+ All Categories
Home > Documents > Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken...

Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken...

Date post: 23-Sep-2020
Category:
Upload: others
View: 3 times
Download: 0 times
Share this document with a friend
6
Grand old IMON in s^s'^L^=Hï=ïS£--^s-4 ; s ; c nian in ^ de NOVA " - ' : ~" Those were the days, my friend Praten over toen, nu en straks met amateur- filmer van eerste uur Op een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff en fotograaf Jan Volland naar een rustige villawijk in Haarlem om met de grand old man van de Nederlandse amateurfilmerij, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de NOVA, nog eens te praten over het heden, verleden en de toekomst van deze fascinerende vrijetijdsbesteding. Ze werden hartelijk ontvangen door Dick Boer en zijn vrouw en al spoedig meege- troond naar de werkkamer, die niet be- paald de indruk maakte, dat daar niet meer gewerkt zou worden. Eerder kostte het enige moeite op het overvolle schrijf- bureau een plaatsje vrij te maken voor de bandrecorder, maar toen dat eenmaal ge- regeld was, konden de heren van start gaan en kwam het gesprek al spoedig op gang. Gouden klank T.S.: Meneer Boer, ik heb begrepen, dat uw naam bij talloze amateurfilmers van wat oudere datum een gouden klank heeft... . D.B.: Een oude klank bedoelt u? T.S.: Nee, ik zei een gouden klank en dat is ook zo. Maar het is mogelijk, dat de jongere generatie u wat minder goed kent en misschien is het daarom verstandig, dat u eerst iets over uzelf vertelt. U bent jarenlang directeur geweest van de uit- geverij Focus? D.B.: Dat mag je wel zo stellen, maar eigenlijk heb ik niets anders gedaan dan het werk van mijn vader, Adriaan Boer, voortgezet. Hij begon als uitgever in 1914. Hij heeft toen Focus opgericht, na- dat hij daarvoor al enkele jaren redacteur was geweest van het blad 'de Camera'. Wat later kwam Jan Mol erbij, maar die is na twee jaar samenwerking weer zijn ei- gen weg gegaan en toen is vader begon- nen mij voor de uitgeverij op te leiden. Ik moet bekennen, dat ik graag dokter was geworden. Maar als je vader een bloei- ende zaak heeft, is het logisch, datje die voortzet. Dus ben ik naar Berlijn gegaan, - zoals Joris Ivens al voor mij gedaan had, om daar aan het wetenschappelijk insti- tuut van de hogeschool fotografie te gaan studeren. Ik heb daar twee prettige jaren doorgebracht en uitstekend onderricht gehad. Jammer genoeg liet de gezond- heid van mijn vader veel te wensen over enbenikin 1928 in de zaak gekomen. Het was een fijne tijd, ik hield overal in het land voordrachten en in 1932 begonnen we met de uitgave van 'het Veerwerk'. Dick Boer trad in 1928 in dienst van de Uitgeverij Focus in Haarlem. Het bedrijf, waarvan zijn vader. Adriaan Boer. directeur-eigenaar was. Na diens dood in 1940 volgde Dick hem op en hij wist Focus door de moeilijke oorlogsjaren te loodsen. Naast zijn werk als directeur- redacteur-uitgever schreef hij 14 boeken over fotografe- ren en filmen, waarvan er meerdere in het Engels en Spaans vertaald werden. Zijn bekendste werk is onge- twijfeld Het Fotoboek, waarvan sinds de verschijning kort na de tweede wereldoorlog thans de 23ste herdruk voorbereid wordt. Maar ook het Smalfilmboek. waarvan we in de uitgave van 1965 lezen, dat het al de 15e druk is en de pocket Zelf Ontwikkelen en Vergroten, waarvan de 25ste druk is verschenen, mogen met ere genoemd wor- den. Dick Boer toonde zich in die jaren een man met visie, die in een vroeg stadium de groeimogelijkheden van foto- graferen en filmen door amateurs onderkende en in be- langrijke mate aan de popularisering hiervan heeft bijge- dragen. Hij heeft de uitgeversmaatschappij geleid tot 1969. in welk jaar hij Focus aan Elsevier verkocht. Tot 1973 bleef hij als adviseur aan het bedrijf verbonden. Ondanks zijn hoge leeftijd werkt hij nog dagelijks aan de correctie van herdrukken van zijn boeken en blijft hij zich op de hoogte houden van wat zich afspeelt in de foto- en filmwereld. Maar vader werd ernstig ziek en is vlak voor de oorlog gestorven. Contactkaarten Op 10 mei 1940 zag het er naar uit, dat de zaak en de toekomst verloren zouden gaan. In de oorlogstijd hebben we echter het contact met onze 5000 abonnees we- ten vast te houden door het verzenden van contactkaarten, waarop we al het foto-nieuws zo compact mogelijk door- gaven. Dat is zo'n succes geworden, dat we met meer abonnees de oorlog uit- kwamen, dan we erin gingen. Maar we hebben wel voor elk velletje papier moeten vechten. We hebben zelfs in de bezettingstijd nog fotowedstrijden georganiseerd, in 1947 mocht Focus weer verschijnen, heel dunnetjes. Met Veerwerk zijn we doorgegaan tot 1958, toen werd het omgezet in Smalfïlm, een voor die tijd uitstekend blad, al zeg ik het
Transcript
Page 1: Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff en fotograaf Jan Volland naar een rustige

Grand oldIMON ins^s'̂ L^=Hï=ïS£--̂ s-4;s;c nian in

^ de NOVA

" - ' : ~"

Those were the days, my friend

Praten over toen, nu enstraks met amateur-filmer van eerste uurOp een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff enfotograaf Jan Volland naar een rustige villawijk in Haarlem om met de grand old man vande Nederlandse amateurfilmerij, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de NOVA,nog eens te praten over het heden, verleden en de toekomst van deze fascinerendevrijetijdsbesteding.

