QNAP IT Management Station powered by Mandriva...

© 2014 QNAP Systems, Inc. All Rights Reserved.

V1.0 1

QNAP IT Management Station

gebaseerd op Mandriva Pulse

Gebruikershandleiding

April 2014


V1.0 2

QNAP IT Management Station gebaseerd op Mandriva Pulse

Over Mandriva

Mandriva SA is een Franse open source softwarebedrijf met innovatieve en makkelijk te hanteren oplossingen voor

ondernemingen en servers. Na haar oprichting in 1998 bezit het bedrijf nu een hoofdkantoor in Parijs en

ontwikkelingscentra in Curitiba, Brazilië en in Metz, Frankrijk. Zij heeft zich gewijd aan het ontwikkelen van open

source technologieën die toegankelijk zijn voor ondernemingen, en het bedrijf biedt producten en oplossingen die

gericht zijn op de zakelijke markt, overheidsinstanties en de onderwijssector. Mandriva producten zijn online

beschikbaar in meerdere talen en worden verkocht via directe en indirecte kanalen in vele landen over de hele

wereld. Meer informatie vindt u op http://www.mandriva.com

QNAP Turbo NAS met Mandriva Pulse Solution

De gezamenlijke oplossing QNAP / Mandriva maakt een combinatie van goede software en goede hardware

mogelijk. QNAP Systems, Inc. heeft, zoals de naam "Quality Network Appliance Provider" al aangeeft, als doel de

levering van uitgebreide en geavanceerde ‘network attached storage’ (NAS) dat zich kenmerkt door gebruiksgemak,

robuuste werking, grote opslagcapaciteit en grote betrouwbaarheid. QNAP integreert technologieën en ontwerpen

om kwaliteitsproducten voort te brengen die effectief verbetering brengen in de bedrijfsefficiëntie door

bestandsdeling, virtualisatie van toepassingen, opslagbeheer en surveillance in zakelijke omgevingen.

Doelgroep

Dit document is bedoeld om de IT Management Station te helpen begrijpen vanuit een technisch standpunt (dat

enige IT-kennis vereist), en waar gebruikers baat bij kunnen hebben. Het omvat een beschrijving van de installatie

en een startergids. In dit document wordt een testomgeving gebruikt ter illustratie van enkele mogelijkheden van

de IT Management Station.

Disclaimer Disclaimer: Zoals bij alle ‘Best Practices’, kan – of moet - niet elke aanbeveling toegepast worden. ‘Best Practices’

zijn algemene richtlijnen, niet moeilijk, maar snelle regels die opgevolgd kunnen worden. Als zodanig moet u

zorgvuldig elk item beoordelen om te bepalen of het zinvol is in uw omgeving. Als de uitvoering van een (of meer)

van deze ‘Best Practices’ verstandig lijkt, geweldig; als dat niet het geval is, gewoon negeren. Met andere woorden,

het is aan u om te beslissen of u deze moet toepassen in uw omgeving.


V1.0 3

Inhoud 1. IT Management Station (Mandriva Pulse) overzicht .............................................................................. 4

1.1. Wat doet het? ........................................................................................................................ 4

1.2. Voordelen ............................................................................................................................. 4

2. Installatie ..................................................................................................................................... 5

2.1. Oplossingsarchitectuur ............................................................................................................ 5

2.2. Vereisten vooraf ..................................................................................................................... 5

2.3. Installatievereisten voor en na .................................................................................................. 5

2.4. Installatie .............................................................................................................................. 7

2.4.1. Controleer de eerste vereisten .............................................................................................. 7

2.5. Configuratie ......................................................................................................................... 13

2.5.1. Open Pulse interface .......................................................................................................... 13

3. Beginnen met IT Management Station (Pulse) ................................................................................... 25

3.1. Pulse gebruikershandleiding ................................................................................................... 25

3.2. De eerste computer toevoegen ............................................................................................... 26

3.3. Controleer de computerinventarisatie ....................................................................................... 28

3.4. Back-up en herstel van bestanden configureren ......................................................................... 29

3.5. Bestanden terugzetten vanuit de back-up ................................................................................. 31

3.6. Een complete image maken over het netwerk ............................................................................ 32

