media.scholieren.net · Web viewIn ons rapport word het duidelijk wat en onder competenties wordt...

1Carrièreperspectief MER, september 2010

Carrièreperspectief MERProject blok 11 september ‘10

Project : Carrièreperspectief MERTutor : Ellis den HamerProject begeleider : Ink van de HoeveOpdrachtgever : Marcella Dekker

: MMC Inholland

Gegevens projectgroepProjectleden : - 485569 Stella Bambala

- 501092 Sarah van Gaalen - 495931 Jasper Jongejan - 502354 Talha Odabasi - 488305 Rozanne de Vries

Klas : 1M1Groep : 2


Inhoudsopgave1 Voorwoord......................................................................................................................................2

2 Inleiding..........................................................................................................................................4

3 Taken en rollen van managers op verschillende niveaus................................................................5

3.1 Manager.................................................................................................................................5

3.2 Kenmerken van het hedendaags management......................................................................6

3.3 Kernactiviteiten van managers...............................................................................................7

3.4 De verschillen per managementlaag......................................................................................8

3.5 Management bekwaamheden................................................................................................9

4 Managementfuncties voor afgestudeerden..................................................................................10

4.1 Branches voor de afgestudeerde MER student....................................................................10

4.2 Branches voor de afgestudeerde management MER student..............................................11

4.3 Werken vanuit de stage........................................................................................................11

4.4 Aanbod van vacatures..........................................................................................................11

5 Het competentiebegrip in het beroepenveld................................................................................12

5.1 Competentie als organisatiestrategie: Kerncompetenties....................................................12

5.2 Eisen die aan MER-studenten worden gesteld.....................................................................13

5.3 De competenties die bedrijven verwachtten van een afgestudeerde student.....................13

5.4 Belangrijkste aanleidingen om het competentiebegrip centraal te stellen..........................14

5.5 BA competenties..................................................................................................................15

5.6 Niveaus.................................................................................................................................15

6 Het Carrièreperspectief.................................................................................................................16

6.1 Het carrièreperspectief van afgestudeerden MER studenten..............................................16

6.2 Het bedrijfsleven..................................................................................................................17

6.3 De maatschappelijke ondernemingen..................................................................................17

6.4 De overheid..........................................................................................................................18

6.5 De starten doorstroomfuncties van de afgestudeerde MER student................................19

6.6 De trends op de arbeidsmarkt met betrekking tot HBO afgestudeerden.............................20

7 Conclusie.......................................................................................................................................23

8 Slot................................................................................................................................................23

9 Bijlagen..........................................................................................................................................23


1 VoorwoordVoor het MMC InHolland hebben wij een onderzoek verricht naar het arbeidsmarktperspectief, benodigde competenties en doorgroeimogelijkheden van afgestudeerde Hbo-studenten van de opleiding MER. In ons rapport word het duidelijk wat en onder competenties wordt verstaan, over welke competenties afgestudeerden MER studenten moeten beschikken en welke functies zij in de toekomst kunnen vervullen in organisaties. En ook geven wij een zo breed mogelijk beeld over het carrièreperspectief van de afgestudeerde MER student.

Door middel van field en desk research hebben wij dit rapport tot stand gebracht. In dit rapport geven we eerst informatie over de taken en rollen van managers op verschillende niveaus. Daarna kijken we naar de managementfuncties voor de afgestudeerden MER studenten, daarbij kijken we ook naar het werken vanuit de stage en het aanbod van vacatures. Daarna behandelen we het competentiebegrip in het beroepenveld, welke eisen daarbij in het beroepenveld aan de afgestudeerden MER studenten worden gesteld en welke competenties de bedrijven verwachtten van een afgestudeerden MER studenten. Als laatste kijken we naar het carrièreperspectief, hierbij kijken we naar wat nou eigenlijk het carrièreperspectief van de afgestudeerde MER student is en hoe deze starten en wat de doorstoomfuncties zijn. Hierbij kijken we ook naar de trends op de arbeidsmarkt.

Wij hopen dat de uitkomsten van dit rapport kunnen resulteren voor het MMC dat zij haar diensten beter kan laten aansluiten op de toekomstige opdrachtgevers, hiermee een concurrentievoordeel krijgt en haar marktaandeel ten opzichte van haar concurrenten kan vergroten.


2 InleidingDe MER is een opleiding met zowel management, economische als juridische vakken. Met deze opleiding kun je veel verschillende kanten op. Met de brede kennis die de student tijdens deze studie krijgt, hebben de studenten in de toekomst de kans om bijna elke beroep te kunnen uitoefenen.

Maar helaas is het niet altijd even duidelijk wat nou de arbeidsperspectieven van een afgestudeerde- MER student zijn. Aan de hand van intensief fieldresearch en deskresearch gaan we deze vragen proberen te beantwoorden in dit rapport zodat u een beter beeld hiervan kan krijgen. Het doel van dit onderzoek is om het marktaandeel het onderzoeken loopbaanadviesbureau MMC en tevens onze kansen in de arbeidsmarkt te vergroten te vergroten. Het MMC wil ook weten of het vernieuwend onderwijs aansluit bij de toekomstige opdrachtgevers en klanten. Het onderzoek is gericht voor MER studenten en het bedrijfsleven. Door de samenstelling van dit professionele rapport hopen we dat u en beter beeld kan krijgen van de arbeidsperspectieven van de afgestudeerde MER studenten.

In dit rapport worden de volgende vragen beantwoord;

Over welke competenties moeten deze afgestudeerden beschikken en wat kunnen organisaties hen bieden?

Welke functies/banen kunnen de afgestudeerde studenten van het cluster Management MER vervullen en in wat voor soort organisaties of branches zijn deze banen te vinden?

Wat zijn de prognoses voor de komende jaren wat betreft de functies/ banen die de MER studenten kunnen vervullen?

In hoeverre leeft het competentiebegrip bij het toekomstige beroepenveld? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in taken en rollen van managers op top – midden

–en laag niveau? Wat zijn de trends op de arbeidsmarkt met betrekking tot HBO- afgestudeerden, HEO –en

specifiek MER afgestudeerden? We zijn ook langs bedrijven geweest, en hebben interviews afgenomen. In dit hoofdstuk

gaan we de functies en competenties die daarbij horen, cultuur en de doorgroeimogelijkheden beschrijven. We gaan ook de producten en organogram van de bezocht bedrijven beschrijven.

Al deze vragen zullen zo kritisch en kwalitatief mogelijk worden beantwoord. Het rapport zal op 15 oktober worden voorlegt aan de directie van MMC.

3 Taken en rollen van managers op verschillende niveaus


In deze paragraaf gaan we het hebben over de taken en rollen van managers op verschillende niveaus. Met de niveaus bedoelen we de managers op top – midden – en laag niveau. We zullen eerst beginnen met het vertellen wat er in het algemeen onder een manager of leidinggevenden wordt verstaan. Vervolgens zullen we de verschillen van deze niveaus beschrijven. En als laatste zullen we de overeenkomsten tussen de niveaus uitleggen. Bij de taken van managers zullen we de verschillen en overeenkomsten uitleggen. Bij de rollen zullen we een overzicht geven over de verschillende rollen van managers. Bij deze verschillende rollen plaatsen we de niveaus van de managers op top – midden – en laag niveau. Bij elk niveau zullen we ook vertellen wat het in werkelijk inhoudt.

3.1 Manager

Volgens het boek ‘Grondslagen van het management’ is het woord manager een combinatie van een Latijnse stam manus (‘hand’) met het woord agere dat ‘in werking zetten’, ‘meevoeren’ of ‘handelen’ betekent. Het begrip is al volgt te omschrijven: ‘een manager is iemand die processen stuurt, die het handelen van anderen op gang brengt’. Hij neemt als leidinggevende voortdurend beslissingen over wat er gedaan moet worden, hoe, en door wie. Hij moet daarbij steeds bereid zijn om uitleg te geven.1 Wat zijn eigenlijk de kenmerken van een manager? We zullen de drie belangrijkste kenmerken opnoemen, namelijk;

1. Een manager is afhankelijk van inzet van anderen.Een manager is afhankelijk van anderen. Dit geldt zowel voor topmanagers als de overige leidinggevenden in een bedrijf. Een manager kan kiezen voor een – of geen gezagsrelatie met de mensen waarmee hij werkt. Managers moeten plannen opstellen waarbij centraal staat hoe je met zijn allen ervoor zorgt, dat iedereen zich helemaal inzet om de doelen te halen.

