veel maatschap-

pelijke onrust teweeg gebracht. Toch bleef een genera-

tieconflict uit. De invoering van een ander type pen-

sioencontract, de zogeheten reële ambitieovereenkomst,

als alternatief voor en naast het nominale pensioencon-

tract, kreeg maatschappelijk en politiek onvoldoende

steun. Daardoor bleven de wettelijke voorstellen van

staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgele-

genheid dichter bij huis. Het kabinet typeerde de herzie-

ning van het FTK gaandeweg als noodzakelijk onder-

houd om de weerbaarheid van pensioenfondsen tegen

financiële schokken en de stijgende levensverwachting

te vergroten. Ons fonds heeft tot 1 juli 2015 de tijd om de

diverse fondsdocumenten aan te passen. In de eerste

plaats zullen de Abtn en de uitvoeringsovereenkomst

moeten worden herzien. Maar ook de pensioenregle-

menten behoeven aanpassing. Het nieuw FTK wordt na-

der besproken in een apart hoofdstuk.

In 2014 kondigde de staatssecretaris een veel fundamen-

telere discussie aan over de grondbeginselen en uit-

gangspunten van het pensioenstelsel: de Nationale Pen-

sioendialoog. Dit vanwege demografische, economische,

arbeidsmarkt gerelateerde en sociaal culturele ontwik-

kelingen. Aan de orde komen collectiviteit, solidariteit,

verplichtstelling en de doorsneepremie systematiek, als

ook ruimte voor maatwerk en mate van individuele

keuze vrijheden.

WitteveenkaderDe maximaal toegestane opbouwpercentages zijn per

1 januari 2014 verlaagd. Per 1 januari 2015 dalen ze ver-

der. Bij ons fonds is het opbouwpercentage 2,1 gebleven.

Ook het pensioengevend jaarsalaris wordt met ingang

van 1 januari 2015 aan een maximum gebonden. Is het

pensioengevend jaarsalaris hoger dan €100.000, dan is er

over het meerdere geen fiscaal gefaciliteerde pen-

sioenopbouw meer. Pensioenfondsen kunnen wel een

vrijwillige netto pensioen spaarfaciliteit aanbieden. Ons

fonds heeft een maximum pensioen gevend jaarsalaris

van €48.788. Deze ontwikkelingen waren niet van toe-

passing op ons fonds.

De Btw-vrijstelling voor koepelfondsen is afgeschaft,

omdat dit een concurrentievoordeel zou opleveren. Voor

ons fonds was de Btw-vrijstelling niet van toepassing.

De politiek verwacht dat de lagere pensioenopbouw

leidt tot lagere pensioenpremies en dus tot een hoger

besteedbaar inkomen, wat gunstig is voor de kwakke-

lende economie. Veel fondsbesturen willen de premie

echter gelijk houden om zo de financiële positie van hun

fonds te verbeteren. De Nederlandsche Bank (hierna

DNB) verlangt nu nadere, procedurele waarborgen. Alle

fondsbesturen zijn benaderd met een enquête over het

premiebesluit 2015. DNB benadrukt hiermee dat fonds-

besturen dit besluit moeten kunnen motiveren met toe-

passing van het beginsel van evenwichtige belangenaf-

weging. Eind 2014 heeft het Bestuur gevolg gegeven aan

deze enquête.

Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen Op 1 juli 2014 moesten alle pensioenfondsen de Wet

Versterking Bestuur Pensioenfondsen (hierna Wvbp) heb-

ben geïmplementeerd. De voorbereidingen werden

deels in 2013 getroffen. Feitelijk dienden de fondsbestu-

ren al aan het einde van het eerste kwartaal van 2014 de

fondsdocumenten gereed hebben. In het tweede kwar-

taal was ruimte voor een dialoog met DNB over deze

aanpassingen. De impact van de Wvbp was gering voor

ons fonds, omdat enkele onderdelen al werden toege-

past. Meer hierover leest u in het hoofdstuk Fondsspeci-

fieke ontwikkelingen in 2014.

Code Pensioenfondsen In september 2013 stelden de Pensioenfederatie en de

Stichting van de Arbeid (hierna STAR) gezamenlijk de

Code Pensioenfondsen vast. Doel was het functioneren

van de fondsbesturen van pensioenfondsen verder te

verbeteren en inzichtelijker te maken. De code heeft een

wettelijke grondslag gekregen bij de Wvbp.

De fondsbesturen leggen vanaf 2014 verantwoording af

over de naleving van de code. Een pensioenfonds past de

normen van de code toe of het fonds motiveert in het

jaarverslag waarom een norm niet (volledig) wordt toe-

gepast. Afwijken van de norm kan als daar een goede

reden voor is. In het hoofdstuk Fondsspecifieke ontwik-

kelingen in 2014 gaan we hier nader op in.

Page 14: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

14

Handreiking geschikt pensioenfondsbestuurDe Pensioenfederatie publiceerde in 2014 een ‘Handrei-

king geschikt pensioenfondsbestuur’. Deze vervangt de

‘Aanbevelingen deskundig en competent bestuur’ uit

2011. De aanbevelingen waren in verband met de Wvbp

niet meer actueel. De handreiking ondersteunt de fonds-

besturen bij de toetsing van de bestuursleden, bij het

toewerken naar en bewaken van hun geschiktheid.

Ons fonds heeft op basis van de handreiking een ge-

schiktheidsplan opgesteld. Hierin staat aan welke eisen

bestuursleden en de leden van de andere organen van

ons fonds moeten voldoen om door DNB geschikt te

worden bevonden voor een functie bij ons fonds.

Ontwikkelingen in het toezichtDNB maakt zich zorgen over de houdbaarheid van het

bedrijfsmodel van pensioenfondsen. De fondsbesturen

hebben te maken met een ongunstige kostenstructuur,

beperkte premieruimte, ingrijpende ontwikkelingen in

de wet- en regelgeving, een dalend aantal actieve deel-

nemers door de vergrijzing en gepensioneerden die lan-

ger leven en dus langer uitkeringen ontvangen. De toe-

zichtthema’s van DNB lagen in 2014 in het verlengde

hiervan: toekomstbestendigheid, herstel van financiële

buffers en beter risicobeheer. Met diverse onderzoeken

beoogde DNB dat de fondsbesturen voldoende zicht

hielden op de risico’s van deze ontwikkelingen en op tijd

maatregelen zouden nemen om de financiële opzet te

versterken.

Zo kregen de pensioenfondsen een self assessment over

het risico van belangenverstrengeling en de beheersing

hiervan. Dit onderzoek werd mede ingegeven door de

personele wijzigingen in de verschillende fondsorganen

vanwege de Wvbp. Ook publiceerde DNB een richtlijn

over de beheersing van uitbestede bedrijfsprocessen. Bij

ongeveer dertig fondsen werd onderzocht of er voldoen-

de controle was op het betalingsproces en/of op de toe-

gang tot de betaalrekeningen. Tenslotte bracht DNB een

richtlijn uit voor die pensioenfondsen die in liquidatie zijn.

In 2014 is de Wet bekostiging financieel toezicht 2015

gewijzigd. De overheidsbijdrage voor het toezicht door

DNB en door de Autoriteit Financiële Markten (hierna

AFM) is afgeschaft. Dit volgde uit het regeerakkoord

Rutte II. Pensioenfondsen dragen deze kosten volledig

zelf, waardoor de kosten in 2015 oplopen. Een aangeno-

men amendement voorkomt een onbeperkte stijging

van de toezichtkosten. De huidige totale toezichtkosten

mogen in principe alleen met de inflatie correctie stijgen.

In bijzondere omstandigheden kan de regering hogere

kostenstijgingen goedkeuren. Dat moet wel aan de

Tweede Kamer worden voorgelegd.

Andere communicatie over aanvullend pensioen is wenselijkBegin 2014 publiceerde staatssecretaris Klijnsma een

consultatiedocument over verbeteringen van de pen-

sioencommunicatie. In de loop van 2014 bereikte het

wetsvoorstel de Tweede Kamer. De parlementaire behan-

deling is naar verwachting in de eerste helft van 2015

afgerond en zal leiden tot invoering van de wet Pen-

sioencommunicatie.

De bestaande wettelijke informatieverplichtingen vol-

doen niet meer. Ze leiden tot onvoldoende begrijpelijke

communicatie, moeilijke terminologie, lastig taalgebruik

en te veel informatie en weinig doelgericht. Bovendien

wordt een te rooskleurig beeld over de hoogte van het

pensioen gegeven en ontbreekt inzicht in de risico’s. Be-

tere communicatie moet het gedaalde vertrouwen onder

deelnemers en pensioengerechtigden herstellen. Het

kabinet baseert zijn voorstellen op diverse onderzoeken

op dit terrein, waaronder met name het rapport ‘Pen-

sioen in duidelijke taal’.

Algemeen pensioenfonds: alternatieve uitvoeringsvormEind 2014 heeft staatssecretaris Klijnsma een wetsvoor-

stel naar de Tweede Kamer gestuurd dat de oprichting

van een Algemeen Pensioenfonds (hierna APF) mogelijk

maakt. De Algemene Pensioeninstelling (hierna API) is

hiermee van de baan. Voordat het wetsvoorstel werd in-

gediend, is de pensioen- en verzekeringssector geconsul-

teerd.

Page 15: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

15

Het wetsvoorstel speelt in op de behoefte van pensioen-

fondsen om effectiever en tegen lagere uitvoeringskos-

ten samen te werken, met behoud van eigen identiteit en

solidariteitskring. Het APF kent geen domeinafbakening,

zodat fondsen kunnen kiezen voor een gezamenlijke

uitvoering, zonder dat ze qua bedrijfsactiviteiten een

binding met elkaar hebben. Het APF staat niet open voor

verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen.

Evaluatie PPI In 2011 heeft het kabinet de Premiepensioeninstelling

(hierna PPI) geïntroduceerd. De PPI is een organisatie die

alleen beschikbare premieregelingen uitvoert. In 2014

evalueerde het kabinet de PPI. Conclusie is dat de PPI

heeft bijgedragen aan meer marktwerking tussen aan-

bieders van beschikbare premieregelingen. De prijsstel-

ling is verbeterd door de lagere uitvoeringskosten, terwijl

de dienstverlening niet versoberd is. Ook de beleggingen

en de communicatie naar de deelnemers zijn verbeterd

en er is meer transparantie.

De beëindiging van de kapitaalopbouw op de pensioen-

ingangsdatum en de overgang naar de uitkeringsfase

bleken knelpunten. Hierop heeft staatssecretaris Klijnsma

eind 2014 de Tweede Kamer een hoofdlijnennota ge-

stuurd, waarin ze voorstellen doet om de premieovereen-

komst te optimaliseren. In de uitkeringsfase moet het

mogelijk worden om een deel van het opgebouwde ka-

pitaal door te beleggen. Dit kan bijdragen aan het pen-

sioenresultaat. De optimalisering vervangt de ideeën

omtrent het reële pensioencontract, die bij de totstand-

koming van het nieuw FTK geen doorgang vonden.

Europese pensioenontwikkelingenDe Europese Commissie werkt al een tijd aan een herzie-

ning van de IORP- of Pensioenfondsenrichtlijn. Onder-

werpen zijn een goede governance, inclusief risicoma-

nagement, en een adequate informatievoorziening voor

deelnemers. Hierbij hoort het beleidsvoorstel om de sol-

vabiliteitseisen die voor verzekeraars (gaan) gelden, ook

op pensioenfondsen toe te passen. Vanwege het sterk

ontwikkelde, aanvullende pensioenstelsel in ons land,

wordt Nederland steeds in de rol gedrongen om dit alom

geprezen stelsel te behoeden voor niet-passende voor-

stellen vanuit Brussel.

Volgens het kabinet is de Europese Commissie in 2014

ruim tegemoet gekomen aan de Nederlandse bezwaren

tegen onder meer voorstellen voor het beloningsbeleid

en voor de evaluatie van risico’s. Verwacht wordt dat de

Europese Raad van Ministers in 2015 de wijziging van de

richtlijn vaststelt. De diverse overheden verwerken de

richtlijn vervolgens uiterlijk eind 2016 in de eigen pen-

sioenwetgeving.

Page 16: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

16

Fondsspecifieke ontwikkelingen in 2014

De belangrijkste aandachts­punten in het verslagjaar 2014

Nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2015

Een groot deel van 2014 heeft in het teken gestaan van

de voorbereidingen op een nieuwe pensioenregeling

voor ons fonds. Aanleidingen voor een nieuwe pensioen-

regeling zijn:

• het gewijzigde fiscale kader per 1 januari 2015;

• de (verwachte) politieke besluitvorming over het

nieuw FTK;

• de afloop van het kapitaalcontract met NN per

1  januari  2016, en

• de boekhoudeisen voor pensioen bij de onderne-

ming.

De onderneming heeft aangegeven door te willen gaan

met het ondernemingspensioenfonds en de deelnemers

hebben in 2013 in het deelnemerstevredenheidsonder-

zoek aangegeven tevreden te zijn over ons fonds. Daar-

naast is de eigen identiteit en de binding met het eigen

fonds belangrijk voor alle betrokkenen. In het proces

naar een nieuwe pensioenregeling waren dit de uit-

gangspunten:

• zelfstandigheid van ons fonds;

• een evenwichtige belangenafweging;

• een minder complexe administratieve uitvoering;

• eenvoudige communicatie;

• risico op extra administratieve verplichtingen voor de

onderneming verminderen;

• voldoen aan de laatste wet- en regelgeving.

Deze uitgangspunten hebben geleid tot een middel-

loonregeling met een vaste premie voor de komende vijf

jaar (ook wel: CDC-regeling, Collectieve Defined Contri-

bution). De jaarlijkse opbouw in de nieuwe regeling is

2,1% van de pensioengrondslag. Echter, als de vastge-

stelde premie niet voldoende is voor de financiering van

de pensioenopbouw, wordt het opbouwpercentage ver-

laagd. Een andere belangrijke wijziging is dat de pen-

sioenleeftijd verhoogd is naar 67 jaar waarbij de deel-

nemers eerder, maar ook later met pensioen kunnen

gaan. Verder is deeltijdpensioen geïntroduceerd: de

werknemer kan het werken geleidelijk afbouwen en het

pensioen stapsgewijs laten ingaan. Tot slot is besloten

om de aanspraken uit alle oude pensioenregelingen om

te zetten naar pensioen in de nieuwe pensioenregeling.

Met ingang van 1 januari 2015 voert ons fonds nog maar

één pensioenregeling uit. Hiermee worden uitvoering en

communicatie minder complex.

De besluitvorming over de nieuwe pensioenregeling is

zeer zorgvuldig verlopen. Zo zijn de Ondernemingsraad

en het Verantwoordingsorgaan erbij betrokken. Beide

organen hebben positief geadviseerd over de nieuwe

pensioenregeling. De actieve deelnemers hebben begin

2015 een brief ontvangen over de nieuwe pensioenrege-

ling en een speciaal uitgebrachte PensioenSliM waarin de

nieuwe regeling uitgebreid aan bod komt. De gewezen

deelnemers en pensioengerechtigden hebben een brief

ontvangen over de nieuwe regeling. Daarin is verwezen

naar de website waar uitgebreide informatie is opgeno-

men over de nieuwe pensioenregeling en de digitale

versie van de PensioenSliM.

ANW-hiaatregeling

De ANW-hiaatregeling die ondergebracht was bij NN, is

beëindigd en is geen onderdeel meer van ons fonds. De

regeling wordt voortgezet via de onderneming en is on-

dergebracht bij ASR. De deelnemers zijn hierover begin

2015 geïnformeerd.

Aanvullende pensioenspaarregeling

De aanvullende pensioenspaarregeling, die onderge-

bracht was bij Robeco, is beëindigd. Het Bestuur heeft dit

besloten, omdat het aantal deelnemers in de regeling

relatief laag is en omdat er geen premie meer werd inge-

legd. Het kapitaal uit de pensioenspaarregeling is onder

gebracht bij NN. Omdat na de overdracht van het kapi-

taal naar NN een lagere pensioenuitkering wordt verkre-

gen, is het kapitaal bij overdracht verhoogd met 30%. De

Page 17: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

17

deelnemers aan de regeling zijn hierover geïnformeerd

in juli 2014; begin 2015 is de transitie afgerond.

Communicatie

Ons fonds hecht veel waarde aan goede communicatie

over pensioen. Door begrijpelijke pensioencommunica-

tie wil ons fonds de pensioenbewustwording stimuleren,

de verwachtingen van belanghebbenden managen en

ervoor zorgen dat ze de eigen verantwoordelijkheden

kennen en leren benutten. Daarnaast wil ons fonds dat

deelnemers tevreden zijn over de communicatie. Hier-

voor is in 2013 een deelnemerstevredenheidsonderzoek

(hierna DTO) gedaan. Ons fonds is in 2014 met de uit-

komsten aan de slag gegaan om de communicatie verder

te verbeteren.

In de eerste helft van 2014 zijn verschillende acties uitge-

zet op het gebied van communicatie. Zo verscheen in

april opnieuw de PensioenSliM, een speciale uitgave van

het bedrijfsblad SliM volledig gewijd aan pensioenen bij

ons fonds. Het magazine is toegevoegd aan de UPO’s

voor actieve deelnemers. Via de Seniorenclub zijn ook

enkele exemplaren verspreid onder pensioengerechtig-

den. De korte artikelen in het magazine vergemakkelij-

ken het lezen van het UPO. Interviews met collega’s ver-

hogen de attentiewaarde van het onderwerp pensioen.

Zo wordt het pensioenbewustzijn en de kennis over de

eigen pensioensituatie vergroot. Ook is het Bestuur ver-

der gegaan op de in 2013 ingeslagen weg om het be-

stuursverslag een uitstraling te geven die meer bij Sligro

Food Group past wat betreft tekst en beeld. Zo wil het

Bestuur het verslag toegankelijker en leesbaarder maken

voor alle belanghebbenden en ons fonds dichter bij de

onder neming brengen.

De tweede helft van 2014 heeft met name in het teken

gestaan van de communicatie over de transitie naar de

nieuwe pensioenregeling. In die periode is ook aandacht

geschonken aan een kennissessie voor P&O-medewer-

kers over de nieuwe pensioenregeling. Uit het DTO bleek

dat P&O-medewerkers van de onderneming veel vragen

krijgen over pensioen.

Tot slot heeft ons fonds het hele jaar actuele informatie

geplaatst op de website. Twee keer is er een digitale

nieuwsbrief verzonden en twee keer een e-mailing. We

streven ernaar zoveel mogelijk informatie (ook) toegan-

kelijk te maken via de website van ons fonds

www.pf-sligrofoodgroup.nl.

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

In 2014 is de Wvbp geïmplementeerd. De gevolgen voor

de governancestructuur van ons fonds waren relatief

klein, omdat pensioengerechtigden al vertegenwoor-

digd zijn in het Bestuur en er al een jaarlijkse visitatie

plaatsvindt. Door de Wvbp zijn de taken van het Verant-

woordingsorgaan wel uitgebreid. In 2014 zijn de fonds-

documenten hierop aangepast. Het gaat dan om de sta-

tuten en de reglementen van de Visitatiecommissie en

het Verantwoordingsorgaan. De wijzigingen zijn tijdig

gemeld aan DNB en akkoord bevonden.

Code PensioenfondsenHet Bestuur onderschrijft de uitgangspunten van de

Code Pensioenfondsen. Het Bestuur heeft vastgesteld

dat grotendeels wordt voldaan aan de normen uit de

code. Voor de normen 3, 4, 14, 15 en 66 bleek nog actie

nodig en die acties zijn inmiddels in gang gezet. Van

norm 45 wijkt het Bestuur deels af: aan het Verantwoor-

dingsorgaan zijn niet-bindende adviesrechten toege-

kend bij benoeming of ontslag van leden van de Visitatie-

commissie. De adviesrechten in de Code Pensioenfondsen

gaan verder dan de wettelijke voorschriften. Het Bestuur

volgt de wettelijke voorschriften en heeft deze ook vast-

gelegd in de statuten, het reglement Verantwoordingsor-

gaan en het reglement Visitatiecommissie.

Zittingsduur en herbenoeming

In de code staat dat werkgevers- en werknemersleden

maximaal 4 jaar zitting nemen in het Bestuur. Het Bestuur

heeft besloten om deze zittingsduur aan te houden. De

wijziging wordt doorgevoerd in de statuten. Het maxi-

mum aantal herbenoemingen neemt het Bestuur niet

over uit de code, omdat het vanwege de vereiste kennis

en geschiktheid moeilijk is om geschikte kandidaten te

vinden. De continuïteit van ons fonds staat voorop.