3.7. Een image terugzetten vanuit het netwerk ................................................................................ 35

3.8. Software inzetten op alle computers ........................................................................................ 36

3.9. Windows-updates beheren ..................................................................................................... 37

3.10. Meer functies en opties beschikbaar ......................................................................................... 39

3.11. Instructievideo’s ................................................................................................................... 39

4. Goed om te weten ........................................................................................................................ 40

4.1. MySQL wachtwoord veranderen .............................................................................................. 40

4.2. Hoe de LDAP-server te activeren ............................................................................................. 44

4.3. Licenties ............................................................................................................................. 45

4.4. Technische ondersteuning ...................................................................................................... 45

4.5. Aanvullende links ................................................................................................................. 45

5. Referenties ................................................................................................................................. 46


V1.0 4

1. IT Management Station (Mandriva Pulse) overzicht

1.1. Wat doet het?

IT Management Station (gebaseerd op Mandriva Pulse) is ontworpen voor de vereenvoudiging van dagelijkse taken

en het beheer van IT-middelen voor bedrijven van klein tot groot. Beheerders kunnen baat hebben bij de IT

Manager Station wanneer zij hun beheer van multi-OS en multi-site IT-middelen centraliseren. Pulse is een

uitbreiding van de zakelijke toepassingen op de Turbo NAS en ondersteunt de volgende belangrijke functies:

• Web interface: Toezicht houden op grootschalige sites via een enkel webpaneel

• Uitgebreide inventarisatie: Inventarisaties uitvoeren van hardware en software

• Software-inzet: Inzetten van nieuwe software en beveiligingsupdates op al uw IT-middelen

• Imaging: maken en inzetten van harde schijf images op uw computer direct vanaf het netwerk

(gebruikmakend van PXE)

• Afstandsbediening: Beheer en ondersteuning uitvoeren op afstand

• Back-up en herstel: Ondersteunt volledige back-up en dagelijkse incrementele back-up ter beveiliging van

de IT-middelen van een organisatie

• Patch-beheer: Centrale software-updates en controle van al uw beveiligde eindpunten

• Licentiebeheer: Optimalisatie van uw softwaregebruik

• Rapportage: Genereren van rapporten over IT-middelen

• Pull-Modus: De compliance van uw roaming devices verhogen

• Software-convergentie: Automatische inzet van software

1.2. Voordelen

De hoofdfuncties van Pulse zijn gegroepeerd in vier domeinen: flexibiliteit, industrialisatie van IT,

beheer/supervisie en beveiliging.

Flexibiliteit: Pulse is een toepassing die uitstekend past bij de behoeften van gebruikers en hun bestaande IT-

computersystemen voor het beheer van heterogene systemen en meerdere platforms met een variabel tijdsbestek.

Pulse past zich aan bij de gebruikersactiviteit door gebruik te maken van dynamische groepen voor een intelligent

beheer, het op maat opstarten via het network voor het beheer van IT-systemen en ACL voor iedere functie.

Industrialisatie van IT: Met Pulse kunt u alle IT-middelen automatisch inzetten en homogeniseren d.m.v.

beheerpakketten, wizard en imaging. Geautomatiseerde processen besparen tijd en inspanning.

Beheer & Surveillance: Met Pulse kunt u constant monitoren via een dashboard, log-activiteiten en

systeemhistorie. Handelingen en taken op afstand zijn makkelijk uit te voeren of geven technici de mogelijkheid op

afstand hulp te bieden aan gebruikers.

Beveiliging: Pulse biedt instrumenten om de beveiliging te garanderen van machines die met het netwerk

verbonden zijn door het gebruik van beveiligde verbindingen, encryptie en hersteltaken. ACL en LDAP

ondersteuning biedt een verfijnde toegangscontrole. Back-ups kunnen uitgevoerd worden d.m.v. de functies van

imaging en incrementale back-up.