2. Verantwoordelijk voor werkklimaat, informatie of beslissingen Een manager is verantwoordelijk voor een goed werkklimaat. Hij moet er voor zorgen dat hij zijn medewerkers goed motiveert, zodat de medewerkers er helemaal voor gaan en uiteindelijk de doelen halen. Hij moet ervoor zorgen dat de behoeften van individuen en groepen overeenkomen met het uitgevoerde werk. Dit hoort allemaal bij de verantwoording van het werkklimaat.Een manager of een leidinggevende, moet ervoor zorgen dat hij voldoende informatie beheerst, zodat hij bij bepaalde problemen deze informatie kan gebruiken en het probleem kan oplossen. En als laatste moet een manager op tijd beslissingen nemen. Er kan plotseling een probleem ontstaan, waardoor een manager snel een oplossing moet vinden en het probleem zo snel mogelijk zal moeten oplossen.

3. Vaardigheden: tijdmanagement, terreinkennis, resultaatgerichtheidLeidinggevenden moeten doelgericht werken, dat betekent dat men zaken afhandelt in de juiste volgorde en in een bepaalde tijd. Zij moeten ook terreinkennis hebben en dienen resultaatgericht te werken.

3.2 Kenmerken van het hedendaags management

Zelfs tijdens de industriële revolutie deed men op basis van studies advies om de concurrentiepositie te verbeteren door meer efficiency, beter arbeidsomstandigheden en werkstructurering. Deze 1 Keuning, Grondslagen van het management, vierde druk, Noordhoff Groningen/Houten


ontwikkelingen van de laatste tweehond jaar, heeft tot de volgend belangrijk vijf factoren van het hedendaagse managementopvattingen geleid:

1 Relatie onderneming – samenleving;2 Schaalvergroting en internationalisering: globalisering;3 Wijzing in machts -/ gezagsverhouding;4 Rol wetenschap en techniek;5 Marketingfilosofie;

1 Relatie onderneming – samenlevingVroeger mochten ondernemers alles doen zonder enige invloed van de maatschappij. Tegenwoordig moeten ze vooral rekening met de maatschappij houden. De volgende eisen komen terug in de industrialisatienota’s van de overheid, in de milieubepalingen, en de maatregelen voor minimumloon en sociale zekerheid.

Het optimaal bevredigen van de behoeften en wensen van de consumenten. Het besteden van winst. Het zorgen voor passend kwalitatieve en kwantitatieve werkgelegenheid aan de hand van de

regiobehoefte. Het bevorderen van het werknemers welzijn door een goed arbeidsklimaat en het bijdragen

aan een zo leefbaar mogelijk milieu. Kapitaalverschaffers en werknemers een redelijke vergoeding garanderen voor hun inbreng

worden aan de ondernemingen gesteld.

2 Schaalvergroting en internationaliseringEr is sprak van globalisering als het producten op wereldwijde op de markten worden afgezette. De wereldwijd is afhankelijk van vele landen op economische, sociaal en staatkundig gebied is de laatste decennia sterk vergroot. Binnen Europa bestaat al de vrijhandel markt, dat bekent dat bedrijven binnen de Europese unie hun diensten en producten voor lage prijzen onverhinderd kunnen verkopen. Door megafusies te ondergaan met ook met landen buiten en binnen de Europese unie, ondanks de risico’s probeert men de schaal van internationalisering te vergroten.

3 Wijzing in machts -/ gezagsverhoudingVolgens het boek grondslagen van het management, is macht het vermogen om anderen te beïnvloeden en tot handelen te brengen of dwingen2. Formeel gezien ligt de meeste macht van de onderneming bij de aandeelhouders. Maar een manager moet ook over bepaald macht beschikken om zijn gang van zaken binnen de organisatie te bepalen. Dat hangt deels van de bereidheid van anderen om naar hem te luisteren af. Het is niet altijd even makkelijke om dat te doen. Dat komt deels doordat werknemers relatief hoof ontwikkend zijn, en het arbeid factor nu anders wordt gezien. Tegenwoordig telt de eigen bestaanszekerheid even zwaar als de rentabiliteitsmotieven. Dat betekent dus dat een manager over genoeg prestige moet beschikken om werknemers te kunnen beïnvloeden.

4 Rol wetenschap en techniekMathematische regeling- en planningsmethode, bestuurkunde en kunstmatige intelligentie, zijn geleidelijk uitgegroeid tot management tools. De tools zijn zo machtig dat sommige mensen geloven dat beslissingen door computers genomen worden. Anderen vinden dat niet kunnen omdat digitale technologie de menselijke hersenen niet kan imiteren. Distributiekanalen zoals callcenters en

2 Keuning, Grondslagen van het management, vierde druk, Noordhoff Groningen/Houten p 14,15


internet worden door de ICT technologie gerelateerd. Zelfs in de genetica zijn vooruitgangen geboekt, de DNA onderzoek en andere biogerichte wetenschappen zal snel verreikende invloed hebben. In de boeren, medici, computerbedrijven en farmaceutische industrie zijn al deze technologische ontwikkeling zichtbaar.

5 MarketingfilosofieOmdat de afnemers uiteindelijk diegene zijn die het bestaan en de bereikbaarheid van de doelen ondermening garaderen, speelt de marketingfilosofie en belangrijk rol in het management functie. De marketingfilosofie helpt het management beter te begrijpen, dat de organisatie in de markt ligt. Via elektronische markplaatsen en online- bestelsysteem gaat hier om zowel de individuele consument ( B2C) als om business- to- businessrelaties(B2B).

Gesteld wordt inmiddels in een toekomst van vrije markten, waarbij concurrentie de grenzen steeds heviger wordt, allen de sterkste, beste gemanagede merken zullen overleven. 3

3.3 Kernactiviteiten van managers

De overeenkomsten tussen top- , midden- en uitvoerend management;

Managers hebben een collectief belang, en dat is het sturen van mensen en middelen in een organisatie.

En manager dient goed geïnformeerd te zijn over de verandering in de organisatie, door goed te communiceren. Hij dient over de resultaten geïnformeerd te zijn, zodat hij de gepland activiteiten aan de belangen van de doelgroep kan passen.

Managers moeten kunnen beslissen over de goede inzet van de werknemers en middelen om de verwachte doelstelling te realiseren. Daarvoor heeft hij de steun van de medewerkers nodig.

Moet integer en oprecht zijn, hij moet ook zelfkennis hebben, want medewerkers verwachten dat hij zijn beloften nakomt.

3.4 De verschillen per managementlaag

Het topmanagement:• Goede kunnen communiceren, zodat hij zijn medewerkers kan inspireren. • Hij moet heel creatieve zijn, en over veel enthousiasme en een open geest beschikken.• Onderhandelen/ denken als een politicus, zowel binnen als buiten de organisatie

3 Keuning, Grondslagen van het management, vierde druk, Noordhoff Groningen/Houten p 16-20


• Strategie kunnen bepalen• Strategische beslissingen nemen

Het midden management en het uitvoerend management: • Direct leiding geven aan de uitvoerend. • Operationele beslissing nemen• Doorgeven van informatie top- down en bottom- up;• Medewerkers motiveren;• Informatie verzamelen en doorgeven • Rapporteren• Nieuwe activiteiten genereren• Plannen• Werkzaamheden organiseren• Uitvoering aan de topleiding rapporteren• Operationele beslissingen nemen (uitvoerend)• Dagelijkse uitvoering; ( uitvoerend)

De bovengenoemd taken kunnen alleen worden uitgevoerd als het top manager goede plannen kan maken, en het goed aan de medewerkers kan over brengen. De soort beslissingen dat managers dienen te nemen zijn in het schema hieronder gegeven:

De topmanager dient de strategische beslissingen te nemen. Strategische beslissingen betreffen de vaststelling van de organisatiedoelen. Deze beslissen hebben invloed op de hele organisatie op langen termijn. Daarom horen ze door de top te worden genomen. Maar de top moet de managers van de lagere niveaus betrekken, want deze zijn als informatiebron nodige. Uiteindelijk dient de directie het definitieve beslissen te nemen.

