+ All Categories
Home > Documents > Transfer 7 april 2012

Transfer 7 april 2012

Date post: 24-Mar-2016
Category:
Upload: transfer-ep-nuffic
View: 237 times
Download: 3 times
Share this document with a friend
Description:
Vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
Popular Tags:
36
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs jaargang 19 | april 2012 7 transfer bernard wientjes bepleit actief immigratiebeleid voor studenten | nederland verzwaart norm voor beurs eu-ingezetenen | brazilianen via grootschalig beursprogramma naar nederland | stenden voer eigen buitenlandse koers Special: Studie in buitenland vergt pioniersmentaliteit
Transcript

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

jaargang 19 | april 20127

transfer

bernard wientjes bepleit actief immigratiebeleid voor studenten | nederland verzwaart norm voor beurs eu-ingezetenen | brazilianen via grootschalig beursprogramma naar nederland | stenden voer eigen buitenlandse koers

Special: Studie in buitenland

vergt pioniersmentaliteit

t r a n s fe r7 24-42 20-33Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar.

RedactieEls Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Slappendel en Gerald Schut

Aan dit nummer werkten meeAnnemieke Bosman, Rob Burkhard, Sam van den Eijnden, Han van der Horst, Yvonne van de Meent, Annette Posthumus, Martine Postma, Robert Visscher, Els van der Werf

BeeldAltrendo images, René van den Burg, Jurjen Drenth/Dutch Images/HH, Philip Driessen, Sake Elzinga/HH, Hulton Archive/Getty Images, Ellen Kok/HH, Jan Luursema, Amaury Miller/HH, Johannes Odé, Arenda Oomen, Bart van Overbeeke, Dagmar Schwelle/laif/HH, Philip & Karen Smith, Stenden, VSBfonds

RedactieraadRies Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Nether), Riekele Bijleveld (Universiteit Twente), Patrick Cramers (Codarts), Madeleine Gardeur (Rijksuniversiteit Groningen), Joep Huiskamp (TU Eindhoven)

RedactieadresNuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel.: 070 – 4260126 / 4260144 / 4260122fax: 070 – 4260399e-mail: [email protected], [email protected], [email protected]: www.transfermagazine.nl

AbonnementenTransfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer.

AbonnementenadministratieDUO-tijdschriftenservicePostbus 6813500 AR Utrechttel.: 030 – 263 1089

Vormgeving en lay-outSabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl)

DrukDrukkerij Deltahage, Den Haag

Overname artikelenHet overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie.

OmslagSchip met emigranten vertrekt vanuit Rotterdam naar Amerika. Foto: Hollandse Hoogte / fotograaf onbe-kend

Transfer 8, jaargang 19, verschijnt op 24 mei 2012

PioniersmentaliteitSteeds meer Europese landen trekken aan de bel omdat zij niet meer willen opdraaien voor de studiekosten van EU-studenten die in hun land komen studeren. Het gaat dan om relatief kleine landen die grote groepen buur-studenten ontvangen. In Nederland staat de toestroom van Duitse studenten ter discussie. Staatssecretaris Zijlstra overweegt maatregelen te nemen om het aantal oosterburen dat hier wil studeren, in te perken. De disbalans die er in Nederland is tussen inkomende en uitgaande studenten kan ook worden opgelost als meer Nederlandse studenten over de grens hun diploma gaan halen. Nu zetten slechts 18.000 jongeren die stap. Dat is 2,9 procent van de totale studentenpopulatie en daarmee scoort ons land onder het EU-gemiddelde. In dit themanummer over uitgaande diplomamobiliteit onderzoekt Transfer waarom maar zo weinig studenten een bachelor of een master in het buitenland gaan doen en brengt in kaart wat er bij komt kijken, als je wel voor deze optie kiest.Voor veel middelbare scholieren is het vanzelfsprekend dat zij na hun eind-examen aan een hogeschool of universiteit in eigen land gaan studeren. Voor veel van hen is de overgang van voortgezet onderwijs naar het studentenleven al een hele stap. Vaak blijven ze ook nog het eerste jaar thuis wonen. En wie attendeert ze erop dat je je studiefinanciering ook mee naar het buitenland mag nemen? Bovendien is de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs over het algemeen goed. Een hele studie in het buitenland doen, is voor de meesten een brug te ver en dat is ook niet zo vreemd. Want daarvoor is klaar-blijkelijk een pioniersmentaliteit vereist. Voor de masterfase ligt dat anders. Een jaar in het buitenland studeren is veel beter te overzien. Maar ook dat doet maar een enkeling. Het zijn vooral de hoge kosten die voor veel studenten een onneembare drempel blijken te zijn. Op meer financiële steun van de overheid hoeven buitenlandgangers de komende jaren beslist niet te rekenen. Een studie in het buitenland zal daarom voorlopig voorbehouden blijven aan een select gezelschap.

els [email protected]

i n h o u d

t r a n s fe r 24-42 Special: studie in het buitenlandDe animo voor een studie in het buitenland is gering. Waarom kiezen maar zo weinig Nederlandse studenten voor een volledige studie in het buitenland? Hoe zou dat aantal omhoog kunnen worden gebracht? Wat zijn redenen voor studenten om wel of juist niet te gaan? Hoe betaal je een volledig buitenlandse studie? En hoe gaan andere landen met uitgaande diplomamobiliteit om? Transfer ging op onderzoek uit.

8‘We hebben buitenlands talent zo hard nodig’Nederland heeft in de war for talent belangrijke kansen laten liggen. Daardoor komt de Nederlandse economie steeds meer mensen tekort, waarschuwt Bernard Wientjes. De VNO-NCW-voorzitter pleit voor een breuk met wat hij noemt de angstpolitiek in Nederland. "We moeten de deuren wijd opengooien voor buitenlandse studenten."

12 Inspectie berispt Stenden én OCWStenden Hogeschool heeft jarenlang Nederlandse diploma's uitgereikt aan studenten die gedurende hun hele studie niet in Nederland zijn geweest. Dat mag niet, constateerde de Onderwijsinspectie vorige maand. Maar niet alleen de hogeschool treft blaam, ook het ministerie van Onderwijs heeft volgens de Inspectie fouten gemaakt. Een analyse.

20-33

Enverder

2 Colofon en redactioneel 4 Nieuwsberichten 11 Studiefinanciering voor EU-studenten

14 Op college bij Joris Fiers 15 AWT over onderwijssamenwerking met China 16 Nederland doet mee aan

grootschalig Braziliaans beurzenprogramma 18 Vliegende Hollander 19 Column Els van der Werf

34 Pioniers in internationalisering 35 Agenda

n i e u w s b e r i c h t e n

Het wijdverbreide idee dat internationale studenten na een studie in het westen steeds vaker terugkeren naar hun eigen land wordt gelogenstraft door nieuwe cijfers over PhD-studenten, stelt Philip Altbach van het Center for International Higher Education van Boston College op University World News. Internationale mobi-liteit is volgens hem nog steeds voornamelijk eenrichtingsverkeer. Het percentage studenten dat direct na het behalen van een PhD naar zijn vaderland terug-

keert varieert sterk per land. Zo keert nu 84 procent van de Thai, 60 procent van de Mexicanen en Brazilianen en 40 procent van de Afrikanen na promotie terug. Onder Europeanen daalde dit aandeel in de afgelopen dertig jaar van 37 tot 26 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Survey of Earned Doctorates (SED) van de Amerikaanse National Academy of Science. De cijfers hebben alleen betrekking op PhD-studenten in de VS.Pogingen van India en China om

studenten na een buitenlandse PhD te laten terugkeren hebben weinig succes gehad. Het aandeel gepromoveerden uit groeilanden dat naar zijn vaderland terug-keert is in de afgelopen dertig jaar zelfs afgenomen. In de jaren ’80 keerde 26 procent van de Chinese PhD-studenten direct na promotie terug naar China. In de afgelopen tien jaar was dat nog slechts 7 procent. Voor India daalde dit percentage van 13 naar 10 procent. (GS)

Ruim 250 hogeronderwijsprofessionals bezochten op 13 maart het Nuffic Jaarcongres in de

Rijtuigenloods in Amersfoort. Thema van het congres was regionalisering versus globalisering.

Keynotespreker Bernard Wientjes, voorzitter van de ondernemingsorganisatie VNO-NCW, toonde

zich een groot voorstander van een soepeler immigratiebeleid voor buitenlandse studenten. “Te vuur

en te zwaard bestrijden wij de beperkingen die de politiek probeert op te leggen aan internationale

studentenmobiliteit”, aldus Wientjes. (EH)

Zie ook het uitgebreide interview met Bernard Wientjes op pagina 8–10

Braindrain sterker dan gedacht

Jaarcongres Nuffic: regionalisering versus globalisering

Foto

: Ren

é va

n de

n Bu

rg

| april 2012 | transfer4

Europarlement wil

verplichte studieperiode in

buitenland

Het Europees Parlement wil dat een studie-periode in het buitenland een verplicht onderdeel wordt van een studie. Dat blijkt uit een rapport over de voortgang en toekomst van het Bolognaproces dat vorige maand met grote meerderheid van stemmen door het EP werd aangenomen. Het Europarlement roept lidstaten op studiefinanciering volledig meeneembaar te maken en de financiële armslag van mobiele studenten te vergroten. De wetgeving over het recht op vrij verkeer moet daarvoor aangescherpt worden. Volgens het rapport geschreven door de Italiaanse Europarlementariër Luigi Berlinguer, is er veel ruimte voor verbetering om in 2020 de Europese Hoger Onderwijs Ruimte te vervolmaken. Het Bolognaproces is tot dusverre te veel top-down geweest, de budgetten zijn te karig en de erkenning van diploma’s en studiepunten is nog te vaak problematisch, constateert het parlement. Ook verzoekt het parlement ‘om krachtige financiële steun voor de ontwikkeling van gemeenschappelijke basiscurricula die duide-lijk gedefinieerde leerresultaten garanderen’ en vraagt het meer aandacht voor de hiertoe ontwikkelde methodologie van Tuning.Het Europees Parlement, dat zelf geen rol speelt in het Bolognaproces, kwam met dit ‘eigen-initiatief-rapport’ in de aanloop naar de tweejaarlijkse Ministeriële Conferentie op 26 en 27 april in Boekarest, waar de 47 ministers van Onderwijs van de landen die deelnemen aan het Bolognaproces samen-komen. (GS)

UM: Taal leren ‘of ga

maar ergens anders heen’ Buitenlandse studenten en medewerkers aan de Universiteit Maastricht moeten Nederlands leren. De universiteit verwacht in de toekomst zo veel studenten aan te trekken dat geselecteerd kan worden op bereidheid om de taal te leren. “Tegen hen die niet de taal willen leren, zeggen we: zoek maar een andere universiteit”, aldus rector Gerard Mols in Observant, het weekblad van de universiteit. De eis geldt niet voor uitwisselingsstudenten en kort verblijvende stafleden. Van medewerkers wordt daarentegen wél verwacht dat ze zowel Nederlands als Engels beheersen, voordat ze in dienst treden bij de universiteit.Sancties wil Mols niet verbinden aan eventuele onwil om Nederlands te leren onder buitenlandse studenten. “We gaan geen cursussen verplicht stellen, maar we zullen ze wel faci-literen en dringend aanbevelen,” aldus Mols tegenover de Limburgse omroep L1. De Maastrichtse rector wil taalbeleid opnemen in een nieuw strategisch plan voor de universiteit: “De voorlopige conclusie daarvan is dat wij internationale studenten afleveren voor de internationale arbeidsmarkt die ten minste drie talen spreken: hun moedertaal, het Engels en het Nederlands. Daarbij horen betere faciliteiten voor cursussen Nederlands.”Mols deed zijn uitlating dat buitenlandse studenten die geen Nederlands willen leren ‘maar ergens anders heen moeten gaan’ tijdens een commissievergadering van de universiteits-raad. Hierin werd een discussienota van het talencentrum van de UM besproken, die voorstelde Nederlands taalonderwijs en meertaligheid te stimuleren. (GS)

Foto

: Phi

lip D

riess

en

Rector Gerard Mols van de

Universiteit Maastricht.

transfer | april 2012 | 5

‘8 miljoen internationale studenten in 2025’

Wereldwijd zal het aantal internationale studenten in 2025

ruim verdubbeld zijn tot 8 miljoen. Dat stelt de Australische

ho-consultant Bob Goddard in zijn boek Making a Difference,

Australian International Education. “Tussen 2005 en 2025 zal

de vraag naar hoger onderwijs in Azië, Afrika, Zuid-Amerika

en het Midden-Oosten met jaarlijks 3 procent toenemen,”

schrijft Goddard. Deze groei is toe te schrijven aan het

toenemende aantal jongeren tussen de 15 en 25 en hun

hogere participatiegraad in het hoger onderwijs. Daarnaast

is er een steeds groter besef van de waarde van een studie

in het buitenland, stelt Goddard. (GS)

Drie Iraniërs geweigerd bij nucleaire studie

Sinds de invoering van de Sanctieregeling Iran in 2007

hebben twee Iraniërs toestemming gekregen om een

nucleaire studie in Nederland te volgen. Drie land genoten

kregen nul op het rekest. In totaal kwamen er acht

verzoeken binnen. In drie gevallen bleek geen ontheffing

nodig.

Met de Sanctieregeling geeft Nederland gehoor aan de

oproep van de Verenigde Naties te voorkomen dat Iran meer

kennis krijgt over het maken van kernwapens. Naast deze

regeling geldt een strikt visumbeleid voor Iraniërs. Minister

Rosenthal van Buitenlandse Zaken heeft met staatssecre-

taris Zijlstra (OCW) de mogelijkheid besproken om veilig-

heidscertificaten in te voeren voor bepaalde studies, zoals in

sommige landen al het geval is. (AS)

Engelsen onderschatten baten internationale studenten

Bijna tweederde van de Engelsen onderschat de bijdrage van

internationale studenten aan de economie van het Verenigd

Koninkrijk. Een kwart schat die zelfs meer dan een factor

tien lager dan de 5,3 miljard pond (6,3 miljard euro), waarop

de Britse regering de bijdrage in 2010 raamde. Dit blijkt uit

een peiling van onderzoeksbureau YouGov in opdracht van

de universiteitskoepel Universities UK.