Geschiktheid bestuur

Geschiktheidsplan

Met de Wet versterking bestuur pensioenfondsen is de

aandacht toegenomen voor de eisen die gesteld worden

aan pensioenfondsbestuurders. Voorheen ging het met

name over de deskundigheid, nu wordt ook gekeken

naar vaardigheden en professioneel gedrag. Dit is in lijn

met de ‘Beleidsregel geschiktheid 2012’. Hierin staat aan

welke eisen kandidaten moeten voldoen om door DNB

geschikt bevonden te worden voor een bestuursfunctie.

De Pensioenfederatie heeft een ‘Handreiking geschikt

pensioenfondsbestuur’ uitgebracht. Deze handreiking

vervangt de ‘Aanbevelingen deskundig en competent

Page 18: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

18

bestuur’ uit 2011, die door nieuwe regels niet meer actueel

zijn. De handreiking ondersteunt bestuurders van pen-

sioenfondsen bij zelftoetsing, toewerken naar en bewaken

van hun geschiktheid.

Het bestuur heeft op basis van de handreiking een ge-

schiktheidsplan opgesteld. Dit vervangt het deskundig-

heidsplan. Onderdelen van het geschiktheidsplan zijn on-

der andere een competentiematrix en een opleidingsplan.

Voor het laatste is eind 2014 een intake-gesprek gevoerd

met Stichting Pensioen Opleidingen (hierna SPO) waarin

het huidige geschiktheidsniveau en de opleidingsbehoefte

bepaald zijn. Het Verantwoordingsorgaan volgt begin 2015

een zelfde route. Voor het actueel houden van het kennis-

niveau wonen leden van het Bestuur en Verantwoordings-

orgaan lezingen en seminars bij van onder andere de Pen-

sioenfederatie, DNB en AFM.

Zelfevaluatie

Zoals de principes voor goed pensioenfondsbestuur aan-

geven, heeft het Bestuur een procedure opgesteld om het

functioneren van het Bestuur als geheel en ook van de

individuele bestuursleden, jaarlijks te evalueren. Op

13 mei 2014 heeft het Bestuur voor de derde maal een zelf-

evaluatie uitgevoerd onder begeleiding van een externe

deskundige. Om hierin meer diepgang en focus aan te

brengen gaat het Bestuur sinds 2013 uit van een 3-jaars-

cyclus: per jaar ligt de focus op één of meer thema’s van de

zelfevaluatie, zodat over een periode van drie jaar een inte-

grale zelfevaluatie plaatsvindt. Naast de jaarlijkse thema’s

wordt bij de zelfevaluatie stilgestaan bij de actualiteiten en

er wordt teruggekeken op het vorige jaar.

In de zelfevaluatie van 2014 is nadrukkelijk naar de toe-

komst gekeken. De onderneming heeft aangegeven door

te willen gaan met het fonds. De bestuursleden hebben

besproken wat dit bijvoorbeeld betekent voor (de samen-

stelling van) het Bestuur voor de komende jaren. Hoe vindt

ons fonds binnen de onderneming mensen die kunnen én

willen deelnemen in het Bestuur? Dat is een punt van zorg.

Het werken met commissies is goed bevallen en draagt bij

aan verdieping en versnelling. In 2014 is een Beleggings-

commissie toegevoegd. De bestuursleden kunnen zowel

binnen de onderneming (intern) als op bijeenkomsten van

bijvoorbeeld DNB, AFM en de Pensioenfederatie (extern)

hun zichtbaarheid vergroten. Het Bestuur heeft zijn leden al

‘een gezicht gegeven’ op de website van ons fonds. Alle

aanbevelingen en actiepunten uit de zelfevaluatie in het

verslagjaar zijn in 2014 opgevolgd. Het Bestuur heeft de

actiepunten uit de zelfevaluatie in 2014 opgenomen in de

actielijst van het Bestuur, zodat de voortgang en de afwik-

keling beter kan worden gemonitord.

Governance

Verantwoordingsorgaan

In lijn met de Wvbp heeft ons fonds sinds 2007 een Verant-

woordingsorgaan. Dit bestaat uit een vertegenwoordiger

van de werkgever, een vertegenwoordiger van de deel-

nemers en een vertegenwoordiger van de pensioengerech-

tigden (gekozen en benoemd uit de groep van pensioen-

gerechtigden). Met ingang van 1 juli 2014 zijn de leden van

het Verantwoordingsorgaan opnieuw benoemd vanwege

de implementatie van de Wvbp. Het Verantwoordingsor-

gaan is in het verslagjaar drie maal bijeen gekomen (op

29 januari, 16 april en 5 november).

Het Bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het Verant-

woordingsorgaan. Dit jaarverslag bevat ook een verslag

van de bevindingen van het Verantwoordingsorgaan over

het beleid dat in 2014 gevoerd is, en de reactie hierop van

het Bestuur.

Interne beheersing

Binnen ons fonds is de Commissie Risicomanagement ver-

antwoordelijk voor de opzet en monitoring van het inte-

grale risicomanagement. Sinds 2014 adviseert de commis-

sie het Bestuur ook over het uitbestedingsbeleid. Vanwege

de taakverruiming is de naam van de commissie gewijzigd

naar Commissie Risicomanagement en Uitbesteding. Tot

het uitbestedingsbeleid behoort de beheersing van risico’s

die samenhangen met uitbesteding van (delen van) de be-

drijfsprocessen. Dit is opgesteld met behulp van de ‘Gui-

dance: uitbesteding door pensioenfondsen’ van DNB.

Het Bestuur heeft besloten het komend verslagjaar een

nieuwe ALM-studie te laten uitvoeren vanwege de komst

van de nieuwe pensioenregeling en het nieuw FTK. Vervol-

gens wordt een nieuwe risicoanalyse uitgevoerd in 2016.

Het Bestuur hanteert bij de beleids- en controlecyclus een

Vergaderjaarplan en een Jaarplan, om de voortgang van de

bestuursactiviteiten goed te kunnen monitoren.

Intern toezicht

Het Bestuur besloot in 2007 het interne toezicht in te vullen

met een Visitatiecommissie die jaarlijks het functioneren

van ons fonds evalueert en toetst. De Wvbp biedt onder-

nemingspensioenfondsen de mogelijkheid om het intern

toezicht in te richten door middel van een Raad van Toe-

zicht of een Visitatiecommissie. Het Bestuur heeft gekozen

voor het handhaven van de Visitatiecommissie. Het vol-

gende wordt door de Visitatiecommissie beoordeeld:

• de procedures en processen en de controle-omgeving

van ons fonds;

Page 19: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

19

• de manier waarop ons fonds wordt aangestuurd; en

• de manier waarop het Bestuur omgaat met de risico’s

op de langere termijn.

Bij de visitatie over 2014 lag de focus op:

• beoordeling proces overgang naar nieuwe pensioen-

regeling;

• uitbestedingsbeleid, processen in control;

• uitvoering van de regeling, processen in control;

• verschillen tussen voorgenomen beleid en de

realisatie;

• bevoegdheden, verantwoordelijkheden, afbakening

diverse organen;

• onafhankelijkheid en betrouwbaarheid;

• IT-risico’s;

• vermogensbeheer.

De Visitatiecommissie, die door het Bestuur is benoemd,

bestaat uit drie onafhankelijke, externe personen. Zij

krijgen een vergoeding voor hun werkzaamheden. Dit

jaarverslag bevat ook een verslag van de bevindingen en

aanbevelingen van de Visitatiecommissie over 2014. De

samenstelling van de Visitatiecommissie is gewijzigd na

het terugtreden van de heer Geerdink als lid van de Visi-

tatiecommissie. Het Bestuur heeft eind 2014 de heer

Beckers benoemd als opvolger van de heer Geerdink. Bij

de visitatie over 2014 heeft de Visitatiecommissie een

aantal aanbevelingen aan het Bestuur gedaan.

Compliance

Ons fonds hanteert een eigen gedragscode die is afge-

stemd op de modelgedragscode van Pensioenfederatie.

Begin 2015 wordt de gedragscode aangepast aan de

Code Pensioenfondsen. De compliance officer bewaakt

dat ons fonds voldoet aan de regels op het gebied van

integriteit. De compliance officer meldt in het verslagjaar

geen bijzonderheden. Mevrouw Reus wordt compliance

officer vanaf 2015.

Naleving wet- en regelgeving

In het afgelopen jaar heeft DNB geen aanwijzingen aan

ons fonds gegeven. Er is geen bewindvoerder aangesteld

en de bevoegdheidsuitoefening van organen van ons

fonds is niet gebonden aan toestemming van de toe-

zichthouder. Ook zijn er geen boetes en/of dwangsom-

men opgelegd.

Klachten en geschillen

Ons fonds heeft een klachten- en geschillenprocedure.

Het Bestuur heeft in 2014 een drietal klachten van deel-

nemers ontvangen. Deze klachten zijn besproken in het

Bestuur en daarna verder afgewikkeld. De betreffende

deelnemers zijn hierover allen schriftelijk geïnformeerd.

De klachten hebben niet geleid tot een verandering in

regelingen of processen.

Page 20: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

20

Aanbevelingen uitvoerings­kosten PensioenfederatieIn november 2011 presenteerde de Pensioenfederatie de

Aanbevelingen uitvoeringskosten. Hierin roept de Pen-

sioenfederatie de pensioenfondsen op om de kosten van

pensioenbeheer, vermogensbeheer en transacties te pu-

bliceren. Deze kosten moeten volgens de Pensioen-

federatie volledig bekend zijn binnen het pensioenfonds

en beschikbaar zijn voor deelnemers. De aanbevelingen

zijn:

• Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro’s

per deelnemer.

• Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in %

van het gemiddeld belegd vermogen.

• Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactie-

kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen.

Ons fonds deelt de mening van de Pensioenfederatie en

wil volledig transparant zijn over deze kosten. Dit gaat

niet uitsluitend over de kosten die direct in de jaarreke-

ning verantwoord worden. Het transparant maken van

alle kosten en deze mogelijk afzetten tegen een bench-

mark helpt ook om de kosten verder te beheersen.

Met het onderstaande kostenoverzicht volgt ons fonds

de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Om de kos-

ten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeve-

ling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers ge-

definieerd als de som van het aantal actieve deelnemers

en pensioengerechtigden. Gewezen deelnemers tellen

dus niet mee.

Kostenoverzicht

(x € 1.000) 2014 2013

Pensioenbeheer

Kosten in € per deelnemer 263 (1) 258

Restitutie kosten in € per deelnemer (2007-2012) 0 -76

263 182

Vermogensbeheer

Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen (2) 0,26 0,29

Kosten in % binnen beleggingsfondsen (3) 0,07 0,07

Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen (4) 0,14 0,11

1 De kosten zijn t.o.v. 2013 licht gestegen. In 2013 zijn echter restituties verrekend van kosten pensioenbeheer over de jaren 2007 tot en met 2012.

2 De vermogensbeheerkosten worden in rekening gebracht via NN o.b.v. ultimo jaarstanden. De kosten zijn hier weergegeven o.b.v. het gemiddelde

belegde vermogen in het betreffende jaar.

3 Dit zijn de kosten binnen de beleggingsfonsen (berekend over de deelneming van het fonds in het beleggingsfonds. Denk aan administratie kosten,

publicatiekosten, accountantskosten, bewaarloon, etc.

4 Ten aanzien van de hoogte van de transactiekosten:

– Transactiekosten zijn de kosten die gemaakt moeten worden om een (beleggings-)transactie tot stand te brengen en uit te voeren. Dit zijn geen

kosten die aan de vermogensbeheerder worden betaald, maar kosten die bijvoorbeeld aan de beurs of aan een broker moeten worden betaald.

– De transactiekosten van ons fonds betreffen kosten voor het beleggen van de premie, rebalancing van de portefeuille, duratieverlenging en kosten

voor actief beheer..

Page 21: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

21

Nieuw Financieel Toetsingskader

Dit hoofdstuk licht de wijzigingen toe die vanaf 2015 van

kracht zijn voor pensioenfondsen in het kader van het

nieuw FTK.

Toekomstbestendig pensioenstelsel

Met de (fiscale) wijzigingen in de wet- en regelgeving is

per 1 januari 2015 de fiscaal gefaciliteerde opbouw ver-

der beperkt. De belangrijkste wijzigingen zijn de verla-

ging van de maximale opbouwpercentages voor pen-

sioen en de aftopping van het pensioengevend jaarsalaris

op €100.000. Boven de €100.000 is pensioenopbouw niet

meer fiscaal gefaciliteerd via de zogeheten omkeerrege-

ling.

Naast deze wijzigingen is het nieuw FTK per 1  januari  2015

van kracht geworden. Dit omvat de financiële eisen waar-

aan pensioenfondsen moeten voldoen. Belangrijkste

doel van de nieuwe regels is een robuust, toekomst-

bestendig pensioenstelsel waarin het pensioenvermo-

gen van de deelnemer stabiel wordt beheerd en lusten

en lasten evenwichtig verdeeld zijn tussen generaties.

Beleidsdekkingsgraad

Het nieuw FTK leidt tot een compleet contract waarin

fondsbeslissingen minder afhangen van dagkoersen. Het

eist van de werkgever en van ons fonds dat we vooraf

openlijk communiceren over de verdeling van financiële

risico’s tussen jongeren en ouderen. Zo dient het Bestuur

de dekkingsgraad te definiëren waarboven volledige in-

dexatie wordt verleend en ook welke maatregelen geno-

men worden bij een lage dekkingsgraad. Ons fonds ba-

seert zijn beslissingen op de 12-maands voortschrijdend

gemiddelde dekkingsgraad, de zgn. beleidsdekkings-

graad en is hierdoor minder gevoelig voor dagkoersen.

Mede aan de hand van de beleidsdekkingsgraad en

wordt bepaald of ons fonds een tekort heeft, of het verla-

gen van de pensioenen noodzakelijk is en of een toeslag

verleend kan worden. In onze communicatie blijven we

ook de actuele dekkingsgraad publiceren.

Toeslagverlening

Toeslagen mogen verleend worden vanaf een beleids-

dekkingsgraad van 110%. Daarnaast moet de gegeven

toeslag toekomstbestendig zijn. Dit betekent dat het ei-

gen vermogen boven de beleidsdekkingsgraad hoog

genoeg moet zijn om de toegezegde toeslagverlening

ook in de toekomst te kunnen financieren. Dit impliceert

dat voor ons fonds een toeslag van 1%-punt mogelijk is

bij een beleidsdekkingsgraad van 119% en een toeslag

van 2%-punt bij een beleidsdekkingsgraad van 128%.

Premie

Om fluctuaties in de premie te voorkomen kan de kos-

tendekkende premie nog steeds vastgesteld worden met

een methodiek van premiedemping. Deze demping kan

gebeuren op basis van een maximale 10-jaarsgemiddel-

de rente of op basis van een prudent verwacht rende-

ment. Het Bestuur kiest voor de tweede optie met een

gedempte kostendekkende premie gebaseerd op een

verwacht reëel fondsrendement van 2,4%. Tot slot vervalt

de DNB-beleidsregel dat de premie, bij een dekkingste-

kort, moet bijdragen aan herstel.

Nieuwe herstelplansystematiek

Ons fonds moet een herstelplan indienen wanneer de be-

leidsdekkingsgraad onder de vereiste dekkingsgraad op

basis van het strategisch beleggingsbeleid ligt. Dit moet

binnen drie maanden na constatering hiervan. Ons fonds

controleert dit elk kwartaal. Alleen als het tekort per

1  januari 2015 is vastgesteld, is er meer tijd. Dan dient het

fonds het herstelplan voor 1 juli  2015 bij DNB in te dienen.

Door deze nieuwe systematiek voor herstelplannen wor-

den de gevolgen van dalingen in de beleidsdekkings-

graad direct vertaald in te nemen maatregelen, zoals het

verlagen van de pensioenopbouw of de toeslag of in het

uiterste geval een verlaging van de pensioenen. De

maatregelen mogen over maximaal tien jaar worden ge-

spreid, ze moeten generatie-evenwichtig zijn en ons

fonds moet binnen tien jaar weer voldoen aan de vereiste

dekkingsgraad. Elk jaar wordt de financiële situatie van

ons fonds bezien; is de beleidsdekkingsgraad na een jaar

lager dan de vereiste dekkingsgraad, dan dient ons fonds

een herstelplan in waaruit blijkt hoe ons fonds weer bin-

nen tien jaar herstelt naar de vereiste dekkingsgraad. Het

herstelplan vervalt zodra de beleidsdekkingsgraad gelijk

is aan de vereiste dekkingsgraad.

Tot slot wordt als belangrijke regel geïntroduceerd dat de

beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds niet lan-

ger dan vijf achtereenvolgende jaren onder de minimaal

vereiste dekkingsgraad mag liggen. Is dit wel het geval

en is de actuele dekkingsgraad lager dan de minimaal

vereiste dekkingsgraad, dan dient de actuele dekkings-

graad direct teruggebracht te worden naar de minimaal

vereiste dekkingsgraad. Dit kan door de pensioenen te

verlagen.

Pensioenverlaging

Om weer financieel solvabel te worden, blijft het verla-

gen van de pensioenen het laatste redmiddel. Zijn er

Page 22: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

22

geen maatregelen meer voorhanden, is de beleidsdek-

kingsgraad vijf jaar na elkaar lager dan de minimaal ver-

eiste dekkingsgraad én is de actuele dekkingsgraad lager

dan de minimaal vereiste dekkingsgraad dan moet ons

fonds hiertoe overgaan. Ook als ons fonds in een herstel-

situatie niet binnen 10 jaar naar het vereist eigen vermo-

gen kan toegroeien moet ons fonds de pensioenen verla-

gen. De verlaging mag over maximaal 10 jaar worden

gespreid en moet ten minste tijdsevenredig plaatsvin-

den. Heeft een fonds een sterk vergrijsd deelnemersbe-

stand, is het voornemens te liquideren of is er een grote

waardeoverdracht aanstaande, dan kan DNB dat fonds

verplichten de hersteltermijn te verkorten.

Het inhalen van toeslagverlening en het herstel-

len van pensioenverlagingen

Om in het verleden gemiste toeslagverlening in te halen

en om pensioenverlagingen te herstellen, gelden soort-

gelijke voorwaarden. Ten eerste moet er voldoende ver-

mogen aanwezig zijn om in de toekomst de reguliere

toeslagambitie te kunnen geven. Daarnaast mag slechts

één vijfde deel van het overschot gebruikt worden voor

inhaalindexatie of voor herstel van een pensioenverla-

ging. Het overschot is daarbij gedefinieerd als het ver-

schil tussen de beleidsdekkingsgraad en de benodigde

dekkingsgraad om volledig te indexeren, of als het ver-

schil tussen de beleidsdekkingsgraad en de vereiste dek-

kingsgraad. Het kleinste verschil is bepalend voor het in-

halen van toeslagverlening of voor het herstellen van een

pensioenverlaging.

Haalbaarheidstoets

De haalbaarheidstoets toetst de financiële opzet van ons

fonds en toetst of het verwachte pensioenresultaat vol-

doet aan de normen die ons fonds zelf stelde onder

meerdere scenario’s. Ons fonds definieert zelf hoe ver het

pensioenresultaat mag wegzakken. Blijkt uit de haalbaar-

heidstoets dat het verwachte pensioenresultaat niet vol-

doet aan deze norm, dan moet dit gecommuniceerd

worden aan de deelnemers én aan sociale partners. Het

kan ertoe leiden dat het pensioencontract herzien wordt.

Vereist eigen vermogen onder het nieuw FTK

Het vereist eigen vermogen is hoger dan het vereist ei-

gen vermogen onder het vorig FTK. Dat komt door de

rekenregels waarmee onder het nieuw FTK het vereist

eigen vermogen vastgesteld wordt. Het vereist eigen

vermogen blijft een belangrijk criterium, omdat het on-

der andere een rol speelt bij de premiestelling, de beoor-

deling of ons fonds zich in een herstelsituatie bevindt, de

pensioenopbouw moet verlagen, de pensioenen moet

verlagen dan wel een toeslag mag verlenen.

Page 23: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

23

De financiële positie van ons fonds

Rentetermijnstructuur en wijziging actuariële grondslagen

Rentetermijnstructuur

In lijn met de voorschriften van DNB hanteert ons fonds

begin 2014 een rentetermijnstructuur (hierna RTS) op

basis van de drie voorgaande maanden en de Ultimate

Forward Rate systematiek (hierna UFR) om de voorzie-

ning pensioenverplichtingen en de kostendekkende pre-

mie vast te stellen.