V1.0 5

2. Installatie

2.1. Oplossingsarchitectuur

Pulse, ondergebracht in QNAP Turbo NAS, zal het centrum zijn voor uw beheerde omgeving, waarmee u al uw IT-

middelen kunt beheren, monitoren en back-uppen:

Figuur 1

2.2. Vereisten vooraf

Sommige vereisten zijn nodig om IT Management Station (Pulse) te installeren en te gebruiken:

- De Turbo NAS moet verbonden zijn met het internet: de installeerder moet extra pakketten downloaden

voor de installatie

- Optware App geïnstalleerd vanuit de App Center

- DNS-Server beschikbaar op het netwerk

Ondersteunde hardware

- QNAP Turbo NAS, Business Serie met firmware QTS 4.1 (en latere versies)

- Turbo NAS Serie : TS-x80, TS-x79, TS-x79U-SAS, SS-x79U-SAS, TS-x70, TS-x69.

- Voor andere Turbo NAS modellen 1 , zie de pagina met oplossingen op:

http://www.qnap.com/i/station/en/it-management.php

Extra gedeelde mappen zullen gemaakt worden tijdens de installatie van Pulse voor: computers, imaging, isos,

masters, packages, postinst, pulse.

2.3. Installatievereisten voor en na

De volgende vereisten kunnen gedaan worden na de installatie vanuit de App Center. De configuratie-wizard zal u

door de instelling van die functies leiden:

- Een DHCP-server is vereist voor PXE-boot (voor de functies van imaging en mastering)

o Om de Turbo NAS DHCP Server te gebruiken :



V1.0 6

Moet u een vast ip-adres gebruiken op de Turbo NAS (op Ethernet 1 ): om de DHCP-

server op de Turbo NAS in te schakelen

Moet de DHCP-Server ingeschakeld zijn op de Turbo NAS (op Ethernet 1 ): voor PXE-

boot en netwerk back-up, imaging en schijfloze omgevingen t.b.v. het beheer

o Om een externe DHCP-server te gebruiken zal de installatie-wizard u door de configuratie ervan

leiden.

- Een geïnstalleerde en geconfigureerde LDAP-server (Het kan gedaan worden op de Turbo NAS, of een

externe LDAP-server)

- Een geïnstalleerde en geconfigureerde MySQL-server

- Een geïnstalleerde en geconfigureerde TFTP-server

- Een geïnstalleerde en geconfigureerde NFS-server


V1.0 7

2.4. Installatie

2.4.1. Controleer de eerste vereisten

Login op QTS


V1.0 8

Controleer of de Turbo NAS een vast ip-adres heeft

De Turbo NAS vereist een vast ip-adres. In deze tutorial gebruiken we alleen klasse C (192.168.168.0/24) als

voorbeeld.

De DNS-server en de standaard gateway moeten correct ingesteld worden.

Δ Het vaste ip-adres van de Turbo NAS moet in een ander bereik liggen dan het bereik van de DHCP-server om

een ip-conflict te vermijden.


V1.0 9

Controleer of de DHCP-server ingeschakeld is op de Turbo NAS (Optioneel)

Als u van plan bent de Turbo NAS DHCP Server te gebruiken, zorg er dan voor dat deze geconfigureerd is als

hieronder. Schakel de Turbo NAS DHCP Server niet in als u er reeds een heeft in uw netwerkomgeving.

Als u van plan bent een externe DHCP Server te gaan gebruiken, dan kunt deze instelling overslaan.

De configuratie-wizard zal u door de configuratie van uw DHCP-server leiden.

- U kunt de DHCP-server inschakelen op de Turbo NAS. De Turbo NAS zal IP-adressen uitdelen aan alle

computers die door Pulse beheerd worden.

- Kies het DHCP-bereik overeenkomstig uw netwerkconfiguratie.

- WINS-server is optioneel.

- Het DNS-achtervoegsel moet het domein zijn dat u voor het LDAP-domein gaat gebruiken.

- Het ip-adres van de TFTP-server is het ip-adres van de Turbo NAS.

- Het opstartbestand moet zijn “pxe_boot”

Δ De DHCP-server is een vereiste en maakt PXE-boot mogelijk. Hiermee kunt u opstarten vanaf het netwerk, back-

uppen en herstellen over het netwerk, en werken met een schijfloze omgeving voor beheer.