De organisatorische beslissen dienen door de midden manager te worden genomen. Deze beslissingen betreffen de organisatorische opbouw van de taak- en bevoegdheidsverdeling.


Organisatorische structuur is noodzakelijk, om te voorkomen dat strategie wordt gewijzigd wat probleem in de uitvoeringsfase kan veroorzaken. Men zoekt dan de geschikte organisatiestructuur en kiest voor diverse vormen van arbeidsverdelingen en coördinatie.

De operationele beslissingen dienen door de uitvoerende managers te worden genomen. Het gaat hierom de dagelijkse uitvoering. Deze beslissingen gaan over routineuze uitvoeringsproblemen die kunnen ontstaan. Je moet en uitvoeringsnorm stellen en een uitvoeringsplan maken. En als laatste moet je regeling en controles uitvoeren door periodieke vastlegging van en rapportage4 .

3.5 Management bekwaamheden

Om al de taken te kunnen vervullen moet een goed manager en leider zijn. Om een goed manager te zijn heb jij, bepaald kennis, vaardigheden en houding nodig.

Je moet niet alleen over vakkennis beschikken maar ook over, mensen kennis, technische kennis en van de organisatie waarin hij werkt.

Vakkennis om doeltreffend te kunnen leiden. Daarvoor moet hij kunnen plannen, organiseren en besturen. Hij moet ook technische kunnen beoordelen.

Mensenkennis om het gedragspatroon van de mensen in zijn werkomgeving te kennen, zodat zijn coördinerende en motiveringsactiviteiten door kunnen gaan en doeltreffend zijn.

Kennis van de organisatie waarin hij werkt om zijn doelstelling en werkwijze te kunnen toepassen. Hij moet de cultuur, filosofie, imago, de sterke en zwakke punten van de organisatie te kennen. Alleen op die manier kan de manager succesvol leiding geven.

4 Managementfuncties voor afgestudeerden

Hoe ziet het carrièreperspectief van de afgestudeerden MER studenten eruit? En daarbij kijken we in dit hoofdstuk welke functies de afgestudeerde studenten van het cluster Management MER kunnen vervullen. De afgestudeerden MER studenten willen natuurlijk zo snel mogelijk een baan vinden. En omdat de MER studenten breed zijn opgeleid en een bepaalde richting op gaan (een minor) is het aanbod van banen ook erg ruim. De functies waar de afgestudeerde studenten terecht kunnen komen is dan ook erg divers.

4 Keuning, Grondslagen van het management, vierde druk, Noordhoff Groningen/Houten p 20-24Geldt voor alle definitie


Als afgestudeerde MER student heb je veel kansen om je carrière te beginnen op het gebied van bedrijfs- en organisatieprocessen. Dit komt mede omdat je als een generalist bent opgeleid, iemand die niet ergens in is gespecialiseerd maar over veel onderwerpen een goede basiskennis heeft.Hierdoor zijn de afgestudeerden MER studenten aantrekkelijk voor de werkgever omdat deze opgeleid is om de bedrijfskundige afwegingen te kunnen koppelen aan de economische en de economische overwegingen weer kan afzetten tegen juridische. Een generalist kan zich ook specialiseren door bijvoorbeeld een vakinhoudelijke Post-HBO- of Master-opleiding te volgen.

Op het moment neemt de vraag naar de breed opgeleide HBO studenten toe, dus er is genoeg aanbod van vacatures. De vraag naar MER afgestudeerden neemt onder andere toe door marktgerichtheid, resultaatgerichtheid en toenemende concurrentie bij de bedrijven.

4.1 Branches voor de afgestudeerde MER student

De branches waar de afgestudeerden terechtkomen zijn erg divers. Als ze net vanuit de opleiding komen beginnen ze meestal in een ondersteunende of juniorfunctie. Als ze meer werkervaring opdoen zijn er veel mogelijkheden om door te groeien naar een leidinggevende functie.

4.2 Branches voor de afgestudeerde management MER student

Als manager zijnde kan je op veel in veel verschillende branches aan de slag zolang er maar groepen mensen zijn die moeten worden begeleid en aangestuurd. Er zijn heel erg veel verschillende soorten managers, de taak van de manager wordt pas duidelijk als je goed kijkt naar de verantwoordelijkheden en het werkterrein. De managers hebben zelf ook een baas,maar managers kunnen ook weer leiding geven over een andere groep managers (die lager staan). Meestal komen de management afgestudeerden in een functie terecht zoals account manager, sales manager en product manager. Je kunt bijvoorbeeld ook doorgroeien tot assistent bedrijfsleider.


4.3 Werken vanuit de stage

Er is ook een groot aandeel MER studenten die vanuit hun stage een baan aangeboden krijgen, namelijk zon 40% van de studenten. In 2009 kreeg 42,7% een baan aangeboden op het stagebedrijf. Er daarvan nam 40% in 2009 de baan ook aan5. Dus is het belangrijk voor een student om tijdens de studieloopbaan al goed na te denken over waar ze later willen gaan werken. Ook moet de begeleiding vanuit school goed zijn om de student daar optimaal mee te kunnen begeleiden. Want het is immers zo dat je stage tijdens de opleiding uiteindelijk ook je toekomstige baan kan gaan worden.

4.4 Aanbod van vacatures

Er worden momenteel veel vacatures aangeboden voor afgestudeerden MER studenten. Maar omdat de afgestudeerden in drie groepen verdeeld kunnen worden namelijk management, economie en recht neemt het aanbod voor de student wel af. Dit komt omdat die zich maar in een van deze drie heeft gespecialiseerd en/of zich interesseert.

In een vacature worden de eisen van de werkgever meestal op een rijtje gezet. Het is dan ook erg belangrijk dat de student dan ook aan die eisen voldoet en goed bij de baan aansluit. De meest voorkomende eisen zijn het beschikken over goede communicatieve vaardigheden zowel mondeling als schriftelijk, goed een teamplayer kunnen zijn, contactuele en commerciële vaardigheden bezitten, creativiteit in het creëren van oplossingen, accuraat zijn, analytisch zijn en goede feedback kunnen geven.

Ook is het erg belangrijk dat de afgestudeerde student goed weet hoe hij/zij moet solliciteren, een sollicitatie brief schrijven, een Curriculum Vitae moet opstellen, zichzelf moet verantwoorden en zichzelf goed moet presenteren. Al deze vaardigheden zijn erg belangrijk voor het succesvol ingaan op vacatures en het krijgen van een baan.

5 Het competentiebegrip in het beroepenveldHet competentiedenken krijgt steeds meer vorm in het onderwijs, maar zeker ook in het bedrijfsleven. De praktijksituatie is het uitgangspunt bij competentiegericht opleiden. Het onderwijs moet de student klaarstomen voor de actuele of toekomstige werkomgeving. Op dit moment vindt opleiden voor een belangrijk deel plaatst in de praktijk. Dit zal nog meer versterkt worden in de toekomst. Hiermee versterk je competenties en is de student al heel praktijkgericht opgeleid. De maatschappij verandert, het draait niet alleen meer om kennis. Op de arbeidsmarkt is het competentiebegrip ook van steeds groter belang. Bedrijven vinden vaardigheden en houdingsaspecten ook steeds belangrijker worden.

5 (Bron: http://www.btghandel.nl/Stage2009.htm)


5.1 Competentie als organisatiestrategie: Kerncompetenties

Een kerncompetentie omschrijf je als een eigenschap van een organisatie die door een unieke combinatie van kennis, vaardigheden, structuren, technologieën en processen voordeel haalt ten opzichte van concurrenten. Een kerncompetentie voegt waarde toe aan een organisatie als die uniek of zeldzaam is. De benadering van kerncompetenties leggen dus niet de nadruk op de vraag van de markt of op producten en diensten van de onderneming, maar op succesvolle producten en diensten die de organisatie op de markt brengen. Een kerncompetentie heeft alleen op termijn voordeel dan er voortdurend aandacht wordt besteed aan investeringen en ontwikkelingen. De tijd gaat immers door en er zijn vele verandering op verschillende gebieden. Hiermee moet je als bedrijf ook verschillende strategieën denkbaar hebben, zoals het ontwikkelen van kennis of overname van andere organisaties.