Bijna 10 procent van de inkomsten van de hoger onderwijs-

sector in het VK bestaat uit collegegelden van internationale

studenten. De universiteiten vrezen dat deze inkomstenbron

wordt aangetast door plannen van minister Green om regels

voor visa aan te scherpen. (GS)

Kort nieuws

Volg Transfer op Twitter

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws op www.transfermagazine.nl via twitter.com/Transfer_nl.

‘ Twinning’-experiment met

Suriname krijgt vervolg

Twinning, gesubsidieerde samenwerking tussen Nederlandse en Surinaamse organisaties op basis van gelijk-waardigheid, wordt vervolgd. Minister Rosenthal en staats-secretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) hebben dat besloten naar aanleiding van een evaluatie. Van de 12 miljoen euro die beschikbaar was voor de Twinningfaciliteit Suriname-Nederland, ging zo’n 2 miljoen naar samenwerking in het hoger onderwijs. Het experiment duurde twee jaar. Het Nederlandse hoger onderwijs maakte volop gebruik van het fonds dat in 2008 door minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking werd opgezet. Twinning kan succesvol zijn, is de conclusie van de evalu-atie, als alle partners elkaar vertrouwen, inhoudelijk veel delen, ze er allebei belang bij hebben en er draagvlak bestaat binnen de organisaties. Niet alle projecten voldeden aan deze criteria. Er werd nauwelijks aandacht besteed aan inbedding in een instituut of sector en door de korte loop-tijd ontbrak de ruimte voor het opbouwen van een lange-termijnrelatie. Twinning blijkt niet in alle gevallen het juiste instrument. Maar de beoogde verdieping en verbreding van samenwerking tussen Nederlandse en Surinaamse organi-saties is bereikt. Het is nog niet bekend hoe het vervolg van Twinning eruit gaat zien. Staatssecretaris Knaapen over-weegt de uitbetaling van de hulpgelden die Suriname nog tegoed heeft, voorlopig op te schorten. Deze maatregel is een reactie op de omstreden amnestiewet die het Surinaams parlement begin deze maand goedkeurde. (AS)

Foto

: Elle

n Ko

k/H

H

| april 2012 | transfer6

Een Europees werknemer in Luxemburgse dienst moet in Luxemburg wonen om in aanmerking te komen voor studiefinanciering. Vorige maand ontving Luxemburg een ‘met reden omkleed advies’ van de Europese Commissie, waarin het land wordt opgeroepen dit zogenaamde woonplaatsvereiste te laten vallen omdat het indirecte discriminatie op grond van nationaliteit is. In april 2011 begon de Commissie via een ingebreke-stelling een inbreukprocedure tegen Luxemburg, vanwege het woonplaatsvereiste. Die regel bestaat al sinds 2000, maar kwam onder vuur te liggen nadat Luxemburg in de zomer van 2010 de riante kinder-bijslag voor kinderen tot 27 jaar oud schrapte en voor kinderen vanaf 18 jaar verving door een recht op studiefinanciering en -lening tot 16.700 euro per jaar. De kinderbijslag was toegankelijk voor migre-rende werknemers die buiten Luxemburg wonen, de studiefinanciering niet. Inmiddels hebben vijfhonderd studenten van migrerende ouders een bezwaarschrift over de regel ingediend bij ‘de Luxemburgse DUO’. Als de regel in strijd blijkt met het Europees recht, dreigt voor Luxemburg een strop van 16,7 miljoen euro.Luxemburg heeft al laten weten er niet over te piekeren om het woonplaatsvereiste aan te passen.

Als de Europese Commissie de reactie onbevredi-gend vindt, wordt het Europees Hof van Justitie ingeschakeld. Het Nederlandse woonplaatsvereiste ligt ook al geruime tijd onder vuur bij de Europese Commissie. (GS)

Buitenlands toptalent kan naar Nederland blijven komen om hier een jaar lang op zoek te gaan naar werk. Minister Leers (Immigratie) verlengt de regeling Hoogopgeleiden met twee jaar, ook al valt de belangstelling nog tegen.De regeling ging als tweejarige proef van start in 2009. Het streven was toen om vijfhonderd hoogopgeleiden toe te laten. Maar er kwamen nog geen vier-honderd aanvragen binnen, waarvan net iets meer dan de helft werd geho-

noreerd. Ruim een derde van degenen die in 2009 op zoek gingen naar een baan, had die een jaar later gevonden.Op basis van een puntensysteem wordt vastgesteld of een hoogopge-leide uit het buitenland in aanmerking komt voor het zoekjaar. Zo is een recent diploma van een Nederlandse onderwijsinstelling of een uit de top-150 van de Times- of Shanghai-ranking van 2007 een voorwaarde. Dat laatste criterium wordt in een evaluatie genoemd als een verklaring voor het

lage aantal aanvragen voor de regeling. Daarom hanteert Leers voortaan de top-200 van beide rankings als norm.De geringe bekendheid van de rege-ling zou een andere reden kunnen zijn voor de beperkte belangstelling, net als de slechte economische situatie. Er komt meer voorlichting over de rege-ling. Na twee jaar volgt er weer een evaluatie. (AS)

Regeling voor toptalent verlengd

Europese aanval op Luxemburgs woonplaatsvereiste

Foto

: Dag

mar

Sch

wel

le/l

aif/

HH

transfer | april 2012 | 7

i n t e r v i e w

v n o - n c w - v o o r Z i t t e r b e r n a r d w i e n t j e s :

“We moeten de deuren wijd opengooien”

Foto

:VN

O-N

CW

“De overheid moet op grote schaal buitenlandse studenten naar ons land halen”, betoogt Bernard Wientjes (1943), voorman van de grootste onderne-mingsorganisatie van Nederland en door de Volkskrant uitgeroepen tot invloedrijkste Nederlander. “We moeten de deuren wijd opengooien, want we gaan enorm veel mensen tekortkomen. De cijfers zijn onrustbarend, zelfs nu we in een recessie zitten en de werkloosheid stijgt. Als een hightech-bedrijf als ASML, een van de snelst groeiende ondernemingen in Nederland, de komende jaren niet voldoende mensen kan binnenhalen, wordt het gedwongen elders te gaan produ-ceren. In sommige sectoren is het al één over twaalf.” Wientjes, die op het jaar congres van de Nuffic vorige maand keynote-spreker was, maakt zich zorgen over het gebrek aan goed opgeleid personeel dat zich vooral in de sector bèta en techniek mani-festeert. Volgens het onlangs verschenen Masterplan Bèta en Technologie zal dat tekort bij ongewijzigd beleid in 2016 opgelopen zijn tot 155.000 mensen. Gerichte acties moeten ervoor zorgen dat in 2025 vier van de tien studenten een bètatechnische opleiding volgen. Nu zijn dat er twee op de tien.

Ontmoedigingsbeleid“Maar al worden het er vier op de tien”, zegt Wientjes, “dan nog komen we mensen tekort. Vanaf 2020 groeit onze bevolking niet meer.” Hij vindt het daarom voor de hand liggen om via hogescholen en universiteiten grootschalig buitenlandse studenten aan te trekken. Maar wat hij ziet is ontmoedigings-beleid. De werkgeversvoorman noemt een voorbeeld: “Ik was kort geleden mee met het staatsbezoek aan Oman. Dat land wil graag een paar honderd studenten in Nederland onderbrengen, bleek uit een gesprek met de minister van Onderwijs. In de prak-tijk blijkt dat dan lastig te zijn. Ons land doet vaak moeilijk als buitenlanders hier willen studeren. Zo halen ze niet altijd de taaltoets. Dan zeg ik: organi-seer een cursus waarmee ze in drie maanden worden bijgeschoold, maar zorg dat ze hier komen studeren.”

Een goed doordacht en gecoördineerd beleid om internationale studenten naar Nederland te halen is er niet, constateert Wientjes. Dat vindt hij fout. “Het walhalla voor internationale studenten was altijd de Verenigde Staten. Maar door het strenge immi-gratiebeleid als gevolg van nine eleven, zwermden studenten over de hele wereld uit. Duitsland is daar

goed op ingesprongen, Nederland heeft kansen laten liggen. De war for talent begint de laatste jaren pas echt duidelijk te worden. Helaas duurt het een tijd voordat zoiets doordringt tot de politiek.”Maar er gloort hoop. De werkge-versvoorzitter verwacht veel van het nieuwe topsectorenbeleid. Vorig jaar zijn negen sectoren met een sterke internationale positie – zoals high tech, energie, logis-tiek, chemie en de financiële sector

– aangewezen als topsectoren. Overheid en bedrijfs-leven investeren in deze sectoren zo’n drie miljard euro, bestemd voor onderzoek en innovatie. Per sector wordt een plan opgesteld hoe de topgebieden internationaal kunnen blijven excelleren. Ook een gezamenlijke visie op scholing en onderwijs maakt daarvan deel uit.

Navelstaren“Het Nederlandse bedrijfsleven in de topsectoren zoekt intensief samenwerking met de universiteiten en hogescholen”, aldus Wientjes. “VNO-NCW vindt het heel belangrijk dat de instellingen zich speciali-seren en profileren.” Via zogenaamde human capital agenda’s wordt in kaart gebracht wat de arbeids-marktbehoefte voor de topsectoren op de langere termijn zal zijn. Het Masterplan Bèta en Technologie was daarvan een eerste concretisering.“Buitenlandse studenten zullen daar ook een plek in krijgen”, weet Wientjes. “Internationale studenten-werving zal dus veel gerichter gaan plaatsvinden. Het topsectorenbeleid, in combinatie met de krimpende bevolking en de war for talent, maakt het interes-sant onze deuren wijd open te gooien. En we moeten ook. Want de Fransen, Engelsen en Duitsers doen hetzelfde.”

Nederland bijt zich vast in anti-Europa-denken en xenofobie, constateert VNO-NCW-voorzitter

Bernard Wientjes. Dat roept bij hem veel verzet op. “We hebben buitenlands talent zo hard nodig.

In sommige sectoren is het al één over twaalf.” De lobbykoning van Nederland pleit voor een actief

immigratiebeleid voor studenten.

“Er worden belachelijke

beelden geschetst van

Grieken die de kluit

belazeren en Polen die te

veel zuipen”

transfer | april 2012 | 9

Helaas wordt er klein gedacht in Nederland, verzucht de voorman van ondernemend Nederland. “We zijn aan het navelstaren, met als middelpunt de recessie. Terwijl de ontwikkelingen zo razendsnel gaan. Er staan ons een paar zware jaren te wachten, maar mondiaal is er de komende jaren een economische groei tussen de 5 en 10 procent. Zo’n groei is tien keer zo effectief als alle gelden voor ontwikkelingssamen-werking die we ooit hebben overgemaakt. Tien jaar geleden gold Afrika als een verloren continent. Nu is het economisch het snelst groeiende werelddeel.”Wientjes vindt dat Nederland voor die ontwik-kelingen op wereldschaal te weinig oog heeft. “De Nederlandse overheid voert een angstpolitiek, vaak van budgettaire aard. De afschaffing van het Huygensprogramma illustreert dat.” Dit programma verstrekte beurzen aan talentvolle internatio-nale studenten voor studie in Nederland, en aan Nederlanders voor studie in het buitenland. Vorig jaar werd Huygens, dat jaarlijks tien miljoen euro kostte, wegbezuinigd. “De uitgaven voor zo’n beur-zenfonds zijn peanuts. Nederland heeft een inkomen van 600 miljard euro. Als je een paar miljoen betaalt om talent aan te trekken voor de toekomst van ons land, is dat de mooiste investering die er is.”

Non-discussieAbsurd vindt Wientjes het verder dat er een discussie woedt over het relatief grote aantal Duitsers (25.000) dat in Nederland studeert. Volgens cijfers van het ministerie van Onderwijs kost dat Nederland op jaar-basis 150 miljoen euro. “Duitsers zijn Europeanen”, betoogt Wientjes. “De vrijheid van Europa is primair de vrijheid te mogen zijn op elke plek van dit conti-nent. Daar komt bij dat Nederland als geen ander land gebaat is bij Europa. De haven van Rotterdam is niet alleen de grootste haven van Nederland, maar ook van Duitsland. De handel tussen ons land en Duitsland is goed voor 130 miljard euro. Laten we blij zijn met die Duitse studenten en stoppen met deze non-discussie. Zorg dat er meer Nederlandse studenten naar Duitsland gaan om de mobiliteit meer in evenwicht te brengen. Mensen die goed Duits spreken, zijn bijna niet meer te vinden, terwijl Duitsland de motor van Europa is.”De VNO-topman is evenmin te spreken over het onderzoek naar de kosten en baten van buitenlandse studenten, dat staatssecretaris Zijlstra op verzoek van de Tweede Kamer laat uitvoeren. Hij vindt het een ‘nutteloze defensieve exercitie’. “De baten zijn niet te kwantificeren. Het gaat vooral om de imma-teriële effecten.” Wientjes vertelt over zijn bezoek aan Moskou met premier Rutte, een aantal maanden geleden. “Onderdeel daarvan was een alumni-bijeenkomst met Russen die in Nederland hadden

gestudeerd. Dat zijn allemaal ambassadeurs van ons land. Die opbrengst is niet te meten. Als Shell een groot contract in Rusland sluit, kan de opbrengst het tienvoudige zijn van wat we de komende jaren voor Russische studenten betalen. Het maakt mij ook niet zoveel uit of buitenlandse studenten na hun studie in Nederland blijven werken of niet. Maar de komende jaren zal er zo veel vraag zijn naar afgestudeerden in bepaalde studierichtingen, dat bedrijven zich op hen zullen storten.”