Beoordeling actuariële grondslagen

In het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen

(hierna Besluit FTK) staat dat een pensioenfonds pru-

dente verzekeringstechnische grondslagen moet hante-

ren, waaronder de voorzienbare trend in de levensver-

wachting. DNB vindt het gewenst dat de meest recente

prognosetafel gehanteerd wordt. Vanaf eind 2014 is de

nieuwe Prognosetafel AG2014 gehanteerd. Verder wor-

den per einde 2013 fondsspecifieke schaalfactoren ge-

hanteerd om de overlevingsgrondslagen van ons fonds

vast te stellen. Eind 2014 is de kostenopslag in de voor-

ziening pensioenverplichtingen onderzocht. Hieruit

blijkt dat deze verhoogd zal moeten worden met 0,5%-

punt.

De financiële positie van ons fonds is weergegeven in

deze tabel:

Ultimo 2014 Ultimo 2013

Grondslagen voorziening pensioenverplichtingen

Overlevingstafel AG-prognosetafel AG-prognosetafel

2014 2012-2062

Startjaar 2015 2014

Correctiefactor man/vrouw Leeftijdsafhankelijk Leeftijdsafhankelijk

Rente Rentetermijnstructuur Rentetermijnstructuur

31-12-2014 31-12-2013

Vermogen

Belegd vermogen (inclusief liquide middelen) € 276,1 miljoen € 200,3 miljoen

Gemiddelde rendement (o.b.v. Total return) 30,3% 5,1%

Dekkingsgraad

Voorziening Pensioenverplichtingen € 216,2 miljoen € 162,4 miljoen

Reserves € 57,6 miljoen € 36,4 miljoen

Vermogen € 273,8 miljoen € 198,8 miljoen

Aanwezige dekkingsgraad 126,6% 122,4%

Solvabiliteitseisen

Eigen vermogen € 57,6 miljoen € 36,4 miljoen

Minimaal vereist eigen vermogen € 9,8 miljoen € 7,4 miljoen

Vereist eigen vermogen € 28,7 miljoen € 24,6 miljoen

Vereiste Dekkingsgraad 113,4% 115,2%

Page 24: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

24

SolvabiliteitseisenAan het einde van het tweede kwartaal van 2014 is de

dekkingsgraad van ons fonds drie opeenvolgende kwar-

taaleinden niet lager geweest dan de vereiste dekkings-

graad. Hiermee voldoet ons fonds aan de norm dat gedu-

rende drie kwartaaleinden geen reservetekort is

ge signaleerd. Er is geen reservetekort meer. Begin

oktober 2014 is het reservetekort en hiermee het lange-

termijnherstelplan, formeel beëindigd.

Continuïteitsanalyse

De pensioenwetgeving schrijft voor dat het Bestuur van

een pensioenfonds ten minste eens in de drie jaar een

continuïteitsanalyse laat maken. Met deze analyse beoor-

deelt ons fonds of de financiële risico’s voor een pensioen-

fonds aanvaardbaar zijn, bezien over een periode van ten

minste vijftien jaar. De laatste continuïteitsanalyse is uitge-

voerd in 2009. In 2013 en in 2014 heeft ons fonds geen

continuïteitsanalyse uitgevoerd vanwege het nieuw FTK

dat op stapel stond. Zo zijn onnodige kosten voorkomen.

DNB had al eerder laten weten niet toe te zien op de ver-

plichting om eens per drie jaar een continuïteitsanalyse uit

te laten voeren. In het nieuw FTK is opgenomen dat ons

fonds vanaf 2015 jaarlijks een haalbaarheidstoets moet

doen, in plaats van plaats van de continuïteitsanalyse. Ons

fonds zal in 2015 de haalbaarheidstoets uitvoeren.

ALM-studie

Op grond van het beleggingsbeleid doet ons fonds mini-

maal eens per vijf jaar een Asset Liability Management

studie (hierna ALM-studie).

Dit is een analyse van de structuur van de pensioenver-

plichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën.

Ook de ontwikkeling daarvan in diverse economische

scenario’s wordt geanalyseerd. Aon Consulting Nederland

cv voerde in mei 2011 een ALM-studie uit voor ons fonds.

Vanwege de nieuwe pensioenregeling en het nieuw FTK

is in het tweede kwartaal van 2015 een ALM-studie uitge-

voerd.

Herstelplan

Ons fonds heeft geen herstelplan meer. Begin oktober

2014 heeft DNB dit bevestigd.

ToeslagenbeleidOns fonds heeft de ambitie:

• om de opgebouwde pensioenaanspraken van de

actieve deelnemers jaarlijks te verhogen volgens de

loonsverhoging CAO GIL;

• om de pensioenrechten van de pensioengerechtig-

den en de premievrije aanspraken van de gewezen

deelnemers jaarlijks te verhogen met de stijging van

de consumentenprijsindex, zoals vastgesteld door het

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het Bestuur beslist jaarlijks of en in hoeverre een toeslag

wordt verleend. De toeslag voor gewezen deelnemers en

pensioengerechtigden mag hierbij niet hoger zijn dan de

toeslag voor actieve deelnemers. De voorwaardelijke

toeslagverlening voor zowel de opgebouwde aan-

spraken als de pensioenrechten en de premievrije aan-

spraken die overeenkomt met de stijging van de consu-

mentenprijsindex, wordt gefinancierd uit de

over rendementen (indexatiecategorie D1). Er is een be-

stemmingsreserve voor de verdere verhoging van de

opgebouwde aanspraken tot het niveau van de CAO-

loonsverhoging GIL (indexatie categorie D4). De bestem-

mingsreserve was in 2014 leeg. In de nieuwe pensioen-

regeling wordt niet meer gewerkt met een

be stemmingsreserve. Aan verhoging in enig jaar kunnen

in de toekomst geen rechten worden ontleend.

Met het herstelplan is het toeslagenbeleid niet aange-

past. De toeslagverlening is voorwaardelijk gebleven. Bij

een dekkingstekort wordt geen toeslag verleend. Het

Bestuur heeft in de vergadering van 10 december 2013

besloten om per 1 januari 2014 een toeslag te verlenen

van 1%-punt aan deelnemers, gewezen deelnemers en

pensioengerechtigden. De ontwikkeling van de dek-

kingsgraad en het feit dat het financieel herstel van ons

fonds voorloopt op het herstelplan (op het moment van

besluitvorming was er geen dekkingstekort meer) recht-

vaardigen het hervatten van de toeslagverlening. Het

Bestuur wil hierbij voorzichtig zijn en een bestendig en

stabiel beleid voeren. Het besluit daarom om aan de ac-

tieve deelnemers geen toeslag te verlenen gelijk aan de

loonsverhoging binnen het cao-onderhandelingsresul-

taat (+2%-punt), maar deze te beperken tot 1%-punt. De

toeslagreserve biedt geen ruimte voor additionele toe-

slagverlening aan de actieve deelnemers per

1  januari 2014.

Ultimo 2014 voldoet ons fonds aan de norm voor het

vereist eigen vermogen. Het Bestuur besluit om per 1 ja-

nuari 2015 zowel de deelnemers als de gewezen deelne-

mers en pensioengerechtigden 1%-punt toeslag te verle-

nen.

Page 25: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

25

Bijdrage

pensioengerechtigden Restant vermindering

en gewezen deelnemers toekomstige indexatie door

Bestuursbesluit in het kader van de pensioengerechtigden en

Jaar pensioenverhoging extra herstelmaatregel gewezen deelnemers

2014 1% 1% 5% (6% - 1%)

2015 1% 1% 4% (5% - 1%)

PremiebeleidVolgens artikel 129 van de Pensioenwet (hierna PW) moet

de ontvangen premie ten minste gelijk zijn aan de (ge-

dempte) kostendekkende premie die conform de Abtn is

vastgesteld. De premie mag alleen lager zijn als aange-

toond kan worden dat er, naast de onvoorwaardelijke ver-

plichting en het vereist eigen vermogen, voldoende vermo-

gen is om de voorwaardelijke toeslagen te kunnen

nakomen.

De feitelijke premie over 2014 is € 16,0 miljoen, de kosten-

dekkende premie € 16,6 miljoen en de gedempte kosten-

dekkende premie over 2014 is € 13,5 miljoen. De PW ver-

plicht pensioenfondsen in beginsel de kostendekkende

premie in rekening te brengen bij de aangesloten onderne-

ming en de deelnemers. Ons fonds heeft echter vanaf

1  januari 2015 een middelloonregeling waarbij gedurende

vijf jaar een vast premiepercentage geldt (CDC-regeling).

De eis van kostendekking heeft zodoende geen betrekking

meer op de hoogte van de premie, maar op de mate waarin

de geambieerde pensioenopbouw (en risicodekking) toe-

gekend kan worden. Gezien het voorgaande is het Bestuur

van mening dat de totaal ontvangen premie toereikend is.

Het Bestuur besluit daarom in de vergadering van

4  december 2014 om de totale pensioenopbouw van 2,1%

voor 2015 toe te kennen.

2014 2013

Feitelijke premie € 16,0 miljoen € 16,4 miljoen

Kostendekkende premie € 16,6 miljoen € 16,4 miljoen

Gedempte premie € 13,5 miljoen € 12,4 miljoen

Premie met bijdrage aan herstel € 15,1 miljoen € 15,0 miljoen

Page 26: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

26

BeleggingsbeleidHet beleggingsbeleid van ons fonds ligt vast in de Verkla-

ring inzake de beleggingsbeginselen. Deze is als bijlage

opgenomen in de Abtn en in het beleggingsplan van ons

fonds. Het vermogensbeheer van ons fonds is onderge-

bracht bij NN IP. Voor de inhoud van het beleggings-

beleid verwijzen wij u naar het hoofdstuk Beleggingen.

Informatie aan de deelnemers en pensioengerechtigdenDe deelnemers van ons fonds zijn via de website

www.pf-sligrofoodgroup.nl, via de digitale nieuwsbrief

en via het magazine PensioenSliM geïnformeerd over de

besluiten om per 1 januari 2014 en per 1 januari 2015

1%-punt toeslag te verlenen. Zoals eerder beschreven in

dit verslag, wordt deze 1%-punt toeslag aan pensioen-

gerechtigden en gewezen deelnemers niet uitgekeerd,

dit vanwege de extra herstelmaatregelen. Gepensioneer-

den ontvangen geen PensioenSliM. Zij zijn geïnformeerd

via de digitale nieuwsbrief en de website. In januari 2015

zijn ze ook geïnformeerd in de toelichting van de jaar-

opgave over het toeslagbesluit per 1 januari 2015.

In april 2014 is het UPO aan alle deelnemers verzonden.

Hierbij is het magazine PensioenSliM gevoegd, met inter-

views met deelnemers en bestuursleden over relevante

pensioenonderwerpen en informatie over de financiële

situatie van ons fonds. Verder is er extra informatie over

het UPO op de website geplaatst en is de verzending van

het UPO op het intranet van de onderneming gemeld.

In het kader van de nieuwe pensioenregeling is een plan

van aanpak opgesteld met daarin de communicatiemid-

delen en -momenten met de deelnemers. Daarnaast is

besloten om in 2015 een PensioenSliM uit te brengen die

in het teken staat van de nieuwe pensioenregeling.

Page 27: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

27

Verzekerdenbestand

Actieve Gewezen Pensioen-

deelnemers deelnemers gerechtigden Totaal

Stand per 31 december 2013 3.945 3.370 571 7.886

Mutaties door:

Nieuwe toetredingen 582 582

Ontslag met premievrije aanspraak -350 350 0

Waardeoverdracht -28 -28

Ingang pensioen -43 -28 107 36

Overlijden -5 -7 -20 -32

Afkoop -166 -18 -184

Andere oorzaken -15 -28 4 -39

Mutaties per saldo 169 93 73 335

Stand per 31 december 2014 4.114 3.463 644 8.221

2014 2013

Specificatie pensioengerechtigden

Ouderdomspensioen 499 447

Partnerpensioen 124 107

Wezenpensioen 21 17

Totaal 644 571

Page 28: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

28

Beleggingen

Kort samengevatDe dekkingsgraad is in 2014 verder gestegen van 122,4%

naar 126,6%. In 2013 werd na een aantal moeilijke jaren,

en een voldoende herstel van de dekkingsgraad, de

keuze gemaakt om terug te gaan naar de strategische

beleggingsmix van 65% vastrentende waarden en 35%

aan delen voor ons fonds met de mogelijkheid om hier

van af te wijken (binnen bandbreedtes) door vermogens-

beheerder NN IP. Dit beleid werd in 2014 gecontinueerd.

De renteontwikkeling en het beleid van ons fonds om

een relatief groot deel van de rentegevoeligheid van de

beleggingen af te stemmen op de rentegevoeligheid van

de verplichtingen waren in 2014 opnieuw belangrijk voor

het rendement van onze beleggingen alsook (de toege-

nomen waarde) van onze verplichtingen. De methodiek

voor de waardebepaling van de pensioenverplichtingen

is van invloed op de dekkingsgraad. De keuze van ons

fonds om in 2014 de rentegevoeligheid van de beleggin-

gen nog verder in lijn te brengen met de beoogde rente-

afdekking versus onze verplichtingen heeft opnieuw bij-

gedragen aan de verbetering van de dekkingsgraad.

MarktontwikkelingenSinds 2009 laten aandelen een goed rendement zien. In

2014 stegen de wereldwijde aandelen in ontwikkelde

markten zo’n 19,5% in lokale valuta. De rendementen

werden in 2014 wel sterk beïnvloed door valutaschom-

melingen. De Amerikaanse dollar steeg in 2014 naar het

hoogste niveau in negen jaar. Ons fonds dekt het valuta-

risico van de aandelenportefeuille af naar de euro, waar-

door na valuta-afdekking ons aandelen rendement 8,6%

bedraagt. In verband met de negatieve ontwikkeling van

de dekkingsgraad tijdens de financiële crisis, en de extra

buffervereiste voor valutarisico’s in onze vereiste dek-

kingsgraad, heeft ons fonds enige jaren geleden besloten

dit risico af te dekken. Valutabewegingen zijn moeilijk te

voorspellen en als fonds hebben we hier geen beleid op

ontwikkeld.

In de vastrentende sector behoorden Spaanse en Itali-

aanse obligaties opnieuw tot de best presterende obliga-

ties. Ons fonds heeft een breed gespreide obligatieporte-

feuille, waarbij naast de belegging in staatsobligaties met

een hoge kredietwaardigheid, zoals Nederlandse en

Duitse staatsobligaties, ook in onder andere Spaanse en

Italiaanse staatsobligaties wordt belegd. Dit heeft op-

nieuw sterk bijgedragen aan het resultaat op onze beleg-

gingen. Ook voor de komende periode is besloten om

vooralsnog in deze landen te blijven beleggen. Naast

staatsobligaties belegt ons fonds ook in bedrijfsobliga-

ties, gedekte obligaties en staatsgerelateerde obligaties.

Daarbij bestaat de mogelijkheid, wanneer NN IP het op-

portuun acht, om te beleggen in obligaties met een

mindere kredietwaardigheid (High Yield) en obligaties

van Opkomende Markten.

Ondanks aanhoudende zorgen om de mondiale groei en

geopolitieke spanningen was 2014 gunstig voor beleg-

gers. Een langzaam aantrekkende economische groei,

dalende inflatie en soepel monetair beleid zorgden in de

financiële markten voor een zoektocht naar rendement.

De liquiditeiten gingen naar (staats)obligaties, aandelen

en vastgoed. Aandelen kregen daarbij steun van sterke

winstcijfers, dividendgroei en een toenemend onderne-

Page 29: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

29

mersvertrouwen. Vooral Amerikaanse aandelen presteer-

den goed wat ook goed was voor het rendement van ons

fonds. De aandelenmarkt in de Verenigde Staten is veruit

de grootste ter wereld en heeft daarom ook een groot

gewicht in onze portefeuille. Er is in onze portefeuille een

relatief kleine weging in opkomende markten. Doordat

we voor opkomende landen de valuta’s niet afdekken

was het resultaat in euro’s (12,8%) boven het resultaat

van onze aandelenportefeuille (8,6%).

Het zeer hoge rendement op de obligatieportefeuille

kwam voor een groot deel uit rentedalingen. Dit heeft

ook een keerzijde. De waardering van de toekomstige

pensioenuitkeringen neemt dan ook toe.

Centrale banken speelden ook in 2014 een hoofdrol. In

oktober stopte de Amerikaanse Centrale Bank (hierna

Fed) na meer dan vijf jaar met het opkopen van staats-

obligaties. Japan breidde haar opkoopprogramma juist

uit om de inflatie te stimuleren. De Europese Centrale

Bank (hierna ECB) verlaagde het belangrijkste rentetarief

tot 0,05% en gaf aan haar balanstotaal met 1 triljoen euro

uit te breiden om de groei en de inflatie te stimuleren.

De wereldeconomie leek in 2014 geleidelijk aan te trek-

ken. De groei kwam met name door de sterke activiteit in

de private sector in de Verenigde Staten en het Verenigd

Koninkrijk. Hier gaven de verbeterende arbeidsmarkt en

de welvaartseffecten van de aandelen- en vastgoed-

markten de private bestedingen een impuls. In Japan en

de eurozone stelde de groei juist teleur. De groei in opko-

mende economieën bleef ook gematigd. Door zorgen

over de vraag en het ruime aanbod ging de olieprijs sterk

omlaag, ondanks oplopende geopolitieke spanningen in

het Midden-Oosten en Oekraïne.

De wereldwijde inflatie bleef in 2014 onder controle

dankzij de lagere energieprijzen en de onbenutte capaci-

teit bij bedrijven. De wereldwijde inflatie daalde tot (naar

verwachting) 2,7% in 2014 (2,9% in 2013).

Verantwoord beleggenDe onderneming kiest voor maatschappelijk verant-

woord ondernemen (hierna MVO). Vanuit ons fonds is in

2013 gekeken hoe duurzaam onze fondsmiddelen wor-

den belegd. NN IP, de vermogensbeheerder van ons

fonds, hecht eveneens veel waarde aan het maatschap-

pelijk verantwoord en duurzaam beleggen van de mid-

delen. Alle beleggingsfondsen van NN IP kennen een

strategie voor duurzaam beleggen. Deze is gebaseerd op

de volgende (gedrags)richtlijnen:

• ING Groep Business Principles;

• NN IP Investment Principles;

• ondertekening van de United Nations Principles for

Responsible Investments (UNPRI);

• een ‘wapenbeleid’ dat van toepassing is op zowel

eigen gelden als gelden van derden dat stelling

inneemt tegen controversiële wapenhandel (zoals

antipersoonsmijnen, clusterbommen, munitie met

verarmd uranium en biologische en chemische

wapens);

• een actief stembeleid met aandacht voor milieupro-

blemen en maatschappelijke issues;

• voortdurende dialoog met bedrijven waarin wordt

geïnvesteerd.

Het duurzaamheidsbeleid dat NN IP uitvoert voor ons

fonds is getoetst aan de uitgangspunten die de onderne-

ming hanteert voor MVO. We kunnen concluderen dat

het beleggingsbeleid van ons fonds in zijn algemeenheid

goed aansluit op het ondernemingsbeleid ten aanzien

van MVO en duurzaamheid. Vanuit kostenoogpunt is

besloten om niet voor maatwerk op het gebied van duur-

zaamheid binnen de beleggingsportefeuille van ons

fonds te gaan. De impact van een verantwoord en duur-

zaam beleggingsbeleid op het rendement en risico is

voor ons fonds een belangrijk gegeven voor het vast te

stellen duurzaamheidsbeleid. Er zijn verschillende ma-

nieren om het duurzaamheidsbeleid te implementeren:

dit kan door een negatieve screening (uitsluiting) of een

positieve screening (best-in-class) op activiteiten en ge-

drag, een voortdurende dialoog met bedrijven, het uitoe-

fenen van stemrecht en een positieve selectie op thema’s.

Het beleid dat NN IP voor ons fonds uitvoert is een com-

binatie hiervan. MVO/duurzaamheid en bedrijfsecono-

misch rendement, plus mate van risico, gaan net als bij de

onderneming ook bij ons fonds hand in hand. Ook in

2014 heeft ons fonds gesproken over het duurzaam-

heidsbeleid wat het fonds wil voeren voor onze porte-

feuille. Ons fonds heeft het voornemen om een eerste

kleine allocatie naar een specifiek duurzaam fonds van

onze beheerder NN IP te doen. Het verschil met de an-

dere fondsen is dat er meer uitsluitingen en een best-in-

class beleid wordt gevoerd.