* Het proces van

competentiegericht

5.2 Eisen die aan MER studenten worden gesteld

In deze paragraaf geven we informatie over de eisen die organisaties aan MER studenten stellen. Wanneer de MER studenten voldoen aan deze eisen kunnen ze een functie krijgen in een organisatie en nuttig zijn voor deze organisatie. Vanzelfsprekend veranderen deze gestelde eisen en daarom moet de MER opleiding aan de eisen zodanig worden aangepast dat deze goed aansluit opde gestelde eisen.

De afgestudeerden MER studenten moeten via verschillende invalshoeken naar een


probleem/situatie kunnen kijken. De studenten moeten zowel zelfstandig als in groepsverband goed kunnen werken. De MER studenten moeten ook vanzelfsprekend gemotiveerd zijn daarbij moeten ze beschikken over doorzettingsvermogen. Daarnaast moet de afgestudeerden MER studenten beschikken over goede communicatieve en sociale vaardigheden zoals: leidinggeven, presenteren en vergaderen.Dit is noodzakelijk omdat ze op verschillende niveaus moeten samenwerken. Daarnaast komt nog bij dat ze niet alleen moeten werken met mensen binnen de organisatie zelf, maar ook buiten de organisatie om. De studenten moeten een beroepsopleidende stage en een afstudeerstage lopen,zodat ze hierbij kunnen laten zien dat ze over de benodigde competenties beschikken.

De beroepsopleidende stage:Deze stage heeft het doel om de studenten een beeld te laten krijgen over de functies waarvoor zij worden opgeleid.

De afstudeerstage: Deze stage heeft het doel om de studenten te laten werken aan een probleem die betrekking heeft op de praktijk. Het liefst willen de opdrachtgevers dat de studenten zoveel mogelijk informatie nodig hebben over de drie deelgebieden van de opleiding Management, economie en recht. Bij het oplossen van dit probleem laten MER studenten zien dat hij beschikt over de vereiste competenties.

Drie voorbeelden over de opdrachten die de MER studenten krijgen tijdens de stage:-Het onderzoeken van gevolgen van wetgeving.-Het opzetten van een businessplan met financiële, commerciële, organisatorische en juridische aspecten.-Werkzaamheden over personeel en organisatie.

5.3 De competenties die bedrijven verwachtten van een afgestudeerde student

Bedrijven hebben allemaal wel een bepaald competentieprofiel die zij graag bij het bedrijf willen zien. De 5 competentiegebieden die het meest betekenen zijn:

1. Problemen kunnen oplossen in samenwerking met wisselende aantallen werknemers. Het gaat hier om samenwerken waarin werknemers worden geconfronteerd met problemen die niet opgelost kunnen worden door een vaste procedure waardoor samenwerken heel noodzakelijk is.

2. Kunnen reflecteren op gedrag en resultaten. Het bijhouden en sturen van de eigen vorderingen en verder professionalisering. Werknemers moeten een zelfkritische houding vaardigheden ontwikkelen. De werknemers moeten ook hun eigen kunnen reguleren door zelfmotivatie.

3. Het opzoeken van informatie, het selecteren ervan en het voorbereiden voor gebruik.


Werknemers moeten relevante informatie uit verschillende bronnen kunnen halen en elk artikel op waarde kunnen schatten.

4. Vaardigheid, gedrag en toepassing van kennis kunnen trainen ten behoeve van routine opbouwen en automatiseren. Werknemers moet kunnen functioneren in praktijkopdrachten met behulp van basiskennis en basisvaardigheden. Hiervoor is wel een zekere routine nodig op algemene en profielspecifieke terreinen.

5. Een bepaalde beroepshouding ontwikkelen en het kunnen vorm geven aan maatschappelijke verantwoordelijkheid in de samenleving op nationaal en internationaal niveau. Er wordt verwacht dat een werknemer succesvol kan functioneren in een internationale en multiculturele context. De uitingen van mentaliteit en gedrag van werknemers worden op hbo-niveau verwacht in arbeidsorganisaties.

5.4 Belangrijkste aanleidingen om het competentiebegrip centraal te stellen

Er is nu bewezen dat in arbeidsorganisaties het competentiegericht denken een steeds belangrijke rol begint in te nemen, hiervoor zijn dit de belangrijkste aanleidingen:

De arbeidsmarkt verandert continu. Er is onzekerheid over de toekomst en meer toegenomen turbulentie op de arbeidsmarkt. Zo is het onmogelijk om te bepalen welke leerinhouden noodzakelijk zijn voor de toekomst in het (beroeps)onderwijs en bij de bedrijfsopleidingen.

Er wordt een steeds groter gelegd op bruikbaarheid van het geleerde voor de arbeidsmarkt, vervolgstudie en het functioneren in de maatschappij als burger.

5.5 BA competenties

In totaal zijn er acht BA-domeincompetenties6. Die laatste twee gelden voor alle domeinen. Ditbetreft: sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) en zelfsturende

6 http://www.hrbase.nl/forum/topics/kan-competentiemanagement-nu


competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). Die laatste twee competentieslaten we in deze paragraaf buiten beschouwing omdat ze als regel spelen in combinatie met éénvan de andere competenties

Elke MER bachelor beheerst na afronding van zijn opleiding de volgende BA-domeincompetenties:1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelenvan relaties, netwerken en ketens.2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven envoorbereiden van besluitvorming.3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie.4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen.5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken.

5.6 NiveausOnderstaande niveau-indeling maakt een onderscheid naar drie niveaus en twee aspecten.

1e niveau 2e niveau 3e niveau

• Werkt met routines • Werkt met richtlijnen enprocedures in complexe situaties

• Analyseert problemen, vragen en knelpunten in complexe situaties

• Krijgt instructies, volgt aansturing door leidinggevende

• Verdiept zich in vraagstukken van complexiteit in het werk

• Ontwikkelt zelf nieuwe procedures of een nieuwe plan van aanpak; gebruikt creativiteit in het aanpakken van opdrachten.

• Draagt verantwoording voor eigen takenpakket, formuleert doelen

• Zet eigen trajecten uit, onderhandelt over de trajecten

• Werkt pro-actief

• Legt over voortgang verantwoording af

• Legt over verantwoording af over keuzes en resultaten (weegt deze af met een termijnperspectief)

• Verantwoordt op professionele wijze de informatieverzameling, theoriekeuze /– vorming en de gekozen oplossingen naar deopdrachtgever en naar collega’s

6 Het CarrièreperspectiefDe Management, Economie en Recht (MER) opleiding is een erg brede opleiding, waarin je wordt getraind om economische, juridische en management vragen op het bedrijfsleven en de overheid te


kunnen toepassen. Maar wat is eigenlijk het carrièreperspectief van de afgestudeerde MER student? En hoe starten afgestudeerden MER studenten en wat zijn de doorstoomfuncties?

Deze vragen worden beantwoord en uitgebreid beschreven in het rapport. Om een zo breed mogelijk arbeidsperspectief te kunnen realiseren, wordt er gebruik gemaakt van interviews die afgenomen zijn met afgestuurde MER studenten of managers met HBO niveau die nu werkzaam zijn in het bedrijfsleven.

6.1 Het carrièreperspectief van afgestudeerden MER studenten

De MER studenten zijn ontzettend veelzijdig, ze krijgen een brede basiskennis van verschillenden specialismen op zowel economische, juridische, als het personeel gebied. Ook leer je daardoor op verschillende manieren en invalshoeken naar een situatie te kijken en kun je het beste advies geven. MER afgestudeerden worden veel gevraagd op de arbeidsmarkt. Tijdens de opleiding worden de studenten klaargestoomd als breed inzetbare professionals in diverse adviserende, bemiddelende en leidinggevende functies.

Daardoor zijn de arbeidsmogelijkheden zeer uitgebreid en divers. Omdat ze breed zijn opgeleid kunnen ze in principe in veel verschillende functies aan de slag. Afgestudeerden werken bij de overheid, in het bedrijfsleven, bij non-profitorganisaties, publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties en werkgeversorganisaties. Je kunt dan denken aan functies als: personeelsfunctionaris, stafmedewerker of juridisch adviseur. Je voornaamste taak is het adviseren over managementbeslissingen en het analyseren van de gevolgen van deze beslissingen.