Ze werden hartelijk ontvangen door DickBoer en zijn vrouw en al spoedig meege-troond naar de werkkamer, die niet be-paald de indruk maakte, dat daar nietmeer gewerkt zou worden. Eerder kosttehet enige moeite op het overvolle schrijf-bureau een plaatsje vrij te maken voor debandrecorder, maar toen dat eenmaal ge-

regeld was, konden de heren van startgaan en kwam het gesprek al spoedig opgang.

Gouden klankT.S.: Meneer Boer, ik heb begrepen, datuw naam bij talloze amateurfilmers vanwat oudere datum een gouden klankheeft . . . .D.B.: Een oude klank bedoelt u?

T.S.: Nee, ik zei een gouden klank en dat

is ook zo. Maar het is mogelijk, dat dejongere generatie u wat minder goed kenten misschien is het daarom verstandig,dat u eerst iets over uzelf vertelt. U bentjarenlang directeur geweest van de uit-geverij Focus?D.B.: Dat mag je wel zo stellen, maareigenlijk heb ik niets anders gedaan danhet werk van mijn vader, Adriaan Boer,voortgezet. Hij begon als uitgever in1914. Hij heeft toen Focus opgericht, na-dat hij daarvoor al enkele jaren redacteurwas geweest van het blad 'de Camera'.Wat later kwam Jan Mol erbij, maar die isna twee jaar samenwerking weer zijn ei-gen weg gegaan en toen is vader begon-nen mij voor de uitgeverij op te leiden. Ikmoet bekennen, dat ik graag dokter wasgeworden. Maar als je vader een bloei-ende zaak heeft, is het logisch, datje dievoortzet. Dus ben ik naar Berlijn gegaan,

- zoals Joris Ivens al voor mij gedaan had,om daar aan het wetenschappelijk insti-tuut van de hogeschool fotografie te gaanstuderen. Ik heb daar twee prettige jarendoorgebracht en uitstekend onderrichtgehad. Jammer genoeg liet de gezond-heid van mijn vader veel te wensen overenbenikin 1928 in de zaak gekomen. Hetwas een fijne tijd, ik hield overal in hetland voordrachten en in 1932 begonnenwe met de uitgave van 'het Veerwerk'.

Dick Boer trad in 1928 in dienst van de Uitgeverij Focusin Haarlem. Het bedrijf, waarvan zijn vader. AdriaanBoer. directeur-eigenaar was. Na diens dood in 1940volgde Dick hem op en hij wist Focus door de moeilijkeoorlogsjaren te loodsen. Naast zijn werk als directeur-redacteur-uitgever schreef hij 14 boeken over fotografe-ren en filmen, waarvan er meerdere in het Engels enSpaans vertaald werden. Zijn bekendste werk is onge-twijfeld Het Fotoboek, waarvan sinds de verschijningkort na de tweede wereldoorlog thans de 23ste herdrukvoorbereid wordt. Maar ook het Smalfilmboek. waarvanwe in de uitgave van 1965 lezen, dat het al de 15e druk isen de pocket Zelf Ontwikkelen en Vergroten, waarvan de25ste druk is verschenen, mogen met ere genoemd wor-den.Dick Boer toonde zich in die jaren een man met visie, diein een vroeg stadium de groeimogelijkheden van foto-graferen en filmen door amateurs onderkende en in be-langrijke mate aan de popularisering hiervan heeft bijge-dragen. Hij heeft de uitgeversmaatschappij geleid tot1969. in welk jaar hij Focus aan Elsevier verkocht. Tot1973 bleef hij als adviseur aan het bedrijf verbonden.Ondanks zijn hoge leeftijd werkt hij nog dagelijks aan decorrectie van herdrukken van zijn boeken en blijft hij zichop de hoogte houden van wat zich afspeelt in de foto- enfilmwereld.

Maar vader werd ernstig ziek en is vlakvoor de oorlog gestorven.

ContactkaartenOp 10 mei 1940 zag het er naar uit, dat dezaak en de toekomst verloren zoudengaan. In de oorlogstijd hebben we echterhet contact met onze 5000 abonnees we-ten vast te houden door het verzendenvan contactkaarten, waarop we al hetfoto-nieuws zo compact mogelijk door-gaven. Dat is zo'n succes geworden, datwe met meer abonnees de oorlog uit-kwamen, dan we erin gingen. Maar wehebben wel voor elk velletje papiermoeten vechten. We hebben zelfs in debezettingstijd nog fotowedstrijdengeorganiseerd, in 1947 mocht Focusweer verschijnen, heel dunnetjes. MetVeerwerk zijn we doorgegaan tot 1958,toen werd het omgezet in Smalfïlm, eenvoor die tijd uitstekend blad, al zeg ik het

Page 2: Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff en fotograaf Jan Volland naar een rustige

zelf, dat door ons uitgegeven is tot 1970.Jammer genoeg wilde Elsevier het nietvoortzetten en dat is niet verstandig ge-weest.