Renteontwikkeling en dekkingsgraadAls de rente verandert, veranderen hierdoor de waarden

van de beschikbare middelen van het pensioenfonds en

de (toekomstige) pensioenverplichtingen. Dit heeft ge-

volgen voor de dekkingsgraad. Om de dekkingsgraad

minder gevoelig te maken voor rentewijzigingen heeft

ons fonds de rentegevoeligheid van de vastrentende

Page 30: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

30

portefeuille van het fonds de afgelopen jaren meer in lijn

gebracht met de rentegevoeligheid van de verplichtin-

gen. Dit is niet gedaan vanuit een rentevisie, maar vanuit

risicobeheer. Ons fonds streeft een "stabiel" pensioen na.

Dit houdt in dat ons fonds een verlaging van de pensioe-

nen wil voorkomen en, indien de financiële positie het

toelaat, de pensioenen wil verhogen. Ondanks de lage

renteniveaus bereikte de rente in 2014 opnieuw een

dieptepunt. De goede performance van onze aandelen-

en obligatieportefeuille, in combinatie met een relatief

hoge renteafdekking ten opzichte van onze verplichtin-

gen, heeft ervoor gezorgd dat ondanks de sterk dalende

rentes in 2014, waardoor de pensioenverplichtingen

sterk toenemen, de dekkingsgraad verder is hersteld van

122,4% eind 2013 naar 126,6% eind 2014.

PerformanceDe tabel toont de resultaten van de portefeuille van ons

fonds versus de benchmark.

Het resultaat op de vastrentende waarden was hoog

door de sterk dalende rente, de goede performance van

de onderliggende obligaties en het positieve selectie-

beleid van de beheerder NN IP. De performance in de

aandelenportefeuille werd negatief beïnvloed door onze

lange termijn valuta-afdekking naar de euro alsmede het

negatieve selectiebeleid van NN IP.

Beleggingscategorie Resultaat Benchmark

Vastrentende portefeuille 46,0% 43,3%

Aandelen portefeuille 8,6% 9,7%

Totale portefeuille 30,3% 30,8%

Vooruitzichten

Economie

De mondiale economie laat begin 2015 een positieve

trend zien, maar er is een groot verschil: ontwikkelde

economieën trekken aan, terwijl de opkomende econo-

mieën vertragen. In de ontwikkelde economieën neemt

de onzekerheid af en is het economische beleid gericht

op het stimuleren van de economische activiteit. Opko-

mende economieën hebben daarentegen last van forse

onevenwichtigheden en de lagere grondstoffenprijzen.

Per saldo zal de wereldeconomie in 2015 naar verwach-

ting een groei van 3% laten zien. Dit betekent een lichte

stijging ten opzichte van 2014 (2,9%).

Obligaties

Het ECB-beleid, waaronder de aangekondigde oncon-

ventionele maatregelen (het opkoopprogramma), de

blijvend lage inflatie, zwakke economische groei en geo-

politieke onzekerheid dragen bij aan aanhoudende neer-

waartse druk op Europese obligatierentes. Het is daarom

waarschijnlijk dat de Duitse 10-jaarsrente in de nabije

toekomst niet aanzienlijk zal stijgen. NN IP blijft wel uit-

gaan van (gematigd) hogere obligatierentes op de mid-

dellange tot langere termijn.

Gezien de zeer lage rente en, voor euro obligaties met

een hoge kredietwaardigheid, ook negatieve rendemen-

ten voor de kortere looptijden, blijven we voorlopig bij

een breed gespreide obligatieportefeuille met meer kre-

dietrisico en een hogere vergoeding. Gezien de verwach-

ting dat de rente niet sterk zal oplopen en nog altijd het

risico dat rentes verder kunnen dalen, houdt ons fonds

voorlopig een relatief hoge renteafdekking versus de

verplichtingen. De obligatieportefeuille van ons fonds is

op dit moment in onze visie goed gepositioneerd voor

bovenstaand scenario.

Aandelen

Een klimaat van gematigde economische groei, beter

dan verwachte bedrijfswinsten en een soepel monetair

beleid blijft gunstig voor aandelen. Bovendien blijven de

bedrijfsbalansen sterk en aandelen zijn niet duur in ver-

gelijking met andere beleggingscategorieën.

Voor 2015 voorspelt NN IP een sterkere winstgroei in Ja-

pan (+11%) en Europa (+9%) dan in de VS (+6%). Ameri-

kaanse bedrijven krijgen waarschijnlijk meer te maken

met de sterke Amerikaanse dollar, terwijl Japanse en Eu-

ropese bedrijven hiervan moeten kunnen profiteren.

Bovenstaand scenario zou betekenen dat in 2015 op-

nieuw een positieve bijdrage uit de aandelenportefeuille

zou mogen worden verwacht.

Page 31: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

31

Risicoparagraaf

Het beheer van de pensioenverplichtingen en de finan-

ciering daarvan brengen risico’s met zich mee. Het be-

langrijkste doel van ons fonds is het nakomen van de

pensioenverplichtingen. Daarom streven we naar een

toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde

van de pensioenverplichtingen. In deze paragraaf gaan

we in op het beleid van ons fonds en op de risico’s die ons

fonds loopt bij de uitvoering van zijn taken. Voor de ma-

nier waarop deze risico’s zijn afgedekt en een kwantifice-

ring van deze risico’s verwijzen we naar de ‘Risicopara-

graaf’ in de jaarrekening.

RisicomanagementOns fonds is verantwoordelijk voor de inrichting en de

goede werking van het interne risicobeheersings- en

controle systeem. Dit is het risicomanagement. Risicoma-

nagement is een continu proces waarbij de risico’s en de

organisatie van ons fonds integraal worden bekeken. Het

risicomanagement is belangrijk bij het bepalen van de

strategie van ons fonds. In 2013 heeft ons fonds het risi-

comanagement verder vorm gegeven door een

risicomanagements beleidsplan op te stellen en door een

Commissie Risicomanagement en Uitbesteding in te stel-

len. Deze commissie monitort het integrale risicoma-

nagement van ons fonds en adviseert hierover aan het

Bestuur.

Beleid en risicobeheerHet Bestuur verwoordt zijn algemene beleid in de Abtn,

waaronder het beleid voor risicobeheer. Algemene lei-

draad voor het uitvoeren van zijn beheerstaken is risico-

mijdend operationeel management. Het Bestuur heeft

een aantal beleidsinstrumenten om deze risico’s te be-

heersen:

• ALM-studie en duration matching;

• dekkingsgraad;

• beleggingsbeleid;

• premiebeleid;

• toeslagbeleid;

• herverzekeringsbeleid;

• beleid ten aanzien van uitbesteding.

Welk beleidsinstrument toegepast wordt, bepaalt het

Bestuur na uitvoerige analyse van de ontwikkelingen die

verwacht worden in de verplichtingen en de financiële

markten. Daarbij gebruiken we onder meer ALM-studies.

Dat zijn analyses van de structuur van de pensioenver-

plichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën

en de ontwikkeling daarvan in diverse economische sce-

nario’s. In 2011 is voor het laatst een ALM-studie uitge-

voerd. In 2015 zal weer een ALM-studie worden uitge-

voerd.

Jaarlijks evalueren we de invloed van deze beleidsinstru-

menten op de financiële positie van ons fonds. Hierbij

spelen zowel de huidige als de toekomstige financiële

positie van ons fonds een rol.

Om te toetsen of het beleid op lange termijn tot de ge-

wenste ontwikkeling leidt, doet ons fonds in principe

eens in de drie jaar een continuïteitsanalyse. Het Bestuur

heeft, met het oog op de wijziging van het FTK, besloten

om in 2013 geen continuïteitsanalyse uit te voeren. Zo

zijn onnodige kosten voorkomen. In 2014 is ook geen

continuïteitsanalyse uitgevoerd vanwege de komst van

het nieuw FTK. In het nieuw FTK wordt de continuïteits-

analyse vervangen door een haalbaarheidstoets. Deze zal

in 2015 uitgevoerd worden.

In het risicomodel van DNB zijn voor een aantal risico-

categorieën scenario’s vastgesteld (‘schokken’). DNB

duidt ze aan met een S-code. Bij de berekening van het

vereist eigen vermogen (buffers) past ons fonds de stan-

daardmethode toe op basis van de zogenaamde wortel-

formule (S1 t/m S10). Kwantitatieve en kwalitatieve toe-

lichtingen van deze risico’s staan in de ‘Risicoparagraaf’ in

de jaarrekening.

Het vereist vermogen berekenen we op basis van zowel

de feitelijke als de strategische beleggingsmix. De hoog-

ste van beide hanteren we als het vereist eigen vermo-

gen.

Page 32: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

32

Financiële risico’s

Solvabiliteitsrisico

Het belangrijkste risico voor ons fonds is het solvabili-

teitsrisico. Dat is het risico dat ons fonds niet beschikt

over voldoende vermogen om de pensioenverplichtin-

gen te dekken.

De solvabiliteit meten we zowel op basis van algemeen

geldende normen als ook naar de specifieke normen van

de toezichthouder. Ontwikkelt de solvabiliteit van ons

fonds zich negatief, dan bestaat het risico dat er geen

ruimte beschikbaar is voor een eventuele verhoging van

de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen. In

het uiterste geval moet ons fonds de pensioenen verla-

gen.

Het solvabiliteitsrisico kent de volgende risicocategorie-

en:

• renterisico (S1);

• zakelijke waardenrisico (S2);

• valutarisico (S3);

• grondstoffenrisico (S4);

• kredietrisico (S5);

• verzekeringstechnisch risico (S6);

• leverage risico (S7);

• concentratierisico (S8);

• liquiditeitsrisico (S9);

• actief beheerrisico (S10).

RENTERISICO (S1)

Pensioenfondsen kennen doorgaans een langere loop-

tijd voor hun verplichtingen dan voor hun bezittingen.

Door deze mismatch is er een renterisico. Bij een renteda-

ling nemen de verplichtingen immers sterker in waarde

toe dan de bezittingen. Het standaardmodel van DNB

bevat voorgeschreven rentescenario’s (verschuiving ac-

tuele rentetermijnstructuur via voorgeschreven rentefac-

toren) om het vereist eigen vermogen voor dit risico te

bepalen. Om de mismatch te beperken, dekt ons fonds

het renterisico strategisch voor 70% af. Gerelateerd aan

de hoogte van de pensioenverplichting is dit percentage

88,6%.

ZAKELIJKE WAARDENRISICO (S2)

De waarden van aandelen en onroerend goed zijn onder-

hevig aan marktfluctuaties. Fondsen die een deel van

hun vermogen in dergelijke zakelijke waarden hebben

belegd, lopen hierdoor risico. Het percentage dat maxi-

maal belegd mag worden in zakelijke waarden staat in de

beleggingsrichtlijnen van ons fonds.

VALUTARISICO (S3)

Het valutarisico is het risico dat de waarde van de beleg-

gingen in vreemde valuta verslechtert doordat de koer-

sen van de vreemde valuta veranderen. De kans dat de

wisselkoers van vreemde valuta verslechtert ten opzichte

van de euro is een risico voor een pensioenfonds, omdat

verplichtingen veelal in euro worden uitgedrukt en bezit-

tingen deels in vreemde valuta. Dit risico is van belang

voor directe posities in een valuta en voor beleggingen

die gewaardeerd zijn in een andere valuta.

Afgezien van tactische posities is de vastrentende porte-

feuille volledig in euro’s belegd. De aandelenportefeuille

is voor een groot deel belegd buiten de euro. Om het

valutarisico van de aandelenportefeuille grotendeels af

te dekken gebruiken we derivaten. Op basis van de wer-

kelijke weging aandelen dekken we het valutarisico af

van de US$, GBP, YEN, AUD, CAD en CHF. De valuta-expo-

sure binnen aandelen wordt conform benchmarkgewich-

ten vastgesteld en wordt maandelijks gecontroleerd en

zo nodig bijgestuurd.

GRONDSTOFFENRISICO (S4)

Fondsen die beleggen in grondstoffen (commodities) lo-

pen het risico dat de waarde van deze beleggingen daalt.

Ons fonds belegt hier niet in.

KREDIETRISICO (S5)

Bij het kredietrisico gaat het om het effect van de krediet-

waardigheid van de tegenpartij. Dit risico komt tot uit-

drukking in de zogenaamde creditspread, het verschil

tussen de uitkering die afhangt van de kredietwaardig-

heid van de tegenpartij en een uitkering die met volle-

dige zekerheid, risicovrij, tot uitkering zal komen. Het

kredietrisico hangt samen met de beleggingen in ver-

handelbare schuldpapieren en op tegenpartijen. Krediet-

risico op verhandelbare schuldpapieren wordt be-

schouwd als prijsrisico. Ons fonds integreert de

beheersing van deze vorm van kredietrisico in het beleg-

gingsproces. Bij de keuze van de strategische benchmark

houden we rekening met het kredietrisico.

VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO (S6)

Naast de financiële risico’s staat ons fonds bloot aan ver-

zekeringstechnische risico’s. Hierbij worden in principe

alleen risico’s meegenomen die verband houden met

sterfte. Het omvat de risico’s door afwijkingen ten op-

zichte van de verwachte sterfte en afwijkingen van de

verwachte sterftetrend (langleven risico). De sterftetrend

zelf moet worden meegenomen wanneer de voorziening

voor risico fonds wordt bepaald.

Page 33: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

33

Bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtin-

gen hanteert ons fonds prudente veronderstellingen

waaronder leeftijdscorrectiefactoren en toekomstige ver-

betering van de levensverwachting. Andere

verzekeringstechnische risico’s zijn kortlevenrisico, ar-

beidsongeschiktheidsrisico en looninflatie. Ons fonds

heeft haar regelingen met een overeenkomst herverze-

kerd bij NN. De verzekeringsrisico’s liggen voor het groot-

ste deel bij NN. Ons fonds loopt echter ook zelf risico uit

hoofde van de kapitaalovereenkomst met NN.

LEVERAGE RISICO (S7)

Binnen de vastgoedportefeuille kan sprake zijn van le-

verage. Er wordt dan meer risico gelopen in verhouding

tot de nominale inleg. Anders gezegd, een vastgoed-

fonds kan meer risico dragen dan wordt aangenomen

voor vastgoed in de standaardberekening van het vereist

eigen vermogen. Is dit het geval, dan wordt de stan-

daardschok van DNB voor deze categorie verhoogd. Dit is

voor ons fonds niet van toepassing.

CONCENTRATIERISICO (S8)

Grote posten kunnen een concentratierisico vormen. Om

te bepalen welke posten hieronder vallen tellen we per

beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde de-

biteur op. In het algemeen geldt dat concentratierisico

kan optreden als er geen adequate spreiding is van activa

en passiva. Het kan gaan om een concentratie van de

portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegen-

partijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorge-

bonden is, kan door deze sectorconcentratie een ver-

hoogd risico lopen. Worden aandelen in dezelfde sector

aangehouden, dan is er een cumulatief concentratie-

risico. Bij ons fonds is er geen concentratierisico.

LIQUIDITEITSRISICO (S9)

Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig

en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden

omgezet in liquide middelen, waardoor ons fonds op

korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.

Waar de overige risicocomponenten vooral de langere

termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hier om de kor-

tere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het

strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende

ruimte aan te houden voor de liquiditeits posities.

Er is bij ons fonds jaarlijks een grote premie-instroom.

Deze is meer dan voldoende om de lopende pensioen-

uitkeringen en de pensioen- en administratiekosten te

voldoen. De waarschijnlijkheid van het liquiditeitsrisico

en de impact daarvan zijn dus klein. Het liquiditeitsrisico

wordt ook beperkt door de invulling van het cash-

management.

ACTIEF BEHEERRISICO (S10)

Nemen vermogensbeheerders ten opzichte van de stra-

tegische portefeuille in hun portefeuille afwijkende posi-

ties in, dan is er sprake van actief beheer. Door dit actief

beheer ontstaan extra risico’s die leiden tot een verzwa-

ring van de standaardbuffer. Het actief beheer risico is

alleen relevant voor de aandelenportefeuille. Het risico

actief beheer wordt bepaald met een tracking error: een

indicator voor de afwijking tussen het rendement van

een beleggingsportefeuille en de waardeontwikkeling

van de benchmark. Is de tracking error lager dan 1%, dan

is er geen extra buffer nodig.

Inflatierisico

Ons fonds kent een voorwaardelijk toeslagenbeleid en

communiceert dit beleid, in lijn met de wettelijke voorge-

schreven formuleringen, naar actieve deelnemers, gewe-

zen deelnemers en pensioengerechtigden. Hierdoor is de

kans zeer gering dat we verwachtingen wekken en juridi-

sche claims moeten honoreren. Aangetoond is dat het

toeslagenbeleid, ook in financieel mindere tijden, conse-

quent wordt uitgevoerd.

Niet financiële risico’s

Werkgeversrisico

Ons fonds heeft een directe economische en contractu-

ele band met de werkgever. Hierdoor loopt ons fonds de

zogenaamde werkgeversrisico’s. Voorbeelden zijn: faillis-

sementsrisico, betalingsonmacht veroorzaakt door nega-

tieve ontwikkelingen bij de onderneming, financierings-

risico, beëindiging van de relatie met de werkgever.

Tegelijkertijd was het juist dankzij de relatie met de on-

derneming dat wij in 2010 samen de extra herstelmaatre-

gelen konden nemen, zoals beschreven in de paragraaf

De financiële positie van ons fonds.

Omgevingsrisico’s

Dit zijn risico’s door externe veranderingen. Bijvoorbeeld

het risico op een negatief imago van pensioenfondsen in

het algemeen en van ons fonds in het bijzonder.

Operationeel risico

Het operationeel risico is het risico op verlies door inade-

quate of foutieve interne processen, fouten van mensen

en systemen of door onvoorziene externe gebeurtenis-

sen. Operationele risico’s zijn negatief voor een goede

uitvoering van de pensioenregeling. Een verregaande

Page 34: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

34

reductie van deze risico’s kan wel een onevenredige in-

spanning en onevenredige kosten vragen. AZL verzorgt

de operationele uitvoering. AZL heeft een ISAE 3402

verklaring (type II). Door deze te overleggen toont AZL

aan ons fonds en aan de accountant van ons fonds aan,

dat de uitvoering in control is. Het overleggen van de

ISAE 3402 verklaring (type II) komt tegemoet aan de Be-

leidsregel Uitbesteding Pensioenfondsen. Hierin heeft

DNB vastgesteld dat een pensioenfonds dat zijn admini-

stratie uitbesteedt aan een uitvoerder verantwoordelijk is

en blijft voor een juiste administratie.

Uitbestedingsrisico’s

Het Bestuur blijft voor alle werkzaamheden verantwoor-

delijk, ook als deze werkzaamheden structureel aan der-

den zijn uitbesteed. Het Bestuur heeft geen directe ge-

zagsverhouding met degenen die extern feitelijk en

dagelijks die werkzaamheden uitvoeren. Verder is er

geen rechtstreeks zicht op en voert het Bestuur geen di-

recte controle uit op administratieve processen, zoals

uitbetaling van pensioenen, pensioenberekeningen e.d.

Daardoor ontbreekt ook rechtstreeks zicht op de uitvoe-

ringskosten.

Het Bestuur erkent dat aan de uitbesteding het risico is

verbonden van discontinuïteit van de dienstverlening

door derden, zoals AZL.

Bij alle uitbestedingsactiviteiten conformeert ons fonds

zich volledig aan de regelgeving van DNB op het gebied

van uitbesteding. Ons fonds heeft voor iedere extern uit

te voeren activiteit een uitbestedingsovereenkomst die

voldoet aan wat bepaald is bij of krachtens artikel 34 van

de PW. In voorkomende gevallen maakt ons fonds nadere

afspraken met de uitvoerende organisatie over procedu-

res, processen, informatieverschaffing en te leveren dien-

sten. Deze legt ons fonds vast in een Service Level Agree-

ment (hierna SLA). In een SLA liggen afspraken vast over

de administratieve organisatie, de autorisatie en procura-

tiesystemen en de interne controle van de uitvoerende

organisatie. AZL beschikt over een ISAE 3402 verklaring

(type II). Voor de meeste relevante processen is een be-

schrijving van de AO/IC opgesteld, die heeft geleid tot

een beschrijving van de beheersingsmaatregelen voor

de betreffende processen.