Het betreffende werkveld en de studie bevinden zich in drie typen organisaties:

• Bedrijfsleven: Commerciële zakelijke dienstverlening, de financiële dienstverlening, de juridische dienstverlening en in de handel.

•Maatschappelijke ondernemingen in:

Onderwijs, huisvesting, cultuur, recreatie, natuur, milieu en welzijn.

• Overheid: De bestuursorganen

Zo als in de bovenstaande zichtbaar is kunnen in principe afgestudeerden- MER in bijna elk werkveld aan de slag. Maar hoe snel ze na het afgronden van hun studie aan het werk kunnen is weer afhankelijke van de gekozen richting waar ze uiteindelijk zich in willen verdiepen, om uiteindelijk daar actief te zijn. Als ze nu bijvoorbeeld voor de economische richting zouden kiezen, dan kan het zijn dat hun kansen om een baan te vinden wat kleiner zijn, dan als ze bijvoorbeeld voor de zakelijke dienstverlening of eigen bedrijf starten zouden kiezen7. Veel afgestudeerden MER studenten kiezen daarom voor en universitaire vervolg opleiding om hun kansen op een baan te vergroten.6.2 Het bedrijfsleven

In het bedrijfsleven moet je in staat zijn om te analyseren en inzicht hebben, adviseren en communiceren. Een van de belangrijkst kenmerken van mensen dat in het bedrijfsleven optreden is om secuur en accuraat te werk te gaan, MER studenten leren dat. In de commerciële wereld, kunnen

7 http://www.carrieretijger.nl/opleiding/economie-en-management/algemeen/management-economie-en-rechtBron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012


afgestudeerde MER studenten terechte, want ze leren vanaf het begin klantgericht te denken en te handelen. MER studenten leren ook strategische en politicus te denken zo kunnen ze de commerciële kansen erkennen om vervolgens te benutten. In de financiële of juridische dienst verlenende organisaties zijn MER studenten zeer gewild. Ze kunnen heel snel omschakelen van financieel naar juridisch advies. Tegenwoordig zijn bedrijven erg aan het bezuinigen vanwege de economische crises, de kans dat een afgestudeerde MER student daardoor zijn baan verliest of niet aan de slag kan is dan erg klein. Met een bachelor diploma kunnen ze zelfs hun eigen bedrijf beginnen.

Commerciële instellingen waar afgestudeerden MER studenten aan de slag kunnen

Natie/internationaal handel gericht bedrijven/ondernemingen

Uitzendorganisaties, als intercedente

Bank, als verzekeringsadviseur

Reclame advies bureaus, adviseur

Energiebedrijven

Pensioenfondsen

6.3 De maatschappelijke ondernemingen

Maatschappelijke ondernemingen bestaan om mensen te helpen. Door mensen advies te geven en te ondersteunen leren ze die om te gaan met hun problemen zodat ze hun leven kunnen verbeteren. Via scholen en vergelijkbare instellingen kunnen mensen onderwijs krijgen. Bovendien kunnen ze het onderzoek, door een advocaat of juridisch medewerker laten voeren voor een betere dienstverlening8. Zelfs daar kunnen afgestudeerde MER studenten terecht.

Maatschappelijke instellingen waar afgestudeerden MER studenten aan de slag kunnen

Economie; productie en distributie van goederen en diensten

Wetenschap; inzicht in de fysiek en sociale rijken van de natuur9

Onderwijs; socialisatie van nieuwkomers in de samenleving

6.4 De overheid

Overheid of regering zijn in twee bestuurslagen te onderscheiden;De centraal: heeft betrekking tot het besturen op landelijke denk daarbij aan de ministers

8 http://www.bls.gov/oco/ocos060.htm9


De lagere: heeft betrekking van het besturen van het land op provinciaal niveau, denk daarbij aan de gemeente, waterschappen, kamer van koophandel etc. De lagere overheid is in dit geval de meest aantrekkelijk werkgevers omdat ze de meeste bekwaamheid qua opleidingsniveau hebben. Door het factor globalisatie kunnen de Europese Advies en informatiecentra en de vertegenwoordigingen van Europese instellingen als potentiële werkgevers worden gezien.

Vertegenwoordiger

Projectleider

Beleidsmedewerker

Nederlandse waterschappen

Deze onderstaande cijfers laten duidelijk zien dat al zou het minder goed gaan in een bepaalde beroepsklasse, afgestudeerde- MER studenten altijd een even grote kans hebben om te werken


6.5 De starten doorstroomfuncties van de afgestudeerde MER student

Om een zo volledig mogelijk beeld van het carrièreperspectief te krijgen is het belangrijk om inzicht te krijgen in het aantal relevante functies/banen welke momenteel beschikbaar zijn en wat de prognoses zijn voor de komende jaren. Onder meer op basis van deze informatie overweegt MMC zich op bepaalde aantrekkelijke arbeidsmarktsegmenten te richten.

Hoe snel je een baan vindt na de MER studie is erg afhankelijk van de richting die je hebt gekozen. Zoals u hiervoor al heeft kunnen lezen heeft de MER studie een breed carrièreperspectief. Omdat de MER studenten opgeleid zijn in drie studierichtingen management, economie en recht zul je in alle drie de richtingen op zoek kunnen gaan naar een baan wat het carrièreperspectief verbreed en vergroot. Mocht het in de economische sector minder gaan zou je altijd nog kunnen uitwijken naar de management of juridische kant. U zou moeten beginnen in juniorfuncties en daarna kan je doorgroeien naar seniorfuncties. De opleiding biedt voor veel richtingen een kans. De kans op een baan hangt dus af van de branche waarin je wilt gaan werken.

Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA 10) schat de arbeidsmarktperspectieven voor MER studenten matig in. De vraag naar afgestudeerden in de economische sector wordt steeds kleiner en de studie MER valt hier ook onder. Waar wel veel vraag naar is is vraag in de sector zakelijke dienstverlening waar het arbeidsperspectief de komende jaren wel aardig zou zijn. De studie MER is erg populair en ook voor de universitaire vervolgopleiding wordt steeds meer gekozen, op deze manier kunnen ze zich onderscheiden van de rest. Wel geld hier ook bij dat de arbeidsmarktperspectieven matig blijven in de economische sector. De prognoses voor de komende jaren zijn lastig te voorspellen. Omdat een economische situatie ook moeilijk te voorspellen is en je niet precies weet wat de komende jaren kan gebeuren.

10 (Bron: ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012.)


6.6 De trends op de arbeidsmarkt met betrekking tot HBO afgestudeerden

Als je van de HBO afstudeert is het vaak zo dat de afgestuurde niet meteen aan en baan komen, dit wordt ook wel frictiewerkloosheid genoemd. In dit hoofdstuk laten wij u zien hoe dat is gegaan in het jaar 2009 ten opzichte van 2008. In deze tijd was de opkomst van de economische crisis natuurlijk erg groot en die gevolgen zijn ook erg goed te zien. Over het jaar 2010 is nog niet veel informatie beschikbaar omdat het jaar nog niet is afgelopen.

In dit hoofdstuk worden verschillende afkortingen gebruikt voor de opleidingsrichtingen.

Afkortingen BetekenissenHbo Hoger beroepsonderwijsHeo Hoger economisch onderwijsHao Hoger agrarisch onderwijsHpo Hoger pedagogisch onderwijsHto Hoger technisch onderwijsHgzo Hoger gezondheidszorgonderwijsHsao Hoger sociaalagogisch onderwijsKuo Kunstopleiding

De werkloosheid onder de Nederlandse beroepsbevolking is in 2009 ten opzichte van 2008 met een percentage van 1,7 gestegen. Voor de net afgestuurde hbo studenten is ligt dat iets hoger namelijk een stijging van 2,0%. In 2008 was het percentage werkloosheid van de pas afgestuurde hbo studenten 4,0% en in 2009 6,0%. Als gevolg van de economische crisis zijn de uurlonen licht gedaald. Desondanks oordeelt een ruime meerderheid van 69% positief over de mate waarin de opleiding een goede basis is voor hun verdere ontwikkeling.