Verenigde Staten van EuropaInternationalisering van het hoger onderwijs vindt Wientjes ‘ongelooflijk belangrijk’. “De wereld wordt steeds meer één wereld. De globalisering gaat razendsnel. Het is essentieel dat studenten met elkaar contact hebben. Juist ook omdat we leven in een tijd van ongebreidelde internationalisering met een sterk opkomende xenofobie. Het is de opdracht van de staat tegen die xenofobie te vechten. Daarom ben ik zo kwaad over die anti-Oost- en -Zuid-Europahouding. Er worden belachelijke beelden geschetst van Grieken die de kluit belazeren, Polen die te veel zuipen en Roemenen die onze pinpassen jatten. Terwijl het fantastisch zou zijn als hier meer Grieken kwamen studeren. Maar met zo’n oproep oogst je geen applaus. Wel met de kreet: geen cent naar Griekenland.”Wientjes verzet zich met hand en tand tegen deze anti-Europatrend. Hij droomt van de Verenigde Staten van Europa: een federatief Europa met een Europese president, een Europees leger en een Europees beleid voor economische en buitenlandse zaken. Maar met nationale wetgeving op het gebied van onderwijs en sociale voorzieningen. “Als Europa uit elkaar valt, gaan we terug naar de Middeleeuwen. Dat is overdreven gesteld. Maar gezien de ontwik-kelingen op mondiaal niveau, kunnen we het ons niet veroorloven om Europa uit elkaar te laten vallen. Europa is de mooiste uitvinding van de twintigste eeuw. Het heeft ons een ongekende economische ontwikkeling gebracht. Daarvóór hadden we een totaal versplinterd continent waar de ene na de andere oorlog werd gevoerd. Maar men vergeet zo snel.”

els heuts

| april 2012 | transfer10

De kosten zijn in vijf jaar tijd opgelopen van zo'n 6 miljoen euro naar 26 miljoen per jaar. De enorme stijging is ‘te grijs’, zo zei de staats-secretaris tegen de NOS. Vorig jaar deed 12 procent van de bijna 42.000 EU-studenten in Nederland een beroep op de basisbeurs. Nu Nederlandse studenten een hogere bijdrage gaan leveren aan hun opleiding moeten ook de buitenlan-

ders grotere offers brengen, vindt Zijlstra. Daarnaast wil hij dat internationale studenten hier komen vanwege de kwaliteit van het onderwijs en niet voor een ‘mooi financieel arrangement’.Bestuurders van universiteiten en hogescholen, die bij het werven van buitenlandse studenten vaak zelf wijzen op de mogelijkheid om hier studiefinanciering aan te vragen, zien de gevolgen van de nieuwe maat-

regel somber in. Tegenover de Limburgse omroep L1 verklaarde rector Gerard Mols van de Universiteit Maastricht te vrezen voor een terugloop van het aantal internationale studenten. Zijn Groningse collega Elmer Sterken maakt zich vooral zorgen over de invloed van de verhoogde urennorm op het studeren. “Dat betekent niet één dag werken, maar twee. En dat is niet goed voor de studie.”Ook voorzitter Sijbolt Noorda van universiteitenver-eniging VSNU wees in een interview met de NOS op de negatieve invloed op studieprestaties van Zijlstra’s aankondiging, die hij ‘bizar’ en ‘contraproductief’ noemt. De staatssecretaris probeert hiermee in eigen land een signaal af te geven dat hij iets doet om inter-nationale studenten te ontmoedigen, denkt Noorda. De VSNU-voorman benadrukte dat EU-studenten hier vaak helemaal niet goedkoper uit zijn dan in eigen land, omdat het collegegeld in Nederland hoger is dan bijvoorbeeld in België of Duitsland.

Geen concrete normIn een reactie op Kamervragen van drie VVD’ers legt Zijlstra uit dat volgens Europese regels EU-studenten recht hebben op studiefinanciering in hun gastland als zij ‘reële en daadwerkelijke arbeid’ verrichten. Europa geeft daar geen concrete norm voor. Nederland heeft die aanvankelijk ‘om uitvoeringstechnische redenen’ relatief laag ingevuld met 32 uur werken per maand, schrijft de staatssecretaris. Maar een ander beleids-instrument – de Vreemdelingencirculaire – legt ‘reële en daadwerkelijke arbeid’ uit als ten minste 40 procent van de gebruikelijke volledige arbeidstijd. Daarom verhoogt Zijlstra de 32-urennorm naar mini-maal 56 uur werken per maand. De maatregel wordt in het komende studiejaar van kracht.

annelieke slappendel

EU-student moet overuren draaien voor stufiEU-studenten moeten 14 in plaats van 8 uur per week

gaan werken naast hun studie om in aanmerking te

komen voor een basisbeurs in Nederland. Op deze

manier wil staatssecretaris Zijlstra de uitgaven aan

studiefinanciering voor niet-Nederlandse studenten

beperken.

a c t u e e l

2006 2007 2008 2009 2010 2011Migrerend werknemers met stufi 1.509 2.028 2.663 3.388 4.186 4.823EU-studenten in NL 24.457 27.604 31.351 35.681 38.397 41.845Percentage met stufi 6,2% 7,3% 8,5% 9,5% 10,9% 11,5%Uitgaven (x 1 miljoen euro) 6 6 10 14 20 26

Foto

: Am

aury

Mill

er

u i t g a v e n s t u f i e u - s t u d e n t e n

transfer | april 2012 | 11

Een pionier die zich heeft ingespannen om de weg vrij te maken voor internationaliserings activiteiten van andere onderwijsinstellingen. Zo ziet Stenden zichzelf. Maar bij het pionieren met buitenlandse vestigingen is de hogeschool buiten zijn boekje gegaan, constateert de Onderwijsinspectie in een onderzoeksrapport dat half maart verscheen. Stenden reikte 259 Nederlandse diploma’s uit aan studenten van zijn buitenlandse vestigingen en overschreed daarmee de richtlijnen die het minis-terie van Onderwijs in maart 2007 vastlegde in de beleidsnotitie Nederlands hoger onderwijs in het buitenland, wat er wel en niet kan. Onderwijs in het buitenland onder Nederlandse vlag is mogelijk, maar er worden wel strikte voorwaarden aangesteld. Studenten die een Nederlands diploma krijgen,

moeten zestig studiepunten (een kwart van de opleiding) aan de moederinstelling in Nederland hebben behaald. Robert Veenstra, collegevoorzitter van de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN), één van de voorlopers van Stenden, stuurde in juni 2007 een reactie op de beleidsnotitie naar OCW. De CHN had in 2000 al een dependance geopend in Qatar, in 2001 volgde Zuid-Afrika en in 2006 ging de vestiging in Thailand van start. Op die vestigingen worden voltijdse bachelorprogramma’s aangeboden die leiden tot een Nederlandse diploma. De precieze inhoud van Veenstra’s brief is niet bekend, maar volgens de Onderwijsinspectie legde hij er in uit waarom Stenden in zijn ogen voldoet aan de regel dat buitenlandse studenten

m i n i s t e r i e g e d o o g d e v r i j e i n t e r p r e t a t i e v a n d e r e g e l s

De eigenwijze buitenlandse koers van pionier StendenStenden Hogeschool heeft ten onrechte 259 diploma’s uitgereikt aan studenten die een opleiding

volgden aan één van de buitenlandse vestigingen, constateert de Onderwijsinspectie. Het ministerie van

Onderwijs gedoogde die praktijk jarenlang, maar gooit het roer nu om. Een analyse.

Foto

: Ste

nden

| april 2012 | transfer12

a n a l y s e

zestig studiepunten in Nederland moeten halen. De onderwijsprogramma’s die op de buitenlandse vestigingen worden aangeboden zijn immers nage-noeg hetzelfde als de Nederlandse. “Een eigen interpretatie van de criteria waarmee de voor 2007 al ontstane praktijk op de buitenlandse vestigingen wordt gelegitimeerd”, noemt de inspectie dat. Het ministerie had de CHN meteen moeten laten weten dat dit niet de bedoeling was. Maar een reactie bleef uit, zo concludeert de Onderwijsinspectie. In de jaren daarna voerden OCW en Stenden wel verschillende malen mondeling overleg over de kwestie, maar een schriftelijk verslag daarvan ontbreekt. “Deze gang van zaken heeft niet bijge-dragen aan de helderheid over wat er nu eigenlijk wel en niet kan in het buitenland”, schrijft de inspectie.

Wind in de zeilenNa het aantreden van minister Plasterk, begin 2008, werd het lastiger om Stenden terug te fluiten. In zijn internationaliseringsagenda Het grenzeloze goed liet hij weten het zogenaamde offshore onder-wijs mogelijk te willen maken. Nog hetzelfde jaar presenteerde hij een wetswijziging. Halbe Zijlstra, destijds onderwijswoordvoerder van de VVD-fractie in de Tweede Kamer, zorgde voor een extra verruiming van de regel-geving. Hij diende een amende-ment in op de wetswijziging waar-door universiteiten en hogescholen ook onder eigen naam geaccredi-teerd onderwijs mogen verzorgen in het buitenland. Plasterk vreesde aanvankelijk dat daardoor overheidsgeld zou kunnen wegvloeien naar het buitenland, maar dat was volgens Zijlstra met andere maatregelen te voorkomen. De wets-wijziging werd in maart 2010 van kracht, maar het artikel over nevenvestigingen in het buitenland zou pas in werking treden na vastlegging van de voor-schriften in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Stenden leek dus de wind in de zeilen te hebben en ging – vooruitlopend op de nieuwe regelgeving – door op de ingeslagen weg. In 2009 werd er een nieuwe vestiging op het Indonesische eiland Bali geopend. De instroom groeide gestaag. Dit studie-jaar staan er 862 studenten ingeschreven op de vier buitenlandse locaties.

Maar in het najaar van 2010 keerde het tij. Bij de Onderwijsinspectie kwamen negatieve signalen over de kwaliteit van het onderwijs binnen. Begin 2011 publiceerde de Volkskrant artikelen met vergelijkbare klachten. De inspectie startte een onderzoek en de Tweede Kamer stelde kritische vragen over de buiten-landse vestigingen.

KoerswijzigingToen moest de ommezwaai van Halbe Zijlstra nog komen. Afgelopen zomer beloofde Zijlstra, inmiddels staatssecretaris hoger onderwijs, in 2012 de langver-wachte AMvB te presenteren. Maar op 21 februari van dit jaar liet hij de Kamer weten dat die er voorlopig niet komt, omdat de focus van de universiteiten en hogescholen de komende tijd op kwaliteitsverbe-tering van het onderwijs in Nederland moet liggen. Daarom is “de tijd nog niet rijp” voor het verzorgen van geaccrediteerde opleidingen in het buitenland. Kort na die brief aan de Tweede Kamer verscheen het inspectieonderzoek naar de kwaliteit van het buiten-landse onderwijs van Stenden. De inspectie stelt daarin dat Stenden zijn voornemen om een vrijwel exacte kopie van de Nederlandse opleidingen naar het buitenland te exporteren,

grotendeels in de praktijk brengt. Bovendien heeft de hogeschool de laatste jaren veel gedaan om de kwaliteit te borgen. Het gewenste resultaat is echter nog niet bereikt. Maar de belangrijkste kritiek geldt het verstrekken van Nederlandse

diploma’s. Dat had niet mogen gebeuren. Stenden heeft inmiddels beloofd buitenlandse studenten voortaan uit te nodigen een deel van hun opleiding in Nederland te volgen, zodat zij een Nederlands diploma kunnen krijgen. Door de kosten die dat met zich meebrengt, zal dit voor veel studenten geen optie zijn. De koerswijzing van Zijlstra zal daarom waarschijnlijk gevolgen hebben voor het aantal inschrijvingen aan de buitenlandse vestigingen. Toch heeft pionier Stenden het debacle vooral aan zichzelf te wijten. De hogeschool nam grote risico’s door zijn nek zover uit te steken. Maar OCW heeft boter op het hoofd door een zwalkend beleid te voeren en dat niet strikt te handhaven.

annelieke slappendel

m i n i s t e r i e g e d o o g d e v r i j e i n t e r p r e t a t i e v a n d e r e g e l s

De eigenwijze buitenlandse koers van pionier Stenden

transfer | april 2012 | 13

OCW voerde een

zwalkend beleid

o p c o l l e g e b i j . . .

Internationalisering is een belangrijk ingrediënt bij oplei-dingen van de sector Food and Business in Den Bosch. “Een buitenlandse stage in het derde jaar is een vast en verplicht onderdeel”, vertelt Joris Fiers. Naast docent bij de Hogeschool HAS is hij ook coördinator internationalisering. In die hoedanigheid

is hij verantwoordelijk voor een samenwerkings-project met de Duitse Hochschule Anhalt. “Die samenwerking, gestart in 2011, moet ervoor zorgen dat studenten in hun vierde jaar een vervolg kunnen geven aan de internationale ervaringen en inzichten die ze tijdens hun stage hebben opgedaan.”In het eerste jaar van het project werkten Nederlandse en Duitse studenten negen weken lang in groepen aan een case. Ze moesten de kansen onderzoeken van een Nederlands bedrijf dat een buitenlandse overname wilde doen. Alle groepen werkten vanuit hetzelfde fictieve Nederlandse bedrijf; het over te nemen bedrijf was voor elke groep in een ander land gevestigd.Na de succesvolle eerste editie werken Fiers en zijn Duitse collega’s inmiddels aan een volgende ronde van het project. Dit jaar proberen ze de cases te koppelen aan echt bestaande bedrijven. Zo moet de opdracht voor de studenten nog meer gaan leven.

Daarnaast wil Fiers proberen studenten onderzoek te laten uitvoeren in landen waar ze zelf stage hebben gelopen. “We hebben gemerkt dat ze dan eerder geneigd zijn ook hun persoonlijke contacten in te schakelen en meer los te komen van de computer”, aldus de docent.

Extra actiefOok het aantal Duitse deelnemers zou omhoog kunnen. “Voor onze studenten was de samenwer-king in het project verplicht”, vertelt Fiers. “Bij de Duitse partnerschool was het een vrijwillige module. Daardoor deden er meer Nederlanders dan Duitsers mee.” Om de aantallen meer in balans te krijgen, gaan de collega’s in Duitsland dit jaar extra actief werven. “Een betere balans zal de waarde van de samen-werking nog verder vergroten”, denkt Fiers. “Want Nederlandse en Duitse studenten kunnen ontzet-tend veel van elkaar leren. Duitse studenten werken heel gestructureerd en gedisciplineerd, maar soms gaan ze wel erg diep in op details. Terwijl wij onze studenten altijd leren om overzicht en een helikop-terview te bewaren. Dat moet op elkaar worden afgestemd.”In het begin vinden de studenten dat moeilijk, is Fiers’ ervaring. “Maar het is ook het onderdeel waarvan ze het meeste leren. Daardoor beseffen ze dat er andere werkwijzen bestaan die niet onderdoen voor hun eigen manier van werken. En niet alleen de studenten krijgen dat inzicht. Het geldt ook voor mijzelf en de andere docenten die bij dit initiatief betrokken zijn.”

rob burkhard

Foto

: Bar

t van

Ove

rbee

ke F

otog

rafie

j o r i s f i e r s

‘Studenten leren van het verschil in aanpak’Docenten vervullen een sleutelrol in het proces om het hoger onderwijs internationaler te maken.