Niet alleenJ.D.: Dick, in de beginperiode van Veer-werk schreef je het allemaal zelf, maardat was toch niet vol te houden?D.B.: Neen, later is Jan Veenhuizen erbijgekomen en kregen we een goede groepvan vaste medewerkers. Kijk, hier heb iknog een oud exemplaar: 'Maandbladvoor de Nederlandsche Smalfilmer on-der redactie van Dick Boer. Bevat deofficiële mededelingen van de Neder-landsche Smalfilmliga. Vaste medewer-kers: Adriaan Boer, L. Blok, A. Carré,Frits Eulderink, Henk Cannegieter, DickKnegt, Leo Klein, Dick Laan en ande-ren'.

J.D.: Ja, vooral Dick Knegt heeft eenbelangrijke rol gespeeld in die jaren.D.B.: Zeker ook als mede-oprichter enalgemeen secretaris van de Liga.

T.S.: Wanneer is de Nederlandse Smal-filmliga opgericht?D.B.: Dat was in 1931 en in 1942 hebbenwe hem uit onszelf opgeheven, omdat weonze joodse leden eruit moesten zettenen dat wilden we niet. Na de oorlog zijnwe weer doorgegaan en rond 1950 is deNOVA ervoor in de plaats gekomen.

T.S.: Was de Liga alleen een organisatievan clubs?D.B.: Nee, van de Liga konden zowelclubs als individuele personen lid zijn,maar de NOVA was in eerste instantieeen samenbundeling van filmclubs.

Ook individuelenJ.D.: Hou er alsjeblieft over op. Daar isgenoeg over te doen geweest, maar in1967 hebben we toch besloten, dat deNOVA ook weer individuele leden zouopnemen. Dat heeft heel wat protestenopgeroepen en het heeft een paar jaargeduurd, voor de zaak weer gladgestre-ken was.. .D.B.: Dus eigenlijk herdenken julliestraks 50 jaar georganiseerd amateurfilmwezen?

J.D.: Dat klopt, we hebben de Liga en deNOVA toch wel als één willen zien. Maarals we zo over de organisatie praten, danmogen we niet voorbij gaan aan de groterol, die jouw vader daarbij gespeeldheeft, Dick. Want zonder diens initiatie-ven en steun was de zaak waarschijnlijkniet van de grond gekomen. Weetje, ikben eigenlijk zo rond 1947 in het smal-filmgebeuren een beetje actief gewordenen één van de dingen, die me het sterkstis bijgebleven was die keer, toen ik voorhet eerst bij Focus op bezoek kwam indat prachtige huis in de Haarlem-merhout. Daar was een fantastischesfeer, met die brede balustrades en die

'Op het tweede congres van UNICA in Amsterdam bestond de Nederlandse prijs uit een ivorenwereldbol met filmstrook, die nog steeds het beeldmerk van UNICA is'.

officieel ontvangen door Dick. Danpraatten we wat na over het afgelopenjaar en dan maakte Dick bekend hoeveelde afdracht aan de NOVA dat jaar zouzijn. Na afloop gingen we dineren bijBrinkman op de Grote Markt en datmaakte altijd een beetje indruk op me. Ikvoelde me dan soms net als een aandeel-houder op de aandeelhoudersvergade-ring. Maar dan zonder aandelen, natuur-lijk.D.B.: Nou, het doet me genoegen na zo-veel jaren te horen, datje tevreden bentgeweest over de ontvangst.

J.D.: Jullie hebben toch ook aan de wiegvan de Unica gestaan?D.B.: Dat hebben we. Het eerste congresis in Brussel geweest en daar zijn mijnvader en Dick Knegt heengegaan met eenfilm van Cannegieter en v.d. Ende. Daarwonnen we de eerste prijs mee en toenhebben we het meteen maar op ons ge-nomen om het jaar daarop een inter-nationaal congres in Amsterdam te or-ganiseren.

Beeldmerk UNICAEn Nederland heeft toen ook de voor-naamste prijs gegeven, een ivoren we-reldbol met een filmstrook er omheen.Het was een ontwerp van Krijn en het isnu nog steeds het beeldmerk van de Uni-ca. Maar dat congres heeft ons heel watgeld gekost. Ik moest er zelfs nog eensmoking voor kopen.

J.D.: Dat is nog steeds zo. Ik loop zelfnogal warm voor de Unica, omdat ik hetinternationaal samengaan van volken

Eerste nummer van Het Veerwerk.

statige houten trappen en al die panelen.Het was een voornaam gebouw, het hadeen onmiskenbare stijl.D.B.: Dat had het zeker. Er waren 27kamers in en zelfs de houten vloerenkraakten voornam. Het was één van demooiste huizen van Haarlem.

Jaarlijks bezoekJ.D.: Het was toen zo, dat het lidmaat-schap van de NOVA gekoppeld was aaneen abonnement op Smalfilm en één keerper jaar ging ik, meestal samen met devoorzitter, op bezoek bij Focus. Dat ge-beurde helemaal in style. We werden inde directiekamer gebracht door de huis-meester, in bruine stofjas en dan werd je

Page 3: Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff en fotograaf Jan Volland naar een rustige

boeiend vind en dan is film natuurlijk eenprachtig medium, maar je kunt er geencent subsidie voor krijgen en je moet hetgrootste deel zelf betalen.