In tabel 1 kunt u de gevolgen van de economische crisis duidelijk zien, niet alleen op het heo gebied, ook op het gebied van andere voltijd hbo studies. Toch kunt u zien dat de hbo afgestudeerden in de economische sector het hardst werden getroffen voor de economische crisis. De werkloosheid steeg bovengemiddeld en de daling in niveau van baan en baanzekerheid was ook bovengemiddeld.

Tabel 1 : Samenvattende conclusies (verandering in %-punt)hbo heo hao hpo hto hgzo hsao kuo

Werkloosheid +2,0 +3,3 -1,7 +0,3 +3,6 +0,5 +0,9 +1,2Vaste aanstelling -6,0 -8 -8 -5 -10 -6 -2 -9Baan op hbo-niveau -2,0 -5 3 0 -1 -2 -4 -1

De economische crisis heeft onder meer als gevolg dat de werkloosheidcijfers stijgen. Wel zijn de cijfers voor werkloosheid op het mbo niveau 4 meer gestegen in vergelijking met de cijfers op hbo niveau. De werkloosheid onder afgestudeerde hbo studenten is echter wel meer gestegen dan die van de totale Nederlandse beroepsbevolking en van afgestudeerde wo’ers.

Hierbij moet natuurlijk wel rekening gehouden worden met het feit dat afgestudeerden altijd te maken hebben met de ‘intredewerkloosheid’. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de werkloosheid sterker is gestegen bij deze groepen dan in de totale beroepsbevolking.


De sectoren heo en hto zijn het meest conjunctuurgevoelig en kenden dan ook de meeste stijging in de werkloosheid. De werkloosheid onder afgestudeerden van het heo ging omhoog met een percentage van 3,3% in 2009 ten opzichte van 2008. De enige sector waar dit jaar de werkloosheid daalde is de agrarische sector de hao.

Tabel 2 : Werkloosheid van hbo-studenten, anderhalf jaar na het afstuderen (weergegeven in procenten)hbo heo hao hpo hto hgzo hsao Kuo

Werkloos 2008 4,0 4,9 6,5 3,1 2,4 1,9 3,5 7,7Werkloos 2009 6,0 8,2 4,8 3,4 6,1 2,4 4,4 8,9

Afgestudeerde hbo’ers werken gemiddeld 35 uur per week, 32% daarvan werkt deeltijd wat u kunt zien in tabel 3. Het gemiddelde bruto uurloon van hbo afgestudeerde is €13,40 en het gemiddelde bruto maandloon is € 2091. De afgestudeerde in de sectoren heo, hto en hao verdienen de hoogste bruto maandlonen en allemaal verdienen ze boven het gemiddelde bruto maandloon. Meestal heeft dit te maken met de factor dat de afgestudeerde in deze sector een hoog aantal uren per week werken. In de sector economie werken procentueel gezien weinig mensen deeltijd.

Tabel 3 : Contracten en salarissen hbo heo hao hpo hto hgzo hsao Kuo

Arbeidsuren per week 35 37 37 34 39 31 31 33Deeltijdaanstelling (%) 29 14 21 40 7 56 60 51Bruto maandloon (€) 2091 2180 2218 1989 2347 2040 1908 1520Bruto uurloon (€) 13,40 13,20 12,90 13,50 13,90 14,70 13,70 10,40Vaste aanstelling (%) 55 55 61 49 61 60 52 40

De recessie in de economie heeft onder de afgestudeerde hbo studenten nog niet tot een sterke daling in het baanniveau geleidt. Doordat het nog niet tot een sterke daling daarvan heeft geleidt worden de afgestudeerde hbo in 2009 dan ook niet direct verdrongen door de universitaire afgestudeerden. De reden hiervan kan zijn is het feit dat hbo afgestudeerde in economisch mindere tijden door een daling van hun reële salaris relatief gezien ‘goedkoper’ worden dan de universitaire afgestudeerden voor de werkgevers. Hierdoor is het aantrekkelijk voor de werkgevers hbo’ers aan te nemen en zo wordt voorkomen dat de hbo afgestudeerde worden verdrongen door de universitaire afgestudeerde.


hbo heo hao hpo hto hgzo hsao kuo0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

20082009

Tussen de sectoren blijken grote verschillen te zijn inde de aansluiting tussen opleidingen en de arbeidsmarkt. Degene die vooral minder vaak op hbo-niveau zijn gaan werken in vergelijking met 2008 (daling van 5%-punt) zijn de afgestudeerden van de conjunctuurgevoelige sector economie.

7 AanbevelingenDe MER is een brede opleiding. Het is daarom ook lastig in te schatten waar een afgestudeerde terecht komt. De school moet voldoende aandacht geven aan de stageperiode. Dit is een van de grootste factoren voor een succesvolle carrière voor een afgestudeerde MER student. Scholen moeten goed communiceren met stageplekken/bedrijven. In 40% van de gevallen weet de afgestudeerde MER student gelijk een baan te vinden bij de desbetreffende stage, daarom is het erg belangrijk dat er goed gecommuniceerd word met stageplekken/bedrijven.

Ten tweede is het competentie gericht onderwijs een steeds belangrijkere nieuwe vernieuwing in het huidige arbeidsleven. Op dit moment wordt er al veel kennis op gedaan in de praktijk. Het onderzoeksteam adviseert het MMC om dit nog vaker toe te passen. Bedrijven vinden vaardigheden


en houdingsaspecten steeds belangrijker. Het bedrijfsleven verandert continu en afgestudeerde MER studenten moeten mede daardoor competentiegericht opgeleid zijn om op die situaties goed te kunnen inspelen.

Ten derde de globalisatie factor, er wordt steeds meer met het buitenland gehandeld, ook met werelddelen buiten de Europese unie. Daarom vind ik dat het MMC maatregelingen moet treffen om dat mogelijk te maken. Door studenten eerder (in de 2e leerjaar) kortstages in de grenselanden, zoals België en Duitsland, en in de derde jaar dan de stage voor lang periode te laten lopen denk ik dat we ook meer kansen maken om wereldwijd te breken. Wat ik ook vind is dat het onderwijs, iets meer praktijkgericht moet werken.

8 ConclusieIn dit hoofdstuk gaan we de hoofdvraag beantwoorden, wat zijn de arbeidsperspectieven van de afgestudeerden MER studenten?

Uit het project is af te leiden dat een afgestudeerde MER student niet echt in een gebied is gespecialiseerd, maar heel veel kennis heeft over: management, economie en recht. Ze hebben over de drie gebieden genoeg basiskennis om direct te beginnen bij een organisatie. Doordat een afgestudeerde MER student een generalist is, zijn deze personen ook aantrekkelijk voor de werkgevers. Het is niet altijd even makkelijk voor een MER student om een baan te vinden direct na het afstuderen. Wanneer je na je MER diploma wilt gaan werken in de economische sector en je kunt daar geen baan vinden, dan is het altijd nog mogelijk om in één van de andere twee richtingen een baan te vinden. Dit is dan weer een groot voordeel van de MER opleiding. Er worden aan afgestudeerden natuurlijk bepaalde eisen gesteld door werkgevers. Deze eisen kunnen per opleiding verschillen. De belangrijkste vaardigheden/competenties waarover de afgestudeerde MER studenten moeten beschikken zijn:1 Beschikken over goede communicatieve vaardigheden.2 Goed kunnen functioneren, zowel zelfstandig als in groepsverband.3 Creatief zijn

Tijdens het onderzoek naar de carrièreperspectieven van de afgestudeerde- MER, zij wij veel nuttige informatie over deze opleiding te weten gekomen. MER studenten moeten onder anderen over de volgend competenties beschikken, namelijk; leidinggeven, adviseren, communicatieve, presenteren, samenwerken en inzichtelijk zijn. Door deze competenties en de vakken(management economie en recht) die we tijdens de opleiding leren bij elkaar te voegen ontwikkelen wij ons tot kansrijke en brede afgestudeerden. Uit het onderzoek met name de interviews, is gebleken dat de carrièreperspectieven goed zijn. Afgestudeerden kunnen in verschillend organisaties en werkvelden actief zijn. Ze kunnen bij organisaties zoals, de overheid, maatschappelijke en in het bedrijfsleven terecht voor werk. Een afgestudeerde MER student kan meteen aan de slag als bijvoorbeeld adviseur, medewerker risicobeheer en verzekeringen, of als leidinggevende.Uit het onderzoek is gebleken dat heel veel afsgestudeerden MER studentne ondanks de economische crises moeiteloos werk konden vinden en carriere maken. Om verder te specialiseren en tevens hun carriere kansen te vergroten kunnen ze eventueel doorstuderen, maar dat is niet altijd noodzakelijk.