Het Bestuur kan door periodieke rapportages van de

uitvoeringsorganisatie en van externe adviseurs de risi-

co’s en fondssituatie goed monitoren. NN IP beheert het

vermogen van ons fonds. NN IP beschikt ook over een

ISAE 3402 verklaring (type II). Bij nieuwe of gewijzigde

uitbesteding informeert ons fonds in de offerteaanvraag

naar waarborgen om problemen te voorkomen. Offertes

vraagt ons fonds bij voorkeur aan bij ISAE 3402-gecertifi-

ceerde uitvoerders. In 2014 heeft de Commissie Risico-

management en Uitbesteding het uitbestedingsbeleid

vormgegeven. Daarnaast zal deze commissie de ISAE

Page 35: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

35

3402 verklaringen (type II) van onze uitvoerders beoor-

delen en daar waar nodig verdiepende vragen stellen.

Integriteitsrisico

DNB verstaat hieronder het risico dat de integriteit van

een pensioenfonds of van het financiële stelsel wordt

beïnvloed door niet integere of onethische gedragingen

van de organisatie, de leden van het Bestuur en de fonds-

organen. Denk bij het beheersen van dit risico aan onder

meer gedragscodes en procesmatige waarborgen.

Ons fonds heeft een gedragscode en een compliance

beleid. Beide zijn wettelijk verplicht en DNB ziet actief toe

op naleving. Een regeling voor omgang met integriteit-

gevoelige functies komt relatief weinig voor. DNB toetst

nieuwe bestuursleden voorafgaand aan hun benoeming.

Juridische risico’s

Een pensioenfonds loopt het risico in rechte aangespro-

ken te worden. Als dit gebeurt, dan maakt dat het fonds

kwetsbaar. Mogelijke juridische risico's zijn:

1. het risico dat de fondsstukken niet voldoen aan de

wettelijke bepalingen;

2. het risico dat men als fondsbestuurder in persoon kan

worden aangesproken;

3. het risico dat niet voldoende vormgegeven wordt aan

consistent beleid;

4. het risico dat niet of onduidelijk gecommuniceerd

wordt naar partijen;

5. het risico op aansprakelijkheid door het niet of niet

goed uitvoeren door partijen die ons fonds heeft

ingehuurd.

Voor deze risico’s neemt het Bestuur de volgende maat-

regelen:

• Ons fonds wordt op juridisch gebied ondersteund

door AZL. AZL toetst de fondsstukken jaarlijks en bij

wetswijzigingen en stelt het Bestuur waar nodig

wijzigingen voor.

• Ons fonds heeft een bestuurdersaansprakelijkheids-

verzekering. Deze beschermt de bestuurder en dekt

tot maximaal het verzekerde bedrag de persoonlijke

aansprakelijkheid van de bestuurder. De verzekering

zorgt ervoor dat het financiële risico voor bestuurders

beperkt blijft en beschermt het privé vermogen van

bestuurders tegen fouten of vermeende fouten.

• Ons fonds ziet erop toe dat het beleid en de besluit-

vorming consistent en goed gedocumenteerd

plaatsvinden. Door deze documentatie kunnen ook

derden de uitwerking van het beleid en de besluitvor-

ming volgen.

• Ons fonds werkt met een communicatieplan. Dit plan

bewaakt de wettelijk verplichte communicatiemo-

menten. Door dit plan planmatig uit te voeren,

bewaken we dat de communicatie van ons fonds aan

de eisen van de wet voldoet. Bovenop deze minimale

eisen heeft ons fonds aanvullende communicatiedoe-

len gesteld.

• Met alle externe partijen zijn of worden contractuele

afspraken gemaakt. Partijen dienen regelmatig te

rapporteren over het wel of niet nakomen van de

gemaakte afspraken.

• Jaarlijks controleert de certificerend actuaris of ons

fonds heeft voldaan aan de eisen die het FTK stelt aan

pensioenfondsen. Hij rapporteert materiële onvolko-

menheden.

Page 36: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

36

Vooruitblik op 2015

Het Bestuur van ons fonds, de werkgever Sligro Food

Group en de Ondernemingsraad zijn inmiddels tot een

nieuwe pensioenregeling voor ons fonds gekomen. Het

jaar 2015 zal mede in het teken staan van de verdere in-

regeling van deze nieuwe pensioenregeling en de com-

municatie hierover richting alle deelnemers. Wij hebben

er vertrouwen in dat ‘Groen Bloed’ ervoor zal zorgen dat

alle belangen hierbij voldoende gewaarborgd zijn. Ver-

der zullen de beoogde wijzigingen in de pensioenwetge-

ving en in het fiscale kader onze aandacht vragen evenals

het nieuwe contract voor wat betreft het vermogensbe-

heer, uitvoering en herverzekering.

Het beheer van een pensioenfonds blijft een uitdaging

door de vele (externe) factoren die invloed kunnen uitoe-

fenen, zoals rentestand, beleggingsopbrengst, actuariële

resultaten en de verzoeken vanuit de toezichthouders.

Het Bestuur blijft zich inzetten om het pensioenfonds van

onze onderneming te continueren in het belang van de

deelnemers.

Vanaf 2015 zijn er een aantal wijzigingen van kracht voor

pensioenfondsen in het kader van het nieuwe Financiële

Toetsingskader (nFTK). Dit wordt nader uitgewerkt in het

bestuursverslag en de gevolgen worden besproken in de

paragraaf 'Gebeurtenissen na balansdatum' aan het ein-

de van dit verslag.

Wij danken allen die een bijdrage hebben geleverd aan

de ontwikkeling van ons fonds. Daarbij denken we met

name aan de inzet en de betrokkenheid van bestuurders

en aan Sligro Food Group voor haar aanhoudende be-

trokkenheid bij het fonds. Het was een goed jaar voor ons

fonds.

Veghel, 11 juni 2015

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 37: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

37

van links naar rechts:wilco jansenrob van der sluijsanita cooijmanshuub van rozendaalanske dijkstra

Page 38: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader
Page 39: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

39

Verslag van deVISITATIECOMMISSIE

Intern toezicht

Het interne toezicht heeft betrekking op het kritisch be-

zien van het functioneren van (het bestuur van) het

pensioenfonds door onafhankelijke deskundigen.

Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Sligro Food

Group, gevestigd te Veghel heeft besloten om het inter-

ne toezicht in te vullen door middel van een Visitatie-

commissie. Het bestuur heeft een vaste Visitatiecommis-

sie benoemd.

De Visitatiecommissie, die de visitatie over het boekjaar

2014 heeft uitgevoerd, bestaat uit:

• De heer W. Beckers (voorzitter)

• De heer C. van Gils

• De heer A. Rademakers

Conclusies van de Visitatiecommissie over 2014

De Visitatiecommissie stelt vast dat het bestuurlijk pro-

ces van SPSFG goed is georganiseerd. De governances-

tructuur is goed vastgelegd met bestuur, commissies,

verantwoordingsorgaan en Visitatiecommissie. Een goed

voorbeeld is het instellen van een beleggingscommissie

die wordt bijgestaan door een externe adviseur. Op deze

wijze krijgt het bestuur meer grip op het vermogensbe-

heer. Op het gebied van de deskundigheid heeft het be-

stuur een ontwikkeling doorgemaakt. Het bestuur heeft

al een aanvang gemaakt met het doorvoeren van nieuwe

wet- en regeling op pensioengebied. Een punt van aan-

dacht is dat er veel wettelijke wijzigingen op het fonds

afkomen die door een klein bestuur moeten worden

opgevangen. Verder heeft het bestuur een pragmatische

insteek, waarin de Visitatiecommissie zich kan vinden.

Het bestuur dient daarbij de wettelijke voorschriften niet

uit het oog te verliezen.

Met betrekking tot de nog openstaande aanbevelingen

van de Visitatiecommissie uit de visitaties over voor-

gaande jaren wordt het volgende geconstateerd. De Visi-

tatiecommissie handhaaft de aanbeveling om een for-

mele basis voor de werkzaamheden van de

communicatiecommissie te hanteren zoals een mandaat

of een reglement communicatiecommissie. Het door het

bestuur genoemde communicatiebeleidsplan acht de

Visitatiecommissie niet voldoende.

De Visitatiecommissie kan zich wel vinden in het stand-

punt van het bestuur om geen separate klachtenregeling

met een klachtencommissie in te regelen omdat het

huidige aantal klachten of geschillen dermate klein is dat

de toegevoegde waarde hiervan naar de mening van het

bestuur zeer gering zal zijn. Bovendien heeft de huidige

rapportage over klachten/geschillen aan het bestuur (in

plaats van aan twee aparte commissies) als voordeel dat

het volledige bestuur goed op de hoogte is van wat er

leeft en speelt.

Verder is nog steeds van toepassing de aanbeveling voor

een zorgvuldige afweging van belangen bij de beraad-

slaging over de toekomst van SPSFG in samenhang met

de beëindiging van het contract met Nationale-Neder-

landen per 31 december 2015.

Aanbevelingen van de Visitatiecommissie aan

het bestuur:

Bij de visitatie over 2014 heeft de Visitatiecommissie de

aanbevelingen onderverdeeld in vier deelgebieden: het

bestuur ‘in control’, overgang naar de nieuwe pensioen-

regeling, het beleid van het bestuur en de fondsdocu-

menten.

Ten aanzien van het ‘in control’ zijn van het bestuur geeft

de Visitatiecommissie het bestuur in overweging om in

de toekomst te werken met een eigen ‘in control state-

ment’. Dit vergemakkelijkt een goede verantwoording

aan belanghebbenden en dus ook aan het intern toe-

zicht. Verder wordt, zoals hiervoor ook is aangegeven

voor de communicatiecommissie, maar ook voor de in-

middels ingestelde beleggingscommissie gepleit voor

een formele basis waarin de taken, afbakening en verant-

woordelijkheden van commissies helder gedefinieerd

worden. Met betrekking tot de naleving van de Code

Page 40: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

40

Pensioenfondsen zal in het kader van het ‘pas toe of leg

uit’-principe moeten worden uitgelegd waarom in afwij-

king van de Code Pensioenfondsen een onbeperkte her-

benoeming van bestuursleden plaatsvindt. Ook de eis

van de DNB tot het opstellen van een incidentenregeling

zal nog moeten worden opgevolgd.

Voor de overgang naar de nieuwe pensioenregeling doet

de Visitatiecommissie de aanbeveling om in de commu-

nicatie hierover aandacht te blijven te besteden aan het

jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen in samen-

hang met het nabestaandenpensioen na pensionering.

Hiermee wordt voorkomen dat deelnemers een onjuist

beeld krijgen van het jaarlijks opgebouwde ouderdoms-

pensioen.

Met betrekking tot het beleid van het bestuur adviseert

de Visitatiecommissie om de informatiebeveiliging mee

te nemen in de nieuwe risicoanalyse. Op dit punt dient

het bestuur voldoende assurance te krijgen van de admi-

nistrateur en vermogensbeheerder hetgeen ook zijn

weerslag moet krijgen in de nieuwe uitbestedingscon-

tracten. Voor de nieuwe contracten geldt verder het ad-

vies om hierop het uitbestedingsbeleid toe te passen

met meenemen van aansprakelijkheid clausules en exit

bepalingen. Voor het risicomanagement op het gebied

van vermogensbeheer wordt het advies gegeven om de

inspanningen die het bestuur zich getroost voort te zet-

ten en te intensiveren om zo het vermogensbeheerpro-

ces volledig onder te controle te krijgen.

Omtrent de fondsdocumenten adviseert de Visitatiecom-

missie om de Abtn te actualiseren op de onderdelen

vergaderfrequentie, invulling van het intern toezicht en

aanvullen van de operationele beheersingsmaatregelen

op het gebied van vermogensbeheer. Tot slot beveelt de

Visitatiecommissie aan om voor de verkiezing van de

gepensioneerde in het bestuur en verantwoordingsor-

gaan een verkiezingsreglement op te stellen.

Page 41: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

41

Reactie bestuur op het verslag van de VisitatiecommissieHet bestuur bedankt de Visitatiecommissie voor haar

rapportage over 2014. De constatering dat ook het jaar

2014 met de vele wijzigingen op het gebied van pensi-

oenregelgeving veel tijd en aandacht van het bestuur

hebben gevraagd is meer dan waar. Met vereende kracht

heeft het bestuur deze opgepakt om ervoor te zorgen

dat ons fonds tijdig al deze wijzigingen kon doorvoeren

en communiceren aan betrokkenen. Waar dat gewenst

en ook mogelijk was, heeft het bestuur voor een pragma-

tische insteek gekozen gezien de grote hoeveelheid wij-

zigingen die in relatief korte tijd doorgevoerd moest

worden.

Het bestuur spreekt zijn waardering uit voor de door de

Visitatiecommissie in het rapport neergelegde aanbeve-

lingen. De aanbevelingen worden door het bestuur ter

harte genomen. Zo zijn enkele aanbevelingen reeds af-

gerond dan wel opgepakt om in 2015 hier verdere opvol-

ging aan te geven.

Veghel, 11 juni 2015

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 42: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader
Page 43: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

43

Verslag van hetVERANTWOORDINGS-

ORGAANInleiding

Het Verantwoordingsorgaan geeft, conform artikel 115a

van de Pensioenwet, een oordeel over het handelen van

het Bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarreke-

ning en andere informatie, waaronder de bevindingen

van het intern toezicht, over het door het Bestuur uitge-

voerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toe-

komst.

Samenstelling Verantwoordingsorgaan

Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie leden;

• Een vertegenwoordiger namens de werkgever: de

heer Van der Veeken (voorzitter)

• Een vertegenwoordiger namens de werknemers: de

heer Van der Does;

• Een vertegenwoordiger namens de pensioengerech-

tigden: de heer Klinge.

Vanwege de invoering van de Wet versterking bestuur

pensioenfondsen zijn de leden per 1 juli 2014 herbe-

noemd. De adviestaken van het Verantwoordingsorgaan

zijn uitgebreid.

Werkwijze en deskundigheid Verantwoordings-

orgaan

Het Verantwoordingsorgaan heeft in 2014 drie maal ver-

gaderd. Daarnaast heeft een gezamenlijke vergadering

van het Verantwoordingsorgaan met het Bestuur plaats-

gevonden waarin ook het jaarwerk is besproken. Ook

heeft het Verantwoordingsorgaan themabesprekingen

van het Bestuur bijgewoond op 10 oktober 2014 met het

thema nFTK en op 4 december 2014. In deze laatste bij-

eenkomst zijn de onderwerpen beleggingen, nieuwe

pensioenregeling per 1 januari 2015 en toeslagen per 1

januari 2015 aan de orde gekomen.

Het Verantwoordingsorgaan heeft een verdiepingscur-

sus voor het Verantwoordingsorgaan gevolgd bij SPO.

Eén lid heeft de cursus in 2014 gevolgd, de andere leden

begin 2015.

Adviezen Verantwoordingsorgaan

In het verslagjaar heeft het Verantwoordingsorgaan zes

adviezen uitgebracht. Met betrekking tot het gewijzigde

Reglement Verantwoordingsorgaan per 1 juli 2014 heeft

het Verantwoordingsorgaan positief advies uitgebracht.

Daarbij heeft het Verantwoordingsorgaan enkele sug-

gesties tot wijziging gedaan, die door het Bestuur zijn

overgenomen. Daarnaast is positief geadviseerd over de

wijziging van het Reglement Visitatiecommissie per 1 juli

2014.

Het voorstel plan van aanpak communicatie 2014 is voor-

gelegd aan het Verantwoordingsorgaan. Het Verant-

woordingsorgaan had geen opmerkingen bij de stukken.

Over de pensioenregeling per 1 januari 2015 heeft het

Verantwoordingsorgaan positief advies uitgebracht, na-

dat de vragen naar tevredenheid beantwoord zijn. Er is

gesproken over het voldoen aan de eis van minimale fi-

nanciële en actuariële gelijkwaardigheid aan de pensi-

oenregeling van Bpf GIL, waarvan het fonds is vrijgesteld.

Verder is geïnformeerd hoe de premieafdracht in de

praktijk werkt.

Het Verantwoordingsorgaan heeft positief advies uitge-

bracht over de vacatievergoeding. Het vacatiegeld zal

gelijk blijven aan 2014. De kilometervergoeding gaat van

€ 0,35 naar € 0,36 per kilometer. Daarnaast ontvangen

leden van het Bestuur en het Verantwoordingsorgaan

die niet bij Sligro Food Group in dienst zijn een vergoe-

ding voor het bijwonen van bijeenkomsten van de Pensi-

oenfederatie, DNB en AFM. De vergoeding is gelijk aan

de vacatievergoeding voor één dagdeel en maximaal 4

bijeenkomsten per kalenderjaar komen hiervoor in aan-

merking. Bijeenkomsten boven het maximum moeten

worden voorgelegd aan de voorzitter en de secretaris

van het fonds.

Met betrekking tot de toeslagverlening heeft het Verant-

woordingsorgaan positief geadviseerd. Wel heeft zij kri-

Page 44: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

44

tisch gekeken naar het feit dat de gewezen deelnemers

en pensioengerechtigden nog geen toeslagverlening

ontvangen. Het Verantwoordingsorgaan heeft na onder-

zoek echter vastgesteld dat het Bestuur de belangen van

alle betrokkenen evenwichtig heeft laten meewegen in

de besluitvorming.

Jaarverslag 2014

Het Bestuur heeft in het verslagjaar hard gewerkt aan het

aanpassen van alle fondsdocumenten aan de gewijzigde

wet- en regelgeving. Het Verantwoordingsorgaan is

nauw betrokken bij de opzet van de nieuwe pensioenre-

geling per 1 januari 2015. Het Bestuur heeft hierbij goed

gekeken naar de evenwichtige belangenbehartiging. Op

een enkele bepaling na voldoet het fonds op alle punten

aan de Code Pensioenfondsen. De laatste punten wor-

den in 2015 uitgewerkt. Alleen met betrekking tot de

onbeperkte herbenoeming van bestuursleden wijkt het

fonds bewust af van de Code. Het Verantwoordingsor-

gaan kan zich vinden in dit standpunt, omdat het in het

belang van de deelnemers is dat er deskundigheid en

continuïteit aanwezig is in het Bestuur. Hoewel het Be-

stuur zeer veel aandacht besteedt aan de communicatie,

stelt het Verantwoordingsorgaan vast dat de communi-

catie over de nieuwe regeling erg belangrijk is, omdat de

opzet van de regeling anders is dan voorheen. Dit moet

goed uitgelegd worden aan de deelnemers.

FINANCIËLE POSITIE

Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat het vermogen

van het fonds in 2014 met 74,8 miljoen euro is gegroeid.

Het behaalde rendement bedroeg 30,3%. De dekkings-

graad is echter slechts met 4.2%-punt gestegen van

122,4% naar 126,6%. De oorzaak is de rentetermijnstruc-

tuur, die een negatief effect van 25,7% op de dekkings-

graad had.

Ultimo oktober 2014 lag de dekkingsgraad drie kwartaal-

einden boven het vereist eigen vermogen en kwam het

herstelplan ten einde. Met genoegen heeft het Verant-

woordingsorgaan vastgesteld dat de dekkingsgraad on-

der het nFTK (beleidsdekkingsgraad 125,2%) boven de

vereiste dekkingsgraad ligt (117,9%), waardoor het fonds

niet opnieuw een herstelplan hoeft op te stellen voor 1

juli 2015.

PREMIEBELEID

De feitelijke premie heeft in 2014 onder de zuiver kosten-

dekkende premie gelegen. Hoewel de feitelijke premie

hoger was dan de gedempte kostendekkende premie,

vindt het Verantwoordingsorgaan dit wel een aandachts-

punt. Onder het nFTK verandert het premiebeleid. Het

Verantwoordingsorgaan heeft het Bestuur geadviseerd

om bij het vaststellen van het nieuwe premiebeleid goed

naar de kostendekkendheid hiervan te kijken.

BELEGGINGSBELEID

In de bestuursvergadering is ruim aandacht voor het be-

leggingsbeleid. Daarnaast heeft het Bestuur in 2014 de

Beleggingscommissie een permanente status gegeven.

Het Verantwoordingsorgaan acht dit een goede beslis-

sing, gelet op het belang van en de impact op het fonds

hiervan.