T.S.: In veel van die oude verhalen hoorik ook vaak de naam van Dick Laan. Wiewas dat?

D.B.: Dick was een rijke jongen uitBloemendaal. Zijn vader was daar wet-houder. Hij was bevriend met Jan Mol enhij was één van de eerste amateurfilmersin Nederland. Hij maakte completespeelfilms op 35 mm. Hij werkte veel metkinderen, want hij was ook nog hopmanin de padvinderij. Dick was enorm veel-zijdig en zijn films zijn ook nu nog besthet aanzien waard. Hij heeft een boekgeschreven over filmen. Het heetteHerinneringen en Belevenissen van eenOud-filmer en is in 1964 door Focus uit-gegeven. Er stonden prachtige verhalen

PioniersJ.D.: Er zijn natuurlijk in die eerste tijdtoch een hoop mensen geweest, die voorde amateurfilmenj in ons land van veelbetekenis zijn geweest. Wie herinnerje jenog?D.B.: Nou, laat eens kijken .. . naast diewe allemaal al genoemd hebben MannusFranken en Van Eldik en Elzinga, onzeHaarlemse secretaris. Rudi Horneckerwas ook zo'n pionier en Dries Hendriks,die nog volop meedraait en Jan van Hillo,een heel fijne kerel en Haanstra. Dan ookEmil Brumstede, die met de hele Haagsegroep een gigantische stoot aan de fil-merij gaf en Kreuman en Joop Pieëte . . .En nu heb ik er vast een heleboel verge-ten.

J.D.: Wat was je nou eigenlijk, ik dachttoch altijd meer fotograaf dan filmer?D.B.: Nee Jan, in m'n hart niet. Je kijktm'n Smalfilmboek maar na en dan zie je,dat ik met hart en ziel gefilmd heb. Maarje komt natuurlijk gemakkelijker tot fo-tograferen dan tot een film maken. Wanthoeveel films worden er opgezet? Heelveel. Maar echt afgemaakt worden ermaar bijzonder weinig. Een goeie filmmaken is nu eenmaal veel moeilijker enkost veel meer tijd, dan een goeie seriefoto's maken.

GroeimarktenT.S.: Waren de commerciële mogelijk-heden in de fotografie toen niet groter? Ikbedoel als uitgever gezien?

Nog dagelijks doende met herdrukken vanboeken.

D.B.: Nee, we hebben een behoorlijkezaak op kunnen bouwen door naar beidekanten te blijven kijken. Het waren alle-bei groeimarkten. Natuurlijk was hetblad Focus een belangrijke basis, maarwe hebben naast Smalfilm toch ook heelwat boeken en brochures over film uitge-geven. We hadden 40 man personeel endan ben je geen kleine uitgeverij meer.

T.S.: Hoe bouw je dat zo op?D.B.: De reputatie van Focus was ge-bouwd op een volkomen onafhankelijk-heid en betrouwbaarheid. De uitgeverijhad een uitstekend ingericht laborato-rium, waar nieuwe camera's en projecto-ren grondig getest werden. En onze be-vindingen gaven we strikt weer, daar wa-ren we volstrekt eerlijk in. Een bekendehandelaar heeft eens tegen me gezegd:Een camera loopt pas in Nederland als debespreking in Focus goed geweest is. Endat heb ik als een groot compliment ge-voeld.

J.D.: Dat was dan ook je handelskapitaalen dat bewaakte je goed. Maar als je be-doelde te zeggen, Ton, dat de markt voorfotografie veel breder was, dan heb jenatuurlijk gelijk. Filmen was in het begineen elitaire bezigheid en pas met dekomst van de Japanners kreegje de groteconcurrentie in de camera's en gingen deprijzen naar beneden. Eerst in dubbel 8,daarna in super 8 en ze brachten zelfsingle 8 mee.

Er worden veel films opgezetmaar weinig echt afgemaakt

Minder interesseT.S.: Hoe ligt die interesse bij de foto- enfilmzaken?D.B.: De handelaar is altijd veel minderin film geïnteresseerd geweest. Bijnageen handelaar maakt films. Het is hardgezegd, maar het is mijn ervaring. Dehandelaar wil eraan verdienen en verderkan het hem weinig schelen. In de 55-60'er jaren waren er nog wel vaklui on-der, die er wat van wisten en je kondenadviseren. Maar dat is in de laatste tienjaar veel minder geworden en de weinigegoeden niet te na gesproken, is het nu eenkwestie van: 'dit heb ik allemaal, me-neer, en dat kosten ze. Zoekt u er maaréén uit'.

J.D.: Dat is dan waarschijnlijk de redenwaarom het NOVA-secretariaat over-stroomd wordt met vragen.T.S.: Ik heb onlangs een interview ge-maakt met de eigenaar van een bekendefoto- en fïlmzaak. Die kon vrij aardiguitleggen hoe de detailhandel in dedwangpositie gemanoeuvreerd wordtdoor de fabrikant-importeur en de con-surWent. Maar daar hebben we het van-avond niet over.J.D.: Wist jij overigens, Dick, dat ik ookhier in Haarlem geboren en opgegroeidben?D.B.: Dat heb ik nooit geweten.