Δ Het gekozen DHCP-bereik moet alleen voor DHCP gebruikt worden. Vaste ip-adressen moeten buiten dit bereik

liggen. In dit voorbeeld wordt aan deze vereiste voldaan:

- het Turbo NAS IP is 192.168.168.168

- het DNS-server IP is 192.168.168.254

- Het gateway IP is 192.168.168.254

- Het DHCP-bereik is 192.168.168.100 tot 192.168.168.150


V1.0 10

De Optware App installeren

De installatie van Optware is verplicht. U moet deze App installeren vanuit de App Center voordat u IT

Management Station gaat installeren.


V1.0 11

IT Management Station installeren vanuit de App Center

De installatie lijkt te pauzeren bij 45% gedurende 10-45 minuten, afhankelijk van uw locatie en netwerkverkeer.

Tijdens deze fase worden extra installatiegegevens gedownload.


V1.0 12

De installatie voltooien

Is de installatie eenmaal voltooid dan is IT Management Station, Mandriva Pulse beschikbaar vanuit de App Center,

het bureaublad en het hoofdmenu.


V1.0 13

2.5. Configuratie

2.5.1. Open Pulse interface

U kunt de beheerpagina van Pulse openen vanuit het bureaubladicoon, het hoofdmenu of de App Center.

De eerste stap in de controle van de configuratie. De Wizard zal alle noodzakelijke componenten en hun

instellingen controleren. Als sommige instellingen incorrect zijn, zal een waarschuwing verschijnen. Het icoon van

“question mark” (vraagteken) zal een venster tonen met de instelling die veranderd moet worden. (Zie de

volgende pagina).


V1.0 14

Door te klikken op het icoon van “question mark” (vraagteken), wordt de schermafbeelding met de correcte

instellingen getoond.


V1.0 15

Als u een externe DHCP-server of LDAP-server wenst te gebruiken, kunt u klikken op het waarschuwingsbericht

onderaan de configuratiepagina om een gids te tonen:

- Hoe de externe DHCP-server te configureren

- Hoe de externe LDAP-server te configureren

Bij een externe DHCP-server:

- Bij een Windows DHCP-server moet u de opties 66 en 67 configureren:

o Optie 66, geef het ip-adres op van de Turbo NAS.

o Optie 67, Opstartbestand : /bootloader/pxe_boot

- Bij een Linux dhcp-server moet u dhcpd.conf aanpassen en 2 regels in de correcte sectie toevoegen:

filename "/bootloader/pxe_boot";

next-server ip.du.serveur.pulse;

Hoe dan ook, zie de dhcp-server configuratiehandleiding van uw systeem.

Δ De DHCP-server configuratie kan gedaan worden nadat de installatie van Pulse voltooid is. De DHCP-server

configuratie is noodzakelijk ten behoeve van de PXE-boot voor het werken met images over het netwerk en het

installeren van besturingssystemen over het netwerk.


V1.0 16

Volg alle stappen om elke component in te schakelen.

De enig beschikbare optie is “Recheck the settings” (Controleer de instellingen) tot alle condities correct zijn.


V1.0 17

Alle instellingen voor de vereiste componenten zijn correct

Wanneer alle instellingen klaar zijn, kunt u klikken op “Configure” (Configureren) om Pulse automatisch te laten

configureren.

Als u een externe DHCP-server of LDAP-server gebruikt, kunt u klikken op “Configure” (Configureren) om door te

gaan met het configuratieproces.

Klik op “Configure” (Configureren) en wacht tot de configuratie klaar is. Deze stap kan enkele minuten duren.

Δ U wordt geadviseerd de standaard wachtwoorden te veranderen op de Turbo NAS en MySQL Server.

De standaard wachtwoorden zijn:

- NAS: admin/admin

- MySQL: root/admin

- LDAP: er is geen standaard wachtwoord. Het wachtwoord wordt gekozen wanneer de LDAP-server

geactiveerd wordt.

Om het wachtwoord te veranderen op MySQL, kunt u sectie 4.1 MySQL wachtwoord veranderen (MySQL

wachtwoord veranderen) raadplegen op bladzijde 40.


V1.0 18

Vul de wachtwoorden in voor het configuratieproces

MySQL :

Het standaard MySQL wachtwoord is:

gebruiker : root

wachtwoord : admin

Als u het wachtwoord veranderd heeft, vult u het wachtwoord van de rootgebruiker in die u op uw MySQL-server

ingesteld heeft.

