les 2 Het maken van een sterkteberekening
les 2
2 kN
A
C
E
Fs
B
DH
DV
Fs·cos 71,6°
Fs·sin 71,6°
740
400
28
0
Inleiding
Sterkteleer … boeiend !
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Krachten (herhaling )
De tweede Wet van Newton:
F=ma
De kracht waarmee de aarde aan een voorwerp trekt (d.w.z. zijn gewicht) bereken je met:
F=mg
g=9,81 m/s2
de grootheid: meet je in …
kracht F newton N
massa m kilogram kg
versnelling a meter per seconde kwadraat
m/s2
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Notatie van eenheden in het SI-stelsel
Leer de schrijfwijze van de volgende SI-symbolen uit je hoofd.
De betekenis komt later aan de orde.
Voorbeeld:
goed betekent iets anders, of is gewoon fout
mm MM, MM
kg KG, Kg
MPa Mpa, mPa
kN KN, Kn, kn
megapascal M Pa
voorvoegsel mega: 106
eenheden genoemd
naar personen
beginnen met een
hoofdlettter Blaise Pascal, 1623-1662
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Krachten
Voor te stellen door een vector (=pijl)
Een kracht F heeft:
• een grootte, soms voorgesteld door zijn lengte
• een richting
• een aangrijpingspunt a
De denkbeeldige, oneindig lange lijn waarop een kracht ligt noem je zijn werklijn. Deze
teken je meestal niet.
Verplaatsen langs werklijn
Een kracht mag je langs zijn werklijn verplaatsen, zonder dat zijn werking daardoor verandert.
werklijn van F
F
aa
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Duwend of trekkend tekenen van krachten
Krachten kun je tekenen als “duwend” op “trekkend”.
• Voor de berekening maakt dit niet uit
• Kies voor de tekenwijze die het duidelijkste is
is hetzelfde als:
is hetzelfde als:
les 2 Het maken van een sterkteberekening
De resultante van twee krachten
A
F1
F2
Wanneer op een voorwerp A twee krachten F1 en
F2 werken, dan kan wordt hun gezamelijke
werking voorgesteld door hun vectorsom R.
De kracht R noem je ook wel de resultante van F1 en F2.
A
F1
F2 R
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Berekening van grootte en richting van een resultante
F1
F2 R
Bij een loodrechte hoek
22
21 FFR (grootte, berekend met Pythagoras)
1
2
F
Farctanα (richting)α
F1
F2 R
α1
α2
1cosFF2FFR 2122
21 (grootte, berekend met
de cosinusregel)
21
21 sin
F
Fsin αα (richting)
Bij een willekeurige andere hoek
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momenten
werklijn van F
F
P
r
Arm van een kracht
De arm r van een kracht F ten opzichte van een punt P is de loodrecht gemeten afstand (in mm) van de werklijn van F tot dat punt P.
Eenheid van lengte
In de sterkteleer gebruiken we altijd de millimeter als eenheid van lengte, tenzij anders vermeld.
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momenten
werklijn van F
F
P
Moment
Het moment van een kracht F ten opzichte van een punt P is gedefiniëerd als:
MP=Fr
r
Eenheid van moment
kracht x arm
dus:
Newton·millimeter symbool: N·mm of Nmm
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momenten
Positief / negatief moment
Een kracht heeft een positief moment ten opzichte van een punt P wanneer die kracht een voorwerp linksom dat punt P wil laten draaien.
+
P
Moment positief Moment negatief
_
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momenten
Positief / negatief moment
Een kracht heeft een positief moment ten opzichte van een punt P wanneer die kracht een voorwerp linksom dat punt P wil laten draaien.
P F1
F2
Let op!
1. Positief is dus tegen de wijzers van de klok in!
2. In punt P hoeft niet werkelijk een draaipunt (zoals een spijker of een as) te zijn
les 2 Het maken van een sterkteberekening
10
50
Voorbeeld
P
QF=15 N
Gevraagd: Bereken het moment van de kracht F ten opzichte van P en het moment van F ten opzichte van Q.