J.D.: Mijn belangstelling voor film is hiertoch wel begonnen. Als jongen zwierf iknatuurlijk vaak door het centrum van destad en dan kwam je via de Cronjéstraaten Kruisstraat altijd in de Grote Hout-straat terecht en als je dan de GroteMarkt overstak dan had je daar meteenop de hoek een fotozaak . . .D.B.: Dat was de zaak van MoosSchwarzer, een bijzonder aardige man.Zijn zoon is, geloof ik, nu nog mede-di-recteur van Capi Lux.

VerslingerdJ.D.: Nou en door die man ben ik verslin-gerd geraakt aan filmen. In zijn etalagestond een Bell & Howell projector. Zo'nding met een prachtig geribbeld lam-penhuis. Het was indrukwekkend en danstond ik daar naar te kijken en dan dachtik: als ik ooit nog eens een paar centen bijelkaar krijg, dan wil ik dat hebben. En ikheb hem gehad ook. Ach, je liep door destraten te fantaseren, wat je er allemaalmee kon doen. En later kocht ik bijDuiker in Zeist een roggebroodje en watik daar niet allemaal mee gedaan heb . . .T.S.: Dat roggebroodje komt altijd tevoorschijn als ik met mensen over dehistorie praat.J.D.: Nou ja, Ton, dat roggebroodje wasnatuurlijk een camera, die boeide doorzijn eenvoud en die weinig kans gaf opmislukkingen.D.B.: Het zat dan ook ongelooflijk knapin elkaar en dat voordat prijsje. Het heeft

Page 4: Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff en fotograaf Jan Volland naar een rustige

de filmerij inderdaad enorm gepopulari-seerd. Dat heeft Eastman überhaupt ge-daan met z'n 8 mm.

Het kwam tochJ.D.: Laten we eens wat filosoferen. Alsik kijk naar het stukje geschiedenis, datwe samen meegemaakt hebben, danhebben we een aantal axioma's onder-steboven zien gaan. Ik noem: het vast-stellen, dat dubbel 8 niet met geluid kon.De zwartwit film, want kleur zou altijd teduur zijn voor de doorsnee amateur. Destelling, dat je nooit een lipsynchronefilm zou kunnen maken op super 8. Nogeerder het op de markt brengen van super8, daar geloofde eerst niemand in. Deautomatische belichtingsmeter, waarvaniedereen zei: dat wordt niks, dat is goedvoor knoeiers. En je krijgt dan toch dekleur, die plotseling door gaat breken, jekrijgt een hele trits van geluidssystemenmet de geweldige doorbraak van debandrecorder. Een lipsynchrone super 8film is niks bijzonders meer en de belich-tingsmeter wordt zo geperfectioneerd,dat je er ongelooflijke dingen mee kuntdoen als je hem goed gebruikt. Zo zijn ereen aantal verhalen verteld in die smal-fïlmerij, die allemaal gelogenstraft zijndoor de geschiedenis. En nu zitten weweer in zo'n kentering met de video.D.B.: Ik geloof niet, dat het op dit mo-ment al zo ver is. Je moet er veel te veelgeld voor uitgeven. Het is te duur vooreen hobby.

T.S.: Maar stel dat ze dat ook onder deknie krijgen?D.B.: Ja, als . . . Maar dat er nu veelamateurs met video zullen beginnen omfilmpjes te maken, dat zie ik niet.

J.D.: Je zegt, 't is te duur. Dat hebben wevroeger van de camera's ook gezegd,maar het is de macht van het getal, voorhet zakrekenmachientje hebben we ookeerst 300 gulden betaald en nu koopje zevoor een paar tientjes.

Over vijfjaarD.B.: Toegegeven, we hebben wel ge-leerd om niet te gauw te zeggen, 't kanniet, maar dan praten we niet over nu,maar over misschien vijfjaar.

J.D.: Laten we nu eens aannemen, datvideo in grote getallen verkocht gaatworden. Dat men het gewicht naar bene-den krijgt, dat er voor de amateur een-voudige montagemogelijkheden komen,kortom, dat het technisch werkbaar

Jan Dekker, secretaris van de NOVA: 'Filmen was in het begin een elitaire bezigheid'.

wordt. Dan nog: is dan het medium filmte vergelijken met video?D.B.: Waarom niet?

J.D.: Ja, dat is nou zo interessant, datvind ik nog steeds niet.D.B.: Waarom niet, Jan?

J.D.: Ik dacht, maar dat komt dan waar-schijnlijk vanuit mijn achtergrond, dateen film maken, met een filmcamerawerken, altijd iets anders zal blijven danmet video. Video heeft voor iedereen zoeen reminicentie met televisie, daar zie ikgewoon problemen in. Het vraagt eenandere benadering...D.B.: Ja, dat geloof ik wel. Het zal veelmoeilijker te beheersen zijn.

J.D.: Maar wat gebeurt er dan in de fil-merij. De groep, die dat beheerst, is ookmaar uitermate klein, dus dan zou degroep, die de video gaat beheersen, metveel meer mogelijkheden natuurlijk, ookmaar erg klein worden. Dan kun je ampermeer van een doorbraak spraken. Al-thans niet als bijdrage in de filmkunst.D.B.: Ik geloof er wel in. Mensen, die heteenmaal in zich hebben, die maken er welwat van.