9 Bronnen

10 Bijlagen

Naam : Esther VogelLeeftijd : 34 JaarBeroep : Medewerker risicobeheer en verzekeringenFunctie : Alle schades die binnenkomen afhandelenDatum afname interview : 29 september ‘10Tijdstip afname interview : 17:00 Omvang interview : 25 minuten

1.Waar heeft u uw opleiding MER gedaan en wanneer bent u afgestudeerd?Ik ben momenteel nog vierde jaar student MER deeltijd op het Inholland in Alkmaar.

2.Wat u heeft geleerd bij de MER opleiding, past u dat ook toe in de praktijk?Het juridische wat ik heb geleerd, pas ik nu ook het meest toe op de praktijk en de link tussen theorie naar praktijk.

3.Het is bekend dat de MER opleiding een brede studie is, wat is hier het voordeel van?Zoals jezelf ook zegt, denk ik dat de breedte van de opleiding wel het grootste voordeel is.

4.Heeft het ook een nadeel?Doordat er inhoudelijk niet diep genoeg wordt ingegaan is volgens mij wel een nadeel.

5.Zit er veel verschil tussen de theorie (in de opleiding) en de praktijk (in het bedrijfsleven)?Ja, als je die twee met elkaar vergelijkt, dan zie je wel degelijk dat er een verschil tussen de twee is.

6.Welk onderdeel van het MER sprak u het meest aan? (management, economie of recht)Voornamelijk sprak recht mij het meest aan, maar ik vind management ook ontzettend leuk.

7.Heeft u nadat u was afgestudeerd makkelijk werk kunnen vinden?Ik heb werk gevonden tijdens mijn studie en dat ging wel redelijk snel en gemakkelijk.

8.Op welk werkveld bent u nu actief?Op het werkveld recht ben ik nu actief.


9.Wat houdt u functie in dit bedrijf in?Ik ben medewerker risicobeheer en verzekeringen. Ik handel voornamelijk schades in het algemeen af.

10.Komen uw verwachtingen die u had tijdens de opleiding over uw toekomstige functie overeen met uw functie van nu?Ja wel redelijk, want ik dacht vroeger dat ik ergens op het juridische werkveld zou terechtkomen en dat is nu ook het geval.

11.Was verder studeren voor u een optie?Ja, het is voor mij zeker wel een optie.

12.Bij welke andere bedrijven heeft u nog meer gewerkt?Bij het hoofdkantoor van Carpet right en bij het hoofdkantoor van Albert Heijn.

13.Is het MER diploma een goede basis om direct het bedrijfsleven in te stappen?Eerlijk gezegd denk ik dat het wel een goed begin is, maar ik raad het iedereen wel aan om na de HBO nog iets verder door te studeren.

14.Wat heeft u gemist in de MER opleiding waar u in het bedrijfsleven tegen aan loopt?Ik weet niet echt wat ik heb gemist, maar ik vind dat we te veel tijd hebben besteed aan verplichte lessen over "Word" en "Excel". Voordat ik deze lessen had gekregen, kon ik al goed werken met de programma's.

15.Waar heeft u uw stage gehad en wat heeft u met name geleerd op deze stage?Doordat ik een deeltijd studie volg, krijgen we veel praktijkopdrachten i.p.v. stages.Daarnaast is het ook zo bij mij dat ik bij mijn werkplek ga afstuderen.

16.Waarom had u voor de MER gekozen?Ik wist niet precies wat ik wou en toen ik zag dat dit een van de meest brede opleidingen was, heb ik uiteindelijk voor de MER gekozen. Trouwens, ik heb ook nog van een aantal personen advies gekregen om voor de MER te kiezen.

17.Heeft u doorgroeimogelijkheden, zo ja welke?Ja, op heel veel verschillende gebieden heb ik doorgroeimogelijkheden.

18.Aan welke competenties heeft u veel in het huidige werk?Mijn zelfvertrouwen is heel erg gegroeid.

19.Hoe kijkt jou werkgever tegen een MER student aan?Heel erg positief, vooral ook omdat het een brede studie is.

20.Wat voor advies kunt u ons geven om ons carrière perspectief te vergroten/verbeteren?Als je eenmaal weet waar je interesses zitten, dan moet je er helemaal voor gaan.

21.Met deze opleiding ( MER) kan je ook je eigen bedrijf beginnen. Wat zijn volgens u de belangrijkste vijf kenmerken voor een startend ondernemer?1 bepalen van visie2 bepalen van missie3 bepalen strategie


4 creatief zijn5 genoeg kennis hebben

22.Sommige bedrijf hebben een soort academie, is het bij jullie ook het geval? Zo ja, voor wie is de scholing nodig? En is het voor alle medewerkers?Het wordt nu langzamerhand opgestart en ja, het is voor alle medewerkers.

23.Wat voor advies zou u bijvoorbeeld aan de onderwijsinstelling willen geven zodat ze onze kans om een goede baan te vinden in de arbeidsmarkt kunnen vergroten?Ik denk dat het erg belangrijk is om up-to-date te blijven met de praktijk.

24.Hoe ziet de cultuur binnen uw bedrijf er uit?Algemeen is er een open cultuur/informeel/bureaucratie.

25.Hoeveel personeelsleden telt uw bedrijf en kunt u eventueel een organogram meesturen met een toelichting?Ongeveer 1500 mensen.

26.Kunt u de producten en/of diensten van uw bedrijf beschrijven?Het bedienen van de maatschappij/de taken van de overheid uitvoeren.

Toelichting: Het college van Burgemeester & Wethouders is het dagelijks bestuur van de gemeente en zij handelt in opdracht van de Gemeenteraad. Het college is vervolgens de opdrachtgever van het managementteam (hierin zijn de hoofden van de sectoren en bedrijven zijn vertegenwoordigd).De hoofden van de sectoren, staf en bedrijven dragen elk integrale verantwoordelijkheid voor de prestaties van hun organisatieonderdeel. De bedrijven zijn intern verzelfstandigd, dit betekent dat zij zelf hun eigen "huishouden" runnen, zij worden aangestuurd door de adjunct-gemeentesecretaris.


Naam : Joost WeelLeeftijd : 26 JaarBeroep : Register AccountantFunctie : SupervisorDatum afname interview : 04 oktober ‘10Tijdstip afname interview : 16:00 Omvang interview : 40 minuten

Het bedrijf waar we geweest zijn is de KPMG. KPMG is een van de grootste accountants kantoren van Nederland. Wereldwijd levert KPMG dienst op het gebied van; auditory, advisory en tax. In Nederland zijn ruim vierduizend mensen werkzaam bij KPMG.

De definitie van een goed bedrijf: de cultuurVolgens de heer Weel, zijn de doorgroeimogelijkheden bij een dergelijke organisatie veel groter. Omdat de kansen dat je een opdracht om te werken in het buitenland of promotie krijgt veel groter zijn. In het geval van dhr. Weel kan hij over 6 a 8 jaar tot directeur of zelfs partner benoemd worden.

Weel zegt dat de bedrijfscultuur verder gaat dan alleen maar de kledingvoorschriften en procedures. Een goede organisatie moet ervoor zorgen dat medewerkers genoeg stimulatie krijgen zodat ze door kunnen groeien. Ik vind dat medewerkers niet alleen veel samen moeten werken maar ook de ruimte moeten krijgen voor zelfontwikkeling en op die manier kunnen ze elkaar blijven stimuleren. De kans geven aan nieuwe talenten geven om zich te kunnen bewijzen en voor een leuk werksfeer. Aangezien KPMG in meer dan 32 landen binnen en buiten Europa gevestigd zijn, staat ze ook symbool voor het bijdragen aan de globalisatie. Ik ben heel blij en trots dat ik deel maak van zo’n goede organisatie.