Het Verantwoordingsorgaan constateert dat de advise-

rend actuaris heeft opgemerkt dat het fonds ten opzich-

te van andere pensioenfondsen een relatief groot deel

van de obligatieportefeuille in beleggingen met een

BBB-rating belegt. Nu dit het risico onder het nFTK ver-

groot, adviseert het Verantwoordingsorgaan het Bestuur

om deze beleggingen te evalueren.

TOESLAGENBELEID

Het Verantwoordingsorgaan is verheugd dat het Bestuur

in 2014 heeft besloten een toeslag te verlenen per 1 ja-

nuari 2015.

COMMUNICATIEBELEID

De communicatie wordt door het Bestuur als een belang-

rijk onderwerp gezien. Dat acht het Verantwoordingsor-

gaan positief. De uitgave van een speciale PensioenSliM

past hierin.

De kennissessie voor de P&O-medewerkers over de

nieuwe pensioenregeling vindt het Verantwoordingsor-

gaan een goede ontwikkeling. Wel adviseert het Verant-

woordingsorgaan om de uitvoering van deze nieuwe

manier van communiceren te evalueren. Aangezien in

2015 wederom de pensioenregeling wordt gewijzigd

adviseert het Verantwoordingsorgaan om ook in 2015 de

P&O-medewerkers van Sligro Food Group goed te infor-

meren, zodat zij in staat zijn de werknemers bij hun vra-

gen verder te helpen.

Toekomstblik

In 2015 lopen de contracten met de uitvoeringsorganisa-

tie AZL en vermogensbeheerder NN Investment Partners

af. Een van de nieuwe adviestaken van het Verantwoor-

dingsorgaan heeft betrekking op de toekomst van het

fonds, dus dit wordt een belangrijke taak voor het ko-

mende jaar.

Oordeel verantwoordingsorgaan over 2014

Concluderend oordeelt het Verantwoordingsorgaan dat

het Bestuur in 2014 een verantwoord beleid heeft ge-

voerd, met aandacht voor de evenwichtigheid van de

belangen van alle betrokkenen.

Page 45: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

45

Reactie van het bestuur op het oordeel van het Verantwoordingsorgaan 2014Het bestuur geeft op grond van de Pensioenwet zijn re-

actie op het oordeel van het Verantwoordingsorgaan

over het door het bestuur gevoerde beleid in 2014.

Het bestuur is tevreden met het oordeel van het Verant-

woordingsorgaan en onderschrijft het oordeel.

Het doet het bestuur verder een genoegen dat het Ver-

antwoordingsorgaan een positieve reactie geeft op het

vele werk dat het bestuur heeft moeten verrichten om

alle wetswijzigingen op pensioengebied tijdig door te

voeren en om de nieuwe pensioenregeling per 1 januari

2015 in te regelen. Het genoegen geldt ook voor de te-

vredenheid van het Verantwoordingsorgaan over de in-

formatieverstrekking van ons fonds. Communicatie is en

blijft een belangrijk aandachtspunt van het bestuur. Het

bestuur dankt tot slot het Verantwoordingsorgaan voor

de gegeven adviezen. Deze zullen zeker de aandacht

krijgen van het bestuur.

Veghel, 11 juni 2015

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 46: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader
Page 47: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

47

JAARREKENING

Page 48: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

48

Balans per 31 december 2014(na bestemming saldo)

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel

uitmaakt van de jaarrekening.

Activa (x € 1.000) 2014 2013

Beleggingen voor risico pensioenfonds [1]

Zakelijke waarden 101.933 79.791

Vastrentende waarden 174.519 119.014

Overige beleggingen 0 1.385

276.452 200.190

Beleggingen voor risico deelnemers [2] 0 131

Herverzekeringsdeel technische voorzieningen [3] 843 907

Vorderingen en overlopende activa [4] 791 883

Liquide middelen [5] 1.408 542

Totaal activa 279.494 202.653

Page 49: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

49

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel

uitmaakt van de jaarrekening.

Passiva (x € 1.000) 2014 2013

Stichtingskapitalen en reserves

Vrije reserves [6] 28.709 11.733

Reserve beleggingsrisico's [7] 28.896 24.624

57.605 36.357

Technische voorzieningen

Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds [8] 215.505 161.762

Voorziening toekomstige

arbeidsongeschikten [9] 729 677

Herverzekeringsdeel technische

voorzieningen [10] 843 907

217.077 163.346

Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico deelnemers [11] 0 131

Kortlopende schulden en overlopende

passiva [12] 4.812 2.819

Totaal passiva 279.494 202.653

Page 50: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

50

Staat van baten en lasten (over 2014)

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een

integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.

(x € 1.000) 2014 2013

Beleggingsopbrengsten voor risico

pensioenfonds [13]

Directe beleggingsopbrengsten -242 -1.086

Indirecte beleggingsopbrengsten 62.936 10.452

Kosten van vermogensbeheer -611 -299

62.083 9.067

Beleggingsopbrengsten voor risico

deelnemers [14]

Indirecte beleggingsopbrengsten 12 10

12 10

Premiebijdragen van werkgevers en

werknemers [15] 16.115 16.419

Saldo van overdrachten van rechten [16] 996 1.472

Onttrekking beleggingen voor risico

deelnemers [17] -143 -17

Pensioenuitkeringen [18] -2.687 -3.159

Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds [19]

Pensioenopbouw -11.643 -11.759

Indexering en overige toeslagen -1.479 -1.091

Rentetoevoeging -656 -597

Onttrekking voor pensioenuitkeringen 2.588 3.186

Toename voorziening toekomstige kosten -228 -234

Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten 48 59

Kanssystemen -782 -1.372

Wijziging marktrente -43.185 7.163

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -998 -1.746

Wijziging actuariële grondslagen 820 2.137

Overige mutaties voorziening

pensioenverplichtingen 1.772 166

-53.743 -4.088

Page 51: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

51

[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een

integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.

2014 2013

Mutatie overige technische voorzieningen [20] -52 -43

Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico deelnemers [21] 131 7

Herverzekering [22] -12 -26

Pensioenuitvoerings- en administratiekosten [23] -1.252 -821

Overige baten en lasten [24] -200 -83

Saldo van baten en lasten 21.248 18.738

Bestemming van het saldo

Vrije reserve 16.976 18.333

Reserve beleggingsrisico's 4.272 405

21.248 18.738

Page 52: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

52

Kasstroomoverzicht

(x € 1.000) 2014 2013

Pensioenactiviteiten

Ontvangsten

Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 16.120 16.443

Overgenomen pensioenverplichtingen 2.076 1.998

Herverzekering 118 0

Inkoopsommen 11 0

Overige 0 2

18.325 18.443

Uitgaven

Uitgekeerde pensioenen -2.702 -3.163

Overgedragen pensioenverplichtingen -611 -201

Herverzekering 0 -237

Pensioenuitvoerings- en administratiekosten -812 -641

-4.125 -4.242

Beleggingsactiviteiten

Ontvangsten

Directe beleggingsopbrengsten -242 -1.086

Verkopen en aflossingen beleggingen 98.879 43.867

98.637 42.781

Uitgaven

Aankopen beleggingen -110.457 -56.932

Kosten van vermogensbeheer -484 -429

-110.941 -57.361

Mutatie liquide middelen 1.896 -379

Saldo liquide middelen 1 januari -488 -109

Saldo liquide middelen 31 december

Waarvan:

Saldo ING Bank 1.246 542

Depotbanken 162 -1.030 (1)

1.408 -488

1 Dit bedrag is opgenomen onder de Kortlopenden schulden en overlopende passiva.

Page 53: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

53

AlgemeenOns fonds heeft de jaarrekening opgesteld in overeen-

stemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn

opgenomen in Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek (BW) en

met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarver-

slaglegging. De jaarrekening wordt gepresenteerd in

euro (functionele valuta), afgerond op het dichtsbijzijnde

duizendtal. De cijfers van voorgaand jaar zijn op enkele

aspecten aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.

Waardering

Schattingen en veronderstellingenDe opstelling van de jaarrekening in overeenstemming

met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen

vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die

van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de

gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en

van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbon-

den veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit

het verleden en verschillende andere factoren die gege-

ven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd.

De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel

over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet

op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daad-

werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schat-

tingen. De schattingen en onderliggende veronderstel-

lingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen

van schattingen worden opgenomen in de periode

waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening

alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode

van herziening en toekomstige perioden, indien de her-

ziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als

toekomstige perioden.

Opname van een actief of een verplichtingEen actief wordt in de balans opgenomen wanneer het

waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voorde-

len naar ons fonds zullen toevloeien en de waarde daar-

van betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplich-

ting wordt in de balans opgenomen wanneer het

waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal

gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van

het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Verantwoording van baten en lastenBaten worden in de rekening van baten en lasten opge-

nomen wanneer een vermeerdering van het economisch

potentieel, samenhangend met een vermeerdering van

een actief of een vermindering van een verplichting

heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar

kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wan-

neer een vermindering van het economisch potentieel,

samenhangend met een vermindering van een actief of

een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsge-

vonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden

vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nage-

noeg alle of alle toekomstige economische voordelen en

alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief

of een verplichting aan een derde zijn overgedragen,

wordt het actief of de verplichting niet langer in de ba-

lans opgenomen. Dit betekent dat transacties worden

verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsda-

tum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “nog

af te wikkelen transacties”. Deze post kan zowel een actief

als een passief zijn.

Saldering van een actief en een verplichtingEen financieel actief en een financiële verplichting wor-

den gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen

indien sprake is van een wettelijke of contractuele be-

voegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd

en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie

bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De

met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en fi-

nanciële verplichtingen samenhangende rentebaten en

rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.

Algemene grondslagenDe activa en passiva worden gewaardeerd tegen nomi-

nale waarde, tenzij hierna een andere grondslag wordt

vermeld. Activa en passiva in vreemde valuta worden

omgerekend tegen de contante koersen per balansda-

tum. Alle baten en lasten worden ten gunste of ten laste

van het resultaat gebracht, rekening houdend met de

overlopende posten per balansdatum. Baten en lasten

voortvloeiend uit transacties in vreemde valuta worden

omgerekend tegen de koersen op transactiedatum. Waar

nodig vindt waardevermindering plaats voor het risico

van onvolwaardigheid van het activum.

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Page 54: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

54

Beleggingen

Zakelijke waardenDe ter beurze genoteerde aandelen zijn gewaardeerd

tegen reële waarde. Niet ter beurze genoteerde fondsen

worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde

het aandeel in de intrinsieke waarden van de beleggings-

fondsen, wat een afspiegeling van de zakelijke beurs-

waarde van de beleggingsproducten in het fonds is.

Vastrentende waardenDe obligaties worden gewaardeerd tegen reële waarde.

Beursgenoteerde vastrentende waarden zijn gewaar-

deerd tegen de per balansdatum geldende beurskoer-

sen. Indien vastrentende waarden niet beursgenoteerd

zijn, vindt waardering plaats op basis van de geschatte

toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de ul-

timo verslagjaar geldende markten.

De beleggingen zijn ondergebracht in een gesepareerd

depot bij de herverzekeraar waarvan het juridisch eigen-

dom bij de verzekeraar berust.

DerivatenDerivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te we-

ten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de

waarde die wordt bepaald met behulp van marktconfor-

me waarderingsmodellen.

Beleggingen voor risico van de deelnemersDe beleggingen voor risico van de deelnemers worden

tegen dezelfde grondslagen gewaardeerd als de beleg-

gingen voor risico van het fonds. De kapitalen kunnen

tegen de op dat moment geldende voorwaarden bij het

fonds worden aangewend.

Reserve beleggingsrisico’sDit betreft het door de actuaris berekende Vereist Eigen

Vermogen. Voor het jaar 2014 is dit bepaald op 13,4% van

de voor ziening pensioenverplichtingen voor risico pensi-

oenfonds. De jaarlijkse mutatie wordt verwerkt bij de

bestemming van het resultaat.

Vrije reserveDe resultaten worden toegevoegd voor zover zij niet be-

nodigd zijn voor de vorming of instandhouding van de

toeslagenreserve, rente reserve beleggingsrisico’s.

Voorziening pensioenverplichtingen

De voorziening pensioenverplichtingen is gewaardeerd

op basis van actuele waarde. Bij de berekening van de

voor ziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van de

op de balansdatum geldende pensioenreglementen en

van de over de verstreken deelnemersjaren verworven

aanspraken. Er wordt geen rekening gehouden met toe-

komstige salarisverhogingen en/of toeslagen (tenzij be-

sloten in het boekjaar). De contante waarde wordt vast-

gesteld op basis van de door DNB gepubliceerde

rentetermijnstructuur (RTS) ultimo 2014. De verwachte

kasstromen zijn gebaseerd op prudent geachte verzeke-

ringstechnische grondslagen.

De berekeningen zijn uitgevoerd op de volgende actua-

riële grondslagen en veronderstellingen:

IntrestConform de rentetermijnstructuur (RTS) zoals gepubli-

ceerd door DNB (inclusief UFR + 3-maands middeling).

SterfteVoor de vaststelling van de voorziening pensioenver-

plichtingen wordt uitgegaan van de door het Actuarieel

Genootschap vastgestelde AG Prognosetafel AG2014 ul-

timo 2014, startjaar 2015 (2013: AG Prognosetafel 2012-

2062, startjaar 2014). Voor mannen is er een leeftijdsaf-

hankelijke ervaringssterfte en voor alle vrouwen is deze

100%.

Partnerfrequentie/ leeftijdsverschilTen behoeve van de vaststelling van het partnerpensioen

wordt uitgegaan van een partnerfrequentietabel en een

verondersteld leeftijdsverschil van 3 jaar tussen deel-

nemer en partner.

UitkeringenDe uitkeringen zijn continu betaalbaar verondersteld.

KostenDe opslag voor excassokosten bedraagt 2,5% (per

31  december 2014; vóór 31 december was dit 2,0%) van

de tech nische voorziening voor risico van ons fonds.

Page 55: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

55

Voorziening toekomstig arbeidsongeschiktenAangezien ons fonds voor dit risico is herverzekerd, is

voor hetzelfde bedrag een vordering op de verzekeraar

opgenomen.

Herverzekeringsdeel technische voorzieningenHet herverzekeringsdeel technische voorzieningen is op

dezelfde grondslagen gebaseerd als de voorziening

pensioen verplichting en komt voor risico van ons fonds.

ResultaatbepalingDe baten en lasten worden toegerekend aan het jaar

waarop ze betrekking hebben.

Directe beleggingsopbrengstenOnder directe beleggingsopbrengsten wordt bij vast-

rentende waarden verstaan de renteopbrengst vermin-

derd met de kosten; bij de zakelijke waarden wordt hier-

onder verstaan het bruto-dividend, voor aftrek van

dividendbelasting, verminderd met de kosten. De intres-

ten van overige activa en passiva worden opgenomen op

basis van nominale bedragen.

Indirecte beleggingsopbrengstenOnder de indirecte beleggingsopbrengsten worden de

volgende resultaten opgenomen:

• gerealiseerde koersverschillen bij verkopen van

aandelen en obligaties;

• gerealiseerde koersverschillen bij (af )lossingen van

obligaties;

• valutaverschillen met betrekking tot obligaties en

bankrekeningen in buitenlandse valuta en valutater-

mijntransacties;

• niet-gerealiseerde koersverschillen inzake aandelen

en obligaties.

HerverzekeringOns fonds heeft een herverzekeringsovereenkomst ge-

sloten met herverzekeraar Nationale-Nederlanden.

Uit hoofde hiervan zijn onder meer de overlijdens- en

arbeidsongeschiktheidsrisico’s van de deelnemers in ons

fonds herverzekerd. Zo komt het niet gefinancierde part-

ner- en wezenpensioen bij voortijdig overlijden ten laste

van de herverzekeraar. Ook de reguliere opbouw van

ouderdomspensioen en de voortzetting van de dekking

van het overlijdensrisico voor het niet gefinancierde part-

ner- en wezenpensioen is herverzekerd. Bij arbeidsonge-

schiktheid zal de herverzekeraar de premiebetaling voor

voortzetting van de pensioenopbouw en de risicodek-

king voor zijn rekening nemen. Elk jaar wordt door de

herverzekeraar een berekening gemaakt van het tech-

nisch resultaat dat uit hoofde van de herverzekering

voortvloeit. Wanneer de som van de jaarlijkse resultaten

aan het einde van de vijfjarige afreken periode positief is,

komt 76% van het resultaat ten bate van ons fonds en is

24% ten bate van de herverzekeraar. Een negatief resul-

taat komt ten laste van de herverzekeraar. De vijfjarige

afrekenperiode zal eindigen op 31 december 2015. Ons

fonds blijft uiteindelijk wel nog risico lopen en er is spra-

ke van een verschil tussen de grondslagen van NN en ons

pensioenfonds. Naast de technische winstdeling deelt

ons fonds ook in de resultaten op beleggingen. De beleg-

gingen van het fonds worden geadministreerd in een

gesepareerd depot. Voor zover het rendement op de be-

leggingen in het depot groter is dan de actuariële reken-

rente en contractueel vastgelegde kosten, komt het

meerdere ten gunste van ons fonds. Een eventueel tekort

aan het einde van de contractperiode is voor rekening

van ons pensioenfonds.

KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst en

aanwending van kasmiddelen. De kasstromen zijn geru-

briceerd naar kasstroom uit pensioenactiviteiten, kas-

stroom uit beleggingsactiviteiten en overige mutaties. Bij

het opstellen van het kasstroomoverzicht is de directe

methode gehanteerd. Hierin zijn de bankschulden mee-

genomen.

Page 56: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

5656

Page 57: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

57

Page 58: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

58

Toelichting(op de balans per 31 december 2014)

(x € 1.000)

Niet

[1] Beleggingen voor risico Stand Aankopen/ Gerealiseerde gerealiseerde Stand

pensioenfonds ultimo Verstrek- Verkopen koers- koers- ultimo

Categorie 2013 kingen aflossingen verschillen verschillen 2014

Zakelijke waarden

Aandelen beleggingsfondsen 79.791 67.320 -59.279 1.519 12.582 101.933

79.791 67.320 -59.279 1.519 12.582 101.933

Vastrentende waarden

Vastrentende

beleggingsfondsen 119.014 39.390 -39.600 1.488 54.227 174.519

119.014 39.390 -39.600 1.488 54.227 174.519

Derivaten

Valuta derivaten 1.385 3.705 0 0 -6.880 -1.790

1.385 3.705 0 0 -6.880 -1.790

Totaal beleggingen

voor risico pensioenfonds 200.190 110.415 -98.879 3.007 59.929 274.662

Derivaten opgenomen onder

Kortlopende schulden en

overige passiva 0 1.790

Totaal beleggingen voor risico

pensioenfonds activa zijde 200.190 276.452

Security lending

Binnen een aantal beleggingsfondsen waarin ons fonds belegt, worden stukken (aandelen en obligaties) uitgeleend. Voor

het uitlenen van deze stukken ontvangen de betreffende beleggingsfondsen collateral als onderpand. De opbrengsten

van het uitlenen van de stukken worden binnen het beleggingsfonds herbelegd. Deze opbrengsten hebben een posistief

effect op de participatiewaarde van het beleggingsfonds.

Page 59: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

59

Directe marktnotering: beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd).

Afgeleide marktnotering (incl. incorporatie van overige waarderingen): geen directe beursnotering, maar andere uit

de markt waarneembare data, danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een actieve markt met niet-significante

prijsaanpassing (gebaseerd op aannames en schattingen).

Overige waarderingsmethoden: marktwaarde bepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en

schattingen die de prijs significant beïnvloeden.

Directe Afgeleide Overige

markt- markt- waarderings-

Ultimo 2014 notering notering methoden Totaal

Zakelijke waarden 0 101.933 0 101.933

Vastrentende waarden 0 174.519 0 174.519

Derivaten 0 -1.790 0 -1.790

0 274.662 0 274.662

Directe Afgeleide Overige

markt- markt- waarderings-

Ultimo 2013 notering notering methoden Totaal

Zakelijke waarden 0 79.791 0 79.791

Vastrentende waarden 0 119.014 0 119.014

Derivaten 0 1.385 0 1.385

0 200.190 0 200.190

Niet

[2] Beleggingen Stand Aankopen Gerealiseerde gerealiseerde Stand

voor risico deelnemers ultimo verstrek- Verkopen koers- koers- ultimo

Categorie 2013 kingen aflossingen verschillen verschillen 2014

Robeco 131 0 -143 12 0 0

Totaal beleggingen

voor risico deelnemers 131 0 -143 12 0 0

Page 60: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

60

(x € 1.000) 2014 2013

[3] Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 843 907

In deze post herverzekering is de

contante waarde opgenomen van de nog

te ontvangen uitkeringen (op basis van

oude herverzekeringscontracten).