J.D.: Dus jij ziet video komen?D.B.: Ik zie video komen, maar zoals ikal zei, over een tijdje. Ik denk zelfs langerdan 5 jaar. Dan zal de techniek de gevor-derde amateurfilmer alles kunnen geven,wat hij voor het maken van een video-

Handelaar heeft altijd minderbelangstelling voor film gehad

film nodig heeft. Of het even betaalbaarzal zijn als smalfilm nu, dat hangt van devraag af.

GewetensvraagT.S.: Maar gelooft u dan, dat het naast desmalfilm zal komen of dat het de smalfilmzal verdringen?D.B.: Ja zeg, dat is een gewetensvraag.

T.S.: Laat ik de vraag iets gemakkelijkerstellen. Hoe groot is het boeiende van diedonkere zaal en het grote scherm?D.B.: Ik geloof niet, dat dat het wezen-lijke is. Het wezenlijke is, dat we wat vanons zelf kunnen bewaren. Ik ben een en-thousiast man voor huiselijke films. Ikheb allerlei speelfilmpjes gemaakt met dekinderen in diverse perioden van hun le-ven. Dat is geen clubwerk, dat is echtvoor je privé en dat is eigenlijk je ware.

T.S.: Maar iemand, die dat zal willen,meneer Boer, zal die niet eerder naarvideo grijpen om de historie van zijn fa-milie vast te leggen?J.D.: Ja, maar als je nou luistert naar watDick zegt, dan zegt hij: we maaktenspeelfilmpjes. Hij maakte planmatig eenfilm, hij registreerde via een verhaal, viazijn geestelijke creatie. Hij heeft niet datding maar neergezet en is alles gaan op-nemen. En ik ben bang, dat video dat zalgaan veroorzaken, douw er maar 4 uurcassette in en hollen maar, jongens...T.S.: Dat wordt aan de ene kant hetvoordeel en aan de andere kant het ge-weldige risico van video, kwantiteit.J.D.: En dan vernietigje jezelf. Alsje eenfilm maakt, die te lang is, dan raakt iede-reen, inclusief jezelf, de belangstellingkwijt en video maakt het verleidelijk omte lang te zijn. Ik heb thuis ook van diefilms en die draai ik zelden of nooit meer.

Page 5: Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff en fotograaf Jan Volland naar een rustige

D.B.: Ik blijf toekomst zien in film zowelals video.

Vaste keuzeJ.D.: Als jij zegt, Ton, gaat er een beko-ring uit van die donkere zaal en dat sa-men naar film kijken, dan geloof ik, datdat altijd zal blijven bestaan. Het is heelmerkwaardig, dat als je aan een groepkinderen vraagt: zal ik een videobandjeopzetten of zullen we film gaan kijken,dat ze dan allemaal kiezen voor film.D.B.: Ja inderdaad, meteen.

T.S.: Samen in het donker naar een grootbeeld zitten kijken wekt bij mij een ge-moedsstemming op, die ik niet heb als ikmet 4 mensen in de huiskamer naar videokijk en ik denk, dat meneer Boer gelijkheeft, als hij vindt, dat het allebei eentoekomst heeft.J.D.: Ja, want wie weet, wat ze in devolgende vijf jaar aan de smalfilm ap-paratuur allemaal nog gaan perfectione-ren?T.S.: Ik wilde graag nog even terug naaruzelf, meneer Boer, want we hebben hetverhaal niet helemaal afgemaakt. Wan-neer bent u uit de uitgeverij getreden?D.B.: De zaak is in 1969 overgegaan naarElsevier en verplaatst naar Amsterdam.Tot 1973 ben ik er als adviseur van dedirectie nog bij betrokken gebleven omde overgang soepel te laten verlopen enna 1973 heb ik er geen bemoeienis meermee gehad.

Steeds actiefT.S.: Dat is nu acht jaar geleden, maar ubent er nog wel elke dag mee bezig?D.B.: Elke dag. Ieder nieuw boek dat erverschijnt, werk ik nog zelf bij en ik wilook zelfde correctie doen. Dit is de 22ste

Jan: 'De mens is in principe als creatief wezengeboren'.

druk van het Fotoboek, wat ik hier inmijn handen heb.

J.D.: Dus, Dick, dat zijn boeken die uitjeactieve tijd stammen en die nu herdruktworden?D.B.: Inderdaad, dit is zelfs in het Spaansvertaald. Evenals het Smalfïlmboek.

T.S.: Hoeveel boeken heeft u geschre-ven?D.B.: Ik geloof, dat het er veertien zijngeweest en dat allemaal in dit kleine Ne-derland. En de 23ste druk wordt weerhelemaal bijgewerkt.

J.D.: Ga je nog wel naar de Photokina?D.B.: De laatste twee keer ben ik nietmeer geweest. Dat wordt op mijn leeftijdte inspannend. Maar de hele documenta-tie ervan neem ik nog wel door.

T.S.: Het lijkt me, dat u uw hele levenmet foto en film bezig bent geweest. Is ernog wat anders geweest, dat u boeide?Andere hobby's?D.B.: Het was niet alleen foto en film.Kijkt u maar eens achter u, daar vindt ueen hele serie boeken over theologie. Ikben jarenlang lid van de kerkeraad ge-weest. Ik was zeer bevriend met profes-sor Cremer en professor Rasker. Op hunverzoek heb ik me met enkele anderenerg bezig gehouden met de Jeugdkapel.