In deze rubriek vertellen zij wat ze op dat gebied ondernemen. Joris Fiers, docent bedrijfskunde en

agribusiness aan de hogeschool HAS Den Bosch, laat Nederlandse en Duitse studenten samen aan

businesscases werken.

| april 2012 | transfer14

AWT: Chinese studenten belangrijk voor Nederland

“Hoe benaderen we de Chinese draak, die in China zelf symbool staat voor geluk, maar in het Westen te vaak als bedreigend gezien wordt?” De AWT citeert EU-commissaris Karel de Gucht instemmend in het rapport De Chinese Handschoen – Hoe Chinese en Nederlandse kennis elkaar kunnen versterken. De Raad schreef het advies over hoe de kennissamenwerking met China versterkt kan worden in opdracht van het ministerie van OCW. Aan samenwerking met China kleven risico’s, maar de AWT ziet vooral kansen, want ‘Nederland heeft China meer nodig dan andersom’.Nederlanders weten weinig van China en Chinezen weten weinig van Nederland, stelt de AWT. Philips is weliswaar bekend, maar Chinezen weten niet dat Philips uit Nederland komt. Daarom zou Nederland meer aan Holland Branding moeten doen, in navol-ging van de succesvolle gezamenlijke Scandinavische marketing als Nordic Countries, qua inwonertal kleine landen die meer Chinees onderzoeksgeld aantrekken dan Nederland. Het Neso-kantoor in China wordt volgens de AWT door andere landen gezien als een best practice van Holland Branding. Maar het blijft een handicap dat er geen Nederlandse universiteit in de top 30 van beste universiteiten ter wereld staat. Via summer schools en betere voorlichting zouden meer Nederlandse studenten in China moeten gaan studeren. In heel Azië studeren slechts 300 Nederlanders, terwijl er 5.500 Chinezen in Nederland een studie doen. Deze studenten moet Nederland

koesteren, vindt de AWT. “Je moet Chinezen niet allemaal samen in een studentenflat stoppen, maar ze echt onderdeel laten worden van de Nederlandse studentenpopulatie”, stelt AWT-secretaris Dorette Corbey. Vrijwel alle experts met wie de AWT sprak, benadrukken hoe belangrijk goede banden met Chinese alumni van Nederlandse instellingen zijn.“De beste studenten en onderzoekers in China zijn vaak beter dan de beste studenten en onderzoekers in Nederland,” schrijft de raad. Het gigantische China verhoudt zich dan ook qua inwonertal tot Nederland, zoals Nederland tot de gemeente Tilburg: bijna honderd keer zo groot. Chinese studenten dragen bij aan de international classroom. De AWT bepleit evenwel dat Nederlandse instellingen zich bij werving meer op kwaliteit dan op kwantiteit richten.

VersnipperdNederland moet zijn krachten bundelen in een China-platform, want de activiteiten van partijen als NWO, KNAW, Agentschap NL en provincies zijn te versnip-perd volgens de raad, die het advies heeft aangeboden aan staatssecretaris Zijlstra. Daarbij moet Nederland blijven investeren in de eigen kennisbasis, want ‘dat is de beste manier om te garanderen dat Nederland een aantrekkelijk onderzoeksland blijft en dat R&D activi-teiten niet verplaatst worden naar China.’

gerald schut

Nederland heeft China meer nodig dan andersom. Daarom moet Nederland Chinese studenten beter

ontvangen, bepleit de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) in een vorige maand

verschenen rapport.

Foto

: Sak

e El

zing

a

transfer | april 2012 | 15

a c t u e e l

n e d e r l a n d s e v a r i a n t b e u r z e n p r o g r a m m a v a n s t a r t

Brazilië stuurt 100.000 studenten naar het buitenland

"Dit is waarschijnlijk

het grootste

beurzenprogramma ooit"

Brazilië steekt 1,4 miljard euro in het beurzenprogramma Science without Borders. Daarmee kunnen

100.000 bachelorstudenten een semester of een studiejaar in het buitenland doorbrengen. In september

worden de eerste Brazilianen in Nederland verwacht.

Brazilië kampt met een nijpend tekort aan hoger opgeleiden. Het land haalde vorig jaar het Verenigd Koninkrijk in op de lijst van grootste economieën in de wereld en staat nu op de zesde plek. Maar als het om het opleidingsniveau gaat, behoort Brazilië nog steeds tot de ontwikkelingslanden. Sinds 1997 is het aantal bachelorstudenten weliswaar verdrievoudigd waardoor er nu 5,4 miljoen Brazilianen studeren. Toch heeft slechts 12 procent van de 25- tot 35-jarigen hoger onderwijs genoten. In de OESO-landen is dat gemiddeld 37 procent. Vorig jaar zette Brazilië een nieuwe stap om de beroepsbevolking op internationaal niveau te krijgen.

De federale overheid lanceerde Science without Borders. “Waarschijnlijk het grootste beurzenpro-gramma ooit”, stelt Manoel Barral Netto, vice-presi-dent van CNPq, het agentschap van het Braziliaanse ministerie van Wetenschap dat het programma uitvoert. Dankzij Science without Borders kunnen de komende drie jaar 100.000 Braziliaanse studenten een halfjaar of een jaar naar het buitenland. Voor de uitvoering van het programma is een recordbedrag van 1,4 miljard euro beschikbaar. Een kwart van dat budget komt van het Braziliaanse bedrijfsleven. Oliegigant Petrobras en mijnbouwbedrijf Vale hebben een flinke bijdrage geleverd. “En we krijgen nog

Foto

: Are

nda

Oom

en

Manoel Barral Netto, vicepresident van het Braziliaanse

agentschap CNPq, dat het beurzenprogramma uitvoert.

a c t u e e l

n e d e r l a n d s e v a r i a n t b e u r z e n p r o g r a m m a v a n s t a r t

Brazilië stuurt 100.000 studenten naar het buitenland steeds nieuwe toezeggingen”, vertelt Barral Netto. “Zelfs van buitenlandse bedrijven als British Gas.”De VS, Engeland en Duitsland hebben vorig jaar al overeenkomsten over de ontvangst van Braziliaanse beursstudenten gesloten. Vorige maand was Manoel Barral Netto in ons land om het startschot te geven voor de Nederlandse tak van het programma. De Braziliaanse overheid wil vooral de technologische innovatie stimuleren. Daarom is het land bijzonder geïnteresseerd in samenwerking met het Nederlandse hoger onderwijs. “Science, technology, engineering en mathematics (STEM, red.) vormen het hart van het programma”, stelt Barral Netto. “Dat zijn precies de vakgebieden waar Nederland groot in is.”

SandwichDe eerste Brazilianen worden in september in Nederland verwacht. Zij volgen een deel van hun bachelor in Nederland in de vorm van een zoge-noemde gradução sanduíche, waarbij hun studie als het ware bestaat uit twee Braziliaanse boterhammen met daartussen een plak Nederlandse kaas. Brazilië hecht eraan dat studenten terugkeren naar eigen land na hun buitenlandse studieperiode en geeft daarom geen beurzen voor een hele studie in het buitenland. Het programma voorziet niet in beurzen voor masterstudenten. Omdat Braziliaanse bachelorstu-dies onvoldoende aansluiten op de arbeidsmarkt, stuurt de overheid liever bachelorstudenten naar het buitenland, meldt Han Dommers, afdelingshoofd Positionering bij de Nuffic. Maar in een latere fase van Science without Borders Holland zullen ook Braziliaanse PhD-studenten en postdocs beurzen kunnen aanvragen. Daarnaast krijgen buitenlandse wetenschappers de mogelijkheid om naar Brazilië te gaan. Bachelorstudenten kunnen zich aanmelden bij een Nederlandse instelling als ze minimaal 20 en maxi-maal 90 procent van hun bachelorstudie voltooid hebben. Een bachelorstudie duurt vier tot zes jaar in Brazilië. De Nederlandse instelling bepaalt of de student toelaatbaar is. Het agentschap CNPq beslist vervolgens of de student in aanmerking komt voor een studiebeurs want de inzet is om excellente studenten naar het buitenland te sturen. Studenten die worden toegelaten tot het programma krijgen hun reiskosten vergoed en een beurs van 870 euro per maand. CNPq biedt de Nederlandse instel-

lingen een vaste collegegeldvergoeding van 8.000 euro per jaar of 4.000 euro per halfjaar. Het is aan de Nederlandse instellingen om dit tarief te accepteren of van de hand te wijzen omdat sommige oplei-dingen een hoger collegegeld voor niet-EU-studenten hanteren.

PortalHet Neso-kantoor in Brazilië promoot de Nederlandse variant van het beurzenprogramma en onderhoudt ook de portal van Science without Borders Holland (www.swbholland.org). Bij het kantoor kunnen Braziliaanse studenten ook meer informatie krijgen over de studiemogelijkheden in Nederland. De medewerkers hebben het druk met alle vragen, belangstelling is er genoeg. In september zullen in het VK, Duitsland, Frankrijk en Italië in totaal 6.000 studenten beginnen, vertelt Barral Netto. De Engelse taalbeheersing is volgens hem de bottleneck van het programma: “Het is lastig om Braziliaanse studenten te vinden die het taalniveau van hoger onderwijs in een vreemde taal aankunnen. Daar werken we ook binnen Brazilië aan.” Of alle beschikbare beurzen benut zullen worden, zal daarom afhangen van de vraag of hun taalachterstand tijdig weggewerkt kan worden.

gerald schut

a a n m e l d i n g e n p l a a t s i n g

De VS, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland hebben in het kader van

Science without Borders al akkoorden gesloten met Brazilië. Amerika

ontvangt de komende drie jaar 35.000 Braziliaanse beursstudenten.

Duitsland en Engeland ontvangen er ieder 10.000.

Via de website www.swbholland.org kunnen Braziliaanse bachelorstuden-

ten zich tot 30 april aanmelden voor een studie in Nederland. De website

linkt geïnteresseerden door naar Studyfinder die de voor hen relevante

programma’s filtert. Het gaat daarbij vooral om technische bachelorpro-

gramma’s die in het Engels worden aangeboden. Studenten melden zich

aan bij de geselecteerde universiteit of hogeschool. De instellingen bepa-

len vervolgens of een student toelaatbaar is. Ze moeten voor 7 juni laten

weten of ze de aanmelding accepteren. Het agentschap CNPq beslist voor

1 juli of de student in aanmerking komt voor een studiebeurs. (GS)

transfer | april 2012 | 17

v l i e g e n d e h o l l a n d e r

“Wil je in Nederland kunnen dansen bij een pres-tigieus gezelschap, dan moet je heel, heel goed zijn. Dat is helaas maar weinigen gegeven. Bovendien worden er strenge eisen aan je lichaam gesteld, zeker als je een meisje bent. Jongens hoeven niet vreselijk lenig te zijn om soms toch te worden toegelaten, maar een vrouw moet op zijn minst een slangenlijf hebben. En voor het corps de ballet moet iedereen ook nog eens ongeveer even lang en dun zijn. Natuurlijk heb ik er, net als ieder kind dat al jong begint met dansen, van gedroomd ooit een ster te worden. Maar toen ik na mijn eindexamen havo werd afgewezen voor de grote dansacademies begreep ik dat ik de bakens moest verzetten om de top te bereiken. Nu hoop ik dansdocent te worden.Bij Codarts wordt erg gelet op je persoonlijke ontwikkeling. Je moet natuurlijk goed kunnen dansen, maar minstens even belangrijk is dat je creatief bent, dat je dans met je eigen inbreng naar

een hoger plan kunt tillen. Iemand als choreografe Pina Bausch deed dat met haar moderne, theatrale balletten. Ga je verder terug in de historie dan zie je dat frisse terug in de Turkse volksdansen. Inmiddels zijn die gestold in een bepaalde traditie natuurlijk, maar van oorsprong weerspiegelen ze de geweldige dynamiek van het almaar expanderende Turkse wereldrijk. Van zigeuners tot de Balkan tot mystieke soefidans, je kunt het zo gek niet bedenken of het heeft zijn sporen nagelaten. Daarom vind ik het doodzonde dat de belangstelling ervoor tanende is. Zeker in het Westen vergrijst volksdansen enorm.