Vink niet aan “reset Pulse database”. Deze optie wordt gebruikt om de Pulse database te resetten en leeg te maken.

Het wordt alleen maar gebruikt in het geval van een herinstallatie zonder de bestaande gegevens in de Pulse

database te behouden.

LDAP :

Vul het wachtwoord in voor uw LDAP-server.


V1.0 19

Wacht tot de configuratie voltooid is.

De configuratie kan enkele minuten in beslag nemen.


V1.0 20

Mandriva Pulse activeren

Om de installatie te voltooien, moet Pulse geactiveerd worden.

Een gratis Demo-licentie is beschikbaar voor het beheer van 5 computers.

U kunt de software offline activeren (dat hier niet beschreven zal worden) of online zoals in de volgende

beschrijving:

Kies “Activate Online” (Online activeren)

Kies uw Language (Taal) en Country (Land)


V1.0 21

Voor de volgende stap is het nodig dat u inlogt met uw bestaande Mandriva account.

Als u geen Mandriva account heeft, kunt u zich registreren en een maken op: http://store.mandriva.com/

(Ook beschikbaar via http://www.mandriva.com/en/ daarna “ServicePlace”)

Eenmaal op de ServicePlace, klikt u op “Register” (Registreren) en vul daar de vereiste informatie in.

Nadat uw account gemaakt is, kunt u nu inloggen op de ‘Pulse configuration wizard’ om uw product te activeren:

http://store.mandriva.com/

http://www.mandriva.com/en/


V1.0 22

Als u nog geen licentie aangeschaft heeft, kunt u slechts beschikken over 5 demo licenties, volledig functioneel

weliswaar. Als u reeds extra licenties gekocht heeft, zou u die op de lijst moeten kunnen zien:

Kies de licentie die u gebruiken wilt en klik op “Activate product” (Product activeren).

Klik op “Access Pulse Homepage” (Open de Pulse startpagina).


V1.0 23

Configuratie voltooid.

Is de configuratie eenmaal voltooid dan zal de welkomstpagina verschijnen.

Klik op “Pulse Main Interface” (Pulse hoofdpaneel) om het Pulse webpaneel te openen.

Agent Pack voor Windows: Download het Agent-programma dat geïnstalleerd moet worden op de te beheren

computers.

Pulse Main Interface: De beheerpaneel van Pulse.

Pulse User Manual: De gebruikershandleiding.


V1.0 24

Main Interface (Hoofdpaneel)

Om in te loggen op de Pulse Main Interface (hoofdpaneel) gebruikt u de gebruikersnaam “root” (de root user van

uw LDAP-server), en het wachtwoord is het wachtwoord van uw LDAP-server.

Is het hoofdpaneel eenmaal open dan is de software klaar om gebruikt te worden.


V1.0 25

3. Beginnen met IT Management Station (Pulse) Deze sectie van het document beschrijft hoe u met Pulse beginnen kunt. Niet alle functionaliteiten noch alle

gedetailleerde stappen zullen beschreven worden.

U zult echter wel zien hoe makkelijk het te gebruiken is en de voordelen die het kan brengen.

3.1. Pulse gebruikershandleiding

De eerste stap is het downloaden van de gebruikershandleiding die op de Pulse startpagina beschikbaar is. Het

bevat als functiebeschrijvingen en voorbeelden.


V1.0 26

3.2. De eerste computer toevoegen

Login op de eerste computer die u beheren wilt.

Open uw webbrowser, login op de Turbo NAS Administration console (beheerderspaneel), en klik op het icoon van

“Mandriva Pulse” om de Pulse startpagina te openen: (Of open de startpagina direct: http://<Turbo NAS

IP>:81/pulse2-homepage )

Klik op “Agent Pack for Windows” (Agentpakket voor Windows) om het agentpakket te installeren.

De noodzakelijke agent zal op de cliëntcomputer geïnstalleerd worden.


V1.0 27

Eenmaal geïnstalleerd kunt u de Pulse management interface openen.