Ik heb jarenlang elke zondag gepreekt enben ook in de bezettingstijd en daarnaveel ingevallen. Dat deed ik graag. Ikvind het fijn om je overtuiging uit te kun-nen dragen. En op die momenten kon ikhelemaal los zijn van de fotografie.

ToekomstT.S.: Laten we nog eens even doorgaanmet de toekomst, maar dan in een watgroter verband. Jan was er al mee begon-nen. Wat is de toekomst van de smal-filmerij en welke rol zal de NOVA daarinmoeten spelen?D.B.: Tja, je zult altijd een behoorlijkeorganisatie moeten houden en dat moeteen vriendenkring zijn, want je moet el-kaar de waarheid kunnen zeggen. Wat detechniek betreft, ik weet niet of video hetzal winnen, maar de smalfilm zal in elkgeval blijven bestaan.

J.D.: Als je over een omwenteling praat,zul je altijd moeten praten over totaalnieuwe concepten. Of die geluidskoppennou beter worden of er komt een beeld-plaat, dat blijft sleutelen aan een con-cept. We kregen stoomtreinen, toen be-tere stoomtreinen, maar het blevenstoomtreinen. En dat werd pas anders,toen er elektrische treinen kwamen. Enik geloof, dat het met de filmerij net zo is.Wat het precies gaat worden, daar heb ikgeen idee van. Want als je beeldplaatzegt, dan is dat voor mij video, maaralleen rond. Dus hetzelfde concept in eenandere vorm.

Dick: 'Wat de techniek betreft: ik weet niet ofvideo het zal winnen, maar de smalfilm zalblijven bestaan'.

CreativiteitMaar ik weet één ding en dat is het uit-gangspunt, de mens is in principe alscreatief wezen geboren. Als je dat doet,zoals Dick, die in een kerk probeert dejeugd bepaalde waarden bij te brengen,dan is dat een vorm van creativiteit, infeite een gave en hij kan dat doen. Als jij,Ton, kans ziet om een gesprek als ditsamen te vatten en te verwoorden, danben je ook creatief bezig en dan doe jedingen, die alleen kunnen ontstaan bijmensen, die het talent ervoor meegekre-gen hebben. Maar dan blijft er nog eengigantische groep van mensen over,waarbij de gave nooit ontdekt wordt ofdie hem niet hebben. En die groep koopteen cameraatje en gaat er mee aan degang. Voor die groep zul je wat moetendoen. Je zult de krenten uit de pap moe-ten halen. En ik blijf volhouden, dat datde taak van de NOVA is. Ik geloof nogsteeds in de noodzaak om deze groepmensen, die op ons afkomt, - en dandenk ik in het bijzonderaan de jeugd, eenzinnig stuk inhoud aan hun leven te ge-ven. Dat is een opdracht en dat heb jemaar te doen. Want er is een stuk leegte,dat is enorm.

T.S.: En geloof je dan, datje in de smal-filmerij, in verhouding natuurlijk, de-zelfde doorbraak kan krijgen als in defotografie, waar nu praktisch iedereeneen camera heeft?

D.B.: Ja, dat geloof ik. Er zal een groepvan mensen, die in de afgelopen 10 jaarzijn gaan fotograferen, doorstoten naarde smalfilm, want dat is een fascinerendspel en de mensen zullen dat willen pro-beren. Ik heb me daar altijd erg druk voorgemaakt.

Page 6: Those were the days, my friend Praten over toen, nu en ... · Op een mooie na-zomeravond trokken NOVA secretaris Jan Dekker, Ton Suurhoff en fotograaf Jan Volland naar een rustige

J.D.: Het kan, ik ben er niet zeker van,omdat een film zo maken, dat ie ook tebekijken valt, voor de meerderheid eente grote artistieke opgave is.T.S.: Jawel Jan, maar als er op dit mo-ment honderdduizend smalfilmers zijntegen twee miljoen mensen, die fotogra-feren en er gaat een stuk van glijden naarde smalfilmerij, zal daar ook weer 10 of15% geïnteresseerd raken en er serieusmee doorgaan.

OpvangprobleemJ.D.: Het zou van de grond kunnen ko-men als je voldoende mensen had om diegroep meteen op te kunnen vangen.Want ik geloof ook wel, dat men steedsmeer wil. In de mens zit de wens om eenlevend beeld te produceren ingebakken.Hij verongelukt, omdat hij het technischniet aan kan of de artistieke gave nietheeft om het zo te formeren, dat het hetaanzien waard is. Dan kijkt hij rond omhulp. Diezelfde mens krijg je onmiddel-lijk opgelijnd, als je een man kunt vinden,die hem kan inspireren om het te gaanleren. Dat is dan het probleem van deNOVA. Als de regering of CRM de NO-VA discutabel stelt, zodra het om eensubsidie hiervoor gaat, dan ben je uitge-sproken, want zo langzamerhand is deNOVA nog het enige instituut waar ken-nis op dit gebied te halen valt.T.S.: Ik ga er nog even op door, omdat ernog een vraag aan vastzit. Stel dat julliegelijk krijgen en dat er nog een groteregroep van mensen van fotograferenovergaan op smalfïlmen en dat de NOVAdan het opvangcentrum zou kunnenworden, om die beginners wat liefde voorde hobby en wat techniek bij te brengen.Is dan niet een mogelijke consequentie,dat de bovenste groep in de NOVA zicher niet meer thuis zou voelen en zich afzou scheiden in een, - ik noem maar watgeks, Genootschap van ExcellenteSmalfilmers?J.D.: Nou, dat is correct.