PopelenHoe zorg je ervoor dat die dansen weer een poos mee kunnen? Er moet toch een element in te benoemen zijn dat alle tijden overstijgt, zodat ook een moderne danser ermee uit de voeten kan? Onder meer om dat uit te zoeken ben ik naar Istanbul gegaan. Daar werd ik met alle égards ontvangen. Ze hadden op de dansafdeling van de Istanbul Teknik Üniversitesi nooit eerder een buitenlandse student over de vloer gehad. Maar al snel bleek dat de Codarts-werkwijze te vooruitstrevend was naar Turkse maatstaven. Hoewel de studenten het onge-twijfeld anders zouden willen, is het op de Turkse universiteit niet de bedoeling dat je een eigen inbreng hebt. De regering legt het onderwijsplan strikt vast en daarvan kan niet worden afgeweken. Dat was wel even slikken voor mij. Ik had de volksdansen snel genoeg onder de knie en stond te popelen om met die vaste vormen te gaan spelen. Maar bij de workshops die ik organiseerde kwam geen docent kijken. Ik denk dat hun trots hun dat verbood. Naïef misschien, maar dat had ik niet verwacht. Dans is voor mij een universele taal. Een soepele universele taal.”

annemieke bosman

Foto

: Joh

anne

s Odé

‘Werkwijze Codarts te vooruit-strevend voor Turkije’Joop Oonk (22) zit in het vierde jaar van de docentenopleiding aan de dansacademie van Codarts

in Rotterdam. Ze is verslingerd aan Turks volksdansen. In Turkije volgde ze als eerste buitenlandse

student ooit lessen aan de dansafdeling van de Istanbul Teknik Üniversitesi (ITÜ).

| april 2012 | transfer18

C O L U M NC O L U M NC O L U M N

Het rapport van Euro-parlementariër Luigi Berlinguer over de voortgang en toekomst van het Bolognaproces is met een ruime meerderheid van stemmen door het Europees Parlement geloodst. De portee van zijn verhaal is: We zijn op de goede weg, ook al gaat het hier en daar nog wat stroef en vallen sommige resultaten nog wat tegen. Klinkt deze samenvatting cynisch? Toch is het zo niet bedoeld. Er zijn echt al enorme stappen gezet in het creëren van de gedroomde Europese hogeronderwijsruimte, zeker als je bedenkt dat het een soort polderproces is, afhankelijk van de bereidheid van de individuele onderwijsministers om het eens te worden en te blijven. Bovendien zitten er steeds meer spelers om het Ganzenbord – inmiddels 47 landen – waardoor er onvermijdelijk altijd een paar in de put belanden. Binnen het Europese hoger onderwijs onderkennen we inmiddels nut en noodzaak van het vrije verkeer van personen en kennisproducten. Berlinguer zegt ook in zijn rapport dat een afgestudeerde recht heeft “op erkenning van zijn/haar kwalificatie in de gehele EU.” Helaas is de praktijk wel eens anders. Als afgestudeerden met hun naar Europese maatstaven erkende diploma, inclusief diplomasupplement, zich in een ander Europees land willen vestigen om daar hun beroep uit te oefenen, lijkt het soms of we weer terug zijn in de steentijd. Onlangs heb ik een paar schrijnende voorbeelden langs zien komen van hoe het niet moet. Zo was er een afgestudeerde van een zorgopleiding die bij onze Oosterburen een baan had gekregen bij een zorginstelling. Hoewel ze haar werk uitstekend deed, kon er na een jaar geen sprake zijn van een vaste aanstelling, omdat de lokale overheid haar diploma niet erkende. Ze kon niet aantonen dat zij

minimaal zoveel uur het vak zus had gehad en zoveel uur het vak zo. Haar opleiding had een compe-tentiegericht curriculum, dat niet alleen was opgebouwd uit klassiek frontaal onderwijs, maar waarin verschillende leervormen waren gebruikt. Dat ze een diploma had behaald van een volgens Europese richtlijnen geaccrediteerde oplei-ding en dat ze ook in de praktijk had aangetoond dat ze over de juiste competenties beschikte, was

voor haar potentiële werkgevers niet voldoende. Er moest een ouderwets urenlijstje komen. Bij het horen van dit soort verhalen, zakt de moed me wel even in de schoenen. Het probleem is dat de Europese erkenning van een groot aantal beroepen is vastgelegd in de zogenaamde Professional Qualifications Directive. Bij het opstellen daarvan heeft men zich geen rekenschap gegeven van ontwik-kelingen in het onderwijsveld. Er wordt dus vooral gekeken naar wat opleidingen aan kennis in de student hebben gestopt en niet naar wat hij of zij aan het eind van de rit blijkt te kunnen. Inmiddels heeft men zich gerealiseerd dat de Directive dringend aan herziening toe is en aangepast zal moeten worden aan het competentiegerichte hoger onderwijs van nu. Tot die tijd kunnen afgestudeerden in sommige disci-plines helaas voor onaangename verrassingen komen te staan als ze ergens anders in Europa hun vak willen uitoefenen. We zijn er nog niet...

els van der werf Els van der Werf is beleidsmedewerker internationalisering aan de

Hanzehogeschool Groningen.

Foto

: Jan

Luu

rsem

a

Terug in de

steentijd

transfer | april 2012 | 19

s p e c i a l d i p l o m a m o b i l i t e i t

| april 2012 | transfer20

Foto

: Hul

ton

Arc

hive

/ G

etty

Imag

es

u i t g a a n d e d i p l o m a m o b i l i t e i t g r o e i t , m a a r b l i j f t a c h t e r

Pioniers kiezen voor buitenlandse studie Het is een select gezelschap dat een bachelor- of masteropleiding in het buitenland volgt. Slechts 18.000

studenten kiezen voor deze optie. Naar de oorzaken blijft het gissen, maar duidelijk is dat de hoge kosten

voor veel studenten een onneembare drempel zijn. SER-voorzitter Rinnooy Kan lanceert een onorthodoxe

oplossing. “Banken zouden soepele studieleningen moeten aanbieden, met lage rente. Dan komen ze

positief in het nieuws.”

transfer | april 2012 | 21

Elke Nederlander kent het verschijnsel. Het maakt niet uit welke uithoek van de wereld je bezoekt, land-genoten kom je overal tegen. Hoe komt het dan dat er maar zo weinig Nederlandse jongeren voor een studie naar het buitenland afreizen? Weliswaar stijgt het aantal Nederlandse inschrijvingen voor een opleiding in het buitenland de laatste jaren, maar de groep die voor een studie naar het buitenland verkast, blijft uiterst klein. Slechts 18.000 Nederlandse studenten, 2,9 procent van de totale studentenpopulatie, volgden in 2008/2009 een volledige opleiding in het buitenland, blijkt uit Mobiliteit in Beeld 2011, de meeste recente mobiliteitsmonitor van de Nuffic. In andere EU-landen ligt de uitgaande mobiliteit bedui-dend hoger. Landen als Zweden en Duitsland scoren rond de 4 procent. De instroom vanuit het buitenland is een stuk groter dan de uitgaande mobiliteit. In 2008/2009 stonden er 44.000 buitenlanders inge-schreven bij een Nederlandse universiteit of hogeschool: 7,2 procent van de studentenbevol-king. Ook daarmee zit Nederland onder het EU-gemiddelde dat op 8,5 procent ligt. Om de ingaande en uitgaande mobiliteit in even-wicht te krijgen, kan Nederland dus beter de eigen studenten stimu-leren een studie in het buitenland te gaan doen, dan pogingen wagen de instroom vanuit EU-landen in te dammen, zoals staatssecretaris Zijlstra wenst. Want die instroom is niet overdreven groot. Het zijn de Nederlandse studenten die voor de disbalans zorgen.

Groeiversnelling De vraag is echter of er maatregelen te bedenken zijn die effect hebben op de uitgaande mobiliteit. Waarom lopen zo weinig Nederlandse jongeren warm voor een studie in het buitenland? De afge-lopen tien jaar is het aantal studenten dat voor een diploma naar het buitenland gaat langzaam gestegen van 13.000 in het studiejaar 2003/2004 naar 18.000 in 2008/2009. Nederlandse studenten nemen studiefinanciering naar steeds meer landen mee. Zes jaar geleden waren het er veertien, vorig studiejaar 73. Analyse van de cijfers wijst uit dat de uitgaande mobiliteit de laatste jaren sneller groeit, stelt Eric Richters, senior beleidsmedewerker van de Nuffic en opsteller van Mobiliteit in Beeld. Een veelbelovend teken, vindt hij. Een verklaring voor de groeiversnelling is niet uit de cijfers te halen.

“Wij kunnen studenten die naar het buitenland gaan niet aan de grens vragen naar hun beweegredenen”, stelt Richters. Maar hij vermoedt dat het te maken heeft met de meeneembare studiefinanciering die in 2007 voor alle landen verkrijgbaar werd. Of de groei aanhoudt, is moeilijk te zeggen. “Onder normale omstandigheden zet deze trend door. Maar we zitten middenin een crisis, dus de omstandigheden zijn verre van normaal. Het kan twee kanten opgaan: de studenten blijven liever thuis, in de buurt van een mogelijke baan. Of het is juist een reden om naar het buitenland te gaan.”Het is niet van alle 18.000 studenten bekend, welk type studie zij volgen. Alleen van de 8.000 Nederlanders die hun studiebeurs meenemen naar het buitenland wordt geregistreerd of ze een bachelor of

master doen. Hbo-studenten gaan bijna allemaal voor een bachelor naar het buitenland, in het wo kiezen twee van de vijf studenten die de grens over trekken voor een master (zie tabel p. 23).De bestemming is in tachtig procent van de gevallen een ander EU-land. Dat is al jaren het geval. De meeste van deze Nederlandse studenten zijn te vinden in het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door België, de Verenigde Staten en Duitsland. De

twee koplopers worden steeds populairder. Volgens Eric Richters heeft dat vermoedelijk te maken met de nabijheid. Vlaanderen trekt bovendien studenten die in Nederland zijn uitgeloot bij geneeskunde of dier-geneeskunde.

BijbaantjeWat is nu de oorzaak van de achterblijvende Nederlandse mobiliteitscijfers? Bij de Vrije Universiteit in Amsterdam kloppen volgens hoofd internationalisering Harriët van Daal maar heel weinig studenten aan die informatie willen over een (master)studie in het buitenland. Internationalisering op de VU draait voornamelijk om studentenuitwis-seling. “Ik vermoed dat een volledige buitenlandse studie voor veel studenten een te hoge drempel is, omdat zij verankerd zijn in Nederland, bijvoorbeeld door een bijbaantje en hun sociale leven. Ook finan-ciering is een drempel. Een studie in het buitenland is duurder dan in Nederland en mogelijkheden om een beurs te krijgen worden minder.”De VU probeert de paar studenten die voor een master naar het buitenland willen, wel zo goed

“De lage diplomamobiliteit

is een teken dat Nederlandse

studenten tevreden zijn over

hun opleiding”

s p e c i a l d i p l o m a m o b i l i t e i t

| april 2012 | transfer22

mogelijk te helpen. “We verschaffen informatie over beurzen en organiseren voorlichtingsbijeenkomsten. Die studenten zijn voor ons natuur-lijk ook belangrijk, ze zijn ons netwerk in het buitenland.”Fiorella Brustolin, studieadviseur en coördinator internationalise-ring aan de faculteit wiskunde en natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen wijst ook op het gebrek aan financiering, maar denkt dat de lage mobiliteit ook een kwestie van mentaliteit is. “Nederlandse studenten kiezen graag voor een kort verblijf in het buitenland tijdens hun studie. Ze stellen de zekerheid van een studiecarrière in eigen land op prijs, want dan weten ze tenminste wat ze hebben.”

ObstakelsGrootschalig onderzoek naar de beweegredenen van Nederlandse studenten om te kiezen voor een studie in het buitenland is er niet. Alleen de belangenbehar-tiger van Nederlandse studenten in het buitenland NEWS (Nederlandse Wereldwijde Studenten) onder-vraagt de achterban op kleine schaal. In 2011 werden 350 Nederlanders die een studie in het buitenland doen, willen doen of hebben gedaan, geënquêteerd.Volgens de ondervraagden is de bekostiging het grootste obstakel voor een studie in het buitenland. Het collegegeld in het buitenland is voor driekwart van de respondenten hoger dan het wettelijk colle-gegeld in Nederland en de kosten voor levensonder-houd liggen boven het Nederlandse niveau. Met de meeneembare studiebeurs alleen redden mobiele studenten het dus niet. Ze moeten beurzen uit particuliere fondsen zien te bemachtigen, financiële hulp van ouders regelen of een lening afsluiten. (Zie ook: Beurzen, sponsoren en rijke gravinnen, pagina 27–29). Dat schrikt veel studenten af. Extra financie-ring vanuit de overheid om de uitgaande mobiliteit te stimuleren, zoals bijvoorbeeld in Oostenrijk, Noorwegen en Denemarken beschikbaar is, zou een oplossing zijn. Maar extra investeringen zitten er in Nederland de komende jaren niet in, denkt Laura de Landgraaf van NEWS. Het kabinet is immers op zoek naar bezuinigingen en heeft bij de vorige bezuini-gingsronde het Huygens Scholarship Programme al afgeschaft.Maar de universiteiten en hogescholen zouden studenten wel een zetje in de goede richting kunnen geven. Uit het NEWS-onderzoek blijkt namelijk dat

Nederlandse studenten kiezen voor een studie in het buitenland vanwege de academische uitdaging, de

carrièrekansen en de levenserva-ring die ze kunnen opdoen. Maar ze vinden de voorlichting en hulp van international offices van instel-lingen te beperkt. “Het vergt veel doorzettingsvermogen om erachter te komen wat je allemaal moet doen en regelen om een studie in het buitenland te volgen”, stelt De Landgraaf. “Elke Nederlandse universiteit of hogeschool heeft wel een international office, maar die zijn vooral bezig om buitenlandse

studenten binnen te halen.” De Landgraaf erkent dat het voor een belangrijk deel aan de studenten zelf is om, bijvoorbeeld via internet, informatie te verza-melen. “Dat doen ze ook al. Maar extra hulp kan de doorslag geven om wel of niet te gaan.”Gerard van Drielen, lid van het college van bestuur van de Hogeschool Rotterdam, ziet op zijn instelling een groeiende interesse voor studeren in het buiten-land. Maar ook hier betreft het korte programma’s, als stages en studieweken. “Er komen nauwelijks studenten bij ons om te informeren naar volledige buitenlandse bachelor- of masterprogramma’s. Dat heeft te maken met de culturele diversiteit van onze studenten en van Rotterdam. We hebben zeer veel niet-westerse en islamitische studenten. Die zijn niet geïnteresseerd in een studie in het buitenland.” Van Drielen vindt internationalisering belangrijk. “Voor een traditioneel open economie als de Nederlandse is internationale ervaring belangrijk. Maar die kunnen ze ook opdoen door middel van de goede, intensieve, korte verblijven in het buitenland en internationale activiteiten in Rotterdam. Daar concentreren wij ons dus op.”