Na enkele minuten zult u de nieuw toegevoegde computer zien in de Computers sectie.


V1.0 28

3.3. Controleer de computerinventarisatie

Kies op de computerlijst de computer die u controleren wilt en klik op het icoon van Inventory (Inventaris).

We zullen een lijst zien van componenten op deze computer.


V1.0 29

3.4. Back-up en herstel van bestanden configureren

Klik op het icoon van de back-upstatus.

Als dit de eerste is dat u deze computer gaat back-uppen, dan moet u deze configureren. Klik op Configure

(Configureren).


V1.0 30

Kies uw back-upopties:

Wanneer klaar klikt op Confirm (Bevestigen).

U kunt nu de eerste volledige back-up starten als u wilt.


V1.0 31

Nadat de eerste back-up voltooid is, kunt u vanuit het tabblad Backup (Back-up) de status en de configuratie zien

en zelfs zoeken naar bestanden:

3.5. Bestanden terugzetten vanuit de back-up

Om bestanden terug te zetten vanuit de back-up, navigeert u naar het Back-upmenu, kies de computer waar u de

bestanden terug wilt zetten, en klik kan het icoon van Browse (Bladeren):

U kunt nu bladeren door de bestanden/mappen die u terugwilt zetten.

Om terug te zetten, klikt u op “Download selected (zip)” (Geselecteerde (zip) downloaden) om een zip-bestand te

downloaden, of u klikt op “restore to host” (terugzetten naar de host) om de bestanden terug te zetten op de host.


V1.0 32

3.6. Een complete image maken over het netwerk

Controleer dat de Turbo NAS imaging server correct geregistreerd is. Zo niet, klik dan in het Imaging-menu op

Actions (Acties) “+” om de Turbo NAS imaging server te registreren:

Registreer uw computer bij het imaging-systeem:


V1.0 33


V1.0 34

Start uw computer vanuit het netwerk m.b.v. PXE boot.

Let op: Zonder registratie van de computer zal deze niet in staat zijn een netwerkback-up uit te voeren en zal de

optie van “Create a Backup” (Een back-up maken) ontbreken.

Wacht totdat de back-up voltooid is:


V1.0 35

3.7. Een image terugzetten vanuit het netwerk

Om een complete systeemimage terug te zetten, kiest u vanuit het tabblad Computers de computer die u wilt

herstellen, en klik dan op het icoon van imaging.

Alle bestaande images staan hieronder vermeld:

Klik op “Add image to boot menu” (Image toevoegen

aan opstartmenu). Het gekozen image zal dan aan het

opstartmenu toegevoegd worden, waardoor de

herstelfunctie voor dit specifieke image beschikbaar

komt:


V1.0 36

3.8. Software inzetten op alle computers

Het is mogelijk software in te zetten direct vanuit Pulse.

Om dit te doen, maakt u een pakket in het tabblad Packages (pakketten):

(U kunt een gedetailleerde instructievideo bekijken op:

http://www.mandriva.com/en/products-services/Pulse/videos/ )

Kies de computer waarop u het pakket wilt inzetten en klik op het icoon van Software Deployment (software-inzet):

http://www.mandriva.com/en/products-services/pulse2/videos/


V1.0 37

Klik op de installatieknop:

Het packet zal dan ingezet worden.

3.9. Windows-updates beheren

Pulse kan Windows-updates beheren en een overzicht geven van alle noodzakelijke updates.

Om deze functie te gebruiken, moet u de Pulse Secure Agent voor Windows-update inzetten op de computer

waarop u de updates beheren wilt, verwijzend naar “3.8 Software inzetten op alle computers” (3.8 Software

inzetten op alle computers).

Als de agent eenmaal ingezet is, kan deze noodzakelijke updates rapporteren.


V1.0 38

De status kan in het updates-menu gezien worden:

Verversen is mogelijk door gebruik te maken van de optie (quick action) “Pulse Update Manager” in het “software

deployment menu”:


V1.0 39

3.10. Meer functies en opties beschikbaar

Mandriva Pulse biedt nog veel meer functies voor een beter beheer en inzet van IT-middelen. Zie

http://www.mandriva.com/en/products-services/Pulse/ voor meer informatie over Pulse.