Je berekent het moment van een
kracht dus in drie stappen:
• teken de werklijn van de kracht
• bepaal of bereken de afstand
(arm) van het punt tot de werklijn
• vermenigvuldig kracht met arm
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Evenwicht van krachten
30° 60°
120 N160 N
500 N
111,1 N
341,8 N
52,8 N
45°
Voorbeeld
Is dit houten raam in evenwicht?
Stap 1: ontbind elke schuine kracht in een horizontale en een verticale kracht
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Evenwicht van krachten
138,6 N
80 N160 N
30°60 N
103,9 N120 N
60°
78,6 N
78,6 N111,1 N
Voorbeeld
Is dit houten raam in evenwicht?
Stap 1: ontbind elke schuine kracht in een horizontale en een verticale kracht
Stap 2: bekijk nu alle horizontale krachten afzonderlijk
500 N341,8 N
52,8 N
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Evenwicht van krachten
138,6 N 60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
341,8 N
Voorbeeld
Is dit houten raam in evenwicht?
Stap 1: ontbind elke schuine kracht in een horizontale en een verticale kracht
Stap 2: bekijk nu de krachten per richting afzonderlijk
Stap 3: Bepaal de som van alle krachten die in één richting (hor. of vert.) werken.
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Evenwicht van krachten
138,6 N 60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
341,8 N
N06,1386,7860
...3,2,1,
xxxx FFFF
N,,,,
...,,,
05006788528341910380
321
yyyy FFFF
reken
• krachten naar rechts positief
• krachten naar links negatief
reken
• krachten naar boven positief
• krachten naar onder negatief
Conclusie:
het raamwerk zal niet gaan transleren!
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Intermezzo:Gebruik van sigma in formules
N06,1386,7860
...3,2,1,
xxxx FFFF
A
F
Hoofdletter sigma (Griekse S)
S van Som
Kleine letter sigma (Griekse s)
s van Spanning (stress)
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N 60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
341,8 N
Wil het raamwerk niet gaan roteren, dan moeten de krachten samen zorgen voor momentevenwicht.
Nmm... 02211 nnA rFrFrFM
• Kies een willekeurig punt A ten opzichte waarvan de momenten worden uitgerekend.
• Dit punt hoeft niet per se een punt van de constructie te zijn, het mag best buiten de constructie liggen.
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N 60 N
78,6 N
78,6 N
80 N103,9 N
Methode
• Loop alle krachten af
• Bepaal per kracht: arm en moment (= F·r)
• Reken momenten linksom positief
• Tel de momenten van alle krachten op
• Som van de momenten nul? Geen rotatie!
A
52,8 N
500 N341,8 N
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N 60 N
78,6 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
A
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
0,9
maten in m
52,8 N
341,8 N
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N 60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
341,8 N
A
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
0,2
maten in m
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
341,8 N
A
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
1,4
maten in m
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
341,8 N
A
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
78,6 0 0
maten in m
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N103,9 N
341,8 N
A
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
78,6 0 0
52,8 1,6 84,5
maten in m1,6
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N60 N
78,6 N
52,8 N
78,6 N
500 N
80 N 103,9 N
341,8 N
A
maten in m
1,8
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
78,6 0 0
52,8 1,6 84,5
103,9 1,8 187,1
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N60 N
78,6 N
78,6 N
80 N 103,9 N
A
maten in m
52,8 N
500 N341,8 N
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
78,6 0 0
52,8 1,6 84,5
103,9 1,8 187,1
60 0 0
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N60 N
78,6 N
78,6 N
80 N 103,9 N
A
maten in m
52,8 N
500 N341,8 N
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
78,6 0 0
52,8 1,6 84,5
103,9 1,8 187,1
60 0 0
138,6 0 0
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Momentevenwicht
138,6 N60 N
78,6 N
78,6 N
80 N 103,9 N
A
maten in m
Conclusie: er is momentevenwicht, het raamwerk gaat niet draaien!