[4] Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen op de herverzekeraar (toekomstig AO) 729 677

Vorderingen op aangesloten ondernemingen 45 61

Vorderingen op deelnemers van het pensioenfonds 15 19

Beheerskosten 0 126

Vooruitbetaalde bedragen 2 0

Alle vorderingen en overlopende activa

hebben een looptijd korter dan één jaar.

Totaal vorderingen en overlopende activa 791 883

[5] Liquide middelen

Depotbanken 162 0

ING Bank N.V. 1.246 542

1.408 542

De liquide middelen staan ter vrije beschikking

van het fonds.

Reserves

[6] Vrije reserve

Stand per 1 januari 11.733 -6.600

Saldobestemming verslagjaar 16.976 18.333

Stand per 31 december 28.709 11.733

[7] Reserve beleggingsrisico's

Stand per 1 januari 24.624 24.219

Saldobestemming verslagjaar 4.272 405

Stand per 31 december 28.896 24.624

Totaal eigen vermogen 57.605 36.357

Page 61: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

61

2014 2013

Het minimaal vereist vermogen/dekkingsgraad

bedraagt 226.070 104,5% 169.825 104,5%

Het vereist vermogen/dekkingsgraad bedraagt 245.130 113,4% 186.271 115,2%

De dekkingsgraad is 126,6% 122,4%

De dekkingsgraad is vastgesteld als de reserves

plus de voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds gedeeld door de

voorziening pensioenverplichtingen voor risico

pensioenfonds.

Technische voorzieningen

[8] Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds

Stand per 1 januari 161.762 157.674

Het verloop van de voorziening is als volgt:

Pensioenopbouw 11.643 11.759

Indexering en overige toeslagen 1.479 1.091

Rentetoevoeging 656 597

Onttrekking voor pensioenuitkeringen -2.588 -3.186

Toename voorziening toekomstige kosten 228 234

Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten -48 -59

Kanssystemen 782 1.372

Wijziging marktrente 43.185 -7.163

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten 998 1.746

Wijziging actuariële grondslagen -820 -2.137

Overige mutaties voorziening

pensioenverplichtingen -1.772 -166

Stand per 31 december 215.505 161.762

De benodigde rentetoevoeging is gebaseerd

op de 1-jaars rente van 0,379%.

De voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds is als volgt opgebouwd

Actieve deelnemers 148.750 110.149

Gewezen deelnemers 35.808 25.778

Pensioengerechtigden 30.947 25.835

215.505 161.762

Page 62: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

62

2014 2013

[9] Overige technische voorzieningen

Stand per 1 januari 677 634

Opvoer risicopremie 378 351

Vrijval risicopremie -326 -308

Stand per 31 december 729 677

[10] Voorziening toekomstige arbeidsongeschikten

Stand per 1 januari 907 984

Dotatie 85 100

Bestedingen -152 -181

Intrest 3 4

Stand per 31 december 843 907

Totaal technische voorzieningen 217.077 163.346

[11] Voorziening pensioenverplichtingen

voor risico deelnemers

Stand per 1 januari 131 138

Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten -143 -17

Rendement 12 10

Stand per 31 december 0 131

[12] Kortlopende schulden en overlopende passiva

Derivaten 1.790 0

Depotbanken 0 1.030

Accountantskosten 20 26

Actuariskosten 48 79

Schulden uit hoofde van waardeoverdrachten 804 334

Verzekeringsmaatschappijen 656 474

Gecumuleerd technisch resultaat 384 225

Belastingen en sociale premies 52 70

Schulden inzake pensioenuitvoerings-

en administratiekosten 1.051 580

Overige 7 1

4.812 2.819

De kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd korter dan één jaar.

Niet in de balans opgenomen verplichtingenEr zijn geen meerjarige contracten afgesloten.

Page 63: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

63

Toelichting op de staat van baten en lasten

(x € 1.000) 2014 2013

[13] Beleggingsopbrengsten voor

risico pensioenfonds

Directe beleggingsopbrengsten

Derivaten -251 -1.082

Valuta verschillen 0 8

Subtotaal -251 -1.074

Banken -4 -7

Waardeoverdrachten 12 13

Overige 1 -18

Totaal directe beleggingsopbrengsten -242 -1.086

Indirecte beleggingsopbrengsten

Gerealiseerde resultaten

Zakelijke waarden 1.519 901

Vastrentende waarden 1.488 110

3.007 1.011

Ongerealiseerde resultaten

Zakelijke waarden 12.582 10.041

Vastrentende waarden 54.227 -5.153

Derivaten -6.880 4.553

59.929 9.441

Totaal indirecte beleggingsopbrengsten 62.936 10.452

Kosten van vermogensbeheer

Beheerloon -15 -299

Beheerloon zakelijke waarden -257

Beheerloon vastrentende waarden -305

Beheerloon derivaten -23

Bewaarloon -3

Beleggingsadvies -8

Totaal kosten vermogensbeheer -611 -299 (1)

Totaal beleggingsopbrengsten

voor risico pensioenfonds 62.083 9.067

1 Inclusief restitutie van 126k.

Page 64: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

64

2014 2013

[14] Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers

Indirecte beleggingsopbrengsten:

Gerealiseerde resultaten 12 1

Ongerealiseerde resultaten 0 9

Totaal indirecte beleggingsopbrengsten 12 10

Totaal beleggingsopbrengsten

voor risico deelnemers 12 10

[15] Premiebijdragen van werkgever en werknemers

Pensioenpremie werkgevers 10.699 10.909

Pensioenpremie werknemers 5.349 5.455

Bijdrage FVP regeling 56 30

Inkoopsommen 11 25

16.115 16.419

De premiebijdragen van werkgever en

werknemers bedragen in 2014 in totaal 24,9%

(2013: 26,9% incl.2% extra werknemerspremie

i.k.v. extra herstelmaatregelen) van de

pensioengrondslag. De aan het boekjaar

toe te rekenen feitelijke premie is als bate

verantwoord.

De kostendekkende premie over 2014

is vastgesteld conform de actuariele en

bedrijfstechnische nota (abtn). Dit betekent

dat de premie is vastgesteld op basis van een

gedempt premiebeleid, rekening houdend

met een rente van 4%. De gedempte

kostendekkende premie bedraagt 13.470. De

feitelijk betaalde premie is met 16.048 hoger.

Kostendekkende premie 16.567 16.412

Gedempte kostendekkende premie 13.470 12.351

Premie met bijdrage aan herstel 15.140 14.959

Feitelijke premie 16.048 16.364

Page 65: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

65

2014 2013

De kostendekkende premie is als volgt

samengesteld:

Actuarieel benodigd 11.641 11.936

Opslag in stand houden vereist vermogen 2.027 2.077

Opslag voor uitvoeringskosten 1.204 762

Premies risicoverzekering 1.695 1.637

16.567 16.412

De gedempte premie is als volgt samengesteld:

Actuarieel benodigd 8.953 8.414

Opslag in stand houden vereist vermogen 1.618 1.538

Opslag voor uitvoeringskosten 1.204 762

Premies risicoverzekering 1.695 1.637

13.470 12.351

De premie met bijdrage aan herstel is als

volgt samengesteld:

Actuarieel benodigd 11.641 11.936

Opslag in stand houden vereist vermogen 600 624

Opslag voor uitvoeringskosten 1.204 762

Premies risicoverzekering 1.695 1.637

15.140 14.959

[16] Saldo van overdrachten van rechten

Overgenomen pensioenverplichtingen 1.607 1.673

Overgedragen pensioenverplichtingen -611 -201

996 1.472

[17] Onttrekking beleggingen voor risico deelnemers

Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten -143 -17

-143 -17

Page 66: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

66

2014 2013

[18] Pensioenuitkeringen

Pensioenen

Ouderdomspensioen -2.087 -2.593

Partnerpensioen -323 -279

Wezenpensioen -33 -25

Invaliditeitspensioen -43 -46

Subtotaal -2.486 -2.943

Andere uitkeringen

Afkoopsommen -148 -172

Overige uitkeringen -53 -44

Subtotaal -201 -216

Totaal pensioenuitkeringen -2.687 -3.159

[19] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico pensioenfonds

Pensioenopbouw -11.643 -11.759

Indexering en overige toeslagen -1.479 -1.091

Rentetoevoeging -656 -597

Onttrekking voor pensioenuitkeringen 2.588 3.186

Toename voorziening toekomstige kosten -228 -234

Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten 48 59

Kanssystemen -782 -1.372

Wijziging marktrente -43.185 7.163

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -998 -1.746

Wijziging actuariële grondslagen 820 2.137

Overige mutaties

voorziening pensioenverplichtingen 1.772 166

-53.743 -4.088

[20] Mutatie overige technische voorzieningen -52 -43

Page 67: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

67

2014 2013

[21] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen

voor risico deelnemers

Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten 143 17

Rendement -12 -10

131 7

[22 Herverzekering

Winstdeling herverzekering -64 -69

Overige 52 43

-12 -26

[23] Pensioenuitvoerings- en administratiekosten

Administratie (2) -984 -558

Accountantscontrole van de jaarrekening(3) -29 -67 (4)

Contributies en bijdragen -16 -12

Overige kosten -223 -184

Totaal Pensioenuitvoerings- en administratiekosten -1.252 -821

Bezoldiging bestuursleden

De bestuursleden en leden van het

verantwoordingsorgaan van ons fonds

die in dienst zijn van Sligro Food Group

hebben in 2014 geen bezoldiging

ontvangen.

Overige bestuursleden 3 3

Leden Verantwoordingsorgaan 3 3

Leden Visitatiecommissie 6 6

12 12

2 In 2013 zijn restituties kosten pensioenbeheer (343k) over de periode 2007-2012 verrekend.

3 Hiernaast heeft er geen andere dienstverlening plaatsgevonden door de accountant.

4 Inclusief raming voor controle 2013: 30.

Page 68: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

68

2014 2013

Personeel

Gedurende het verslagjaar 2014 had ons

fonds geen personeelsleden in dienst.

Verbonden partijen

Er is sprake van een relatie tussen

de verbonden partijen, het fonds,

de werkgever, de aangesloten

ondernemingen en hun bestuurders.

Er zijn geen leningen verstrekt aan,

noch is er sprake van vorderingen op,

(voormalige) bestuurders. De bestuurders

nemen deel aan de pensioenregeling van

het fonds op basis van de voorwaarden in

het pensioenreglement.

[24] Overige baten en lasten

24% van het technisch resultaat -159 -83

Diversen -41 0

-200 -83

Saldo van baten en lasten 21.428 18.738

2014 2013

Actuariële analyse van het saldo

Wijziging rentetermijnstructuur -43.841 6.566

Beleggingsopbrengsten 62.083 9.067

Premies 1.345 2.027

Waardeoverdrachten -2 -274

Uitkeringen -99 27

Sterfte 522 -29

Reguliere mutaties 28 -25

Arbeidsongeschiktheid -44 -99

Toeslagverlening -1.479 -1.091

Wijziging Actuariële grondslagen (5) 2.592 2.328

Overige mutaties 143 241

21.248 18.738

5 In 2013 betreft dit de wijziging van de ervaringssterfte (2.137) en de vrijval van partner pensioen a.g.v. het ontbreken van een partner (191). In 2014

betreft dit de wijziging regeling (1.746), wijziging ervaringssterfte (820) en overige (26).

Page 69: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

69

Risicoparagraaf

In de risicoparagraaf binnen het bestuursverslag is het

beleid rond risicobeheersing uiteengezet. Hierna worden

een aantal specifieke risico’s nader toegelicht en gekwan-

tificeerd. Conform de berekeningen van het Vereist eigen

vermogen in het Actuarieel rapport is de risicoparagraaf

gebaseerd op basis van het doorkijkbeginsel (lookthrou-

gh-principe) en wordt er rekening gehouden met recente

ontwikkelingen zoals het gebruik van de UFR.

SolvabiliteitsrisicoHet belangrijkste financieel risico voor het ons fonds is

het niet kunnen nakomen van de pensioen toezeggingen.

Een belangrijke maatstaf hiervoor is het aanwezig Eigen

vermogen. Wettelijk is een gestandaardiseerde methode

(standaardmodel) vastgelegd om te kunnen toetsen of

het aanwezig Eigen vermogen voldoende is om een aan-

tal specifieke financiële risico’s op te kunnen vangen en

daarmee of aan de pensioentoezeggingen kan worden

voldaan. De berekeningen van het vereist eigen vermo-

gen zijn met name van belang voor de premiestelling en

de evaluatie van het herstelplan van het fonds. Het Eigen

vermogen van ons fonds is per 31 december 2014 groter

dan het Vereist Eigen Vermogen en het Minimaal Vereist

Eigen Vermogen volgens het standaardmodel, waardoor

het ons fonds in een reservetekort verkeert.

Jaarlijks vindt toetsing plaats aan de hand van dit stan-

daardmodel. De verschillende standaard risicofactoren

hierin worden benoemd onder de noemer S1 tot en met

S6. Naast de standaard risicocomponenten (S-compo-

nenten) is in de bepaling van het vereist eigen vermogen

ook rekening gehouden met de volgende additionele ri-

sicocomponenten: actief risico, leverage-risico, liquiditei-

tenrisico (voornoemde risico's worden verwerkt binnen

de berekeningen van de S2 middels een extra verzwaring

van de buffer). Hierna zijn de uitkomsten weergegeven

voor de verschillende risicocategorieën op basis van het

maximum van de feitelijke en strategische beleggings-

mix (2014: feitelijk 113,4%; 2013: feitelijk 115,2%).

(x € 1.000) 2014 2013

€ % € %

Renterisico (S1) 6.829 2,0% 3.893 1,4%

Zakelijke waarden risico (S2) 22.176 9,0% 20.730 11,6%

Valutarisico (S3) 3.526 0,2% 3.053 0,2%

Grondstoffenrisico (S4) 0 0,0% 0 0,0%

Kredietrisico (S5) 3.353 0,2% 4.619 0,5%

Verzekeringstechnisch risico (S6) 10.158 1,7% 7.603 1,5%

Concentratierisico (S8) 0 0,0% 0 0,0%

Actief beheer risico (S10) 4.270 0,3% 0 0,0%

Diversificatie-effect -21.416 -15.274

Vereist Eigen Vermogen 28.896 13,4% 24.624 15,2%

Aanwezige dekkingsgraad 126,6% 122,4%

Minimaal vereiste dekkingsgraad 104,5% 104,5%

Vereiste dekkingsgraad 113,4% 115,2%

De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de

activa voor risico van ons fonds (minus de passief posten

Kortlopende schulden en overlopende passiva en Her-

verzekeringsdeel technische voorzieningen) te delen

door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Ove-

rige technische voorzieningen). Het afgelopen jaar is

deze, op grondslagen van het Pensioenfonds, toegeno-

men van 122,4% (2013) tot 126,6% (2014).

Page 70: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

70

RenterisicoHet renterisico wordt veroorzaakt, doordat de rentege-

voeligheid van de verplichtingen afwijkt van de rentege-

voeligheid van de beleggingen. Ons fonds kent een lan-

gere looptijd voor pensioenverplichtingen dan voor de

looptijd van de beleggingen. Onderstaande duratie cij-

fers geven meer inzicht.

Duratie van de vastrentende waarden (inclusief rentede-

rivaten) 23,3

Duratie van de pensioenverplichtingen 24,8

De berekeningen voor de rentegevoelige beleggingen

zijn gebaseerd op een tiental key-rate buckets van de

vermogensbeheerder. Deze buckets geven de rentege-

voeligheid van de beleggingen accurater weer dan de

door de vermogensbeheerder aangeleverde kasstromen

(welke niet de juiste rentegevoeligheid voor het bereke-

nen van de S1 kennen). Vervolgens worden de buckets

van de vastrentende waarden em de kasstromen van de

voorziening kasstromen afgezet tegen de door DNB be-

paalde renteschokken die per looptijd verschillen. Op

basis van deze renteschokken kan de impact op de tech-

nische voorziening en de impact op alle rentegevoelige

beleggingen worden berekend. Overeenkomstig kan een

afdekkingspercentage worden berekend. Rentegevoelig-

heid is één van de belangrijkste factoren bij de bepaling

van de (strategische) assetallocatie van de portefeuille.

(x € 1.000) Feitelijke verdeling Strategische verdeling

in € % in € %

Impact op technische voorziening voor risico fonds 24.774 24.774

Impact op de rentegevoelige beleggingen 17.945 21.962

Renterisico 6.829 2,0% 2.812 0,7%

Afdekkingspercentage 72,4% 88,6%

Strategisch beoogt ons fonds 70% van het renterisico van

de dekkingsgraad af te dekken. Ultimo 2014 is de dek-

kingsgraad 126,6% en wordt derhalve een afdekkings-

percentage van 88,6% van de verplichtingen nagestreefd.

Hoogte buffer

Op basis van de Vereist Eigen Vermogen berekeningen

bedraagt de buffer voor het feitelijk renterisico 6.829

(2,0%) en voor het strategisch renterisico 2.812 (0,7%)

ultimo 2014.

Page 71: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

71

Zakelijke waarden risicoOns fonds loopt het risico dat haar beleggingen in aan-

delen, vastgoed en alternatieve beleggingen in waarde

dalen. In het beleggingsbeleid wordt met dergelijke risi-

co’s rekening gehouden door ondermeer een toepassing

van voldoende spreiding in de beleggingsportefeuille

naar categorieën, markten en dergelijke. De volatiliteit

van de marktwaarden (prijsrisico’s) van beleggingen

wordt periodiek geëvalueerd en kan leiden tot bijstellin-

gen in het vermogensbeheer. In onderstaande tabel

wordt de verdeling naar de verschillende zakelijke waar-

den categorieën getoond.

(x € 1.000) 2014 2013

€ % € %

Verdeling zakelijke waarden per categorie:

Ontwikkelde markten (Mature markets) 93.243 91,5% 73.193 91,7%

Opkomende markten (Emerging markets) 2.327 2,3% 2.222 2,8%

Overige 6.363 6,2% 4.376 5,5%

101.933 100,0% 79.791 100,0%

Hoogte buffer

Bij de berekening van het Vereist Eigen Vermogen wordt

voor het feitelijk en strategisch zakelijke waarden risico

rekening gehouden met de door DNB voorgeschreven

schokken die variëren overeenkomstig de risicograad

van het type belegging. Deze standaardschokken zijn

verder opgehoogd om zodoende rekening te houden

met de volgende additionele risicocomponenten: actief

risico, leverage-risico en liquiditeitenrisico. De buffer voor

het feitelijk zakelijke waarden risico bedraagt 22.176

(9,0%) en voor het strategisch zakelijke waarden risico

20.703 (8,2%).

ValutarisicoHet valutarisico wordt veroorzaakt, doordat de verplich-

tingen van het pensioenfonds in euro's luiden terwijl veel

van de beleggingen van het pensioenfonds in niet-euro

luiden. Ons fonds loopt het risico dat haar buitenlandse

beleggingen dalen in waarde als gevolg van valutakoers-

ontwikkelingen. Ons fonds kiest er daarom voor om een

gedeelte van haar buitenlandse valuta's af te dekken.

Zonder afdekking van valutarisico loopt ons fonds risico

bij een daling van vreemde valuta ten opzichte van de

euro. Door meer dan 100% van het risico af te dekken

loopt ons fonds risico bij een stijging van vreemde valuta

ten opzichte van de euro.

Het valutarisico wordt berekend aan de hand van een

scenario waarbij wordt uitgegaan van een waardedaling

van de beleggingen in vreemde valuta van 20%. Het va-

lutarisico is het totale negatieve effect op de waarde van

alle beleggingen als gevolg van dit scenario.

Afdekking van het valutarisico vindt plaats via derivaten-

contracten.