NaïefHans de Wit, lector internationalisering bij de Hogeschool van Amsterdam vindt het logisch dat de instellingen zich concentreren op studentenuitwis-seling. “Waarom zou een hogeschool of universiteit zich inzetten om studenten naar het buitenland te laten vertrekken? Ik vind het naïef om te verwachten dat ze daar veel tijd in steken.” De lector vindt boven-dien dat er niet te paniekerig gedaan moet worden over de achterblijvende uitgaande mobiliteit. “Ik vind die disbalans niet zorgelijk. Over tien jaar kan het weer de andere kant opgaan, mede als je de toene-mende populariteit van Duitsland onder jongeren

“Een studie

in het buitenland

regelen, vergt veel

doorzettingsvermogen”

transfer | april 2012 | 23

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

8.000

2010-112009-102008-092007-082006-07

Aantal studentenAls % van totale inschrijving in Nederland

0,0%

0,2%

0,4%

0,6%

0,8%

1,0%

1,2%

1,4%

1,6%

0,70%

0,94%1,07%

1,17% 1,19%

7.422

3.998

5.516

6.436

7.806

ziet en de hogere kosten van studeren in Nederland. Ik denk ook niet dat je veel kunt doen om het aantal studenten dat naar het buitenland gaat te vergroten. Hooguit met financiële prikkels, maar dat zit er voor-lopig niet in.”Ook Fiorella Brustolin van de RUG vindt de lage diplomamobiliteit geen alarmerend gegeven: “Het is juist een teken dat studenten tevreden zijn over de kwaliteit van de Nederlandse opleidingen. Voor de verrijking van het onderwijs is het wel van belang dat er uitwisseling met buitenlandse studenten plaats-vindt. Maar dat gebeurt al.” Ze denkt niet dat univer-siteiten meer zullen gaan doen om Nederlandse studenten te helpen een volledige studie in het buitenland te gaan volgen. “Dat wordt mijns inziens ervaren als een verlies. Ook op de RUG gaat de aandacht vooral uit naar uitwisselingsprogramma’s of double degrees met partneruniversiteiten.”

Hulp van bankenAlexander Rinnooy Kan, voorzitter van het comité van aanbeveling van NEWS, maakt zich wel druk over het gebrek aan belangstelling voor een studie in het buitenland bij Nederlandse jongeren. “Nederland kan als kenniseconomie alleen maar overleven als we internationaal excelleren. Daar hebben we studenten

voor nodig die weten wat er in het buitenland te doen is en die zich realiseren dat daar veel kwaliteit te winnen is.”Volgens de SER-voorzitter kunnen de mobiliteits-cijfers best omhoog. Hij vindt dat hier ook een schone taak ligt voor het bedrijfsleven. “Banken zouden soepele studieleningen moeten aanbieden, met een lage rente. Dan komen ze positief in het nieuws. Bovendien dragen ze hiermee op een goede manier bij aan de Nederlandse samenleving. Ik kan me niet voorstellen dat ze met zulke leningen aan studenten een groot risico nemen.”

annette posthumus

a a n t a l s t u d e n t e n g e f i n a n c i e r d i n b u i t e n l a n d

2008 2009 2010 2011Hbo-bachelor 2.298 2800 2.747 2.801Hbo-master 112 136 153 184Wo-bachelor 2.761 3.166 3.068 2.991Wo-master 1.776 1.434 1.732 2.034

TOTAAL 6.947 7.536 7.700 8.010

Bron: DUO-IB-Groep. Meetmoment jaarlijks op 1 december.

a a n t a l l e n s t u d e n t e n g e f i n a n c i e r d i n h e t b u i t e n l a n d , 2 0 0 6 – 2 0 1 1

Bron: DUO-IB-Groep, DUO-CFI, 2011; meetmoment: jaarlijks op 1 maart

s p e c i a l d i p l o m a m o b i l i t e i t

| april 2012 | transfer24

‘De internationale ervaring is verslavend’

Slechts 2,9 procent van alle Nederlandse studenten volgt een volledige studie in het buitenland. Wie

zijn deze studenten en waarom besloten ze de sprong in het diepe te wagen? Transfer sprak een aantal

buitenlandgangers over hun ervaringen.

transfer | april 2012 | 25

Foto

: altr

endo

imag

es

Voor Tabitha Speelman is studeren in Nederland nooit een serieuze optie geweest. Direct nadat ze haar vwo-diploma had gehaald, vertrok ze naar de Amerikaanse staat Michigan, om daar te gaan studeren aan het Calvin College in Grand Rapids. “Ik ging vanwege de uitdaging en het avontuur, maar ook specifiek vanwege het liberal arts system in de VS”, vertelt de nu 23-jarige studente. “Je kunt eerst verschillende vakken uitproberen voor je een speci-fieke major kiest, dat sprak me aan.” Speelman is een uitzondering. Op dit moment volgen slechts 18.000 Nederlandse studenten een volledige opleiding in het buitenland. De meesten daarvan doen een een- of tweejarige masteropleiding, blijkt uit onderzoek dat de organisatie Nederlandse Wereldwijde Studenten (NEWS) vorig jaar deed. Deze studenten hebben over het algemeen al een aantal studiejaren in het vertrouwde Nederland achter de rug. Het aantal studenten dat direct na de middelbare school naar het buitenland vertrekt, is erg laag. Het is dan ook een hele stap om op zo jonge leeftijd je vertrouwde omgeving te verlaten, om nog maar te zwijgen van het prijskaartje dat daar vaak aan hangt.

NederbelgenSinds 2007 is het voor studenten mogelijk om hun Nederlandse studiefinanciering mee te nemen naar alle landen. Met afstand de meeste ‘stufi’ gaat mee naar buurland België, zo blijkt uit het Nuffic-rapport Mobiliteit in Beeld 2011. Veel van deze ‘Nederbelgen’ zijn studenten die in Nederland zijn uitgeloot voor geneeskunde, zoals Jelle Lubach (23). “In Nederland was ik al twee keer niet door de loting gekomen”, vertelt Lubach. “Omdat ik niet nog een jaar wilde aanmodderen met een andere studie, heb ik het toela-tingsexamen in Vlaanderen gedaan. Ik haalde dat en koos voor Leuven. Deze universiteit heeft de beste reputatie en de stad is lekker compact.”De meeste masterstudenten in exile kiezen vanuit ambitie voor een studie over de grens. Met een diploma van een gerenommeerde buitenlandse instelling op zak hopen zij zich te onderscheiden van concurrenten op de arbeidsmarkt. Hbo-studenten

hebben soms een pragmatischer motief: met een buitenlandse master kunnen zij het in Nederland verplichte schakeljaar ontlopen. Niet alle landen kennen een binair stelsel, zoals Nederland, waardoor een diploma van een hogeschool daar ook toegang tot een universiteit verschaft. En dus hoeft een hbo-afgestudeerde geen premaster te volgen. Dat feit was ook voor Anna Heijkoop (24) een belangrijke reden om haar master in het buitenland te doen. Zij volgde een hbo-bachelor facility manage-ment aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). "In Nederland zou ik eerst een universi-taire bachelor hebben moeten halen voordat ik met een MSc-opleiding mocht beginnen", vertelt ze. In Zwitserland heeft ze dat probleem niet. Daar kon

Heijkoop direct beginnen met de MSc-studie facility management aan de Zürchner Hochschule für Angewandte Wissenschaften.

Goedkoper en snellerStuderen in Zwitserland biedt Heijkoop nog meer voordelen: “Het collegegeld hier is slechts 680 Zwitserse frank (564 euro, red.) per semester en de master duurt ander-half jaar. Als je hier drie semesters studeert, ben je veel goedkoper én sneller uit dan in Nederland. Daar zou ik met mijn premaster plus

tweejarige master drie jaar bezig zijn voor minimaal 1.600 euro per jaar.”Als de keuze voor een buitenlandse universiteit eenmaal is gemaakt, moet er een hoop worden gere-geld. Tjerk Bosse (23) heeft net zijn bachelordiploma economie gehaald aan de Universiteit Utrecht. Hij wil nu naar Hongkong voor een master finance. “Hongkong wordt een van de financiële hotspots van de wereld. Ik ben er al geweest”, zegt hij. Bosse heeft naar eigen zeggen een aanbieding van een heel goede universiteit gekregen. “Maar die studie kost wel 15.000 euro per jaar. Hoe ik het financieel ga oplossen, is nog spannend.”De collegegelden kunnen in het buitenland flink oplopen: van alle studenten die meededen aan het NEWS-onderzoek, betaalt ruim de helft 5.000 euro of meer per jaar. De 22-jarige Farbod Saatsaz van Driel betaalt zelfs veel meer. "Ik kom uit op ruim

“Heel misschien kom ik

volgend jaar even terug

naar Nederland, maar

daarna ben ik er weer

vandoor”

s p e c i a l d i p l o m a m o b i l i t e i t

| april 2012 | transfer26

35.000 dollar per jaar", vertelt de student, die aan de University of Toronto in Canada een brede bachelor volgt. Omdat het volgens hem bijna onmogelijk is om naast die studie nog te werken, vindt hij het lastig om zijn zaken financieel rond te krijgen. "Ik heb mijn studiefinanciering mee gekregen, ik leen bij DUO en mijn ouders hebben allebei een zeer goed inkomen. Desondanks is het nog nooit gelukt om op tijd te betalen.” Ook Tabitha Speelman moet een fors bedrag aan collegegeld betalen: circa 20.000 dollar per jaar. Ze kreeg voor ongeveer driekwart van dit bedrag een beurs van de universiteit. Verder leende ze bij. Tijdens een semester in het Britse Oxford liepen de kosten echter flink op, omdat ze haar beurs uit Amerika niet kon meenemen. “Ik word er niet vrolijk van als ik inlog op de DUO-website”, verzucht Speelman.

MisverstandToch ervaart ze geld niet als het grootste probleem bij haar buitenlandse studie. Bij Speelman werd de meeste irritatie veroorzaakt door slechte informatie-voorziening over studeren in het buitenland en ondermaats contact met instanties. Dat zijn ook volgens het NEWS-onderzoek de grootste pijn-punten onder buitenlandgangers. Speelman herin-nert zich dat de correspondentie met DUO erg moei-zaam verliep. “Door een misverstand kon ik aanvan-kelijk mijn studiefinanciering niet meenemen naar Amerika”, vertelt ze. Gefrusteerd schreef ze een brief aan toenmalig Onderwijsminister Plasterk. “Tot mijn verbazing kreeg ik persoonlijk antwoord. Daarna was het probleem snel verholpen.” Geneeskundestudent Lubach heeft naar eigen zeggen weinig te klagen over de financiën – het collegegeld in België is ongeveer duizend euro per jaar lager dan in Nederland. Maar ook hij is niet te spreken over de voorlichting. Daarom is hij zelf de website www.geneeskundeinbelgie.nl begonnen. “Alle infor-matie over studeren in Vlaanderen stond in principe al wel op internet, maar nergens was een centraal punt dat alle snippers informatie bij elkaar plakte.” Lubach wil met zijn site laten zien dat de stap om in het buitenland te gaan studeren minder groot is dan die lijkt. Zijn initiatief wordt gewaardeerd. “De site trekt dertig tot veertig bezoekers per dag.”Gevraagd naar hun ervaringen in het buitenland, reageren vrijwel alle studenten enthousiast. Vooral

het hoge academische niveau en de internationale omgeving worden genoemd als pluspunten. Niels van Wanrooij (23) bijvoorbeeld spreekt van een ‘uitda-gende omgeving'. Van Wanrooij volgt aan de London School of Economics (LSE) de master internationale politieke economie. “Ik zit met zestig mensen op deze opleiding en slechts één daarvan is Brits! De studenten hier zijn interessant, leuk en intelligent", vertelt hij opgetogen.

TragischSpeelman zat na haar bachelor een jaar in Nanjing (China), ter voorbereiding op de master Chinees die ze momenteel in Leiden volgt. “Mijn internationale ervaringen hebben mij gevormd tot wie ik nu ben”, filosofeert ze. Dat is tegelijkertijd leuk en niet leuk. “Ik ben nooit helemaal ‘thuis’. Het leukste en tegelij-kertijd meest tragische is dat je beste vrienden overal over de aardbol verspreid zijn.”Volgens het NEWS-onderzoek ziet het overgrote deel van de buitenlandstudenten zijn toekomst toch in Nederland. Dit geldt zeker voor de geneeskunde-studenten in het buitenland. Maar niet iedereen is van plan snel terug te keren. Economiestudent Van Wanrooij bijvoorbeeld wil eerst nog in het buiten-land promoveren. “Heel misschien kom ik volgend jaar even terug naar Nederland om mijn tussenjaar te vullen, maar daarna ben ik er sowieso weer vandoor.” Hij glimlacht: “De internationale ervaring is erg verslavend.”

sam van den eijnden Foto

: VSB

fond

s

p r a K t i s c h e i n f o r m a t i e

Studenten die een volledige opleiding in het buitenland willen volgen,

kunnen op allerlei websites nuttige informatie vinden. De Nuffic-website

WilWeg (www.wilweg.nl) biedt algemene tips. Specifieke toelatingsei-

sen per land staan op de landenpagina’s van de Nuffic: www.nuffic.nl/

nederlandse-studenten/landen/landen). Op de website van Masterportal

(www.masterportal.eu) kun je Europese masters zoeken en vergelijken.

Informatie over meeneembare studiefinanciering (en het aanvraag-

formulier) staat op de website van DUO-IB-Groep (www.ib-groep.nl)

(www.duo.nl). De Nuffic-Beursopener biedt informatie over studiebeurzen

(www.beursopener.nl). (SvdE)

transfer | april 2012 | 27

Beurzen, sponsoren en rijke gravinnenHet grootste obstakel voor studenten die een studie in het buitenland willen doen, zijn de kosten.

Dat blijkt uit verschillende onderzoeken. Hoe krijgen studenten de tienduizenden euro’s bij elkaar die

meestal nodig zijn om de begroting rond te maken?

Bursalen op VSBfonds Beurzendag.

s p e c i a l d i p l o m a m o b i l i t e i t

| april 2012 | transfer28

Voor Vivienne Aerts begon het allemaal met een beurs. Toen het Berklee College of Music haar op basis van haar prestaties tijdens een workshop 8.000 dollar in het vooruitzicht stelde als zij in Boston zou komen studeren, raakte zij enthou-siast voor een opleiding in het buitenland. Maar de Leidse was toen nog druk bezig haar studies koorleider lichte muziek en klinische psychologie in Nederland af te ronden. Afgelopen januari, vier jaar later, vertrok Aerts (25) alsnog naar de Verenigde Staten voor een opleiding jazz voice. Zonder beurs van Berklee, want die was slechts drie jaar geldig. Met een begroting van maar liefst 90.000 dollar voor twee jaar collegegeld, huisvesting en eenvoudig levensonderhoud. “Omgerekend onge-veer 70.000 euro. Dat bedrag had ik natuurlijk niet, ik ben nog jong.”