52,8 N
500 N341,8 N
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
78,6 0 0
52,8 1,6 84,5
103,9 1,8 187,1
60 0 0
138,6 0 0
80 0 0
ΣMA0
+
les 2 Het maken van een sterkteberekening
138,6 N
78,6 N
80 N 103,9 N
52,8 N
500 N341,8 N
A
Keuze van het momentpunt
maten in m
F (N) r (m) F·r (Nm)
500 0,9 -450
341,8 0,2 68,4
78,6 1,4 110
78,6 0 0
52,8 1,6 84,5
103,9 1,8 187,1
60 0 0
138,6 0 0
80 0 0
ΣMA0
+
Elk punt is goed, maar niet elk punt is handig!
Punt A is handig, omdat er vier werklijnen doorheen gaan.
78,6 N
60 N
les 2 Het maken van een sterkteberekening
De drie evenwichtsvergelijkingen
021 nyyy FFF ,,, ...
021 nxxx FFF ,,, ...
een voorwerp zal niet in horizontale richting transleren als:
een voorwerp zal niet in verticale richting transleren als:
een voorwerp zal niet roteren als:
02211 nn rFrFrF ...
0 xF
0 yF
0AM
dus als:
dus als:
dus als:
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Doel van de evenwichtsvergelijkingen
De drie evenwichtsvergelijkingen kunnen worden gebruikt om onbekende krachten te berekenen
“De krachten en momenten maken evenwicht”
“het voorwerp beweegt niet”
We kunnen de redenering ook omdraaien:
dus moet wel gelden“Het voorwerp beweegt niet”
“de krachten en momenten maken evenwicht”
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Voorbeeld
75°
A
B
Gegeven
Een ladder met een lengte van 8 m staat tegen een muur.
De ladder is aan de bovenkant voorzien van wieltjes.
Op de ladder werken de volgende krachten:
• Een belasting van 785 N, halverwege de ladder;
• onbekende krachten in de punten A en B, in de richtingen
als getekend.
Gevraagd
De grootte van de onbekende krachten.F=785 N
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Huiswerk: vraagstuk 1
10 mm
P1=50 N
P2=75 N
P3=25 N
A
B
M
t.o.v. A
M
t.o.v. B
P1
P2
P3
Gevraagd
bereken van iedere kracht:
zijn moment t.o.v. het punt A en zijn moment t.o.v. het punt
B. Vul de berekende waarden in in de tabel.
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Huiswerkopgave 2
De grijze balk is van staal. Afmetingen (LxBXH): 3800 x 100
x100 mm. De kabel maakt met de balk een hoek van 25°.
a. Bereken het gewicht van de balk. Zoek de dichtheid van
staal op internet. (Zoektermen dichtheid of density)
b. Teken het gewicht van de balk als een vector (pijl) in de
figuur. Schrijf het gewicht bij de vector, vergeet de eenheid
niet.
c. Bereken de spankracht in de kabel.
Aanwijzing voor C:
Verwijder de kabel en vervang deze door een pijl die de
kracht voorstelt die de kabel uitoefent op het uiteinde van
de balk. Deze kracht moet momentevenwicht maken met
het gewicht van de balk (de vector die je in b hebt
getekend).
Aangezien er maar een onbekende kracht in deze
vergelijking voorkomt kun je hem oplossen.
d. Bereken tenslotte de vereiste diameter van de kabel
wanneer deze van massief PP is. Neem n=2.
3,80 m
3,80 m
02211 nn rFrFrF ...
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Huiswerkopgave 3
G
AB
Gegeven
Een plank met een lengte van 3,80 m ligt over een
sloot en weegt 250 N.
Op de plank werken onbekende krachten in A en B
in de richting zoals getekend. Verder werkt er een
kracht van 100 N onder een hoek van 45 graden.
Het aangrijpingspunt van deze kracht ligt op 0,80
m van het punt B.
Gevraagd
De grootte van de onbekende krachten in A en B
100 N
les 2 Het maken van een sterkteberekening
Huiswerkopgave 4
2,20
2,35
3,703,70
0,70
maten in m
350 N 350 N
A
B C
grenen / pine
(gewicht verwaarlozen)
gevraagd: bereken de vereiste afmeting h van de plank AB. Houd een veiligheidsmarge van 20% aan.
gegeven: de plank is van grenenhout en heeft een dikte van 12 mm.
de grijze stalen balk BC heeft een massa van 21 kg. Massa van de I-profielen verwaarlozen.
h