Page 72: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

72

(x € 1.000) 2014 2013

€ % € %

Zakelijke waarden naar valuta voor

afdekking met derivaten

Euro 7.460 7,3% 28.653 35,9%

Amerikaanse dollar 59.964 58,8% 28.518 35,7%

Britse pound sterling 8.579 8,4% 4.733 5,9%

Japanse yen 5.853 5,7% 5.034 6,3%

Overige 20.077 19,8% 12.853 16,2%

101.933 100,0% 79.791 100,0%

Zakelijke waarden naar valuta na

afdekking met derivaten

Euro 84.364 82,8% 87.491 109,7%

Amerikaanse dollar 6.920 6,8% -10.042 -12,6%

Britse pound sterling 1.416 1,4% -1.651 -2,1%

Japanse yen -1.598 -1,6% -837 -1,0%

Overige 10.831 10,6% 4.830 6,0%

101.933 100,0% 79.791 100,0%

Vastrentende waarden naar valuta

voor afdekking met derivaten

Euro 150.422 86,2% 109.647 92,1%

Amerikaanse dollar -1.015 -0,6% -5.194 -4,4%

Overige 25.112 14,4% 14.561 12,3%

174.519 100,0% 119.014 100,0%

Vastrentende waarden naar valuta na

afdekking met derivaten

Euro 150.422 86,2% 109.647 92,1%

Amerikaanse dollar -1.015 -0,6% -5.194 -4,4%

Overige 25.112 14,4% 14.561 12,3%

174.519 100,0% 119.014 100,0%

Page 73: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

73

(x € 1.000) 2014 2013

€ % € %

Totaal beleggingen naar valuta

voor afdekking met derivaten

Euro 156.092 56,8% 139.685 69,8%

Amerikaanse dollar 58.949 21,5% 23.324 11,7%

Britse pound sterling 8.579 3,1% 4.733 2,4%

Japanse yen 5.853 2,1% 5.034 2,5%

Overige 45.189 16,5% 27.414 13,6%

274.662 100,0% 200.190 100,0%

Totaal beleggingen naar valuta na

afdekking met derivaten

Euro 232.996 84,8% 198.523 99,2%

Amerikaanse dollar 5.905 2,1% -15.236 -7,6%

Britse pound sterling 1.416 0,5% -1.651 -0,8%

Japanse yen -1.598 -0,6% -837 -0,4%

Overige 35.943 13,2% 19.391 9,6%

274.662 100,0% 200.190 100,0%

Hoogte buffer

Bij de berekening van het Vereist Eigen Vermogen wordt

voor het feitelijk en strategisch valutarisico rekening ge-

houden met een door DNB voorgeschreven schok van 20%

die berekend wordt op de niet-euro beleggingen na afdek-

king. De buffer voor het feitelijk valuta risico bedraagt 3.526

(0,2%) en voor het strategisch valuta risico risico 3.727

(0,3%).

Page 74: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

74

Kredietrisico

Ons fonds loopt het risico dat één of meerdere van haar

tegenpartijen niet aan de voorafgesproken betalingen

kan voldoen. Bij de berekening van het kredietrisico

dient het effect van de kredietwaardigheid van de par-

tijen, waarin belegd wordt, tot uitdrukking te komen. Het

kredietrisico komt tot uitdrukking in de zogenaamde

creditspread. Deze creditspread is het verschil tussen de

uitkering die afhangt van de kredietwaardigheid van de

tegenpartij en een uitkering die met volledige zekerheid

(risicovrij) tot uitkering zal komen.

Het kredietrisico binnen de vastrentende waarden porte-

feuille kan gemeten worden aan de hand van de credit-

spread. De gewogen gemiddelde credit spread van de

rentegevoelige beleggingen van ons fonds is 1,15%. Een

andere indicator voor het aanwezige kredietrisico binnen

de vastrentede waarden portefeuille van ons fonds is de

rating afgegeven door een kredietbeoordelaar. Een AAA

rating impliceert dat de vastrentende waarden beleg-

ging geen krediterisico loopt. Daarentegen worden be-

leggingen die geclassificeerd staan onder 'lager dan BBB'

als zeer risicovol beschouwd. Cash wordt als kredietrisi-

covrij beschouwd.

(x € 1.000) 2014 2013

€ % € %

Rating vastrentende waarden:

AAA 46.966 26,9% 37.846 31,7%

AA 29.809 17,1% 18.653 15,7%

A 19.662 11,3% 11.560 9,7%

BBB 53.298 30,5% 42.318 35,6%

Lager dan BBB 1.997 1,1% 1.149 1,0%

Cash 22.787 13,1% 7.488 6,3%

174.519 100,0% 119.014 100,0%

(x € 1.000)

2014 2013

€ % € %

Verdeling vastrentende waarden naar looptijd:

Resterende looptijd < 1 jaar 23.948 13,7% 12.081 10,2%

Resterende looptijd <> 5 jaar 56.919 32,6% 29.704 25,0%

Resterende looptijd >= 5 jaar 93.652 53,7% 77.229 64,8%

174.519 100,0% 119.014 100,0%

Portefeuille vs Verplichtingen

Looptijd Portefeuille Verplichting Verschil

2 0,5 0,0 0,5

5 1,1 0,0 1,1

10 1,4 1,1 0,3

20 3,9 4,6 -0,7

30 4,7 7,3 -2,6

40 3,4 6,8 -3,4

50 2,0 5,0 -3,0

Duratie 17,0 24,8 -7,8

Page 75: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

75

Hoogte buffer

Binnen de berekening van het standaardmodel wordt

een kredietrisico becijferd voor de rentegevoelige beleg-

gingen die een creditspread groter dan 0% hebben. De

creditspread wordt bepaald op basis van de rentegevoe-

lige kasstromen van het fonds. Afgaande op de hierbo-

ven genoemde creditspread resulteert dit in een buffer

voor het feitelijk kredietrisico van 3.353(0,2%) en voor het

strategisch kredietrisico van 3.847 (0,3%).

Verzekeringstechnisch risicoBinnen het verzekeringstechnische risico worden in prin-

cipe alleen risico’s meegenomen die verband houden

met sterfte. Het omvat de risico’s als gevolg van afwijkin-

gen ten opzichte van de verwachte sterfte en afwijkingen

van de verwachte sterftetrend (langlevenrisico). Tot het

verzekeringstechnische risico worden gerekend: proces-

risico, risico-opslag voor afwijkingen ten opzichte van de

sterftetrend en negatieve stochastische afwijkingen van

de verwachtingswaarde. Deze drie risico’s bedragen een

percentage van de op actuele waarde berekende techni-

sche voorziening. Het procesrisico neemt af naarmate

het deelnemersbestand toeneemt, omdat het sterftepro-

ces dan beter kan worden geschat. De beide andere risi-

cofactoren houden respectievelijk rekening met de onze-

kerheid in de sterftetrend en met de negatieve

stochastische afwijkingen.

In verband met het langlevenrisico wordt aanvullend

boven het hanteren van de prudente grondslagen, de

Voorziening toekomstige sterfteontwikkeling gevormd.

Hoogte buffer

De buffer voor het feitelijk verzekeringstechnisch risico

bedraagt 10.158 (1,7%) en voor het strategisch verzeke-

ringstechnisch risico 10.158 (1,9%).

ConcentratierisicoConcentratierisico’s kunnen optreden bij een concentra-

tie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of

tegenpartijen. De spreiding van de portefeuille is in de

toelichting op de balans nader toegelicht. Ook "grote

posten" zijn aan te duiden als een vorm van concentratie-

risico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen

moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met

dezelfde debiteur worden gesommeerd.

Zakelijke waarden (x € 1.000) 2014 2013

€ % € %

Verdeling zakelijke waarden per regio:

Europa 25.363 24,9% 39.341 49,4%

Noord-Amerika 57.373 56,3% 25.729 32,2%

Midden- en Zuid-Amerika 1.147 1,1% 1.135 1,4%

Azië 10.423 10,2% 8.123 10,2%

Overige 7.627 7,5% 5.463 6,8%

101.933 100,0% 79.791 100,0%

Verdeling zakelijke waarden per sector:

Financiële instellingen 21.709 21,3% 12.484 15,6%

Informatietechnologie 14.396 14,1% 7.513 9,4%

Industriële ondernemingen 9.311 9,1% 5.559 7,0%

Niet-cyclische consumentengoederen 12.328 12,1% 5.486 6,9%

Cyclische consumentengoederen 8.062 7,9% 4.159 5,2%

Farmacie 13.161 12,9% 5.227 6,6%

Energie 6.563 6,4% 5.449 6,8%

Nutsbedrijven 3.252 3,2% 1.827 2,3%

Telecommunicatie 1.782 1,7% 1.467 1,8%

Basisindustrieën 4.584 4,5% 3.341 4,2%

Andere sectoren 6.785 6,7% 27.279 34,2%

101.933 100,0% 79.791 100,0%

Page 76: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

76

(x € 1.000) 2014 2013

Grote posten: zakelijke waarden van

eenzelfde uitgevende instelling groter

dan 5% van de totale beleggingen

ING Global Equity Basis Fonds 82.503 30,0% 39.667 19,8%

ING Dividend Aandelen Basis Fonds 14.366 5,2% 10.691 5,3%

Nationale Nederlanden / ING Multi Manager Fund 24.051 12,0%

Vastrentende waarden (x € 1.000) 2014 2013

€ % € %

Verdeling vastrentende waarden per categorie:

Staatsobligaties 78.472 45,0% 62.827 52,8%

Bedrijfsobligaties 14.487 8,3% 9.992 8,4%

Hypotheken / Leningen 9.721 5,6% 5.139 4,3%

Financiële Instellingen 25.534 14,6% 32.003 26,9%

Overige 46.305 26,5% 9.053 7,6%

174.519 100,0% 119.014 100,0%

Van de vastrentende portefeuille is 13,2% belegd in Italië

en 14,6% in Spanje (marktgewogen). Dit betreft alle obliga-

tiecategorieën.

(x € 1.000) 2014 2013

Grote posten: vastrentende waarden van

eenzelfde uitgevende instelling groter dan

5% van de totale beleggingen in

vastrentende waarden

ING Fixed Income All Grade Long

Duration Basis Fonds 169.621 61,8% 99.843 49,9%

ING Fixed Income All Grade Basis Fonds 19.171 9,6%

Page 77: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

77

Er zijn geen beleggingen in Sligro Food Group en de aan

haar gelieerde ondernemingen.

Actief beheer risicoActief beheer risico treedt op wanneer beleggings-

managers afwijken van de strategisch gedefinieerde

benchmarks. Actief beheer risico wordt in beginsel alleen

becijferd voor de aandelenportefeuille en wordt geme-

ten aan de hand van de tracking error en de total ex-

pense ratio (TER). De tracking error geeft aan in hoeverre

de beleggingsrendementen van de daadwerkelijke aan-

delenportefeuille afwijken van de strategisch gedefini-

eerde benchmark. De TER geeft onder meer de kosten

weer die de beleggingsmanagers hebben gemaakt voor

het voeren van hun (actief ) beleid.

Om de operationele lasten en kosten te beperken wordt

voor aandelenbelangen met een tracking error lager dan

1% geen actief beheer risico becijferd. De aandelenpor-

tefeuille van het pensioenfonds kent een tracking error

van 2,27%. Op basis van deze tracking error wordt een

buffer voor actief beheer risico becijferd. De TER bedraagt

0,40% van het totale aandelenbelang.

Hoogte buffer

Bovenstaande tracking error en TER leiden tot een buffer

voor het feitelijk actief beheer risico van 4.270 (0,3%) en

tot een buffer voor het strategisch actief beheer van

3.987 (0,3%)

Veghel, 11 juni 2015

Huub van Rozendaal Anita Cooijmans

voorzitter secretaris

Anske Dijkstra Wilco Jansen

Rob van der Sluijs

Page 78: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

78

Page 79: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

OverigeGEGEVENS

79

Resultaatbestemming

Bepalingen omtrent de resultaatbestemming

Conform de Abtn dienen de jaar resultaten te worden

toegevoegd aan de reserves.

Resultaatverdeling

Het bestuur heeft besloten het resultaat over het verslagjaar 2014 als volgt te verdelen:

2014 (x € 1.000)

Vrije reserve 16.976Reserve beleggingsrisico's 4.272

21.248

Gebeurtenissen na balans­datum

Gevolgen nieuwe FTK voor ons fonds

Voor ons fonds bedraagt de beleidsdekkingsgraad

125,2% ultimo 2014. Ten opzichte van de actuele dek-

kingsgraad van 126,6% eind 2014 ligt de beleidsdek-

kingsgraad 1,4%-punt lager. Vanaf 1 januari 2015 is de

middeling uit de DNB-rentetermijnstructuur vervallen.

De toegroei naar de UFR van 4,2% na looptijd 20 blijft

(voorlopig) behouden. Op basis van deze gewijzigde

rentetermijnstructuur zonder 3-maandsmiddeling is de

dekkingsgraad 119,6% eind 2014. Deze dekkingsgraad

ligt aanzienlijk lager door de steeds verder wegzakkende

marktrente.

Op basis van de nieuwe rekenregels stijgt de vereiste

dekkingsgraad onder het nieuwe FTK van 113,4% naar

117,9%. Hierbij is rekening gehouden met de gewijzigde

DNB-rentetermijnstructuur (dus exclusief driemaands-

middeling) zoals die vanaf 1 januari 2015 geldt.

De volgende tabel geeft een vergelijking tussen het ver-

eist eigen vermogen onder het oude en het nieuwe FTK.

Page 80: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

80

(x € 1.000) 2014 nFTK 2014

Renterisico (S1) 6.829 2,0% 4.361 1,0%

Zakelijke waarden risico (S2) 22.176 9,0% 27.650 10,8%

Valutarisico (S3) 3.526 0,2% 3.746 0,1%

Grondstoffenrisico (S4) 0 0,0% 0 0,0%

Kredietrisico (S5) 3.353 0,2% 14.353 4,6%

Verzekeringstechnisch risico (S6) 10.158 1,7% 10.758 1,2%

Concentratierisico (S8) 0 0,0% 0 0,0%

Actief beheer risico (S10) 4.270 0,3% 4.457 0,2%

Diversificatie-effect -21.416 -24.306

Vereist Eigen Vermogen 28.896 13,4% 41.019 17,9%

Het Vereist Eigen Vermogen stijgt met name door:

• De verzwaarde schokken die worden verondersteld

voor het zakelijkewaardenrisico.

• Een stijging van het kredietrisico. Voorheen werd

gerekend met een schok van 40% op de geldende

creditspread. Nu dient als minimale schok 60

basispunten gehanteerd te worden. Deze schok loopt

verder op naarmate de rating slechter dan AAA wordt.

Uitgesloten van een kredietbuffer zijn Europese AAA

beleggingen. Ten opzichte van andere pensioenfond-

sen belegt het fonds een relatief groot deel van de

obligatieportefeuille in beleggingen met een

BBB-rating.

• De nieuw veronderstelde correlaties tussen S1 en S5,

en S2 en S5 binnen de wortelformule van het Vereist

Eigen Vermogen.

De beleidsdekkingsgraad eind 2014 is 125,2%. De strate-

gisch vereiste dekkingsgraad op basis van het nieuwe

FTK is gelijk aan 117,9%. Dit betekent dat de beleidsdek-

kingsgraad 7,3%-punt hoger is dan de vereiste dekkings-

graad. Het fonds is daardoor niet in een situatie van re-

servetekort.

De minimaal vereiste dekkingsgraad is 104,5%, de be-

leidsdekkingsgraad is 125,2% en de actuele dekkings-

graad is 119,6%, rekening houdend met de DNB-rente-

termijnstructuur die vanaf 2015 gaat gelden.

Page 81: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

81

Actuariële verklaring

OpdrachtDoor Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group te Veg-

hel is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht

verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als

bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014.

GegevensDe gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn

verstrekt door en tot stand gekomen onder de verant-

woordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds.

Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de be-

oordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd

op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan

de jaarrekening.

De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnfor-

meerd over zijn bevindingen ten aanzien van de be-

trouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van

de basisgegevens en de overige uitgangspunten die

voor mijn oordeel van belang zijn.

WerkzaamhedenTer uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is

voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pen-

sioenwet.

De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens

zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de

door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard.

Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht:

• heb ik onder meer onderzocht of de technische

voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen

en het vereist eigen vermogen toereikend zijn

vastgesteld; en

• heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogens-

positie van het pensioenfonds.

Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een rede-

lijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resulta-

ten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik

heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid

waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aange-

gane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking

nemend het financieel beleid van het pensioenfonds.

Mijn oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingska-

der zoals dat op balansdatum van toepassing was.

De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daar-

van zijn in overeenstemming met de binnen het

Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en

gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke

grondslag voor mijn oordeel.

OordeelDe technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de

beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als

geheel bezien, toereikend vastgesteld.

Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van

de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake

van een toereikende solvabiliteit.

Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij er-

van overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en

met 140 van de Pensioenwet.

De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Sligro

Food Group is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in

aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het rea-

liseren van de beoogde toeslagen beperkt zijn.

Het oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingska-

der zoals dat tot en met 31 december 2014 van kracht

was. Voor de volledigheid merk ik op dat, op basis van

gegevens die door het pensioenfonds zijn aangeleverd

en door mij op plausibiliteit gecontroleerd, mijn oordeel

over de vermogenspositie per 1 januari 2015 op basis

van het nieuw Financieel Toetsingskader niet zou zijn

gewijzigd.

Purmerend, 11 juni 2015

drs. R. T. Schilder AAG

Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.

Page 82: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

82

Page 83: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

83

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Sligro

Food Group

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de op pagina 47 tot en met 77 opgenomen

jaarrekening over 2014 van Stichting Pensioenfonds Sli-

gro Food Group te Veghel gecontroleerd. Deze jaarreke-

ning bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de

staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting,

waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehan-

teerde grondslagen voor financiële verslaggeving en

andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het

opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het

saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven,

alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag,

beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in

Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het be-

stuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige in-

terne beheersing als het noodzakelijk acht om het opma-

ken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder

afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude

of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel

over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij heb-

ben onze controle verricht in overeenstemming met Ne-

derlands recht, waaronder de Nederlandse controlestan-

daarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons

geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle

zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van

zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen af-

wijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden

ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen

en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde

werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accoun-

tant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het

inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwij-

king van materieel belang bevat als gevolg van fraude of

fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen

neemt de accountant de interne beheersing in aanmer-

king die relevant is voor het opmaken van de jaarreke-

ning en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het

inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn

in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen heb-

ben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te

brengen over de effectiviteit van de interne beheersing

van de stichting. Een controle omvat tevens het evalue-

ren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen

voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van

de door het bestuur van de stichting gemaakte schattin-

gen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van

de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-

informatie voldoende en geschikt is om een onderbou-

wing voor ons oordeel te bieden.

Oordeel

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw

beeld van de grootte en samenstelling van het vermo-

gen van Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group per

31 december 2014 en van het saldo van baten en lasten

over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.

Page 84: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

84

Verklaring betreffende overige bij of krachtens

de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden

wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar

aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag,

voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig

Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid

Utrecht, 11 juni 2015

KPMG Accountants N.V.

J.C. van Kleef RA

1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toege-

voegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag,

voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is

met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.

Page 85: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

85

BeleggingsoverzichtOverzicht beleggingen voor risico pensioenfonds

(x € 1.000) 2014 2013

€ % Norm € % Norm

Zakelijke waarden

Aandelen beleggingsfondsen 101.933 36,9% 35,0% 79.791 40,0% 35,0%

101.933 36,9% 35,0% 79.791 40,0% 35,0%

Vastrentende waarden

Vastrentende

beleggingsfondsen 174.519 63,1% 65,0% 119.014 59,6% 65,0%

174.519 63,1% 65,0% 119.014 59,6% 65,0%

Overige beleggingen

Derivaten -1.790 -0,6% 0,0% 1.385 0,7% 0,0%

-1.790 -0,6% 0,0% 1.385 0,7% 0,0%

Liquide middelen

ING bank 1.246 0,5% 542 0,3%

NN depotbank 162 0,1% -1.030 -0,5%

1.408 0,6% 0,0% -488 -0,2% 0,0%

Totaal 276.070 100,0% 100,0% 199.702 100,0% 100,0%

Page 86: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

86

Page 87: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

COLOFONDit verslag is geheel in eigen beheer vervaardigd met

medewerking van de volgende afdelingen.

BEGELEIDINGAZL N.V., afdeling IBA

AZL N.V., afdeling DTP

AZL N.V., afdeling FAV

Bestuur Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group

VORMGEVINGStudio Sligro Food Group

FOTOGRAFIEAlain Lemmens

PAPIERDit verslag is geproduceerd met FSC gecertificeerd papier

DRUKSchrijen Lippertz, Voerendaal

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group

Corridor 11

5466 RB Veghel

Page 88: Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group JAARVERSLAG 2014 · • het doen van uitkeringen met een ideële of sociale strekking, in de gevallen en onder de voorwaarden zoals nader

Stichting PensioenfondsSligro Food Group


Recommended