Go/no go-drempelEen jaar van tevoren begon Aerts een rits fondsen te benaderen. Met succes: naast een Fulbright-beurs – 12.500 dollar specifiek voor opleidingen in de Verenigde Staten – kreeg ze 2.500 euro van Hendrik Muller’s Vaderlandsch fonds. En ook VSBfonds hono-reerde haar aanvraag. Dat fonds geniet de meeste bekendheid en heeft een ruimhartige reputatie onder studenten, zegt Hans Hindriks, lid van de vereniging NEWS (Nederlandse Wereldwijde Studenten). VSBfonds stelt dit jaar 165 beurzen beschikbaar van gemiddeld 8.000 euro. Het aantal beurzen stijgt weer na enkele magere jaren, mede door de afname van het VSBfonds-vermogen in 2008 door de kredietcrisis. Voor die tijd kregen jaarlijks meer dan tweehonderd studenten finan-ciële steun van VSBfonds, dat volgens projectleider beurzen Annemarijn Boelen vaak een doorslag-gevende rol speelt bij het besluit om naar het buitenland te gaan. “Onze beurs is vaak de ‘go/no go-drempel’.”Voor een opleiding in de VS is het bedrag te laag, weet Hindriks, een van de laatsten die een kosten-dekkende beurs kregen via het Huygens-programma, dat dit jaar werd opgeheven wegens bezuinigingen. “Zonder de Huygensbeurs had ik mijn huidige opleiding 100 procent zeker niet gevolgd”, zegt hij over het tweejarige masterprogramma international history dat hij volgt aan Columbia University in New York en de London School of Economics.

Verbaasde reactiesBoelen erkent dat een beurs van VSBfonds bijna nooit voldoende is om een buitenlandstudie te bekostigen. “Daarom is een weging van het financieringsplaatje en de toelichting daarop onderdeel van onze selec-tieprocedure”, legt de projectleider beurzen uit. Veel studenten ‘stapelen’ verschillende beurzen, weet ze, net als Vivienne Aerts. Die gebruikte de fondsencata-logus van haar universiteit om te achterhalen welke mogelijkheden er waren. “Mensen zeiden: ‘Je moet gewoon een rijke gravin zoeken, die zijn er veel’”, vertelt Aerts. “Maar hun geld wordt vaak beheerd door het Prins Bernhard Cultuurfonds.” En dat wees de aanvraag van de Leidse studente af. Naast de Beursopener van de Nuffic biedt de website ScholarshipPortal.eu de mogelijkheid om beurzen te zoeken voor een buitenlandstudie. “Uit onderzoek in 2008 bleek dat een gebrek aan beurzen het grootste obstakel is voor zes op de tien studenten”, vertelt Joran van Aart, die de website beheert. “Terwijl er elk jaar 16 miljard euro beschikbaar is in Europa.” Als Van Aart zijn website laat zien krijgt hij verbaasde reacties. “Er zijn zo veel mogelijkheden. Ook voor vreemde eenden in de bijt, zoals beurzen speciaal voor linkshandige vrouwen. Meestal is er wel geld beschikbaar.” Voorwaarden die vaak worden gesteld zijn een maxi-mumleeftijd en een bepaalde vooropleiding, zoals een bachelor, blijkt uit een analyse van ScholarshipPortal.eu. “Een op de vier beurzen is bedoeld voor bache-lors. Voor masters zijn er dubbel zoveel”, zegt Van Aart. Aanvragen moeten meestal vijf tot zes maanden van tevoren worden ingediend. “Maar binnen drie tot vier maanden heb je ook een goede kans. Begin je in september, dan ben je nu dus nog net op tijd.”

Geen vetpotDe populariteit van beurzen verschilt, merkt Petra Bijlsma die bij de Nuffic de Cultureel Verdragbeurzen en het China Programma beheert. Zo blijven die voor een langer studieverblijf in Rusland soms liggen en komen er voor Israël de laatste jaren minder aanvragen binnen. De reden is niet altijd duidelijk. “De politieke situatie kan meespelen”, denkt Bijlsma, die verheugd is dat Griekenland dit jaar weer beurzen beschikbaar stelt. Ze geeft toe dat de CV-beurzen geen vetpot zijn. “Maar studenten die met dat geld naar het buitenland gaan, zijn altijd positief.”

transfer | april 2012 | 29

Staat of valt een buitenlandstudie met de toewijzing van een beurs, ook al is die niet kostendekkend? Niet altijd, weet Annemarijn Boelen van VSBfonds. “Vaak vragen we wat studenten van plan zijn als ze geen beurs van ons krijgen. Soms zeggen ze: ‘Dan ga ik toch. Ik klop wel bij de bank aan of ga een jaar geld verdienen.’” Student Hans Hindriks in Londen denkt daar anders over. “Zonder spaargeld en vrijgevige ouders wordt het lastig”, stelt hij. Lenen is nog wel een mogelijkheid. “Zolang een student geen leenangst heeft, kan er relatief veel geld bij DUO worden weggehaald, tot ruim 1.500 euro per maand.” Volgens Hindriks doen veel studenten daar een beroep op, vooral om hun levensstijl te kunnen betalen. Hij suggereert dat DUO de hoogte van de leningen wat zou kunnen aanpassen aan de forse collegegeldtarieven in het buitenland. “Nu is er een limiet van maximaal vijf keer de hoogte van het Nederlandse collegegeld. Dat is niet altijd toereikend.”Hindriks denkt niet dat de moge-lijkheid om studiefinanciering mee te krijgen voor opleidingen van voldoende niveau in alle landen, sinds 2007, veel invloed heeft op het aantal studenten dat naar het buitenland gaat. Die 3.000 euro per jaar zijn mooi meegenomen, maar niet doorslagge-vend. “Een studie in België wordt daardoor aantrek-kelijker, een opleiding aan een topuniversiteit in Canada of Australië niet per se.”

KerstpakkettenOok voor Berklee-studente Aerts was de bijdrage van VSBfonds onvoldoende, zelfs in combinatie met de Fulbright-beurs. Daarom ging ze op zoek naar spon-soren, zoals de Business Club Leiden. “Ik had via via gehoord dat die een Leidenaar sponsorde die profes-sioneel ging darten. Ik dacht als Leidse ook een kans te maken.” Dat bleek het geval. Minder succesvol was Aerts bij bedrijven als Philips en Sony. “Die bena-derde ik omdat zij ook iets met geluid doen. Maar zij krijgen erg veel aanvragen.”Sponsors moet je eigenlijk één stap buiten je eigen kring zoeken, stelt Aerts vast. Niet alleen de business club uit haar woonplaats, ook een van de hogescholen die haar hadden opgeleid bleek bereid de zangeres

financieel te steunen. “Toen de teller op 40.000 euro stond, heb ik het college van bestuur van Inholland gemaild. Ik mocht optreden bij de opening van het hogeschooljaar en kreeg tijdens de borrel voor elkaar dat mijn cd in de kerstpakketten van zo’n 4.000 man personeel zou komen. Zo werd Inholland mijn grootste sponsor. Ik ben ook echt hun product.”Het voornaamste probleem vindt Aerts momenteel dat ze in de Verenigde Staten niet mag werken, want ze heeft geen green card. “Terwijl ik in Nederland altijd bijbaantjes had. Ik was actief als eerstelijns psycholoog en leidde in de avonduren vijf koren. Ook heb ik een tijdje administratief werk gedaan bij een gemeente.” In theorie bieden de lange vakanties in de angelsaksische wereld de mogelijkheid om wat bij te

verdienen, vult Hindriks aan. “Maar het is de vraag of dit aan te raden is, omdat de vakanties ook nodig zijn voor onderzoek en het voorbereiden van examens.”Aerts geeft nu maar gratis optredens in Amerika, om naamsbekendheid te krijgen, en probeert haar cd te verkopen. Ook is het mogelijk de zangeres nu vast te boeken voor na haar studie. “Dan ben ik misschien beroemd en kan waarschijnlijk nog beter zingen dan nu”, mijmert ze.

Ze is optimistisch over het resterende gat van 20.000 euro in haar begroting. “Dat is toch veel minder dan de oorspronkelijke 70.000 euro!”

annelieke slappendel

n u t t i g e w e b s i t e s

Meer informatie over beurzen en andere financieringsmoge-

lijkheden is te vinden via de volgende sites:

www.beursopener.nl

www.scholarshipportal.eu

www.wilweg.nl (o.m. informatie over meenemen studiefinan-

ciering, begrotingsformat en begrotingsposten per land)

Ook via de fiscus zijn er mogelijkheden om scholingskosten af

te trekken. Meer informatie via de Belastingdienst.

“Er zijn zo veel beurzen.

Ook voor vreemde eenden

in de bijt, zoals linkshandige

vrouwen”

s p e c i a l d i p l o m a m o b i l i t e i t

| april 2012 | transfer30

Naar MIT, maar dan andersKoen van Swam (23) noemt zijn keuze voor een tweejarige master toegepaste communicatie bij Wageningen Universiteit (WUR) ‘de goedkoopste manier om in het buitenland te studeren’. Nu kan hij anderhalf jaar in het buitenland studeren voor Nederlandse tarieven. “Ik heb wel de voordelen van een internationale context en een andere onderwijs-

methode, maar ik kan gewoon in Nederland inge-schreven blijven. Dat is goedkoop.” Binnen zijn master is hij met een Erasmusbeurs inmiddels een halfjaar naar Noorwegen geweest. Daarnaast mag hij zijn stage (vier maanden) en afstudeervak (zes maanden) volgen waar hij wil. Een vriend van hem heeft dat bijvoorbeeld bij topinsti-tuut MIT in de VS gedaan. “Zo kun je iemand van

In Nederland is het gras toch groenerEen studie in het buitenland klinkt aanlokkelijk. Veel studenten overwegen de optie, maar zien er om

uiteenlopende redenen toch van af. Vijf portretten van studenten die niet gingen.

transfer | april 2012 | 31

MIT later als referentie opvoeren, terwijl je tiendui-zenden dollars aan collegegeld kwijt zou zijn als je je direct daar zou inschrijven.” Verder staat een Nederlands diploma internationaal gewoon heel goed aangeschreven, zegt Van Swam. “En met wat buitenlandse extra’s kun je het persona-liseren.”

University College als alternatiefMireille van Dongen (17), eerstejaars aan het University College Utrecht, wilde eigenlijk in de Verenigde Staten gaan studeren. Ze zocht een liberal arts-studie op een Amerikaanse universiteit en belandde op een voorlichtingsavond over Fulbright-beurzen om in de VS te studeren. “De indruk die vanuit Fulbright werd gewekt, was dat het meer een soort pretjaar was. Bij de échte topuniversiteiten kom je als Nederlander toch niet binnen, zo werd er gedacht. Terwijl ik een écht goede opleiding wil als ik zoveel betaal.” Ze zou 40.000 dollar collegegeld moeten betalen, waarvan de beurs nog niet de helft dekt. De jonge Van Dongen – ze heeft op de basisschool een klas overgeslagen – heeft ook een studie in Groot-Brittannië overwogen, maar ze vond het lastig om de informatie te vinden die ze nodig had. Liberal arts-opleidingen blijken in Engeland niet gangbaar te zijn. Uiteindelijk heeft Van Dongen daarom maar gekozen voor een brede bachelor aan het University College Utrecht. Onder haar medestudenten zijn veel anderen die een opleiding in een Engelstalig land hebben overwogen, maar daar uiteindelijk van af hebben gezien.

Wachten op Schotten duurde te langSam van den Eijnden (22) werd afgelopen herfst gegrepen door het masterprogramma interna-tional conflict and cooperation aan de Schotse Stirling University. “Het heden benaderen vanuit het verleden, daar ligt mijn hart”, vertelt Van den Eijnden. De master leek hem een mooie vervolg-studie na zijn bachelor journalistiek bij Fontys Hogescholen. Bijkomend voordeel was dat hij voor een Schotse master geen schakeljaar hoefde te volgen. ‘Hoe kom ik binnen en hoe krijg ik het gefinancierd’, waren de basisvragen die Van den Eijnden zich stelde. Het was hem onduidelijk of het collegegeld van 4.500 pond zou worden vergoed door de Schotse beurzenorganisatie SAAS. Hij mailde en belde, maar tevergeefs. Stirling kon verder geen zekerheid geven over Van den Eijndens toelating. Alleen alumni van partneruniversiteiten krijgen daarover zekerheid bij Stirling; Fontys is geen partner. Van den Eijnden zou pas in augustus horen of hij was toegelaten. Dat duurde hem te lang. Inmiddels heeft hij zich inge-

schreven voor een master maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Inclusief schakeljaar.

Dan maar geen masterstudieToke Frenken (25) dacht in Londen haar droommaster te hebben gevonden. Na haar bachelor oriëntaalse talen en communicatie aan de Hogeschool Zuyd in Maastricht, wilde ze bij de Londense Middlesex University een eenjarige master international business management for China gaan volgen. De studie sloot precies aan op haar specialisatie Mandarijn. Een ouderejaars raadde de opleiding aan. Ze bezocht de campus en een open dag. De indruk die ze kreeg, was goed. “Met deze studie kun je een managementfunctie krijgen in bedrijven die zaken-doen met China”, vertelt Frenken.De kosten waren niet mals: bijna 10.000 euro colle-gegeld, en 250 euro kamerhuur per week. Maar Frenken regelde een VSBfonds beurs. De jury loofde haar concrete plannen. Toen kwam de anticlimax. Frenken kreeg een mail van de Londense studiecoördinator, waarin stond dat de master voor enkele jaren wordt geschrapt, omdat het curriculum moet worden herzien. Een grote teleurstelling. “Ik was zó gefocust op deze oplei-ding”, vertelt ze. “Mijn wens was heel specifiek.” Andere masters die in de buurt kwamen, duurden twee jaar, en daarvoor zou Frenken ook nog een scha-keljaar moeten volgen. Nog drie jaar studeren zag ze niet zitten. Inmiddels werkt ze in de verzekerings-sector. Haar droombaan heeft ze nog niet gevonden.