3.11. Instructievideo’s

Instructievideo’s voor Pulse kunnen bekeken worden vanuit:

http://www.mandriva.com/en/products-services/Pulse/videos/

Zij beschrijven en demonstreren belangrijke functies:

- Back-up en herstel

- Agent-installatie

- Client-registratie

- Hoe een master image te maken

- Een softwarepakket (package) maken

- Bureaublad-installatie vanuit een windows 7 sysprep image

- Het maken van een Windows 7 sysprep image

- Hoe een apparaat op afstand over te nemen met VNC

http://www.mandriva.com/en/products-services/pulse2/



V1.0 40

4. Goed om te weten

4.1. MySQL wachtwoord veranderen

Om makkelijk het wachtwoord te veranderen, is het mogelijk een extra App te installeren vanuit de App Center:

phpMyAdmin.

Met deze App kunt u MySQL-databases beheren.

- Schakel de Web Server op QTS in. Voor phpMyAdmin moet de webserver de beheerconsole tonen.


V1.0 41

- Installeer phpMyAdmin op QTS vanuit de App Center

Als de App eenmaal geïnstalleerd is, open dan phpMyAdmin vanaf het bureaublad, vanuit het hoofdmenu of vanuit

de App Center.


V1.0 42

- Login op phpMyAdmin met uw huidige database loginnaam/wachtwoord.

o De standaard loginnaam/wachtwoord in QTS is: root/admin

-


V1.0 43

- Klik op “Change Password” (wachtwoord veranderen) om het wachtwoord te veranderen:

-

De MySQL-database heeft nu een nieuw wachtwoord.


V1.0 44

4.2. Hoe de LDAP-server te activeren

Login op het beheerpaneel van de Turbo NAS onder het beheerderaccount, en navigeer naar Control Panel

(Controlepaneel) > Applications (Toepassingen) > LDAP Server.

Schakel de LDAP-server in en vul uw volledige domeinnaam in, en uw wachtwoord, en klik dan op “Apply”

Toepassen).

De LDAP-server draait nu.

Δ U kunt uw LDAP-domein naar wens kiezen. Echter, uw DNS-server moet wel overweg kunnen met die

domeinnaam.


V1.0 45

4.3. Licenties

IT Management Station gebaseerd op Mandriva Pulse is voorzien van 5 gratis licenties2.

Extra licenties3 kunnen aangeschaft worden via het dashboard.

4.4. Technische ondersteuning

Technische ondersteuning m.b.t. Pulse functionaliteiten wordt geboden door Mandriva.

Contactinformatie kunt u vinden op de IT Management Station dashboard, onder “Subscription info”

(Abonnementsinfo).

Afhankelijk van uw licentiemodus zult u de corresponderende contactinformatie voor ondersteuning aantreffen.

Technische ondersteuning m.b.t. de Turbo NAS wordt geboden door QNAP op: http://www.qnap.com/support

4.5. Aanvullende links

Andere directe toegang:

Pulse startpagina: http://nas:81/pulse2-homepage

Pulse beheerpagina: http://nas:81/mmc

http://www.qnap.com/support

http://nas:81/pulse2-homepage

http://nas:81/mmc


V1.0 46

5. Referenties

QNAP Mandriva Solution:


QNAP Technische ondersteuning:


Mandriva Officiële Website:


Mandriva Pulse overzicht:

http://www.mandriva.com/en/products-services/Pulse/

Video Tutorials:

http://www.mandriva.com/en/products-services/Pulse/videos/

Mandriva Technische ondersteuning

Beschikbaar vanuit het dashboard van de IT Management Station.

Mandriva Service Place Account

http://store.mandriva.com/my/account/

Mandriva Service Place


1 Ondersteunde modellen zijn onderhevig aan wijzingen zonder voorafgaande mededeling. 2 Gratis licenties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande mededeling. 3 Licenties en prijzen worden door Mandriva SA bepaald.




http://www.mandriva.com/en/products-services/pulse2/


http://store.mandriva.com/my/account/


Date post:	14-Aug-2020
Category:	Documents
Upload:	others
View:	3 times
Download:	0 times

QNAP IT Management Station powered by Mandriva...

Documents