CompetentiesJe moet er voor zorgen dat je over bepaalde competenties beschikte. Je moet netjes, hardwerker, gemotiveerd, communicatieve, een leider zijn in mijn geval dan, inzicht vermogen, en blijven leren.

http://picsdigger.com/image/5cca0c1c/


ProductenKPMG levert dienst op gebied van;Auditory; controleren van jaarrekening)Advisory; advies gevenTax; Meijburg genoemd, (belasting) inkomstbelasting, omzetbelasting.

Organigram KPMG

De partner ook de niet uitvoerend voorzitter genoemd, ze werken parttime en geven advies aan de CEO. Ze zijn ook de raadcommissies, en politieke gezien ook de gezicht van het bedrijf.

Partner

Senior Manager Manager Assistent

Manager

Supervisor Senior

Trainee

Junior Trainee

Assistenten

Stagaires

Scriptanten

Dicector


En de directeuren, ook de uitvoeren macht genoemd, deze zijn fulltime officeholder. Ze leiden dan de partner, en zijn bezig met het dagelijks beheer van het bedrijf. Zij voeren dan marktonderzoeken, algemene onderzoek over de huidige groei van het bedrijf. Ze gaan ook over toekomstig internationale uitbreiding. En bovendien houden ze ook toezicht over de ontwikkeling op activiteiten van alle projecten die te maken hebben met de financiële winst voor de aandeelouders van de onderneming.

Interview

1. Waar heeft u uw opleiding MER gedaan? Was het deel/voltijd?Hoogschool Inholland, het was een valtijdopleiding.

2. Waarom had u voor het MER gekozen?Ik wist nog niet precies wat ik wilde doen. En MER was meer en oriënterend keus.

3. Wat u heeft geleerd bij de MER opleiding, past u dat ook toe in de praktijk?Het is niet echt toepasbaar, Ik heb beetje administratieve organisatie gehad(boekhouding) en van een beetje management. Maar verder niet echt.

4. Het is bekend dat de MER opleiding een brede studie is, wat is hier het voordeel van?Je leert ook dingen die je minder leuk vindt, maar wel iets dat van toepassing kan zijn in jou dagelijks bedrijfsleven. Dat is wel voordelige want zo kan je verschillend aspecten van het beroep zien.

5. Zit er veel verschil tussen de theorie (in de opleiding) en de praktijk (in het bedrijfsleven)?Het is altijd zo dat er verschillen zijn, wat ik af en toe in de praktijk tegen kom is projectmatige werken. Voor het controleren van jaarrekeningen moeten we vaak in groepjes werken, maar dat verschilt weer per klant.

6. Welk onderdeel van het MER sprak u het meest aan? (management, economie of recht)Management en economie

7. Waarom heeft u uiteindelijk voor accountant gekozen?Accountant is een vrij commercieel beroep, jou kansen om werk te vinden zijn wel groter. Bovendien vind ik zelf en hele leuk beroep, want naast controleren mag je adviseren, wat ik persoonlijke nog leuk vind.

8. Nadat u afgestudeerd was, heeft u makkelijke werk kunnen vinden?Het was vóór de economische crises, de goede tijden nog. Niet zo moeilijk dus.

9. Op welk werkveld bent u nu actief?Ik ben supervisor

10. Wat houdt u functie in dit bedrijf in?Ik ben dus teamleider, klanten bedienen en adviseren, controles van jaarrekeningen.

11. Komen uw verwachtingen die u had tijdens de opleiding over uw toekomstige functie overeen met uw functie van nu?Deels wel, tijdens mijn MER opleiding wist ik meteen al dat ik het management richting wou volgen. Nou ben ik ook al manager actieve dus.


12. Bij welke andere bedrijven heeft u nog meer gewerkt?In het verleden heb ik parttime bij Reaal Verzekering gewerkt. Mijn functie daar was de afsluiting van polis, en ik vond het niet zo leuk.

15 Sommige mensen vinden de MER geen goede opleiding, de MER is een vrij brede opleiding maar ze gaan nergens echt diep op in. Wat is u mening daarover en hoe kijkt bijvoorbeeld jouw werkgever tegen een MER student aan?Mijn werkgever en ik zijn eens over dar er niet echt min punten zijn aan de MER opleiding. Voor elke opleiding moet je doorleren, en dat geldt ook voor de MER.

16 Raad u het aan om de MER opleiding op te volgen, waarom wel/niet?Ja zeker, vooral als je niet weet wat je precies wil.

17 Is het MER diploma een goede basis om direct het bedrijfsleven in te stappen?Ik vind het moeilijke te zeggen, afhankelijke van de gekozen beroep kan het wel. Maar ik raad wel aan om door te studeren.

18 Hoe ziet u dagelijks bedrijfsleven eruit? En welke competenties gebruikt u vaak in het bedrijfsleven?Klanten bezoeken en adviseren, leiding en training geven. Ik moet dus, communicatieve, inzichtrijke zijn, en leiding kunnen geven.

19 Wat heeft u gemist in de MER opleiding waar u in het bedrijfsleven tegen aan loopt?We kregen weinig ICT les, en tegenwoordig wordt heel veel met computers gedaan. Het zou fijn en beter zijn als er meer aandacht wordt aan besteed. Vroeger mochten we open boek toets maken, wat mij betreft is dat niet nodig. De HBO niveau van de MER opleiding mag wat dat betreft iets hoger.

20 Waar heeft u uw stage gehad en wat heeft u vooral geleerd op deze stage?Ik had gekozen voor een stage bij de ING bank in horen. Wat ik tijdens mijn stage vooral heb geleerd, was om een hypotheek relatieplan te maken. Destijds hadden ze veel klanten verloren, ik moest dus hun relatieplan beoordelen en zeggen hoe het beter kon.

21 Wat kan volgens u nog veranderd worden aan de huidige opleiding MER of, wat voor advies zou u bijvoorbeeld aan de onderwijsinstelling willen geven zodat ze onze kans om een goede baan te vinden in de arbeidsmarkt kunnen vergroten?In de MER kan je pas na de derde jaar zich specialiseren. En ik denk dat de meest mensen weten al vrij snel( 2e jaar) waar ze in zich willen specialiseren. Ik vind dat de onderwijsinstellingen vanaf de derde jaar meer bijvoeling aan de door gekozen vak moet geven. En niet pas in de vierde jaar, en toch kreeg je niet voldoend stof daarover.

22 Had u van tevoren het doel om deze functie uit te oefen in dit bedrijf?Nee, na de MER wist ik meer.

23 Heeft u doorgroeimogelijkheden, zo ja welke?Ja, ik heb zeker doorgroeimogelijkheden. Uiteindelijke kan ik hopelijk over 6/8 jaar partner of directeur worden.

24 Waar wilt u zijn over 10 jaar?Over 10 jaar hoop ik mijn Register Accountant(RA) titel binnen te hebben, aan meer mensen leidinggeven, en meer in het advies functie beschikken.


25 Met deze opleiding ( MER) kan je ook je eigen bedrijf beginnen. Wat zijn volgens u de belangrijkste vijf kenmerken voor een startend ondernemer?Initiatiefrijke, over veel inzet beschikken, communicatieve, administratief, en enige juridische kennis hebben.

26 Sommige bedrijf hebben een soort academie, is het bij jullie ook het geval? Zo ja, voor wie is de scholing bedoeld? Is het voor alles medewerkers? Ja, en de scholing is voor alle medewerkers bedoeld. Gedurende twee weken worden we in groepjes per functie gesplitst. Buiten dat kun je, je opgeven voor een ander cursus naar jouw interesse. Maar voor de echte specialisatie is de universiteit niveau bij KMPG verplicht.

27 Over welke competenties moeten volgens u een afgestudeerde MER beschikken en wat kunnen organisaties hen bieden?Netjes, hardwerker, ambitieus en gemotiveerd. Het bedrijf kunnen dan zorgen voor je verdere ontwikkeling.

28 Hoe ziet de cultuur binnen uw bedrijf er uit?

KPMG is een leuk bedrijf, dat medewerkers stimuleert om door te groeien.

Date post:	15-Aug-2019
Category:	Documents
Upload:	lythuy
View:	213 times
Download:	0 times

media.scholieren.net · Web viewIn ons rapport word het duidelijk wat en onder competenties wordt...

Documents