Pas na de studie naar het buitenlandVoor Pepijn Buijs (21) is studeren in het buitenland nooit een optie geweest. “Als je een opleiding in Nederland kunt volgen, waarom zou je dan naar het buitenland gaan?”, vindt hij. De laatstejaars bij de bachelor small business retail management (SBRM) van de Haagse Hogeschool deelt die opvatting met het gros van de Nederlandse studenten. Buijs heeft alleen de keus gemaakt tussen studeren in Den Haag en in Rotterdam. Een buitenlandse studie noemt hij duur door de extra kosten voor huisvesting en eten. Die kosten heeft hij nu niet; hij woont bij zijn ouders. Bovendien wil hij zijn bijbaantje en zijn vrienden en familie niet kwijt. Buijs wil wel naar het buitenland, maar niet om er te studeren. Als hij zijn diploma heeft, gaat hij een halfjaar naar Australië. Of hij daarna nog een master wil doen, ziet hij wel als hij enkele Australische erva-ringen rijker is.

gerald schut

Foto

: Jur

jen

Dre

nth/

HH

s p e c i a l d i p l o m a m o b i l i t e i t

| april 2012 | transfer32

Hoe stimuleren andere landen een studie over de grens?

Nederland is niet het enige Europese land waar discussie woedt over de publieke kosten voor het opleiden van buitenlandse studenten. Ook Oostenrijk en Denemarken krijgen meer diplomastudenten uit andere landen binnen dan ze zelf naar het buitenland sturen. Maar waar Nederland de disbalans wil opheffen door bijvoorbeeld de instroom van studenten uit Duitsland te beperken, volgen Oostenrijk en Denemarken een andere strategie. Zij doen hun best om de uitgaande mobiliteit te vergroten. Zo kunnen Deense studenten al jaren hun studiefinanciering (circa 600 euro per maand) meenemen naar het buitenland. Sinds 2008 is er voor Denen die in het buitenland een master volgen, bovendien een extra beurs: het udlandsstipendium. Deze beurs is speciaal bedoeld om de kosten van hoge buitenlandse collegegelden te dekken. Afhankelijk van welke oplei-ding zij volgen, krijgen studenten tot ruim 12.000 euro vergoed.

OptimistischHet udlandsstipendium heeft tot nu toe niet heel veel invloed op het aantal Denen die voor een buitenlandse master kiezen. Dit studiejaar maakten slechts 364 studenten er gebruik van. Maar Michael Huss Svejstrup, adviseur van een speciaal agentschap dat namens het Deense ministerie van wetenschap, innovatie en hoger onderwijs internationalisering bevor-dert, is optimistisch. “Het zijn er al

In Denemarken mogen studenten hun studiefinanciering meenemen als ze een opleiding in het buitenland

gaan doen. Bovendien krijgen ze het collegegeld tot ruim 12.000 euro vergoed. Noorwegen kent een soortgelijke

regeling. Transfer onderzocht hoe andere landen een studie over de grens stimuleren.

transfer | april 2012 | 33

Hoe stimuleren andere landen een studie over de grens? Fo

to: P

hilip

& K

aren

Sm

ith

twee keer zo veel als vorig jaar”, aldus Svejstrup. Hij wijst er bovendien op dat veel Denen in een ander Scandinavisch land studeren. “Daar betalen ze geen collegegeld.” Die studenten hebben de extra beurs dus ook niet nodig.Ook Oostenrijk heeft een speciale beurs ingevoerd om de drempel voor studeren in het buitenland (EU en Zwitserland) te verlagen. Het land kwam in 2008 met het zogeheten Mobilitätsstipendium. “Tot dan toe kregen alleen Oostenrijkse diplomastudenten aan buitenlandse grensuniversiteiten een beurs. Het ging om universiteiten vlakbij de Oostenrijkse grens, die voor bepaalde studenten de dichtstbijzijnde universi-teit waren”, zegt Christoph Ramoser, beurzenspeci-alist bij het Oostenrijkse ministerie van wetenschap en onderzoek.De hoogte van de nieuwe beurs is afhankelijk van het studieland en van de hoogte van de studiefinan-ciering, die ook al voor 2008 mocht worden meege-nomen. Ook andere factoren, zoals het inkomen van de ouders, spelen mee. De buitenlandbeurs bedraagt maximaal 582 euro per maand.Hoeveel studenten gebruikmaken van het Mobilitätsstipendium is niet bekend. “Het programma moet zich nog bewijzen. Het effect van een nieuwe beurs zie je pas na meer dan vijf jaar”, weet Ramoser. Een les uit de extra beurzen in Oostenrijk en Denemarken kan volgens beide landen dus nog niet worden getrokken.

Veel succesHeel anders dan in Oostenrijk en Denemarken is de situatie in Noorwegen. In dat land is de uitgaande diplomamobiliteit (jaarlijks bijna 13.000 studenten) hoger dan de inkomende (ruim 7.000). De Noren stimuleren studeren over de grens met veel succes. Ze moeten ook wel, aangezien het eigen hoger onderwijs – dat gratis is – met ernstige capaciteitsproblemen kampt. Hoe dan ook: Noorse studenten kunnen 12.000 euro per jaar mee krijgen naar het buitenland. 60 Procent daarvan is een lening. Ze krijgen bovendien een beurs ter hoogte van de bekostiging die een Noorse instelling voor hen zou hebben gekregen als ze in eigen land waren blijven studeren. In de praktijk bedraagt die beurs, waarvan een klein deel een lening is, enkele duizenden euro’s voor studenten in de geestes wetenschappen, tot zo’n 15.000 euro per jaar voor medicijnenstudenten.

Ook Duitsland kent, onder meer door capaciteits-problemen in eigen land, veel diplomastudenten in andere landen. Veel studenten wijken uit naar buur-landen, zoals Nederland. Toch telt ook Duitsland, net als Nederland, meer inkomende dan uitgaande internationale studenten. Duitse studenten die in het buitenland een studie volgen, mogen hun studie-financiering meenemen. Verder heeft het land geen grootschalige financiële regelingen. Wellicht doordat er (nog) geen discussie is over te grote aantallen buitenlandse studenten.

ZorgwekkenderIn het Verenigd Koninkrijk is het verschil tussen de inkomende en uitgaande mobiliteit verreweg het grootst. Jaarlijks gaan slechts 33.000 Britten naar het buitenland om een diploma te halen; meer dan 370.000 buitenlanders studeren in Groot-Brittannië. Dit laatste cijfer is echter inclusief uitwisselings-studenten. Het gros daarvan zijn echter studenten van buiten de EU die hoge collegegelden betalen. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat er in het Verenigd Koninkrijk nauwelijks gediscussieerd wordt over de kosten van buitenlandse studenten voor de belasting-betaler. Hogeronderwijsadviseur Kevin van Cauter van de British Council vindt het wel zorgwekkend dat veel Britse studenten internationale ervaring missen als ze gaan werken.Ondanks deze zorgen worden in het land geen maatregelen getroffen om de uitgaande mobiliteit te stimuleren. (Meeneembare) studiefinanciering kennen de Britten niet, evenmin als een tegemoetko-ming in het collegegeld. Een doeltreffende manier om studenten over de grens te krijgen, lijkt de verhoging van de collegegelden te zijn. In Engeland worden die per september verdrievoudigd tot 11.000 euro. Van Cauter verwacht dat daardoor de uitgaande diploma-mobiliteit binnenkort vanzelf toeneemt. “Omdat het collegegeld fors is gestegen zullen straks meer studenten in het buitenland gaan studeren.”

robert visscher

Onder de oprichters van de Nuffic figureert mr. Jaap le Poole (1914–1993). Hij trad als topambte-naar bij het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW) op als ambtelijk secre-taris van de commissie die het hoger onderwijs moest aanpassen aan de internationale behoeftes. Vervolgens verliet hij het departement begin jaren ’50 om als secretaris van het Nuffic-bestuur de stoot te geven tot de oprichting van het Institute of Social Studies (ISS). De invloed van een ambtelijk secretaris is groot. Hij doet een groot deel van het voorbereidende werk dat vervolgens door de hooggeleerde heren van de commissie wordt gezegend en goedgekeurd, nadat zij hun kleine aanpassingen hebben aangebracht. Le Poole had dan ook grote invloed op de vormgeving van de Nuffic. Hij was de stuwende kracht achter de eerste grote opdracht die de stichting kreeg: het opzetten van het ISS. Jaap Le Poole zocht geen lauweren. Hij oefende zijn invloed het liefst uit op de achtergrond. Dat had te maken met zijn verzetsactiviteiten, die in het teken stonden van spionage, tot hij werd benoemd tot secretaris van de overkoepelende Raad van het Verzet. De ervaringen in de Tweede Wereldoorlog leerden hem dat het niet nodig was om al te veel sporen na te laten. Daarom valt niet goed de vinger te leggen op wat Le Poole precies waar tot stand bracht.

Toch wordt zowel de Nuffic als het ISS nog steeds gedreven door de waarden die voor Le Poole maatge-vend waren in alles wat hij ondernam.

Pleegkind uit NSB-kringHij behoorde, net als bijvoorbeeld zijn generatiege-noot Van der Goes van Naters, tot de leden van het Nederlands patriciaat die uit ethische overwegingen voor de PvdA kozen. Het kwam erop neer dat zij de gewone man dezelfde kansen en dezelfde cultu-rele vorming gunden als zij zelf hadden genoten. Hieruit valt niet alleen Le Poole’s belangstelling voor ontwikkelingssamenwerking te verklaren, maar ook zijn principiële anti-fascisme. Uit dat laatste kwamen tal van activiteiten voort om vrijgelaten NSB’ers als volwaardige burgers te herintegreren in de Nederlandse samenleving. Zo riep hij een heel systeem van maatschappelijke coaches in het leven. Zelf nam hij een pleegkind uit NSB-kring in huis, want hij praktiseerde altijd en consequent alles wat hij preekte. Niet voor niets luidde het persoonlijk devies van Jaap le Poole: ‘Het kunnen leven als een honnête homme waar men ook wil, dat is de inzet.” Dat blijft ook voor organisaties als de Nuffic het enige passende richt-snoer.

han van der horst

p i o n i e r s i n i n t e r n a t i o n a l i s e r i n g

Ongrijpbare kracht op de achtergrondAl lang voordat internationalisering in het hoger onderwijs werd wat het nu is, waren er personen die

zich sterk maakten voor meer internationale samenwerking in onderwijs en wetenschap. Historicus

en Nuffic-medewerker Han van der Horst portretteert pioniers in internationalisering. Deze keer

Jaap le Poole, een van de oprichters van de Nuffic.

| april 2012 | transfer34

Op de Nuffic-website worden de onderwijssystemen van ruim dertig landen beschreven. Hoe om te gaan met deze informatie komt aan de orde tijdens de cursus Diplomawaardering en het gebruik van landenmodules op 26 april. Meer informatie en aanmelden via www.nuffic.nl/cursussen

IMPI staat voor Indicators for Mapping and Profiling Internationalisation. Deze tool, tot stand geko-men met medewerking van de Nuffic, staat centraal op 10 mei tijdens een bijeenkomst bij de ACA in Brussel. Meer informatie en aanmelden via www.aca-secretariat.be

Goed-beter-best is het thema van de twaalfde Frans-Nederlandse ontmoetingsdagen over evaluatie van hoger onderwijs. Deelname aan dit evenement op 10 en 11 mei in het Franse La Rochelle is gratis. Meer informatie en aanmelden via www.frnl.nl/NL/

Houston is de plaats waar de NAFSA-conferentie neerstrijkt van 27 mei tot en met 1 juni. Het over-koepelende thema is Comprehensive Internationalization: Vision and Practice. Meer informatie en aanmelden via www.nafsa.org/annualconference

Dit jaar bestaat het Erasmusprogramma 25 jaar. Op 5 juni organiseert het Nationaal Agentschap in Rotterdam de conferentie Erasmus verzilvert! De conferentie staat in het teken van reflecteren, ver-gezichten en vieren. Meer informatie vanaf eind april op www.nuffic.nl/nederlandse-organisaties/services/beursprogrammas/lll-erasmus/erasmus-actueel

Van 10 tot en met 12 juni organiseert de Academic Cooperation Association haar jaarcongres in Helsinki onder de titel Tying it all together. Excellence, mobility, funding and the social dimension in higher education. Meer informatie en aanmelden via www.aca-secretariat.be

april/mei

2012

juni

2012

A G E N D A

Fairs Cultureel Verdrag-beurzen

Europosgrados Tour, ArgentiniëNeuquén 23 of 24 aprTucuman 26 of 27 aprCordoba 7–8 meiMendoza 10–11 mei

Expo Estudiante / Becas ChileSantiago 12–13 meiAntofagasta 15 meiValdivia 17 mei

Cultureel Verdrag-beurzen

deadline aan-vraag aanvang studie

Italië, studiebeurs 2 mei januari-september 2013

Japan, studie-/ onderzoeksbeurs 7 juni april of oktober 2013

Duitsland, beurs voor kort onderzoek 1 juli vanaf januari 2013

Meer informatie, ook over andere landen die beurzen beschikbaar stellen, via www.nuffic.nl/cv

Meer informatie via [email protected]

Veel landen bieden studie- en onderzoeksbeurzen aan voor Nederlandse studenten – met name laatstejaars – en pas afgestudeerden, vaak in het kader van een Cultureel Verdrag met Nederland om de samenwerking op cultu-reel, educatief en wetenschappelijk gebied te bevorderen. Via hun universiteit of hogeschool kunnen studenten bij de Nuffic een aanvraag indienen voor zo’n CV-beurs. Studenten in een eerder studiejaar komen alleen in aan-merking voor een zomerbeurs.

transfer | april 2012 | 35

Europass

Internationale studie, stage of werk? Start met Europass!Kijk voor meer informatie op www.europass.nl


Recommended