TopgroepT.S.: Zou dat kunnen? En moet je dannog een andere vereniging oprichten? Ofmoetje proberen die groep in de NOVAte houden?J.D.: Ik geloof, dat je je werk niet kuntdoen zonder die topgroep, want dievormt de uitdaging voor de nieuwelin-gen. Dat moet hun voorbeeld zijn. Er zitin die groep een stuk hovaardij, maar hetis een feit dat er een heleboel bij zijn, diewerkelijk iets presteren. En die zullenmoeten beseffen, dat ze dit kunnen doen,omdat ze de gave meegekregen hebben.En dat ze die ook in dienst moeten stellenvan de gemeenschap. Maar je moet zewel het klimaat geven, waarin ze kunnenexisteren.T.S.: Zal die groep dat accepteren of

Filmen is een fascinerend speldat mensen willen proberen

zullen ze zeggen: we kunnen hier nietsmeer leren en wij willen ook nog ver-der. ..D.B.: Daar is een eenvoudig antwoordop. Dat is afhankelijk van de leider. Eengoede leiding zal in staat zijn de groep teovertuigen, dat ze een taak heeft en eenverantwoordelijkheid. Maar als dieleider er niet is dan valt het in elkaar.Waarom draait de ene club geweldig ende andere niet? Maar ik ben het met Janeens, datje de gelegenheid moet schep-pen, want voorde topgroep heb je ook deverantwoording.

J.D.: Vroeger hadden jullie de ere-klasseen de meesterklasse in de fotografie. Zoudat in de filmerij kunnen?D.B.: Dat zou heel goed kunnen, mis-schien zijn de normen iets moeilijker vastte stellen.

Niet geluktT.S.: Daar was dus kennelijk behoefteaan.D.B.: Ja, de mensen willen zich, ook inhun hobby, onderscheiden. Het is heelvroeger in de filmerij ook al eens gepro-beerd met een groepje filmers, die eens inde maand bijeenkwamen. Jan Veenhui-zen heeft zich daar toen nogal mee beziggehouden. Maar de zaak is gesneuveldop vriendjespolitiek. Want wie mag erwel in en wie niet? Maar ik geloof, dat hetnog steeds een idee is, dat levensvat-baarheid heeft. Alleen, je zou eerst goeiespelregels moeten maken.

T.S.: Ik vraag me wel eens af of er in onsland ook niet mensen zijn, die hele goedefilms maken, maar ze nooit inzendennaar wedstrijden en ze dus gewoon voorhun eigen plezier maken.D.B.: Die zijn met een lantaarntje te zoe-ken.

J.D.: Opmerkelijk is, dat er mensen zijn,die over een reeks van jaren constantgoede films maken en regelmatig tot Ededoordringen en dat er ook een groep is,die even opbloeit, éénmaal op hoog ni-veau komt en dan voor altijd weer weg-zakt. En dan heb je nog zo'n opmerkelijkfeit, de NOVA-cursus voor beginners isoveral een groot succes, terwijl de ver-volgcursus nauwelijks belangstellingheeft.D.B.: Waar wijt je dat aan?

Tijd voor studieJ.D.: Tja, ze weten genoeg. Het com-

mentaar is: 'ik ben niet van plan er eenwetenschap van te maken, ik doe hetvoor m' n lol! Ik heb er al eens meer voorgepleit, maar ik geloof oprecht, dat webinnen de NOVA behoefte hebben aanstudie-weekends, seminars of hoe je hetmaar wil noemen. En dan echt meedoen,echt werken en geen feestvieren. Maarde angst om ergens geld voor te vragen isbij ons altijd erg groot geweest.D.B.: Hoeveel leden heeft de NOVA nu,Jan?

J.D.: Ruim 6000 en dan krijg je weer eenopmerkelijk cijfer, ongeveer 50% is indi-vidueel lid en de andere helft via eenclub.D.B.: Ik wens jullie veel succes voor detoekomst en een heel plezierig jubi-leumjaar.J.D.: Dick, het was fijn om weer eens metje te praten. Je hebt over een hele langeperiode heel veel voor de amateurfilmerijgedaan en daar zal de NOVA je altijddankbaar voor blijven. Het ga je goed.

AanvangstijdFilmmanifestatieEde vervroegdZaterdag 14 november 1981 aan-vangstijd niet 13.30 uur maar 12.30uur.

De voorjureringen zijn thans alle ach-ter de rug. Het aantal films dat aan deNationale Wedstrijd mee mag doen isbekend. Nu blijkt dat de geplante pro-jectietijd onvoldoende is om alle ge-kwalificeerde films te vertonen.Met het Wedstrijd Reglement in dehand zouden de organisatoren hetrecht hebben een naselectie toe te pas-sen om alsnog een aantal films de wegnaar Ede te versperren.We vinden dit een nare maatregel, dieook zeker niet zou passen in de feeste-lijke sfeer van onze jubileum-viering.Naarstig is er naar een andere oplos-sing gezocht. Met wat geschuif, watimprovisatie en een met een uur ver-vroegde aanvangstijd op zaterdag 14november a.s. bleek het mogelijk allegekwalificeerde films te projecteren.We hebben graag voor deze oplossinggekozen.


Recommended